Close

Napels #3: een bezoek aan Pompeii

In april 2024 trokken Leen en ik naar de Italiaanse stad Napels voor onze jaarlijkse citytrip. Napels wordt ook wel de buik van Italië genoemd, ze zijn er blijkbaar zot van kerststallen en er is altijd wel ergens een hoek van waaruit de Vesuvius opdoemt. Napels is veelzijdig, Napels is luid, Napels is vuil en Napels voelt nog heel echt. Het werd een fijne kennismaking met deze zonnige stad.

Op onze tweede dag was het meteen tijd voor een uitstapje naar de oude Romeinse stad Pompeii. Pompeii klinkt druk en is voor velen een hoop stenen, maar wij zijn twee Latinisten met een hart voor het oude Rome. En ‘dankzij’ de ramp in Pompeii waarbij een vulkaanuitbarsting een hele stad onder zijn assen begroef, weten we heel veel over het leven van die rare Romeinen. Ik deed nooit een Italiëreis met school dus voor mij was Pompeii de eerste keer :).

Hoe geraak je in Pompeii vanuit Napels?

Met de trein is het eigenlijk heel eenvoudig. Vanuit het centrale Garibaldi treinstation (waar je vanuit heel Napels makkelijk raakt met de metro) neem je de circumvesuviano trein en stap je uit bij de halte Pompeii Scavi (scavi betekent opgravingen). Wij betaalden 13,20 euro heen en terug, dus dat is zeker niet duur.

Alleen moet je je wel verwachten aan een drukke toeristentrein. Zeker als je in de voormiddag vertrekt, wat ik wel aanraad want je bent makkelijk een hele dag zoet in Pompeii. Ik heb mensen bij het instappen heel fel anderen zien verdringen voor een zitplaats. Enfin, ik zag niet de mooiste kant van de mens, maar op een half uurtje ben je in Pompeii (dus ik vond rechtstaan ook niet zo erg).

Hoe was een bezoek aan Pompeii?

Casa de Sirico, eén van de vele villa’s met nog heel wat fresco’s.

Je betaalt 18 euro per persoon toegang (voor alleen Pompeii, je kan ook een combiticket met enkele villa’s kopen) en ik raad aan om op voorhand via de website tickets te boeken om zeker te zijn van een toegang (vooral in het hoogseizoen). Wij gingen op een weekdag in april wanneer ze regen voorspelden, uiteindelijk bleef het mooi weer, maar daardoor was het vrij rustig in Pompeii. Ik kan dus niet oordelen hoe druk het er gemiddeld is. Sowieso is het domein gigantisch. Neem dus zeker een plannetje bij de ingang en als het ergens te druk wordt, sla dan gewoon een zijstraat in.

Ik vond Pompeii best overweldigend. Ik had niet verwacht dat er nog zoveel gebouwen, muren en straten zo goed bewaard zijn gebleven. Ik had meer iets à la het Forum Romanum in Rome verwacht, maar Pompeii is dus veel meer dan dat.

Terme del foro

Je kan nooit alles doen op een dag dus je stippelt best een route uit volgens je interesses. Enkele stops die wij deden zijn:

  • therme suburbane (vlak bij de ingang als je van de trein komt)
  • casa del fauno
  • de basilica
  • het theater en het amfitheater met oefenweide daarnaast
  • lupanare (het bordeel met schunnige tekeningen)
  • terme del foro (heel mooi vond ik)
  • casa di sirico met nog veel fresco’s
  • de oude stadsmuren met een overgebleven wachttoren
  • casa poeto tragico met de mozaïek cave canem (‘Hier waakt de hond’), een gekend iets onder de Latinisten doordat het op de cover stond (staat?) van bepaald lesmateriaal

Links: een bakkerij met de maalstenen nog intact, rechts: mozaïek van Cave Canem achter glas, dus moeilijk te fotograferen

Ook gewoon fijn: door de straten wandelen en op het goed geluk links en rechts afslaan. En de eeuwenoude zebrapaden gebruiken om over te steken. Doe wel goede stapschoenen aan want de ondergrond is niet altijd even makkelijk.

Ze zijn nog altijd volop opgravingen aan het doen. Naar schatting ligt vandaag slechts 1/3de van de oude stad bloot. Het deel hieronder op de foto (genomen vanop de wachttoren) is niet publiek toegankelijk en in de achtergrond zie je enkele archeologische sites die – wie weet – een volgende keer wel te bezichtigen zijn.

Kom je op een zonnige dag dan raad ik aan om voldoende water en snacks zelf mee te brengen want er is amper schaduw. Het blijft een archeologische site dus binnen heb je wel WC-voorzieningen, maar geen restaurants. Daarvoor moet je het moderne Pompeii in. Wij hadden een bewolkte dag en dus viel de temperatuur, net als de drukte, goed mee.

Links: de basilica, in tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden was dit geen religieus, maar wel een wereldlijk gebouw (wij hebben de structuur dan ‘gestolen’ om er ons Christelijke kerken op te baseren en daar is de naam basiliek van afgeleid). Rechts: het theater dat in de zomer wordt gebruikt voor voorstellingen, het witte gedeelte is gerestaureerd.

Het nadeel aan Pompeii is dat het er zo groot is dat je je er kapot kan lopen. Op de duur beginnen de zaken ook op elkaar te lijken. Tegen de helft van de namiddag hadden we dus zin om ons te zetten en iets te eten. We doken binnen bij pizzeria I matti voor – in mijn geval- een pasta (want pizza hield ik voor in Napels). Heel groot en toeristisch daarbinnen, maar met het eten was niets mis. Nadien namen we de trein terug die veel minder druk was, aangezien de mensen gespreid terugkeren naar de stad.

Zou ik er opnieuw naar toe gaan? Absoluut! Ik heb het gevoel dat ik nog steeds veel moet zien daar. Daarnaast zou ik ook Herculaneum eens willen doen omdat daar nog meer fresco’s te zien zijn en het meer behapbaar zou zijn op één dag. Of enkele andere opengestelde Romeinse villa’s in de buurt. Er is rond de Vesuvius nog zoveel Romeinse geschiedenis te ontdekken!

Ik heb met Pompeii toch iets kunnen afstrepen dat al heel lang op mijn bucket list stond. Ik denk wel dat het een ‘love it or hate it’ verhaal is. Voor sommigen is dit waarschijnlijk een hoop stenen die ze veel te lang in warme omstandigheden moeten trotseren. Maar hou je van geschiedenis en zie je wat wandelen op een dag wel zitten? Dan is dit sowieso de moeite!

Ben jij als eens in Pompeii geraakt?

Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.

Mag vakantie nog gewoon vakantie zijn?

Mag ik eens een lans breken voor het feit dat vakantie soms ook gewoon maar vakantie is. Wat tijd weg van je werk. En dat er dan niets moet?

Je moet niet naar het buitenland. Je moet niet terugkomen met zotte verhalen. Of honderden likes verzameld hebben op die Instagramfoto. Of terugkeren met hernieuwde ideeën omdat je even afstand hebt kunnen nemen. Want afstand kan veel doen. Misschien ook net je problemen zichtbaarder maken.

Je mag gewoon terugkomen met een koffer vol vuile was, een zonnebril die eens gekuist moet worden en dat stiekeme gevoel dat je blij bent weer je in eigen bed te slapen.

Of zoals een collega antwoordde wanneer ik vroeg wat ze tijdens haar drie weken vakantie ging doen. ‘Dat weet ik nog niet, ik ga gewoon elke dag kijken waar ik zin in heb’. Zo simpel kan het zijn.

