Close
Ik ben op mijn vrolijkst als…

Ik ben op mijn vrolijkst als…

Bij Luus las ik een fijn lijstje van momenten waarop ze op haar vrolijkst is en ik dacht: dat wil ik ook eens proberen. Dus ik neem dat idee hier schaamteloos over.

Ik ben op mijn vrolijkst als…

  • …de zon schijnt
  • …ik goed uitgeslapen ben
  • …ik een stuk chocola kan eten
  • …ik een kat kan knuffelen
  • …ik een fijn compliment heb gekregen of zelf een gevoel van voldoening heb (bv. over mijn werk)
  • …ik tijd kan doorbrengen met mensen die graag zie
  • …één van mijn favoriete liedjes plots op de radio speelt
  • …ik na een lange dag kan gaan slapen
  • …ik kleurrijke sokken of andere kleurrijke kledij kan dragen
  • …ik op de dansvloer sta (alleen sta ik daar dus te weinig)
  • …ik op vakantie ben
  • …het redelijk stil is in mijn hoofd
  • …ik in een boekenwinkel of bibliotheek ben
  • …ik zelf niet moet koken (aka uit eten gaan of een overschotje kan opwarmen)
  • …iets waar ik tegen op zag, toch minder erg blijkt te zijn

En jij, waar word jij vrolijk van?

(Noord)-Ierland #4: Belfast Titanic Quarter

(Noord)-Ierland #4: Belfast Titanic Quarter

In augustus 2023 trokken het lief en ik voor onze zomervakantie niet naar de zon, maar naar (Noord)-Ierland – waar we alle seizoenen meemaakten. Vliegen deden we op Dublin, waar we het even verkenden, om daarna door te reizen naar Belfast om het woelige verleden van Noord-Ierland en de prachtige natuur te ontdekken.

Van Dublin naar Belfast

Na tweëenhalve dag in Dublin, trokken we verder door naar Belfast, de hoofdstad van Noord-Ierland, dat deel uitmaakt van het Verenigd Koninkrijk. In Dublin namen we in Connolly station de trein naar Belfast voor 30 pond per persoon. We zaten op de trein voor 2 uur, dus dat valt allemaal goed mee. De trein is best druk, met de goedkoopste tickets reserveer je geen vaste plek en moet je het dus doen met de plaatsen die nog overblijven.

Belfast is geen typische bestemming, zelfs niet als citytrip. Zo is er geen rechtstreeks verbinding met het vliegtuig tussen België en Belfast. Via Dublin, waar je heel goedkoop op kan vliegen, en dan de trein is waarschijnlijk het snelst. Al zou je ook op Edinburgh kunnen vliegen en dan de ferry nemen.

Slapen in Belfast

Belfast is nog niet zo lang een toeristische bestemming. Er zijn wel al wat hotels, maar er is geen overaanbod zoals in andere steden. We sliepen in het Leonardo hotel Belfast en daar waren we heel tevreden van. Ruime kamers met een bad en niet veel geluidsoverlast. Ook qua locatie zit je pal in het centrum wat ervoor zorgt dat alles op loopafstand is.

Belfast is wel een Britse stad. Je betaalt dus niet alleen in Pond en moet een reispas op zak hebben (je Belgische ID is wegens de Brexit niet geldig in de UK), maar de prijzen liggen ook hoger dan in pakweg Dublin. We betaalden dus net geen 200 euro per nacht voor het hotel. Londen prijzen zeg maar.

Is Belfast veilig?

Toen wij vertelden dat we naar Belfast gingen, heb ik veel ‘oei’ en ‘pas daar maar op’ gehoord. Belfast was in de jaren ’80 en ’90 een nogal woelige stad met verschillende aanslagen van de IRA. Spanningen tussen Britten en Ieren, tussen protestanten en katholieken waaiden hoog op. En nog steeds is er in bepaalde delen van de stad onrust. Belfast is Brits, dat voel je aan alles. Maar er zijn er in deze stad die liever Iers zouden willen zijn.

Laat dat je vooral niet afschrikken: Belfast is een fantastische stad waar ik me echt thuis heb gevoeld. Ik heb me nooit onveilig gevoeld. Het is er nooit veiliger geweest dan nu trouwens. Het is echt een toffe citytrip om te doen of om als uitvalsbasis te nemen om Noord-Ierland te verkennen (zoals wij deden).

Titanic Quarter

En nu genoeg geleuterd. Ik neem jullie vandaag mee naar het nieuwste district van de stad dat toeristen wil aantrekken en dat ook de scheepvaartgeschiedenis in de kijker wil zetten. Maak kennis met het Titanic Quarter.

We begonnen onze wandeling aan de Big Fish vlak voor de custom house aan de oever van de rivier Lagan.

Dit is een 10 meter lange vis in blauwwitte keramiek gemaakt door de kunstenaar John Kindness. Het is time capsule met info, foto’s en poezië over de stad.

Vanaf hier kan je de Lagan Weir footbridge nemen om de Lagan over te steken. Aan de overkant heb je een mooi zicht op het custom house.

Nadien kan je een heel stuk door de oude havendokken wandelen. Om dit deel van de stad te begrijpen moet je twee dingen weten:

  • De Titanic werd in Belfast gebouwd door het bedrijf Harland en Wolff. Het schip vaarde hier ook voor het eerst uit alvorens aan zijn rampzalige eerste oversteek te beginnen.
  • Begin jaren ’90 ging het bergaf met Harland en Wolff en werd een groot deel van de werfruimte doorverkocht. Vandaag noemen we dit het Titanic Quarter waar men naast een museum, kantoren en appartementen ook televisiestudio’s heeft neergezet. En het is in deze studio’s dat een groot deel van Game Of Thrones werd opgenomen.

Belfast zet daarom heel hard in op het succes van Titanic en Game Of Thrones.

Vlak voor het Titanic Museum ligt de SS Nomadic, het laatste White Star line schip en een tenderschip van de Titanic in het authentieke Hamilton dock. Je kan het schip vandaag bezoeken als deel van je museumticket van het Titanic museum.

En dan heb je het Titanic museum, het meest bezochte museum in Noord-Ierland. We deden het museum zelf niet omdat het nogal prijzig is (25 Pond p.p.) en heel druk. Het museum zou ook heel erg interactief zijn en gericht op kinderen. Wat top is, maar wat het nog wat drukker maakte 😉 dus daarom dat we pasten.

Het gebouw zelf is wel indrukwekkend. Het is niet toevallig dat het uiterlijk je doet denken aan het Guggenheim in Bilbao. Want ook dit gebouw moest een soort regeneratieve functie hebben om dit deel van de stad en het toerisme van buiten de UK op gang te brengen.

Het ontwerp is van de hand van Eric Kuhne en de werken werden afgerond in 2012. De facade is opgebouwd uit 3.000 individuele zilveren aluminiumscherven. Het gebouw is 38m hoog, net zoals de romp van de Titanic.