Dit is voor iedereen die geen plannen heeft tijdens z’n vakantie, voor iedere ouder die stiekem uitkijkt naar 1 september, voor de toerist die net terug aan het werk is en al zuchtend uitkijkt naar de volgende vrije dagen, voor de avonturier die nostalgisch terugdenkt aan die eindeloze festivalzomers van toen en nu midden in een al even eindeloze verbouwing zit, voor de uitsteller die allerlei plannen had gemaakt en op z’n laatste vakantiedag moet toegeven dat daar niks van in huis is gekomen, voor de single vrouw die vaak over het hoofd wordt gezien en haar sportlessen en collega’s mist terwijl ze vrolijke gezinsfoto’s ontwijkt online, voor zij die de stapel bibboeken ongelezen terug moet binnenbrengen, voor iedereen die zonder life changing keuze terugkeert naar het werk want soms is niets doen al life changing genoeg.

I hear you. Het is oké. Vakantie is ook maar gewoon vakantie. Een break. Ook van al dat moeten.

Juli

Jawadde, het is alweer augustus – mijn favoriete maand van het jaar! Maar dus eerst een terugblik op juli, met alweer wat ups en downs.

De maand begon met een trouwfeest van één van de collega’s – en ook al waren we er door de vakantieperiodes maar met een kleine groep – het was een ontzettend mooie, fijne en lange avond! Ik mis dat dansen op een feestje soms zo hard, dus ik geniet van elk moment dat ik krijg. Sowieso één van de beste avonden van het jaar tot nu toe.

Ook grappig: op het trouwfeest konden we allemaal een stukje van ‘De kus’ van Klimt schilderen. Zeer mooi idee, maar ook wel weer toevallig dat ik twee weken na dat ik het in Wenen in het echt zag, Klimt en dat schilderij – mij voor de trip niet zo bekend – weer tegenkwam.

Na het trouwfeest werd het lief ziek, een stevige coronabesmetting. Om één of andere reden heb ik dat virus niet ook opgepikt, waarschijnlijk omdat één van de infecties die ik in het voorjaar had al covid zal zijn geweest. Goed nieuws voor mij, maar het betekende wel twee weekends waarin we eigenlijk het huis niet uitkonden en net nu het zo’n mooi weer was.

Hoe gaat het dan met mijn gezondheid? Aan het begin van de maand had ik nog een enorm slechte week door het CMV-virus, ondertussen merk ik elke week beterschap met de vermoeidheid dus ik hoop dat de ergste infectie is geweken. En minder moe zijn, betekent dat ik eindelijk terug wat kon sporten, hoera want mijn rug heeft dat nodig!

Daarnaast blijf ik sukkelen met de ijzerpillen die ik moet nemen en heb ik ondertussen besloten om er tijdens mijn vakantie mee te stoppen. Het is me momenten echt wel te veel dat ik zoveel kwaaltjes heb en niet weet waar ze van komen. Maar ik voel me dus echt al wel beter dan een maand geleden.

Links: de Dwaaltuin. Rechts: Kunstenares vraagt aandacht voor het vrouwelijk lichaam in de geneeskunde.

Gelukkig waren er ook nog wat hoogtepunten. Er waren meerdere sociale momenten met de collega’s, waaronder een begeleide wandeling van de nieuwe kunstroute in Leuven ter ere van 600 jaar KU Leuven. Hele fijne route, helaas viel de gids wat tegen. Laat ons zeggen dat zijn boomergehalte nogal hoog was en dat hij niet op dezelfde manier naar de rechten van de vrouw kijkt als ik. Ik denk dat als de rondleiding iets langer had geduurd ik ruzie was beginnen zoeken, want zijn uitspraken zaten me soms hoog – bij de hele groep trouwens. Deze feminist zit blijkbaar snel op haar paard, oeps!

Links: een gedicht aan de Sint-Lambertuskapel. Rechts: Berlinde De Bruyckere in het Van Dale college

Er werden ijsjes gegeten, af en toe een spelletje gespeeld en heel erg hard gewerkt want op kantoor blijft de drukte enorm (ik klaag niet want we zitten daardoor als agency in een enorme luxepositie, maar ik hoopte stiekem op wat meer rust tijdens de zomer). Er werd enorm genoten van de Tour De France femmes. Als je weet dat ik enorm hard opkijk naar Pauline Ferrand-Prévot zeg ik genoeg denk ik ;).

Ik vond de regen jammer op het einde van de maand – sorry herfstliefhebbers, maar de herfst en winter zullen nog lang genoeg duren – waardoor er minder op het terras werd gezeten dan ik hoopte. Maar het is nu vooral uitkijken naar augustus: 2,5 weken vakantie en in Engeland geven ze alvast zonneschijn.

Gelezen

Ik heb nog wel wat gelezen deze maand:

  • Hamnet (zelfde titel in het Nederlands) Maggie O’Farrell. Ik las Hamnet uit, een mooi boek over het verdriet van ouders om hun zoontje, in de context van William Shakespeare. Het is niet mijn favoriete boek van O’Farrell, maar ik begrijp helemaal waarom dit zo’n hype was. Wel het lezen waard!
  • Cleopatra’s shadows van Emily Holleman. Een fijn, onbekend boek over de twee zussen van Cleopatra, dus laat je niet misleiden door de titel van het boek want van Cleopatra zelf zie je weinig ;). Ik wil zeker het vervolg eens lezen.
  • Carnival of Lies van D.V. Bishop is het nieuwste boek in de serie rond Cesare Aldo die in 16de eeuws Firenze allerlei moorden oplost. Deze keer moet hij naar Venetië, een stad waar hij een hekel aan heeft. Heerlijk deel weer van deze fijne serie.
  • Lion hearts (moet nog vertaald worden) van Dan Jones is dan weer het laatste deel van de Essex Dogs trilogie en die Essex Dogs zijn een groepje gewone soldaten die proberen overleven in de Honderdjarige Oorlog. Hun leider Loveday heeft dat bestaan afgezworen en baat nu een pub uit in Winchelsea, maar net daar zullen de Spanjaarden oorlog zoeken.

En zo vloog er alweer een maand voorbij, wat minder foto’s deze keer, maar dat zal ik in augustus ongetwijfeld goed maken.

Hoe was juli voor jou? Had jij al vakantie?

Porto #1: Santo Ildefonso & Bonfim

In juni 2024 gingen we voor 6 dagen naar Porto als onze zomervakantie. Porto leek ons een ideale uitvalsbasis om ook wat uitstapjes te doen naar andere delen in Portugal. Maar al op dag 1 kreeg het coronavirus me te pakken, waardoor we meer in de stad bleven dan verwacht. Gelukkig bleek Porto een fijne stad waar je best veel kan doen, al is het er niet groot. De stad voelt als een soort Leuven in het buitenland. De ideale citytrip voor een lang weekend of voor een luie zomervakantie zoals wij deden.

We sliepen in een moderne Airbnb in de wijk Bonfim, die wijk stond in de reisgids aangeschreven als hip en opkomend. Tijdens onze eerste dag in Porto verkenden we Bonfim en omgeving en ik neem jullie hier graag mee naartoe.

Een klein stukje van Praca dos Poveiros

We sliepen vlakbij het leuke park Jardim Marques de Oliveira aan het Praca dos Poveiros. Waar de bouwvallige huizen afwisselen met hippe en authentieke eetplekken. Typisch voor deze voormalige arbeiderswijk die de laatste jaren aan het heropwaarderen is. Wij kozen voor een snelle pizzalunch bij Pizzaiolo aan het Coliseu, een art deco theater.

Links: Coliseu, rechts: Café Majestic.

Een beetje verder kan je rechts de Rua De Santa Catherina inslaan, de winkelstraat, waar je o.a. ook het chique Café Majestic – dit is dan weer Art Nouveau – vindt, samen met een horde toeristen die er een tafeltje proberen bemachtigen.