Vanop onderstaande foto – die van wat verderop is genomen – zie je ook hoe het museum vier punten heeft en daardoor zelf wat het beeld van een schip weergeeft.

Intrigerend gebouw, dat is zeker. Wandel je nog wat verder achter het museum, dan kom je de tv-studio’s van de Game Of Thrones tegen (er staan ook op verschillende plekken op deze wandeling glas-in-loodramen met scenes uit de serie). Maar ik ben zelf nog altijd niet door de serie geraakt dus mij deed dat niet zo veel :).

Je komt ook voorbij meerdere oude scheepvaartgebouwen, waar bv. vandaag whiskey wordt gedestilleerd. De gele H&W (Harland & Wolff) kranen torenen boven alles uit. Er ligt ook nog de HMS Caroline, een militair schip uit WOI dat je vandaag kan bezoeken.

Het is een fijne wandeling door de haven en je merkt aan alles dat de stad nog steeds bezig is met deze wijk te herwaarderen met oog op toerisme. Het Titanic Quarter over enkele jaren bezoeken zal dus sowieso weer een andere ervaring zijn. Er zijn ook veel leuke bankjes en wat grasvlakte waar het bij mooi weer leuk vertoeven moet zijn. Zoals je ziet aan de foto’s was dat niet het geval toen wij er waren. Dit was onze enige dag echt ‘slecht weer’ van de hele vakantie :).

Meer Belfasttips komen er zeker nog aan! Zegt de stad jou iets?

Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.

Dit is nu later

Dit is nu later

Ik woon best dicht bij Werchter en toen afgelopen weekend de wind wel heel fel in onze richting blies zorgde dat vier (eigenlijk vijf want preparty) dagen lang voor muziektonen in onze slaapkamer. En toen ik op dag 2 aan het einde van de werkweek moe was en wou slapen moet ik toch toegeven dat ik eens gezucht heb. Ja, ik gun iedereen zijn plezier op een festival, maar ik wilde even gewoon slapen. En die bommabedenking inspireerde me tot deze post.

Want dit blijkt nu later.

  • Meerdaagse festivals blijken sowieso niet meer op de bucketlist te staan, niet door de muziek of het vele volk. Zefs niet door de prijs. Maar vier dagen rechtstaan en lang opblijven? How nee.
  • De fase is aangebroken waarin ik officieel alle kleine kwaaltjes in mijn lijf wil, zeg maar moet – hallo rugpijn elke ochtend – , aanpakken en dus gaat mijn geld naar voedingssupplementen en sessies bij de osteopaat.
  • Ergens gelezen hebben dat je best 20 verschillende soorten fruit en groenten eet per week. En toch proberen om bij het opmaken van een weekmenu zoveel mogelijke verschillende groenten (en zeker peulvruchten want eiwitten en vezels) in je gerechten te stoppen. Wie ben ik?
  • Een blokje rond gaan wandelen wordt plots een avondactiviteit
  • De aankoop waar ik de laatste weken het meest blij om ben is een paar vrolijke buitenklompen. Jep.
  • Vroeger begint een nostalgisch woord te worden, tenzij er over de coronajaren wordt gepraat – niet overdrijven hé.
  • Soms wordt er overdag al eens per ongeluk een dutje gedaan.

Herkenbaar? Welke bommabedenkingen heb jij soms?

Mijn bucket list voor de zomer – editie 2024

Mijn bucket list voor de zomer – editie 2024

In het verleden maakte ik al van deze seizoenslijstjes en ik ben niet de enige in blogland. Vorige zomer sloeg ik blijkbaar over, maar deze keer wil ik terug een lijstje maken.

Ik heb voor deze zomer nog niet zoveel plannen. Er staat geen grote vakantie op het programma, ik hoop een beetje van de zomer in eigen land te genieten dus.

  • Naar de Rodin expo in Bergen
  • Naar zoveel mogelijk muzikale festivalletjes in de buurt (geen grote festivals gepland dit jaar namelijk, maar ik ga naar P!nk in het Koning Boudewijnstadion!)
  • Minstens 10 boeken lezen tussen 1 juni en 31 augustus
  • Zoveel mogelijk van de Olympische Spelen meepikken (op tv weliswaar, geen tickets voor Parijs gekocht)
  • Naar de Tour De France femmes in Nederland (deze staat al gepland, dus is misschien een beetje valsspelen :D)
  • Mijn fotoboek van Ierland afwerken (ik zit al over de helft, dus deze moet haalbaar zijn)
  • Naar zee gaan
  • De muur en trap in de hal afwerken (blijft veel te lang liggen)
  • Een volgende online cursus over kunstgeschiedenis afwerken (ik ben al ingeschreven ^^)
  • Van de zon genieten wanneer die er is: ijsjes eten, buiten een boek lezen, gaan wandelen, lunchen met collega’s in de zon op ons terras of op een terrasje
  • Voldoende bewegen: regelmatig gaan zwemmen, pilates doen voor mijn rug, naar de zomerlessen van de dansschool en voldoende wandelen. Niet allemaal tegelijk natuurlijk, maar zo heb ik verschillende opties
  • Een tripje voor het najaar plannen

Voila, eigenlijk een heel simpel lijstje. Op naar lange zomeravonden.

Wat ga jij doen deze zomer?

Rome #5: het oude Rome en het verborgen Domus Aurea

Rome #5: het oude Rome en het verborgen Domus Aurea

In een ver ver verleden (2014) trok ik al eens een paar dagen met een vriendin naar Rome. Enkele jaren later deelde ik mijn tips en belevenissen in 4 korte blogposts, die blijkbaar – ik had dat ook niet verwacht – nog steeds best informatief zijn. Daarom start ik vandaag dus met #5.

In november 2023 kreeg het lief een tripje naar Rome cadeau van het werk (voor zijn 10de werkverjaardag), als collega en lief had ik zelf de trip in elkaar mogen steken. En man, wat was ik vergeten hoe een geweldige stad Rome was! Ja, het is er altijd druk, ook in november, maar je kan heel snel weer de hoek om een rustig straatje inwandelen waar je alleen bent. Ook dat is Rome.

Vandaag vertel ik jullie wat meer over onze eerste dag in Rome, met vooral veel wandelen door het Oude Rome en een onvergetelijk bezoek aan het Domus Aurea.

Slapen in Monti

We vlogen met Brussels Airlines op de Fiumicino luchthaven en namen de trein naar het Termini station (voor 14 euro per persoon) van waaruit we te voet verder konden. Wij sliepen in Monti First, in een oud theater dat is omgebouwd tot enkele hotels in de wijk Monti (achter het Colosseum en heel dicht bij de Trevifontein). Dit hotel had ik eerlijk gezegd puur gekozen voor de locatie, qua budget zat ik wat beperkt in de keuze. Er was dus zeker niets mis met de slaapplek, maar een volgende keer zou ik wat anders uitkiezen.