Als je nog wat verder wandelt, bots je plots op de blauwwitte tegels – azulejos – van de Capela Das Almas. Meteen een typisch beeld van Porto: de mooie tegels en kerken.

De kapel is opgezet in neoclassicistische stijl en gratis te bezoeken. Ik vond het interieur nog best sober, al zijn er ook binnen blauwe azulejos te vinden. Het is vooral treffend hoe zo’n mooi bouwwerk heel casual tussen de winkels op een drukke straathoek staat.

Om de hoek van de kapel kan je etenswaren inslaan in de mercado de Bolhao. Op de bovenverdieping vind je ook enkele leuke restaurants.

Er hangt die typische vibe van een zuiderse overdekte markthal, ik vind het altijd een must om daar even rond te lopen. De straten rondom de gigantische markthal zijn ook echt heel mooi met kleurrijke gevels.

Als je de Rua Santa Catherina in de andere richting naar beneden wandelt, kom je uiteindelijk uit aan de Igreja de Santo Ildefonso, opnieuw een blauw betegelde kerk vernoemd naar Ildelfonsos van Toledo, een bisschop uit de middeleeuwen.

De kerk is gebouwd in vroegbarokke stijl, al is het bladgoud van het altaar binnen wel echt overdadig. Voor 1 euro per persoon kan je naar binnen en daar hoort ook een minireligieus museum bij dat vooral heel schattig was.

In Portugal en Spanje zijn de barokke kerken vaak nogal too much. Zo ook de deze. Ik mis dan onze eenvoudige gotiek. Maar al dat bladgoud en die zware altaarstukken zijn nu eenmaal deel van de cultuur van het Iberische schiereiland dat lang heeft moeten strijden tegen de Moren – iets dat ik sinds mijn lessen Spaanse kunstgeschiedenis beter begrijp en probeer te waarderen.

Een bezoek duurt niet lang. Buiten aan de kerk staat er ook vaak een gezellige markt op het plein dat de kerk met het Sao Jaoa theater verbindt. Sao Jaoa (Johannes De Doper) is de patroonheilige van de stad. En enkele dagen later op 22 juni zou er een groot volksfeest zijn op zijn naamdag.

Ook nog een beetje verder weg in deze wijk: het Praca da Liberdade, het grootste plein van de stad met het stadhuis centraal. Een barok stadhuis, uiteraard.

Ik voelde me ondertussen zieker worden en dus gingen we terug naar de Airbnb. Bonfim bleek de ideale uitvalsbasis. Een beetje verder weg van het toeristische centrum, maar wel omgeven door fijne koffiezaken en eetplekken. Enkele aanraders:

  • Koffie kan bij C’Alma in een heel mooi pand, of bij Combi Coffee Roasters aan het park voor wie ook wil ontbijten en ook A certain café iets verderop biedt ook ontbijt en koffie.
  • Op het Praca do Poveiros vindt je heel wat eetplekken die lokaal Portugees serveren (maar wij zijn niet zo’n fan van veel vis of vlees op je bord). We gingen bij het iets hippere Antu.
  • Iets verder, maar wel twee keer geweest: Boa, boa voor lekker fusion Aziatisch. Van ramen tot curry’s en uiteraard bao’s. Aanrader!
  • Duello is een gezellige, kleine Mexicaan.
  • En het beste ijs van de buurt en van heel Porto is ongetwijfeld Gelateria Portuense. Je loopt er zo voorbij, maar dit ijs is echt niet te missen!

Ben jij al eens in Porto geweest?

Afknappers in boeken

De zomer is voor velen de ultieme periode om er een boek bij te pakken. En hoewel ik ook in de andere seizoenen heel wat lees, leek het me nog eens een mooi moment om een boekenpost te schrijven. Geïnspireerd door de afknappers van Naomi, deel ik ook graag mijn lijstje van zaken die er voor kunnen zorgen dat ik een boek niet zo goed vind.

  • Instant love. Je weet wel, girl meets boy en ze is meteen verliefd (ook al is hij misschien een slechte man). Een coup de foudre zeg maar die heel het boek nadien beheerst. Ik ben gewoon geen romance lezer vrees ik. Ik stoor me er trouwens even hard aan als deze trope wordt toegepast op holebikoppels.
  • Het scheldwoord ‘fuck’ in historische romans. Zo van die boeken die zich afspelen in de 16de eeuw, maar de personages zeggen evenveel ‘fuck’ of ‘fucking’ als je 16-jarig neefje.
  • Ik heb in historische romans er ook moeite mee als de schrijver een vrouw te hard wil moderniseren en er een feministe wil van maken. Ik snap dat ze vergeten vrouwen een stem willen geven, love it zelfs! Maar niet elke vrouw uit de – pakweg 14de eeuw – vocht voor vrouwenrechten, eerder om te overleven.
  • Een zwangerschap als ultieme happy end. Genre ‘een vrouw maakt allemaal erge dingen mee en verliest de liefde van haar leven, maar gelukkig blijft die liefde bestaan in de vorm van een nieuw leven’. Dit heb ik echt al te veel gelezen en een kind alleen opvoeden terwijl je in rouw bent voor je partner lijkt me ‘fucking’ zwaar.
  • Een zwangerschap na één keer seks. Heel vaak hebben mensen één keer seks gehad en is er dan een zwangerschap om de zaken complex te maken of om iets een ‘mooi’ einde te geven. Het gebeurt in de realiteit natuurlijk ook, maar niet zo vaak als al die boeken doen uitschijnen.
  • Een dier dat gruwelijk sterft terwijl het niet bijdraagt aan het verhaal. Ik kan het niet hebben en ik wil het niet lezen.
  • Een heel boek vanuit het perspectief van een kind. Ik lees regelmatig romans die het leven van iemand die echt heeft bestaan vertellen. Het verhaal opent dan vaak in de kindertijd en dat vind ik prima. Maar een heel boek vanuit het perspectief van een kind, dat vind ik minder fijn.
  • Verhaallijnen die niet worden afgewerkt. Vaak focust een verhaal op één of twee hoofdverhaallijnen, maar zijn er ook nog wat zijpersonages met verhaallijnen die niet altijd worden afgemaakt. En ik wil net weten hoe het hen vergaat. Wanneer introduceer je die verhaallijnen anders?

Ik kan er ongetwijfeld nog bedenken, maar dit zijn de eerste afknappers die in me opkwamen. Waar kan jij niet tegen in boeken?

Wat als we het allemaal al weten?

Ik ben een waarom-persoon. Ik begrijp graag de dingen en ik wil weten hoe ik ze kan aanpakken. En ik ben dus ook echt sucker voor artikels die me beloven daarmee te gaan helpen. Tips om meer schermvrij te leven, om de ideale vakantie te plannen of om gewoon eens even in het nu te zijn.

En het is niet bij te houden: de artikels, podcasts, blogposts, Instagram reels of online cursussen die je kan aanschaffen om meer over jezelf, je gezondheid of je leven te leren en aan de slag te gaan met tips en tricks. Coaches en ervaringsdeskundigen die je vertellen hoe je iets kan verbeteren. We voelen een voortdurende optimalisatiedrang – alsof we levende machines zijn waaraan voortdurend gesleuteld kan en moet worden. Maar al lees je nog duizenden van die tips. Wat als we het al allemaal weten?

Wat als we al weten dat gezond eten, veel bewegen, water drinken, voldoende rustmomenten, minder meldingen op je telefoon en tijd doorbrengen met geliefden (met je volle aandacht) de sleutels zijn tot geluk?