Altaar van het vaderland

Ook vlakbij het hotel staat het Altaar Des Vaderlands, of de bruidstaart zoals de Romeinen het lachwekkend noemen. Sinds de vorige keer dat ik er was is het monument bezoeken éénrichtingsverkeer geworden en zit er nu een bar met terras op de plek waar je een mooi uitzicht hebt over het Forum Romanum. Dat vond ik best jammer, maar het uitzicht over de markten van Trajanus blijft een favoriet.

De Zuil van Trajanus links en de markten rechts

Ondertussen zit er ook een museum in het gebouw dat we niet bezochten, maar er wel leuk uitzag. Sowieso passeer je nu ook langs enkele traphallen binnen en dan valt de grootsheid van het gebouw nog meer op.

De via dei fori imperiali is een brede boulevard die het Forum Romanum scheidt van het forum van Augustus en de markten van Trajanus en die helemaal tot aan het Colosseum leidt. Het hart van het oude Rome zeg maar, maar de boulevard werd dan weer aangelegd door Mussolini om zijn fascistische troepen over te laten marcheren – een bewuste keuze want de letterlijke overblijfselen van Rome als wereldrijk moesten de soldaten inspireren.

Wij wandelden even mee over de boulevard om dan af te slaan naar de wijk Monti voor de lunch. We aten een typische Romeinse pizza met dunne korst bij ‘Alle carette‘.

Domus aurea

Nadien wandelden we niet naar het Colosseum, maar wel richting het Oppiopark bergopwaarts. Daaronder licht namelijk het domus aurea, oftwel ‘Het gouden huis’ van keizer Nero. Een ondergronds complex dat pas in de 20ste eeuw is uitgegraven en sinds 2014 open is voor publiek.

Je kan het enkel bezoeken met een gids, dus boekten we op voorhand de Engelse tour van 14u. Het is even zoeken naar ingang, Google Maps brengt je naar een andere kant (je plant je route best naar dit punt). Het Domus Aurea werd ons getipt door een vriendin die ieder jaar naar Rome gaat met haar klasgroep als leerkracht. Het is nog niet gekend bij het brede publiek en dat zag je ook aan de kleine groep die zich om 14u verzamelde.

Het verhaal van dit complex gaat als volgt: na de verwoestende brand van Rome stichtte keizer Nero een nieuw paleizencomplex dat grofweg liep van de Oppioberg tot helemaal aan de Palatijn. Het was een complex van verschillende gebouwen, tuinen en patio’s. Waar vandaag het Colosseum staat was een enorm waterbassin. Na Nero’s dood (en het einde van de Juliaanse dynastie) probeerden zijn opvolgers alle sporen te wissen. Ze haalden al het waardevolle materiaal uit het complex en begonnen het te begraven door er aarde in te gooien. In de loop der tijd werden er ook nieuwe gebouwen (zoals dus het Colosseum) bovenop gezet.

In de 16de eeuw (de renaissance) werden ondergronds enkele gangen ontdekt en enkele bekende schilders (o.a. Raphaël) daalden neer om de schilderingen te gebruiken als inspiratie voor hun werken. Maar door de eeuwen heen raakten veel zaken in verval en werd het te gevaarlijk om er rond te lopen. Het is een aantal keer terug opengesteld voor het publiek. Sinds 2014 kan je de huidige kamers bekijken. Vandaag zijn ze nog steeds bezig met het Oppiopark zo te verbouwen dat ze meer ruimtes kunnen restaureren.

Blikvanger is de hexagone eetzaal met een groot gat dat als koepel om licht binnen te laten. De gids gaf zo veel mogelijk uitleg over hoe de ruimtes eruit gezien zouden hebben. Ook al weten we vandaag nog steeds niet zeker voor wat dit deel van het complex zou zijn gebruikt geweest. Waarschijnlijk was dit deel het gastencomplex.

Op het einde van de rondleiding mag je gaan zitten en krijg je een VR-bril op om een reconstructie te bekijken. Ik ben normaal echt geen VR-fan, maar de reconstructie van de pracht en praal van de kamers en de tuinen is zo mooi gedaan dat ik letterlijk tranen in mijn ogen kreeg. Ik was geëmotioneerd en alle uitleg van de gids werd nu ook visueel getoond in de film.

Zowel ik (een echte Latinist) als het lief (heeft totaal niets met de Romeinen) waren onder de indruk van ons bezoek aan het domus aurea. Het was voor ons zelfs het hoogtepunt van de vakantie. Mocht je dus eens wat anders willen dan het Forum of het Colosseum, boek dan zeker deze tour!

Van het Colosseum, over Circus Maximus naar de Aventijn

Na de afdaling van het Oppiopark kom je meteen het Colosseum tegen. We wandelden er langs richting Circus Maximus, een grote open ruimte waar vroeger paardenrennen werden gehouden en waarop de keizer en zijn familie vanuit hun verblijven op de Palatijn konden uitkijken.

Ons doel was het meepikken van de zonsondergang vanuit het Parco Savello (of de Gardini degli Aranci) op de Palatijn. Dat was 10 jaar geleden mijn favoriete plek geworden in Rome, maar nu vond ik het er verschrikkelijk. Verschrikkelijk druk vooral. Het was drummen om het uitzicht te kunnen bewonderen, laat staan rustig een foto te nemen. Misschien is het er overdag rustiger, maar wij gingen snel verder.

Het uitzicht vanaf het Parco Savello

Het uitzicht was ook minder spectaculair dan ik had onthouden. Tip: na het parco Savello en de kerk Santa Sabina heb je nog een mini parkje dat naar het zelfde uitzichtpunt leidt en waar veel minder volk is.

Om de rust te vinden doken we de kerk Santa Sabina in, vlak naast het park. Rome telt vele kerken, maar ik vind deze echt een hele mooie. Geen overdadige elementen, want de kerk staat er al sinds de 5de eeuw en is gebaseerd op de Romeinse basilica. Veel classicistische elementen dus.

Iets verderop vind je het sleutelgat van het klooster van de ridderorde van Malta waar je een mooi zicht op de koepel van de Sint-Pieter hebt, maar er stond een immense rij. Instagram ruined everything zeg maar ^^. Ik denk dat ik een volgende keer de Aventijn oversla.

Op de terugweg passeerden we nog langs het theater van Marcellus, gebouwd ter ere van de neef van keizer Augustus die normaal troonopvolger zou zijn geworden, maar onverwacht jong stierf.

Voor het diner doken we het historische centrum in en zetten we ons op het terras van Maccheroni. Een plek die ik pas na enige tijd herkende en jawel, hier was ik 10 jaar geleden ook al een heerlijke pasta komen eten. Nog steeds een aanrader. Als dessert haalden we een heerlijk ijsje bij Gelateria de San Crispino om de hoek van de Trevifontein. Heel originele smaken ook. Ik had gember met kaneel en dat was zoooo lekker.

Et voila, zo was ons eerste dag Rome alweer voorbij. Wat is jouw favoriete plek in de Eeuwige Stad?

Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.

Steden die ik…

Steden die ik…

Ik zag op sociale media onderstaand stokje passeren waarbij mensen steden (in eigen land, Europa of verder weg) ranken en vond het wel leuk om dat hier over te nemen in een blogpost. Feel free om in de comments (of in een eigen blogpost) zelf het lijstje in te vullen.

Wat iemand vindt van een stad is uiteraard heel persoonlijk. Het kan dus best zijn dat je helemaal niet akkoord bent met wat ik hieronder zeg. Ik kwam trouwens nog maar zelden buiten Europa dus ik noem hieronder allemaal Europese steden.

En het grappige is dat ik dus eigenlijk helemaal niet zo’n stadsmens ben. Maar op vakantie vind ik het wel fijn om even helemaal ondergedompeld te worden in de vibe van een stad.

Stad die ik niet leuk vind

Brussel.

Ik weet dat hier best veel mensen niet mee akkoord zullen zijn. Ik heb al wat steden bezocht, maar nog nooit een ervaring gehad waarvan ik denk: goh, deze stad vind ik maar niets. Maar met Brussel heb ik dat elke keer dus wel. Er zijn zeker leuke plekken en ik kom er graag voor de topmusea. Maar er hangt zo’n somberheid in die stad… Ik voel me er gewoon niet zo thuis.

Stad die ik overschat vind

Dublin.

Ook hier dus wel even getwijfeld. Eigenlijk zou ik hier Amsterdam willen schrijven omdat ik het er ook niet voelde, maar in my defense, ik ben er eigenlijk nog maar twee dagen geweest. Dus dan kies ik toch voor Dublin. Ik vond Dublin tof, maar gewoon niet zo speciaal. En heel Temple Bar en omgeving vond ik echt maar niks. Het is een gewoon een bar?

Stad die ik onderschat vind

Glasgow en Bilbao.

Over Glasgow hoor ik voortdurend negatieve dingen, terwijl ik het er helemaal geweldig vond. Op en top Schotland, met een industrieel verleden, toffe musea en uitgebreide parken. Ik wil er zo graag naar terug.

Bilbao is dan weer eerder eentje in de categorie: onbekend en dus ook onbemind bij velen. Maar heel bemind door mezelf. Het is een fantastische stad. Het is een kleinere stad die al het goede van Spanje aanbiedt zonder héél Spaans te zijn, haha. Bilbao heeft toch zo wat zijn eigenheid zeg maar.

Stad die ik leuk vind

Berlijn.

Ik vond Berlijn heel leuk! Heel gevarieerd. Heel open en ruimtelijk. Boordevol geschiedenis en toch hip. Ik heb echt nog maar een klein stuk van deze reuzestad gezien dus ik wil zeker nog een aantal keer terug.

Stad waar ik van hou

Rome.

Mijn liefde voor Rome is groot. Het is er gigadruk. Maar je vindt er nog zoveel leuke rustige plekken. En je hoeft niet elke keer de highlights aan te doen. En dat eten <3.

Stad waarin ik me goed voel

Belfast.

Ja, dit is geen verrassing denk ik. Belfast heeft alles wat ik leuk vind aan een stad. Dat rauwe randje. Dat nog niet drukke toeristische gevoel. Een soort echtheid. Super Brits en tegelijk ook weer niet. En ook zo onbekend nog bij velen.

Stad waarin ik zou wonen als ik mocht dromen

Londen.

Het is ook effectief een stiekeme (nu ja, het zal niemand verbazen dat ik hier Londen noem, toch?) droom om een tijdje (in de buurt van) Londen te wonen. Het leven is daar belachelijk duur, maar tegelijk ook belachelijk respectvol en gestructureerd ofzo. Londen ademt geschiedenis én je krijgt er tegelijk een soort goesting voor de toekomst. Londen heeft mijn hart (en de inhoud van mijn portefeuille helaas ook 😉).

Voila, en dan moet ik nu tot de conclusie komen dat bepaalde steden die ik heel leuk vind zelfs geen plek hebben gekregen (Parijs! Sevilla! Firenze!).

In welke stad zou jij willen wonen?

Bilbao #7: uitstap naar San Juan de Gaztelugatxe
cof

Bilbao #7: uitstap naar San Juan de Gaztelugatxe

In augustus 2022 trokken het lief en ik voor 6 dagen naar Spaans baskenland. We verbleven in de bruisende stad Bilbao om gezapig te citytrippen en combineerden dit met uitstappen naar San Sebastian en de kasteelrots San Juan de Gaztelagutxe.

Ik schreef al een enkele postjes bij elkaar over de fijne stad die Bilbao bleek en ook over onze uitstap naar het zonnige strand van San Sebastian. Maar we kregen ook één dag regen en net die dag stond een bezoek aan San Juan de Gaztelugatxe op de planning. Een hele mondvol.

Even praktisch

San Juan de Gaztelagutxe stamt van het Baskische woord gaztelu wat letterlijk kasteelrots betekent. Maar eigenlijk gaat het helemaal niet om een kasteel. Het is een klein klooster met kerk dat zich op de rots in het water aan de Baskische kust in de provincie Bermeo bevindt. De kasteelrots ligt op slechts 45 minuten rijden vanaf Bilbao en is daarom een populaire dagtrip.

Eens te meer sinds het te zien was als ‘Dragonstone’ in Game Of Thrones. Sindsdien is het toerisme ontploft en om de plek te bewaren moet je nu op voorhand je bezoek reserveren. Entree is nog steeds gratis maar de tickets zijn vaak weken op voorhand al volgeboekt.

Zo ook twee weken voor wij vertrokken en ik onze tickets wou reserveren. Bummer want met een simpele bus vanuit Bilbao kost het je maar enkele euro’s om er te geraken. Uiteindelijk moesten wij dus een begeleide tour boeken van 65 euro die daarna ook nog twee korte stops zou doen. We hadden er nu eenmaal onze zinnen op gezet.

Ons bezoek

Belangrijk om te weten is dat de rots in het water ligt en dat je dus ook heel afhankelijk bent van het weer. Toen wij er waren regende het en het waaide ook enorm hard. Dat hebben we gevoeld en zie je ook op de foto’s 😅

Daarnaast moet je eerst een heel stuk naar beneden alvorens aan de trappenklim te beginnen. En dat naar beneden gaan is heel steil. Maar soit, niet veel later stonden we aan de voet van de eerste traptrede op weg naar de kerk.

De trappenpartij van de kasteelrots zelf is goed te doen. Je hebt altijd een soort van stenen houvast. Ik gok dat het ergens tussen de 200 en 300 trappen waren.

Eens boven kan je uitblazen en van het uitzicht genieten. Je vindt er ook het kleine kerkje waar je eens door het sleutelgat van kan piepen. (De kerk is niet open). Het gebouw dateert uit de 10de eeuw, is aangevallen door Francis Drake in de 16de eeuw en vatte ook later nog een aantal keer vuur. Sinds 1980 is het gerestaureerd en nu wordt het dus dagelijks bezocht door toeristen van over de hele wereld.