Ik heb al honderden van die artikels gelezen. Het komt altijd weer op die dingen neer. Beperk je schermtijd. Matig met vetstoffen. Slaap voldoende. Ga naar buiten. Beweeg. Spreek fysiek af met vrienden. Mediteer. En ja, er bestaan allerlei varianten (“Drink sap van die zo goed al onvindbare plant en je slaapt als een roos”), maar de grote gemene deler is altijd hetzelfde.

We weten het allemaal. Ik weet het. En ik weet dat weten alleen niet genoeg is. Dat gedragsverandering niet eenvoudig is. Dat je dat moet nudgen. Door je gsm niet naast je bed te leggen, want dan kan je er niet meteen naar grijpen bij het opstaan. Door dat pak koeken niet te kopen en die tros bananen wel. Door je sportkleren alvast klaar te leggen op een zichtbare plek. Jij, ik, we weten het.

We weten eigenlijk heel veel. Maar daarom doen we het nog niet. Er is al eeuwen een discrepantie tussen wat we weten en wat we doen. En die zal er ook altijd zijn. Want aan het einde van een vermoeiende werkdag rij je wel snel nog langs de nachtwinkel voor dat pak koeken en kan je die sportkleren op tafel perfect negeren om nog wat te scrollen op je smartphone. En dat is menselijk.

Wat we misschien nog niet weten is dat we geen machines zijn. En dat die rat race waarin we leven op zich al kwalijk genoeg is. Dat voortdurende gesleutel aan onszelf, die zoektocht naar meer en beter… het hoeft niet. Misschien zal ik bij de teaser van dat volgende artikel verder scrollen en het eens niet lezen. Of nog beter: die smartphone aan de kant leggen en er een boek bij pakken.

Ben jij iemand die op zoek gaat naar tips voor een beter leven? Of doe je je eigen ding?

Over doeboeken en vakantiegewoontes

Ik was als kind tijdens de zomermaanden verslingerd aan van die invul- en doeboeken. Met allerlei opdrachten, testjes, kruiswoordraadsels, korte verhalen… Hetzelfde concept bestaat ondertussen ook voor volwassenen, zo wil ik deze eens ooit uitproberen. Ook Flow Magazine brengt ieder jaar een zomerboek uit met zowat hetzelfde concept: verhalen én creatieve opdrachten.

En hoewel de stapel gewone Flows nog amper in de schuif geraakt (ik sta gemiddeld zo’n half jaar achter, niet handig om over de feestdagen te lezen in de zomer trouwens), kocht ik het toch. Omdat ik gewoon zin had om aan de slag te gaan (het romantische beeld van mezelf aan de terrastafel met dat zomerboek heeft er sowieso iets mee te maken).

Dus met een fluostift en een stel potloden in de hand begon ik eraan. En geen zorgen, dit wordt geen post over mijn kribbels in het zomerboek.

Maar wel over één van de artikels die me deed nadenken over hoe de vakantiegewoontes van je ouderlijke gezin heel vaak in je eigen leven (en dus dat van jouw gezin) sluipen. Uit een soort onbewuste loyaliteit neem je blijkbaar bepaalde gewoontes of aannames over (bv. “een vakantie moet vooral rustig zijn”, “we koken ons eigen potje om geld te besparen”…), terwijl je daarnaast ook soms bewust bepaalde overtuigingen los laat (bv. “ik hoef niet ieder jaar naar dezelfde plek te gaan”).

Ik besefte door de vragen in te vullen dat het lief en ik vooral dat laatste hebben gedaan: de gewoontes van onze ouders losgelaten. Ik ging als kind nooit naar het buitenland op vakantie, maar steeds naar dezelfde plek aan zee. Er was vaak geen duidelijke planning, het was gewoon leven op het ritme van de dag: wandelen, spelen op het strand, een ijsje… En als kind was dat heerlijk, ik hield van die lange zomermaanden.

Vandaag kan ik me de laatste keer dat ik een ‘geen-plan-vakantie’ had niet meer herinneren. Ik trek graag de wereld in en bedenk op voorhand wat ik wil doen daar. Zonder een volledig uurschema te maken weliswaar. Doordacht en voorbereid, maar met ruimte voor spontaniteit. Ik heb dus echt wel het gevoel dat ik nood heb aan nieuwe plekken verkennen.

En tegelijk denk ik nog steeds met nostalgie en charme terug aan het idee van een vakantie op een vertrouwde plek, in een omgeving waar niets moet. Het zit dus zeker nog in mij, maar mijn vakantienoden zijn op dit moment in mijn leven gewoon even anders. Mijn vertrouwde plek, dat is thuis, en op vakantie mag het nieuw zijn, zoek ik die prikkels op en wil ik verrast worden. En dat is prima.

Waarschijnlijk ligt het ideale scenario ergens tussenin: af en toe een rustige vakantie op een vertrouwde plek en tegelijk een prikkelende vakantie in een nieuwe omgeving. Dus misschien moet ik toch nog eens werk maken van dat eerste.

En ondertussen zit ik hier toch maar met mijn doeboek, misschien dan toch iets dat ik heb meegenomen uit die vakanties van vroeger.

Heb jij de vakantiegewoontes van je ouderlijk gezin overgenomen of doe je net iets helemaal anders?

(Noord-)Ierland #8: The Causeway Coast

In augustus 2023 trokken het lief en ik voor onze zomervakantie niet naar de zon, maar naar (Noord)-Ierland – waar we alle seizoenen meemaakten. Vliegen deden we op Dublin, waar we het even verkenden, om daarna door te reizen naar Belfast om het woelige verleden van Noord-Ierland en de prachtige natuur te ontdekken.

Noord-Ierland is meer dan Belfast. Zo staat dit deel van de UK/ het eiland Ierland bekend om zijn Causeway Coast aan de noordkust: een route die je met de auto kan rijden en die je langs de mooiste kusten en oude kastelen brengt. Wij huurden helaas geen auto, maar vonden toch een vlotte manier om met het openbaar vervoer een deel van deze route af te leggen.

Hoe geraak je van Belfast aan de Causeway Coast met het openbaar vervoer?

Het was even wat opzoekwerk, maar dit is hoe wij er geraakt zijn. We namen de trein van Great Victoria Street station (dat is niet ver van de City Hall) met bestemming Derry en stapten af in Coleraine. De trein wordt uitgevoerd door de maatschappij Translink en wij betaalden 18,50 Pond per persoon voor een dagkaart.

Aan Coleraine vertrekt de Coastway Rambler bus (nr. 402), ook van Translink dus je gebruikt hetzelfde ticket. De Coastway Rambler rijdt rondjes tussen Coleraine en Ballycastle. Je kan afstappen waar je wil en dan kan je kiezen in welke richting je weer opstapt. De bus is er ongeveer elk half uur, dus dat was zeker oké. Hieronder geef ik mee welke stops wij gedaan hebben, maar er is uiteraard nog meer te zien.

Dunluce Castle

Dunluce castle is vandaag een ruïne van wat vroeger het kasteel van de clan MacDonnell was. Het kasteel dateert al van de 13de eeuw. Voor 6 Pond per persoon kan je de ruïnes bezoeken. En dat is de moeite, ook omdat je vanaf het kasteel een mooi zicht hebt op de kliffen/kustlijn.

Na de Ierse nederlaag in de The Battle of the Boyne tegen de Engelsen werd het kasteel verlaten. Er gaat een legende de ronde dat de keuken op een gegeven moment in zee zou gestort zijn en dat de vrouw des huizes daarom weigerde er nog langer te wonen. Maar vandaag kan je nog steeds de keuken zien in de ruïne, dus veel waarde wordt er aan dat verhaal niet gehecht.

Dunluce is een populaire stop en ik vind het altijd fijn om in een kasteel rond te lopen, zeker als het een ruïne is. Aan de inkom is een kleine shop waar je ook een plannetje meekrijgt met informatie over de verschillende ruimtes en de geschiedenis.

Na een uurtje hadden we alles gezien en dus stapten we weer de bus op.

Giant’s causeway

De Giant’s causeway is dé trekpleister op deze route. Je ziet het aan het aantal geparkeerde auto’s en de hoeveelheid mensen die er rondlopen. Het was er echt druk, ondertussen kwam de zon er stilaan door. Er is een betalend bezoekerscentrum over de stenen, dat sloegen we over.

We begonnen meteen met de afdaling, de stenen liggen namelijk op zeeniveau dus je moet de klif afdalen (en daarna ook terug naar omhoog). En het is er druk!

The Giant’s causeway is een inham waar lavastenen zijn gevormd door de tand des tijds. De mensen zeiden hiervan vroeger dat de stenen zijn neergelegd door en voor reuzen, dus vandaar de naam ‘Giant’s causeway’. De wetenschappelijke verklaring is dat een vulkaanuitbarsting de stenen heeft doen ontstaan. Dit fenomeen is UNESCO beschermd ondertussen.

De stenen zijn een soort van trappen en tegelijk ook stoelen, maar ik vond het toch oppassen als je er rondstapt. Ik had ook gedacht dat het gebied met deze lavastenen groter was, maar eigenlijk is het zeer geconcentreerd op één bepaalde plek. En daar liep het dus vol mensen.

En die mensen doen de meest gekke dingen. Je ziet hen springen van stenengroep naar stenengroep, dicht bij het water. Soms zelfs hele jonge kinderen die gevaarlijke sprongen uithaalden. En dat terwijl er een stevige wind stond.

Ik vond de stenen dus best mooi en ook de inham heeft super mooie kliffen. Maar ik vond de ervaring van er te zijn met al die mensen niet zo fijn.

Tja, het is nu eenmaal de meest bezochte plek van Noord-Ierland. En de natuur is er echt heel mooi. Ik zou als tip geven om er heel vroeg of wat later op in de namiddag/in de avond te komen, zodat je de plek nog iets meer voor jezelf hebt.

Je kan in de buurt nog wel wat leuke wandelingen doen, maar wij gingen weer naar boven en stapten de bus op.

Dunseverick Castle

De volgende stap zou een korte zijn: op een hoge klif staat een mini ruïne van Dunseverick Castle. Het kasteel stond er waarschijnlijk al sinds de 5de eeuw en raakte in de 16de eeuw ook handen in van de MacDonnells. Tijdens het terreurregime van Oliver Cromwell werd het verwoest.

Het lijkt een stomme stop, maar tussen de twee kliffen is er een soort zee-inham en dat levert mooie natuurpracht op. Als je tijd hebt, kan je dus ook naar beneden wandelen, maar wij bleven boven staan. Er staan picknicktafels dus het is ook een heerlijke plek voor een lunch.

Wat een mooie plek hé

Ballintoy Harbour

De haven van Ballintoy is een populaire spot onder toeristen omdat er een scene uit Game Of Thrones is opgenomen. Wij stapten er af met de bus, maar moesten dan nog een hele weg naar beneden. De haven ligt echt op zeeniveau. Auto na auto passeerde ons, het was er heel druk. Ik vind persoonlijk de haven niet zo speciaal.

We dronken er iets in dat ene café dat ook verschillende cakes had. Je kon er alleen met cash betalen want wifi of mobiele data ontvangst was er niet. Dit is wat ze noemen afgelegen 😅.

Maar eens we waren bijgetankt, gingen we de omgeving verkennen en wauw wat een kusten! De haven is misschien in een aflevering op de tv geweest, maar ik vond toch de omgeving nog veel mooier. De foto’s spreken denk ik voor zich.

Op onderstaande foto spot je dichtbij Sheep island, maar helemaal in de verte linksboven, dat is Rathlin Island. Tijdens de oorlog met de Engelsen schuilde de familie MacDonnell en de verschillende families van de andere clanleden op dit eiland. Vooral omdat Sorley Boy MacDonnell tegen de Engelsen vocht.

Maar die Engelsen – Henry Sidney, Francis Drake en hun kompanen – vielen het eiland aan en hebben zowat iedereen (maar dan 600 mannen, vrouwen en kinderen) genadeloos om het leven gebracht. De hele MacDonnell familie van Sorley Boy overleefde het dus niet. Noord-Ierse geschiedenis, daar word je niet gelukkig van ;).

Bon, ik vond het er super mooi. En daarom is het waarschijnlijk ook terecht een populaire spot. En je zou het niet denken als je deze foto’s ziet, maar tijdens de terugweg naar boven begon het best fel te regenen.

We stapten dus weer de bus op met het plan om nog één stop te maken aan Kinbane Castle. Maar ofwel hebben we die halte gemist, ofwel stoppen ze er niet meer. En dus kwamen we aan in Ballycastle, een kustdorp met meer toerisme. En daar namen we bus terug die ons naar Coleraine station bracht.

Andere populaire stops zijn: de Carrick-a-Rede hangbrug (daar krijg je mij van zijn leven niet op 😅, maar heel populair), het stadje Bushmills waar je whiskey kan gaan proeven en de vele mooie stranden zoals Whitepark Bay.

We zagen dus maar een klein onderdeel van de Causeway Coast, maar wel het bekendste en meest populaire stuk. Ik wil heel graag de volledige route eens met de auto rijden, want de wegen zagen er heel goed te doen uit en je hebt overal voldoende parkeerplaatsen.

Zo’n dag in de natuur was een fijne afwisseling met het stedelijke van Belfast.

Ben jij al eens in Noord-Ierland geweest?

Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.

Juni

Wat een prachtige maand qua weer was juni zeg! Het zomermeisje in mezelf werd weer helemaal wakker! Het was een beetje dubbele maand voor mij wel: ik ging op vakantie en dat is altijd leuk. Tegelijk wil de gezondheid nog altijd niet mee.

Aan het begin van de maand werd er nog eens gegeten bij Roots in Leuven, oeps!

Ik zal beginnen met dat slechte nieuws: ik vertelde vorige maand al dat mijn rug wat beterde maar dat ik opnieuw ziek werd en dat er een ijzertekort werd vastgesteld. Er was toen ook een indicator dat ik misschien het CMV virus zou hebben. In juni kwam dan die bevestiging: ik zit met een citomegalovirusinfectie. Een wat? Je kan het zien als een soort klierkoorts, het is familie van de herpesvirussen. Het is niet gevaarlijk, maar je herkent het aan infectiesymptomen zoals keelpijn, verkoudheid, grieperig én een voortdurende vermoeidheid. Check, check, check. Voor mij viel alles op mijn plaats want ik had ooit ook klierkoorts en zo die vermoeidheid in je lijf is toch iets heel anders dan van een nacht niet goed slapen ofzo.

Ik kan niets doen behalve rusten (mijn lichaam moet het virus zelf verwerken) en het kan nog tot enkele weken of zelfs maanden duren voor ik me weer helemaal mezelf voel. Ik had me het begin van de zomer ook anders voorgesteld, maar ik ben blij dat wat ik voel ook bevestigd werd. Mijn rug is door het weinige bewegen en het ziek zijn terug wat verslechterd, maar één ding tegelijk nu: eerst genezen.

Het verlengde Pinsterweekend werd er dus vooral gerust en werd ik daar zelfs wat kattig van: het is mooi weer en zomer, ik wil dingen doen. Maar het lijf wou niet mee en ik vertrok bijna op vakantie. Gelukkig werden eindelijk onze terrasmeubels geleverd, net op tijd. En dus bracht ik al menig uur door op mijn ligbed onder de parasol met een boek. Nieuwe favoriete plek!

Links: Karlskirche. Rechts: Secession gebouw met murals van Klimt binnenin.