De trappen naar beneden zijn wel oké, maar dan moet je dus nog terug de volgende ‘berg’ over (die waarlangs je eerst bent afgedaald). Je hebt de steile weg terug en een rustigere lange weg. Maar omdat we met een begeleide tour waren moesten we de steile weg terug. En dat hebben we geweten. Die klim is echt vele malen zwaarder dan de trappenpartij van de kasteelrots zelf. Ik heb zwaar gevloekt en was echt ‘op’ nadien. Ik zou dus een volgende keer de rustigere weg naar boven nemen.

Het weer viel wel een beetje tegen en dat vond ik jammer. Maar het gaf het geheel ook wel iets speciaals. Nadien stopten we nog in het vissersdorpje Bermeo (waar we werden uitgeregend) en heel kort aan het stadhuis van Guernica. Ik had gehoopt dat de tour wat langer in die laatste dramatische plek zou halt houden, maar eigenlijk waren het pitstops. Kort na de middag stonden we weer terug in een – je gelooft het niet – zonnig Bilbao.

Bermeo

San Juan de Gaztelagutxe is een toffe uitstap, maar ik zou deze zelf proberen plannen zonder tour. Langs de andere kant kregen we ook wel veel uitleg van de gids op voorhand en waren we zo voorbereid op de zware klim weer naar boven. Ik denk wel dat ik dit nog eens zou doen, maar dan hopelijk met wat zonniger weer.

En dit was het laatste postje over Bilbao en omstreken. Hopelijk heb ik jou geïnspireerd om er zelf ook eens naar toe te trekken.

Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.

Dingen die ik de afgelopen tijd fijn vond

Dingen die ik de afgelopen tijd fijn vond

Het is soms moeilijk om een format te bedenken om hier nog eens iets te posten. Maar het hoeft ook allemaal niet zo ingewikkeld te zijn en dus vond ik het gewoon leuk om een update te geven over de voorbije tijd en alles wat mij gelukkig maakte.

Ik volgde in maart en april een online cursus ‘Inleiding tot de kunstgeschiedenis’ bij KLU (een Nederlandse organisatie) die mij al maanden aan het stalken was met Instagramads (soms werkt dat dus). Ik ging overstag en vond het eigenlijk echt interessant en niet te zwaar. Ik heb zelf nooit iets over kunst of esthetica geleerd op school, dus voor mij was het fijn om een introductie te krijgen tot alle grote kunst- en architectuurstijlen. En zo haal ik meer uit een museumbezoek of een citytrip. Ze hebben nog een aantal cursussen die op mijn wishlist staan, dus waarschijnlijk volg ik deze zomer of dit najaar nog wel eentje. Ideaal om mijn nerdie zelf te zijn.

Het leuke aan online lessen is ondertussen offline mee noteren en eindelijk eens echt een notitieboek gebruiken ;). Verder heb ik de laatste tijd ook veel en goed gelezen en had ik nog eens tijd om mijn nagels te lakken – iets dat ik veel te weinig doe.

Half april vertrok ik met Leen naar Napels. Ze gaven er geen geweldig weer, veel bewolking en soms wel wat regen. Ik geef toe dat ik de weken ervoor gestresseerd rondliep en dat dit ook sinds de vakantie zo is, dus ergens heb ik het gevoel dat die vakantie niet helemaal is doorgedrongen in mijn hoofd. Wat ik wel wat jammer vind.

Dat die stress er echt was bleek ik toen ik op de eerste avond een serieuze allergieaanval kreeg (ik ben waarschijnlijk allergisch aan sulfieten of iets anders van bewaarmiddelen en in combinatie met veel vermoeidheid en stress reageert mijn lichaam daar soms op). Gelukkig gebeurde dat de rest van de vakantie niet meer. We cancelden wel onze beklimming van de Vesuvius, door mijn gezondheid én het slechte weer.

Napels is een speciale, gevarieerde en vooral luide stad. We bezochten enkele kloosters, aten pizza, gingen een dag naar Pompeii (waar het door het slechte weer opvallend rustig was), aten pizza en dronken Aperol (nu ja, ik niet meer, want ik had schrik dat alcohol een twee aanval zou veroorzaken). Zei ik al dat we pizza aten? We sliepen in de Spaanse wijk en die was heel authentiek en gezellig, inclusief nachtlawaai ;).

Met de vakantie (en vooral de vele beklimmingen in de stad) werd ik wel weer geconfronteerd met mijn fysieke gezondheid die al een tijdje niet geweldig is en dus smeedde ik plannen om nog eens een extra sport te proberen. Enkele jaren geleden ging ik vaak zwemmen – een sport die goed is voor lijf, leden en je hoofd – dus ondertussen ben ik al elke week in het zwembed geraakt en daar ben ik echt trots op. Een uurtje gewoon baantjes trekken en dan je lijf dat achteraf volledig moe is, zonder spierpijn de dag erna. Zalig!

Met het lange Hemelvaartsweekend brak dan toch even de zon door en laat ik zeggen dat de zon sowieso één van de dingen is die mij altijd blij maakt. Tijdens dat weekend plande ik wel veel klusjes, te veel eigenlijk. Dus de stress brak weer door en we gingen ontspannen in de wellness, waar ik instant tot rust kwam.

En het belangrijkste nieuws is dat ons bed eindelijk geleverd werd vorige week. Ik heb nog steeds lage rugpijn van het vorige bed en hoop dat enkele sessies bij de osteopaat dat gaat verhelpen (duimen jullie mee?). En dan ga ik ook echt ten volle van de nieuwe matras kunnen genieten. Sowieso is het bed een maatje groter dan het vorige en dat is toch wel aangenaam.

Eind mei is het ook steeds tijd om de nieuwe bullet journal op te zetten. Jes, ik ben zo iemand bij wie dat niet aan het begin van het jaar hoeft, maar gewoon wanneer die vol is en dat is meestal nu. De nieuwe bullet journal is er één van Dingbats, een fijn duurzaam merk dat doneert aan WWF. Ik heb de knaloranje tijgervariant (want alle notitieboekjes hebben dus een link met diersoorten waarmee het niet zo goed gaat). Het formaat is A5+, het papier is super zacht en de bladzijden blijven open liggen. Maar aan het schrijven moet ik wel nog wennen.

Stiekem mijn favoriete Napelskiekje dit

En volgend weekend is het ook weer tijd voor het tweejaarlijkse dansoptreden met vier shows op twee dagen. Dus momenteel wordt er goed geoefend. De sfeer achter de coulissen is altijd wel goed, maar tegelijk is het ook altijd wel wat gedoe als dat het hele weekend (op vrijdagavond is het generale) in beslag neemt. Soms denk ik dat er te oud voor wordt (voor de shows enzo dan), maar begin september ga ik het dansen waarschijnlijk weer zo hard missen dat ik me gewoon opnieuw inschrijf en die optredens er wel bijneem.

Wat maakte jou de afgelopen tijd blij?

De boeken van de lente die maar niet wil beginnen

De boeken van de lente die maar niet wil beginnen

Of ik had dit ook ‘De boeken van de winter bis’ kunnen noemen. Tijdens de laatste update van half februari regende het minstens even vaak – zo lijkt het toch. Zoals steeds geef ik de titels in het Engels mee, met een Nederlandse titel tussen haakjes indien het boek vertaald is.

The ghost ship (Schip der zielen) – Kate Mosse ****

Louise Reydon-Joubert trekt met haar grootouders Minou en Piet naar Parijs om de erfenis van haar vader op te halen. Maar dan wordt de koning vermoord en is het voor Hugenoten niet langer veilig in de stad. Louise heeft nu wel genoeg geld om haar eigen huishouden te onderhouden en ze koopt er ook een ship mee. Wanneer ze in La Rochelle de jonge Gilles redt van zijn moeder en haar man, krijgen de twee een diepe band. Eentje die hen zal leiden naar de haven van Las Palmas en een leven vol piraterij en gevaar. Want beiden dragen ze een geheim met zich mee.

Schip der zielen is het derde boek in deze reeks en voor het eerst ligt de focus niet helemaal op de Hugenotenoorlogen, maar wel op piraterij. Het boek is heel anders dan de vorige, maar ik vond dit toch nog altijd heel goed. Ook al is het einde abrupt en voel je aan alles dat er nog een deel aankomt. En dat vind ik niet erg, want ik lees deze reeks graag.

Medea – Rosie Hewlett ***

Medea is als prinses van Colchis geboren met een gift van de godin Hecate: magie net als haar tante Circe. Maar haar vader verafschuwt magie, tot hij na een tijd begint in te zien dat het ook een machtig wapen is. Wanneer Colchis het Gulden Vlies verkrijgt dat onoverwinnelijke krachten aan de eigenaar toeschrijft, trekken heel wat helden naar Colchis om het te bemachtigen. Zo ook Jason en zijn argonauten en die ontmoeting zal Medea haar leven voorgoed veranderen.

Iedereen weet ondertussen dat ik een grote fan ben van Griekse mythes, maar net daarom ben ik ook telkens sceptisch als een nieuwe auteur zich eraan waagt. Onterecht bij Hewlett want haar Medea is een geweldig boek, in de stijl van Circe. Je leert Medea met al haar fouten kennen, voelt hoe ze door de mensen rondom haar (voornamelijk mannen) slecht wordt behandeld, je voelt haar angsten, haar woede, haar onrecht en haar onmacht met momenten. Aanrader! En deze wordt hopelijk ook vertaald naar het Nederlands.

We were the lucky ones (Wij waren de gelukkigen) ***1/2

Wanneer de Duitsers Polen binnenvallen wordt de welgestelde Poolse joodse familie Kurc uit elkaar gehaald. De broers Genek en Jakob reizen naar Lviv om te vechten in het Poolse leger, maar die stad wordt niet veel later ingenomen door de Russen. Mila en haar dochter Felicia trekken terug in bij haar ouders in Radom, waar ook haar jongere zus Halina woont wiens verloofde Adam in het verzet gaat. Addy leert dan weer van de oorlog terwijl hij in Parijs zit en als jood wordt het hem verboden terug te keren naar Polen.

Een boek over een Poolse joodse familie die tijdens WOII uit elkaar wordt gerukt, maar waarvan je weet dat het goed komt. Met heel veel gruwelijkheden die aan bod komen, maar tegelijk zit er in het boek veel hoop. Gebaseerd op een echt familieverhaal, de familie van de auteur. En daardoor is de schrijfstijl niet helemaal geweldig, maar dat neem je erbij. Komt dit voorjaar naar Disney+ als serie dus het is hét moment om het boek te lezen.

The other Gwyn girl – Nicola Cornick ***

In de 17de eeuw belandt Rose Gwyn in de cel wanneer ze samen met haar man mee de kroonjuwelen probeerde te stelen. Ze moet beroep doen op haar zus Nell, de bekende minnares van de koning. In de 21ste eeuw trekt Jess na een break-up met haar frauduleuze vriend naar Fortune Hall waar haar bekende zus Tavy een tv-show aan het draaien is.

In dit boek kiest Cornick voor het historische verhaal van Rose Gwyn, de onbekende zus van Nell Gwyn – een minnares van koning Charles II. Zoals steeds werkte het hedendaagse verhaal minder voor mij. De parallellen tussen Rose en Jess zijn nogal cliché doorgetrokken, ook Jess is de zus van een bekende ster. En toch leest dit als een trein. Zoals steeds zijn deze boeken een mooi tussendoortje.

The stone rose – Carol McGrath ***

Isabella van Frankrijk is verloofd met de Engelse troonopvolger Edward II. Wanneer ze trouwen en Isabella tot koningin wordt gekroond merkt ze al snel dat Edward onder invloed staat van zijn favoriet Piers Gaveston. Er wordt zelfs gefluisterd dat die twee intiem zijn. Isabella gelooft er niets van en vindt het ook overdreven wanneer haar nonkel Thomas Van Lancaster Piers buitenspel wil zetten. Maar wanneer jaren later Hugh Despenser Edward’s nieuwe favoriet wordt en die Isabella probeert te ondermijnen, begint Isabella aan haar man te twijfelen.

Dit is weer zo’n typisch boek voor mij :). Isabella van Frankrijk werd nog meer dan haar voorgangsters (die in de andere boeken van McGrath aan bod komen) als een she wolf gezien omdat ze op een gegeven met hulp van haar broer, de koning van Frankrijk, en Roger Mortimer een rebellie start tegen haar man om haar zoon – ook Edward – op de troon te krijgen.

In dit boek leren we een jonge naïeve Isabella Van Frankrijk kennen en het duurt heel lang voor ze doorkrijgt dat de favorieten van Edward wel eens gevaarlijk kunnen zijn. Er is een grote focus op alle politieke machtsspelletjes aan het hof en ik vond het boek daardoor soms wel wat aanmodderen.

Seven stones to stand or fall (Zeven stenen) – Diana Gabaldon

Zeven stenen bundelt zeven kortverhalen uit het Outlander universum. Drie kortverhalen over Lord John, ‘De oorsprong’ over een jonge Jamie en dan drie verhalen over zijpersonages uit de serie (Hal en Minnie, de ouders van Roger en Joan Mckimmie en Michael Murray).

Mijn favoriet was absoluut het verhaal van Hal en Minnie. Ik hou van Hal en Minnie in de John Grey serie en van Hal in het 8ste boek. Je leest ‘Zeven stenen’ sowieso pas beter nadat je boek 8 (Met al het bloed in mijn hart) hebt uitgelezen. Voor de echte fans van de Outlanderserie.

The queen’s lady – Joanna Hickson ***1/2

Joan Vaux, Lady Guildford, is een bediende en goede vriendin van koningin Elizabeth van York. Maar wanneer de troonopvolger Arthur plotseling sterft kort na zijn huwelijk met de Spaanse prinses Catherine Of Aragon, is Elizabeth vastbesloten de koning nog een zoon te schenken. Wanneer zij in het kraambed sterft, is koning Henry er zo kapot van dat hij een heel gesloten man wordt. Joan’s man Richard Guildford raakt zijn vertrouwen kwijt en wordt opgesloten. Kan Joan hem vrijkrijgen?