Midden juni was het dan zo ver: vier volle dagen in Wenen met Leen. Ook daar gaven ze 30+ graden (en een dag regen). Wenen bleek echt een fijne stad: heel leefbaar (voldoende waterpunten, vernevelaars, veel bomen op straat…), niet te druk of toeristisch en heel mooie statige architectuur.

Links: Staatsopera (wat een gebouw!), rechts: achterkant van het Belvedere (wat echt een super mooi kunstmuseum was).

We bezochten elke dag op het heetst van de dag zeker een museum (Secession, Albertina, Belvedere…), aten heel lekkere dingen (Wenen is de hometown van goede desserts: Sachertorte, Apfelstrüdel en er was ook ijs natuurlijk), keken verwonderd op in de grote en mooie bibliotheek, genoten van een terrasje op de Naschmarkt…

Links: Albertina (ik hou van museumfoto’s met andere mensen op), rechts: pronkzaal van de bibliotheek.

Op de regenachtige dag gingen we normaal naar het Sisi museum in Hofburg, maar Zelenski was net op bezoek in Wenen en dus was het halve centrum afgesloten. Dat was minder, maar als alternatief gingen we Invaders vangen (kleine aliens die de street artist overal ter wereld achterlaat) en hebben we wat Engelstalige boekenwinkels gedaan. Het Sisi museum deden we dan alsnog op de laatste dag (en viel zelfs een beetje tegen).

Links: Sachertorte, rechts: Invader gevonden!

Ik weet niet of Wenen nu meteen mijn favoriete stad is. Daarvoor waren we er te kort en hebben we zo meer de hippe wijken niet kunnen bezoeken. We wilden het ook rustig aandoen want de warmte + vermoeidheid was wel een uitdaging soms. Ik keer zeker nog eens terug, maar dat hoeft niet meteen. Al zijn de musea er wel top en wil ik echt graag toch eens naar Schloss Schönbrunn, waar we nu niet geraakt zijn. En dat openbaar vervoer daar is echt een zegen!

Fototje in de botanische tuin.

De rest van de maand waren er nog een aantal sociale avonden op het werk. In juli wil ik nog voldoende rust nemen en daarnaast ook elk weekend wel iets fijns doen. En dan hoop ik tegen onze vakantie in augustus zoveel mogelijk CMV al te hebben uitgezweet.

Gelezen

  • The last bookshop in London (De laatste boekenwinkel van Londen) van Madeline Miller bleek een fijn tussendoortje over de blitz in Londen. Zeemzoet met momenten, maar verdomme, soms kan je zo’n oorlogsroman gebruiken waarbij niet alles kommer en kwel is.
  • Clytemnestra van Constanza Casati lijkt de zoveelste Clytemnestra hervertelling, maar het is eigenlijk de beste die ik al heb gelezen. Veel focus op haar jeugd in Sparta, haar eerste huwelijk en dan ten slotte haar tijd in Mycenae met Agamemnon en de Trojaanse oorlog. Ik snap niet dat deze nog altijd niet vertaald is. Voor de fans van Circe en The silence of the girls.
  • A schooling in murder van Andrew Taylor is een soort van standalone mysterie over een moord op een internaat in Engeland. Een lerares is van een klif geduwd maar keert nadien terug als geest om haar eigen moord op te lossen. Klinkt speciaal, maar voor mij maakte het boek het niet helemaal waar. Jammer want ik heb al goede boeken van Taylor gelezen.

Al in Wenen geweest? Hoe was juni voor jou?

Mijn favoriete board games #5

Trouwe lezers weten dat ik al eens graag een spelletje speel. Ik lijstte al eerder enkele favorieten op (onderaan deze post vind je alle linkjes), en nu is het tijd voor een volgende lading aanraders. Ik heb ze niet allemaal in de kast staan. Sommige speelde ik met vrienden of in een spelletjescafé. En ik vergeet dus ook regelmatig een foto te nemen.

Land vs. sea

Land vs. sea is een origineel twee-speler-spel voor de fans van Carcasonne. Iemand is land, iemand is zee en je moet zo veel mogelijk afgesloten gebieden proberen leggen en daarbij ook zoveel mogelijk punten rapen. Klinkt simpel, maar je werkt jezelf al eens in nesten tijdens het leggen. Zeker omdat je elkaar hier echt wel de das om kan doen door de ander zijn zee of landgebied uit te breiden :). Ik vind dit leuker dan Carcasonne, maar je kan het dus maar met twee spelen. Deze hebben we wel zelf in huis en komt regelmatig uit de kast aangezien een spelletje niet zo lang duurt.

Lamaland

Gezellig familiespel waarbij je tegels moet leggen in verdiepingen – dat alleen al vind ik een leuk extra mechanisme. Je moet met het leggen van tegels eten verzamelen om lama’s te kunnen voeden en met waar je die lama’s plaatst kan je dan weer scoren dankzij doelkaarten. Een spel dat je snel leert. Ik moet het niet meteen in mijn kast hebben, maar vond het wel leuk om tussendoor eens te spelen.

Evergreen

Een spel waarbij je door het kiezen van bepaalde kaarten bomen en struiken op een wereldkaart kan leggen en afhankelijk van de positie van de zon scoor je dan punten. Deze was even uitzoeken en de kaarten zijn moeilijk te lezen vind ik (beetje verwarrend design). Maar eens je ermee weg bent, kan je naar hartelust bomen planten. Ook eentje die niet per se in de kast hoeft – maar wel spelelementen heeft die ik nog nergens anders gezien had.

Lost Cities

Een kaartspel met zo weinig regels dat je eerst denkt: is het dit? En dan begin je het te spelen en voel je meteen dat er meer aan is dan je dacht. Het is een soort moderne variant van patience in duelvorm. Je moet expedities leggen door cijfers van dezelfde kleur oplopend te verzamelen. Je kan op voorhand voor verdubbelaars kiezen en je moet goed uitkijken wanneer de dekstapel op is want dan kan je plots geen kaarten meer leggen, is het spel gedaan en zit je misschien wel met heel wat minpunten.

Er is een variant met en zonder legbord op de markt (om de kaarten mooier te positioneren). Die zonder zie je hierboven en eigenlijk heb je niet meer nodig dan een simpele tafel in een café. Lost Cities is enkel met twee personen te spelen.

Hieronder de linkjes naar de vorige posts:

Ken jij nog spelletjes die ik zeker eens moet uitproberen?

Over romantiseren en zijn

We doen het allemaal wel eens: het romantiseren van ons leven. We kijken dagenlang, wekenlang, misschien zelfs maandenlang uit naar dat ene moment. Dat ene moment van zijn, want meer is het vaak niet.

Die vakantiedag in een leuke stad, die eerste keer dat je weer buiten kan eten, dat afspraakje met iemand die je al even niet meer zag, het pakje dat er te lang over doet om aan te komen en je kan niet wachten om het open te maken…

We zoeken naar de juiste outfit, maken een playlist, speuren heel het internet af naar wat er perfect bij past. We denken er over na. Misschien komt het zelfs voorbij in een droom. Er zijn wat kriebels de dagen voorheen.

En dan is het moment daar. Dat ene moment van zijn. En nadien is het weer voorbij. De vakantiefoto’s staan in een mapje, misschien heb je ze gedeeld op Instagram of aan je moeder laten zien. De inhoud van het pakje wordt iets van jou en valt niet langer op. En het is zoeken naar een nieuwe datum met die vriend.

Misschien is dat wel exact waarom we aan romantiseren doen. Omdat het zijn zo kort is, proberen we het te rekken. We kaderen de herinnering als het ware al op voorhand in, zodat we op het moment zelf alleen nog de nagel in de muur moeten kloppen. En klaar, weer iets om te koesteren en voor altijd op te slaan. Of om zoek te raken in onze grote doos van vervaagde herinneringen.