Het tweede boek van Hickson over Joan Vaux die in dit boek bevriend raakt met Catherine Of Aragon, de eerste koningin van Henry VIII. Ik vind dit persoonlijk haar minste boek tot nu toe, maar het geeft een goed beeld van de eerste jaren van de Tudordynastie. En het is heel licht en goed geschreven.

The good death – S.D. Sykes ***

Oswald de Lacy zijn moeder ligt op sterven. Vlak daarvoor vond ze echter een oude brief terug van Oswald en dat dwingt hem op haar sterfbed een bekentenis te doen. Toen hij nog in het klooster zat vond hij een meisje in het bos die daarna verdronk in een rivier. Daarna blijkt dat er meerdere vrouwen uit het dorp zijn verdwenen en Oswald gaat samen met zijn mentor Peter op onderzoek uit.

Ik geef toe dat ik soms heel niche boeken lees, zo ook dit voorlopig laatste deel uit een mysterieserie waarin de jonge Oswald moorden probeert op te lossen terwijl de pest door Engeland raast. In dit boek verdwijnen jonge vrouwen en gaat Oswald op zoek naar de moordenaar, die dichter bij hem lijkt te liggen dan hij dacht. Ideale treinlectuur dit.

Sword of kings – Bernard Cornwell ***

Ook het voorlaatste deel uit het The Last Kingdom serie moest eraan geloven. Het is één grote opwarmer voor het laatste boek en daarom vond ik het minder geslaagd. Maar de hele boekenserie is wel een aanrader, zeker als je de serie goed vindt.

Cleopatra’s daughter – Michelle Moran *** 1/2

Wanneer de troepen van Octavianus Marcus Antonius verslaan in de slag bij Actium, en zowel Antonius als Cleopatra nadien zelfmoord plegen, verliezen Selene, haar tweelingbroer Alexander en hun jongere broer Ptolemeus hun beide ouders. En ook hun oudere halfbroers Caesarion en Antyllus worden door de nieuwe Caesar vermoord. Selene en Alexander belanden uiteindelijk in Rome in het huishouden van Octavianus zijn zus Octavia, de ex-vrouw van hun vader. Ze hopen beiden ooit terug te keren naar Egypte, maar Octavianus regeert Rome en zijn familie met ijzeren hand.

Gelezen op het vliegtuig van en naar Napels, even terug naar het Oude Rome dus. Dit is echt een luchtig boek voor wie iets meer wil weten over keizer Augustus en zijn familie na diens overwinning tegen Marcus Antonius. Selene is de dochter van Antonius en Cleopatra die slechts een voetnoot is in de geschiedenis maar nu haar eigen verhaal doet.

Ik vraag mij soms af of jullie het leuk vinden om dit overzicht te lezen, wetende dat ik vaak nogal niche historische verhalen lees. Maar de eerste drie boeken die ik noemde zijn net heel toegankelijk, dus hopelijk biedt het wat inspiratie.

En wat las jij de afgelopen tijd?

(Noord-)Ierland #3: Dublin docklands & The National Gallery

(Noord-)Ierland #3: Dublin docklands & The National Gallery

In augustus 2023 trokken het lief en ik voor onze zomervakantie niet naar de zon, maar naar (Noord)-Ierland – waar we alle seizoenen meemaakten. Vliegen deden we op Dublin, waar we het even verkenden, om daarna door te reizen naar Belfast om het woelige verleden van Noord-Ierland en de prachtige natuur te ontdekken.

Vorige keer vertelde ik al over de bezienswaardigheden uit het centrum van Dublin en onze uitstap naar Howth. Vandaag trekken we iets meer naar het opkomende deel van de stad rond de Docklands en naar het museumgedeelte – of zo noem ik dat toch.

Dublin Docklands

Dublin Docklands is het stuk rond de rivier Liffey tot waar die uitmondt in de baai van Dublin. Hier zitten enkele grote techbedrijven met hun Europees hoofdkwartier, o.a. Facebook en Hubspot.

Beginnen deden we in Tara Street – waar je wel wat street art terug vindt. In Dublin zie je wel wat street art en graffiti – vooral dan op elektriciteitskasten. Maar het is niet te vergelijken met de overload aan street art die we later in Belfast zouden zien.

Aan de overkant van het water passeer je dan het custom house. Tijdens de Ierse opstand werd het een target van de IRA waarbij de koepel afbrandde. Vandaag is de koepel opnieuw herbouwd – maar het is dus een reconstructie.

Wat verderop vind je The Famine Memorial. Een standbeeldengroep ontworpen door Rowan Gillespie die zes uitgehongerde figuren afbeeldt. De hongersnood van 1845-1849 is de grootste ramp uit de Ierse geschiedenis waarbij half de populatie stierf en heel veel mensen een overtocht boekten naar Amerika. Dat waren vaak doodsschepen want een uitgehongerd lijf dat nadien weken moet overleven op een schip zonder vers voedsel haalde vaak de overkant niet.

Niet toevallig vind je vlak bij de memorial het EPIC museum dat over die emigratie gaat en je kan er ook zo’n schip bezoeken – The Jeanie Johnston.

Ik moet toegeven dat ik vooral deze wandeling maakte voor de Samuel Beckettbrug. Die heeft wat weg van de Rotterdamse Erasmusbrug. De brug is ontworpen door Santiago Calatrava, die ook het wetenschapspark in Valencia mee vormgaf. De brug moet een Ierse harp – een nationaal symbool- uitbeelden en staat er nog maar sinds 2009. Samuel Beckett is een Ierse schrijver van wie ‘Wachten op Godot’ het bekendste werk is.

Zoals steeds zijn witte bruggen een hel om op foto vast te leggen. Maar ik vind deze toch weer een echt pareltje en unpopular opinion: mooier dan de Ha’Penny Bridge.

Trinity College

Misschien wel de bekendste bezienswaardigheid van Dublin is Trinity College – hun universiteit. Hun bibliotheek The Long Gallery met het Book Of Kells is het meest geboekte museum. Dat zouden wij ook gedaan hebben, mocht de bibliotheek op dat moment niet wat gerenoveerd worden. Op de website stond te lezen dat er momenteel geen boeken op de planken stonden en dat vond ik toch wat stom om daar dan 20 euro p.p. voor neer te tellen. Een volgende keer dus. De gebouwen langs buiten bekeken we wel.

Het loopt er altijd wel best vol met volk, maar het terrein is heel groot. Je kan er naast de bibliotheek bezoeken, ook rondleidingen boeken met studenten. Ook dat is iets voor een volgende keer.

De universiteit is in de 16de eeuw opgericht door Elizabeth I en bestond maar uit één college, Trinity College dus, dat een synoniem is geworden voor de universiteit. Hét symbool is de Campanile, de klokkentoren die er staat sinds midden 17de eeuw.