Allemaal goed en wel, dat in het moment zijn. Maar door te romantiseren houden we dat zijn net wat langer vast. En misschien is het net wel dat waar het allemaal om draait. Doe jij mee?

Napels #2: Vomero met het certosa e musea di San Martino

In april 2024 trokken Leen en ik naar de Italiaanse stad Napels voor onze jaarlijkse citytrip. Napels wordt ook wel de buik van Italië genoemd, ze zijn er blijkbaar zot van kerststallen en er is altijd wel ergens een hoek van waaruit de Vesuvius opdoemt. Napels is veelzijdig, Napels is luid, Napels is vuil en Napels voelt nog heel echt. Het werd een fijne kennismaking met deze zonnige stad.

Vorige keer nam ik jullie mee naar de Spaanse wijk waar we sliepen. Die Spaanse wijk ligt tussen het centrum van het stad en de wijk Vomero hoger op de berg. En vandaag wil ik jullie meenemen naar Vomero.

Er zijn twee manieren om boven aan te komen: te voet of met de kabeltrein vanuit Montesanto. Wij deden een combinatie van beiden: we wandelden vanuit de Spaanse wijk naar boven en stapten halverwege op de kabeltrein.

Uitzicht halverwege de klim op de Vesuvius en de baai van Napels

We stapten uit bij Morghen, van hier kom je makkelijk bij het Fort Sant Elmo, het klooster dat we later zouden bezoeken en de mooie statige wijk Vomero met ook veel winkels en eetgelegenheden.

Links: kabeltrein. Rechts: Villa in het Villa Floridiana park.

Het park Villa Floridiana werd onze eerste stop. Hier vind je een fijn park, een witte villa waarin het keramiekmuseum huist, een fontein vol schildpadden én een prachtig zicht op de baai van Napels. En dat laatste was ons doel. Je komt uit op een klein stenen terras maar het uitzicht loont wel degelijk de moeite.

Op de terugweg van het park haalden we een ijsje bij Mennella, want we waren toch al enkele uren op Italiaanse grond en dan hoort gelato er gewoon bij. Zeer lekker ijs!

Het was ondertussen al wat later op de namiddag en kortweg zijn er twee bekende bezienswaardigheden in Vomero: het Castel Sant’ Elmo, een gigantisch militair fort dat over alles uittorent en dus een prachtig uitzicht biedt, binnen huist ook een kunstmuseum.

Wij kozen echter voor het certose e musea di San Martino. Het stond in de Time To Momo reisgids beschreven als een klooster en museum ineen. De prijs was slechts 6 euro per persoon. Je komt meteen binnen in een soort van patio met de ingang naar een gigantische barokke kerk.

Via een andere ingang kan je ook achter de kerk de sacristie enzo bezoeken. Pas dan krijg je echt een zicht op de grootsheid (en schoonheid) van dit gebouw.

In het klooster blijkt veel te huizen: je vindt er een koetsenmuseum, enkele museumzalen met religieuze kunst, een gigantische kerststal, de kerk en kloostergangen met patio’s.

Wat ik dus niet wist is hoe serieus de inwoners van Napels kerstmis nemen. Al eeuwen is er een traditie van het bouwen van kerststallen (of Presepe in het Italiaans). Dat zijn heuse maquettes met allemaal miniatuurdetails. In dit museum vind je een gigantisch kersttafereel in een donkere ruimte, want de kerststal mag niet beschadigd worden. Maar we zouden nog meerdere kerststallen tegenkomen doorheen de vakantie.

De patio’s vond ik persoonlijk het mooist. Het klooster werd gebouwd in de 14de eeuw, maar van die gebouwen is niet veel meer over. Het was een kartuizerklooster en in één van de patio’s vind je heel wat doodskoppen als versiering. Rare mannen, die monniken.

Het gebouw is ook even gebruikt om oorlogsslachtoffers te verzorgen in de 18de eeuw, maar werd in de 19de eeuw opengesteld voor het publiek als museum.

En het beste: dit prachtige terras met uitzicht op de Vesuvius <3. Wat een prachtige plek.

Je kan ook een stuk van de tuin in, met opnieuw mooie uitzichten. Verder is de tuin niet zo bijzonder.

Het certosa e musea di San Martino waren we zonder verwachtingen binnen gestapt, maar we vonden het echt een leuke plek. Het is zo divers en het was er ook best rustig. Het is zo’n plek die ik meteen opnieuw zou bezoeken, dus ik vind het zeker een aanrader.

We dronken nog een wijntje op het terras aan de buitenkant van het gebouw, waar je een uitzicht hebt op de stad. Geslaagde eerste namiddag.

Nadien namen we de trappen naar beneden. Een hele omgekeerde klim. Het plan was om iets te eten bij pizzeria e trattoria ‘al 22, dat raadde de reisgids aan. Maar na het voorgerecht voelde ik me niet zo goed en keerden we terug naar de AirBnB.

Heb jij een favoriete plek in Napels of wil je er eens heen?

Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.

Mijn bucket list voor de zomer – editie 2025

Ik vind het elk jaar weer een plezier om een zomerlijstje met leuke dingen samen te stellen, om het nadien kei hard te vergeten. Ik ben een zomermeisje en ik hou van de zomer, maar de zomer is ook altijd zo snel voorbij en er blijven iedere keer dingen over die ik nog graag had gedaan wanneer de herfst weer begint. Soit, dit jaar maak ik gewoon weer opnieuw zo’n lijstje. Wie weet vink ik alles af, wie weet herinner ik me dit binnenkort niet meer :D. Doe je mee?

  • Genieten van lome zomeravonden op ons nieuw terras. Een boek en een hapje dabei.
  • Heel wat fijne optreden op gratis festivalletjes meepikken. Geen ‘echte’ concerten of festivals gepland hier, dus ik moet dringend eens een paar data in de agenda zetten.
  • Board games spelen terug oppikken, misschien kan het nieuwe terras daar ook een boost aan geven?
  • Minstens 10 boeken lezen. Die 20 books of Summer challenge doet zichzelf niet slagen.
  • Meer dan voldoende blijven bewegen en afwisselen qua sport (zwemmen, pilates, dansen, wandelen…). Ik heb dit zo nodig voor mijn rug en mijn hoofd. Maar mijn lijf en de ziektekiemen willen niet altijd mee.
  • Hoort ook bij bewegen, vaker een blokje rond wandelen ’s avonds, om uit het hoofd te komen, de natuur te voelen en jawel ook te bewegen ;).
  • Naar Engeland! Jeej, is al geboekt!
  • Een nieuwe wegwerpcamera opmaken.
  • Blijven bloggen, ik zit in een fijn ritme en ik wil dat graag zo houden.
  • Aan een nieuw fotoboek starten en daar idealiter wat vaart mee maken.
  • Naar een museum. Of twee. Of drie, afhankelijk van het weer.
  • Naar de wellness – ook graag een keer of twee.
  • Gaan kijken naar de nieuwe Downton Abbey film in de cinema. Die komt pas uit op 12 september, maar hey, Indian Summer is ook zomer.

En jij, welke plannen maak jij deze zomer?

Parijs #11: Het Musée Jacquemart-André

In mei 2025 gingen Leen en ik een dag op en af naar Parijs voor de Artemisia expo in het Musée Jacquemart-André. Parijs telt honderden musea en iedereen kent wel het Louvre, de Orangerie of d’Orsay. Maar Musée Jacquemart-André was ook voor mij onbekend. Onbekend is meestal onbemind en dat geldt helemaal voor dit museum. Ik neem je dus graag even mee naar onze ervaring.

Het museum ligt op de Baron Haussmann straat (zeg maar boulevard), boven de Champs-Elysées in het achtste arrondissement. Het was oorspronkelijk een privéwoning van een rijke familie. Wanneer Édouard André trouwt met Nélie Jacquemart en het koppel een voorliefde heeft voor kunst, beginnen ze hun verzameling. Vooral kunst uit de Renaissance intrigeert hen, van Italiaanse grootmeesters en de Vlaamse primitieven. Het koppel wilde nadrukkelijk dat na hun dood het huis werd omgevormd tot een museum en dat is het al sinds 1913. In 2023 werd het nog grondig gerenoveerd.

Momenteel kan je er enerzijds de vaste collectie gaan bekijken en zijn er verschillende tentoonstellingen doorheen het jaar, met voornamelijk een focus op Italiaanse kunst. Zo ook de huidige expo rond Artemisia Gentileschi, een 17de eeuwse schilderes, feministe en volger van Caravaggio – één van de eerste vrouwen die echt geld verdiende met haar kunst.

We betaalden 18 euro euro per persoon voor de expo + de vaste collectie. Je raakt er eenvoudig met de metro (halte Moresnil). Je komt binnen via een heel statige witte voorgevel en moet eerst naar de achterkant wandelen waar je de echte ingang vindt.

En dat blijkt een mooie statige neoclassicistische gevel met beelden van leeuwen en een prachtige patio met groen, bankjes en Romeins-aandoende beelden.

Eens binnen wandel je door een prachtig stadspaleis met kunst aan de muren. Maar ik moet eerlijk toegeven: ik heb niet veel naar de kunst gekeken, want ik was afgeleid door de prachtige ruimtes. Het was er door de populaire expo wel redelijk druk.

Allemaal grote open ruimtes met prachtige plafondschilderijen. Maar mijn mond viel pas helemaal open bij de marmeren trappenhal. Zoveel licht en met de spiegels wordt het bijna een soort van mini-Versailles.

Ja, zeg. Hier wil ik wel wonen!

Het deed me wat denken aan The Wallace Collection in Londen, waar het museum ook vaak mee wordt vergeleken (en dat dus ook één van mijn favoriete musea in Londen is).

Helemaal boven vlak voor de expozalen is er dan nog deze Oosters getinte zaal met beelden en zuilen en met bladgoud afgewerkt houtwerk plafond:

En dan de expo: die was verspreid over een 8-tal kleine zalen en heel sober ingericht. Alle focus lag op de schilderijen en dat vond ik wel fijn. Ik vond het er alleen veel te druk. Zeker in de eerste zalen. We waren er op het middaguur, dus naar het einde toe nam de drukte wel wat af. Maar ik las online al dat het er met momenten heel druk kan zijn, dus het is wel een probleempje dat ze hebben. Eigenlijk zijn de ruimtes van de expo te klein voor de populariteit ervan. Maar misschien breiden ze ooit uit? Als je dus een tijdslot boekt (want dat is verplicht), doe het tactisch: heel vroeg ’s morgens, vlak op de middag of tegen sluitingstijd.

Hieronder een paar foto’s met enkele werken van Artemisia. Als grote fan vond ik het fantastisch om zoveel werken van haar op één dag te mogen bekijken.

Links: Judith and Her Maidservant. Rechts: Allegory of Inclination, het werk dat werd gerestaureerd in het Casa Buonarotti in Firenze toen wij er waren.

Links: Yael et Sisera. Rechts: Sleeping venus.

Links: kopie van Judith slaying Holofornes, naar het origineel dat in Napels hangt, ik zag ooit een andere variant in het Uffizi in Firenze. Rechts: detail van Esther before Ahasuereu.

Daarnaast hingen er nog wat werken van haar vader Orazio. Artemisia heeft als jong meisje waarschijnlijk aan enkele van zijn werken meegewerkt. En ook eentje van Caravaggio want diens rauwheid en gruwel was een grote inspiratiebron voor haar.

De expo noemt haar een feminist en een heldin van de kunst. Dat is natuurlijk mooi, maar het was in haar leven niet makkelijk als vrouwelijke kunstenares. Je merkt wel aan haar kunst dat ze een vrouw was en dat ze de dingen dus ook vanuit die blik interpreteert. Ook al had ze vaak goede mecenassen (o.a. de Medici), helaas is ze ook lang in de vergetelheid geraakt. Maar vandaag is Artemisia heel geliefd bij kunstliefhebbers en dat bewijst deze expo. Nog tot 3 augustus in het Musée Jacquemart-André in Parijs.

Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.

Mei

De maand mei begon met een verlengd zonnig weekend. Ik nam verlof op 2 mei en trok met Leen een dagje naar Parijs. Het doel was de Artemisia expo in het Musée Jacquemart-André. Ik ben een grote fan van deze 17de eeuwse barokke schilderes met best feministische thema’s en ik heb Leen dan toch ook enthousiast gekregen (denk ik). Binnenkort een uitgebreider verslag van het museumbezoek. Bij deze al wat eerste sfeerbeelden.

Parijs was echt heel fijn in dit zomerse weertje. Zelfs echt warm. Naast een museumbezoek, een pizzalunch en een ijsje bij Berthillon wandelden we vooral langs de Seine tot aan de Notre-Dame en nog een beetje verder. Het bezoek was net wat te kort om nog veel meer te doen, maar zo van die dagtripjes, ik moet dat meer doen.

En ook mijn wegwerpcameratje ging mee. En er werden uiteraard enkele Invaders gespot.

Ook de rest van de maand was best goed gevuld: een foodtruckfestival, een avond in de zon met de collega’s, het kleine optreden van de dansschool met nog best wat repetities, het lief zijn verjaardag vieren in de wellness. Veel leuke momenten!

Links: het zonnetje was van de partij! Rechts: nog eentje van Parijs dan.

Er is ook eindelijk wat beterschap met mijn rug. Plots is er veel minder spierpijn in de lage rug. Geen idee hoe het komt, maar het lukt me nu al enkele weken om die bepaalde spier pijnvrij te houden. Ik ga nog wel altijd naar de kine en moet voldoende bewegen, maar yay!

Daarnaast werd ik wel terug ziek. Een milde infectie die niet echt is doorgebroken, maar met de vermoeidheid van de laatste weken kwam die wel hard aan. Ondertussen heb ik bloed laten trekken en blijk ik met een ijzertekort te zitten dat de vermoeidheid zou kunnen verklaren. Ik hoop alvast dat het de volgende weken wat verbetert dankzij het supplement en dat de infectie snel afneemt. Het verlengde Hemelvaartsweekend staat in het teken van rust en opladen – juni belooft een druk gevulde maand te worden dus ik wil voldoende energie hebben.

We gingen ook eten bij het nieuwe Roots in Leuven, Libanese mezze, zooo lekker!

Gelezen

  • Ik las het laatste deel van The Last Kingdom serie uit. In ‘War Lord‘ vecht Uhtred voor een eengemaakt Engeland. Mooi einde van de serie.
  • Ik zat wat in een leesdipje en wou daarom wat lichtere vrouwenromans lezen en zo kwam ik uit bij ‘Het Weense koffiehuis‘ aangezien ik in juni naar Wenen ga. Maar ik vond dat eigenlijk echt een goed boek, met een historisch waardevolle verhaallijn rond kroonprins Rudolf en met veel liefde voor de Weense koffiehuiscultuur. Ik ga deel 2 zeker ook een keer lezen.
  • In The Cardinal van Alison Weir kwam het leven van Thomas Wolsey aan bod, de eerste en belangrijkste adviseur van Henry VIII. Het was een dik boek, dat soms wat saai werd. Niet slecht, maar ook zeker geen favoriet van deze schrijfster.

En hoe was mei voor jou?