De universiteit heeft wel wat bekende studenten – vooral schrijvers – afgeleverd o.a. Samuel Beckett, Oscar Wilde, Bram Stoker, Jonathan Swift, maar ook recenter Sally Rooney die je kan kennen van het boek ‘Normal people’.

National Gallery of Dublin

In de buurt van Trinity College vind je wat ik het museumgedeelte noem. Je kan er het Natural History Museum, het archeologisch museum en ook de National Gallery – het museum voor schone kunsten- bezoeken. Wij gingen binnen bij die laatste, toegang is gratis. Tenzij je een betalende expo wil bezoeken.

De collectie huisvest heel wat grote kunstenaars, zowel moderne kunst als antieke.

Wij begonnen bij de meer moderne kunst in de Millennium Wing – het nieuwste stuk van het gebouw. Maar het zijn toch vooral de oude kunstzalen die veel pracht en praal herbergen en deden denken aan die andere National Gallery in Londen.

Er is ook een hele afdeling Ierse kunst, wat ik wel leuk vond. Daarnaast zag ik werken van Vermeer, Signac, Canaletto, Titiaan, Velazquez, Caravaggio, Giordano, Lippi, Jordaens, Van Dyck…

We waren toch snel een dikke twee uur zoet en dat was meer dan we op voorhand hadden gedacht. Ik vond dit echt een heel fijn kunstmuseum, niet te druk ook.

Ik hou van mooie museumfoto’s

Merrion Square

We namen de uitgang langs Merrion Square en besloten om nog even het Merrion Square park binnen te wandelen.

Het park zelf is niet zo speciaal, je kan er wel vaak een street food markt vinden. Maar rond het park staan nog heel wat traditionele townhouses in Georgiaanse stijl met karakteristieke rode bakstenen en felgekleurde deuren. Ook dat is een symbool van Dublin.

Nu werd het stilaan tijd om richting station te gaan voor onze trein naar Belfast. Op zoek naar eetplekjes in Dublin? Die vind je in mijn vorige blogpost.

Door o.a. de Docklands, Trinity College en The National Gallery vond ik Dublin al wat leuker. Ik wil er dus zeker nog wel eens naar terug om de stad een tweede kans te geven. Het zal blijken dat ik veel meer de vibe voelde in Belfast. Maar dat is dus voor een volgende keer.

Wat is jouw favoriete plek in Dublin?

Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.

20 dingen die ik graag doe

20 dingen die ik graag doe

In navolging van Irene en Sofie lijst ik ook even 20 dingen op die ik graag doe en wanneer ik ze voor het laatst gedaan heb.

  1. Lezen (gisteren en staat voor vandaag ook nog op de planning)
  2. Naar een museum gaan (3 weken geleden, een bezoekje aan Bozar en KMSKB)
  3. Bloggen (nu 😀 staat op een lager pitje de laatste twee jaar, en dat zie je jammer genoeg een beetje bij iedereen in blogland heb ik zo het gevoel)
  4. Prutsen in de bullet journal (2 weken geleden, besteed ik het meeste tijd aan bij het begin van een nieuwe maand, ik schrijf gemiddeld om de twee à drie dagen er dingen in)
  5. Puzzelen (laatste puzzel afgewerkt in februari denk ik, ik doe dit eigenlijk te weinig)
  6. Kleuren op nummer (nieuwste hobby en misschien denk ik als ik deze teruglees over enkele jaren, huh? Maar momenteel: een paar dagen geleden)
  7. Naar de koers/cross gaan (als ik even de start van de Brabantse Pijl 10 seconden gaan kijken vorige woensdag niet mee tel, dan is het geleden van 1 januari)
  8. Koers/cross kijken (een half uur geleden: de Amstel Gold Race voor vrouwen gekeken)
  9. (Historische) films en series kijken (eergisterenavond, ik tel vaak tv kijken niet mee als hobby maar eigenlijk doe ik het wel vaak en graag dus bij deze toch in het lijstje gezet)
  10. Op reis gaan (geleden van Parijs eind februari, maar komende donderdag vertrek ik naar Napels ☀️).
  11. Muziek luisteren (vrijdag tijdens het werken nog intensief geluisterd, gisteren in de auto en net Spotify opgezet toen ik dit blogje begon te typen)
  12. Dansen – in de dansles of op een feestje. (in de dansles: vorige maandag, op een feestje: vier weken geleden op het werkweekend en de week ervoor met vrienden hier in het dorp)
  13. Kruiswoordraadsel oplossen (vorige week nog een sudoku proberen invullen denk ik – doe ik het liefst in de zomer terwijl ik in de tuin zit)
  14. Een boardgame spelen (moet ook zo’n twee weken geleden zijn)
  15. Naar de wellness gaan (toevallig gisteren, daarvoor was het volgens mijn bullet journal 8 maanden (!) geleden, schandalig!)
  16. Uit eten gaan (vrijdag snel na het werk iets gaan eten, maar echt als geplande ontspanning was de laatste keer 22 maart)
  17. Afspreken met vrienden (minder dan twee weken geleden, op 5 april)
  18. (in de zomer) naar een optreden of een voorstelling gaan kijken (dit doe ik dus vooral in de zomer en daardoor is het ook alweer geleden van vorige zomer denk ik)
  19. Een fotoboek maken (twee weken geleden heb ik het fotoboek van Firenze afgerond, aan dat van Ierland ga ik binnenkort beginnen)
  20. Yoga/pilates (pilates doe ik thuis via YouTube en is belachelijk lang geleden, yoga van vorige maand tijdens de middag op het werk, komende woensdag staat er weer een sessie gepland)

Ik ben verbaasd dat ik toch zo vlot op 20 dingen kon komen, dat had ik eerlijk gezegd niet gedacht. En ook niet zo’n slecht rapport van de laatste keren vind ik zelf.

Welke dingen doe jij graag en van welke is het veel te lang geleden dat je ze nog eens gedaan hebt?

Firenze #4: Ponte Vecchio en het Uffizi
cof

Firenze #4: Ponte Vecchio en het Uffizi

In maart 2023 trokken Leen en ik eindelijk nog eens op citytrip. We kozen voor Firenze – de hoofdstad van Toscane, van de Italiaanse renaissance en van pasta, pizza en gelato. Cultuur meets lekker eten, de ideale combo.

Voor onze derde dag hadden we alvast op voorhand tickets gereserveerd voor het Uffizi, het grootste kunstenmuseum van Italië met heel wat meesterwerken uit de renaissance.

Ponte Vecchio

Maar voor we daar naar binnen gingen, passeerden we eerst nog die andere topbezienswaardigheid: de ponte Vecchio. Het is de bekendste brug van de stad. De ponte Vecchio kende zijn hoogdagen in de 15de eeuw wanneer Firenze een belangrijke handelsstad was. Op de brug zaten toen vooral slagerijen die hun vleesafval onmiddellijk in de Arno konden dumpen. De stank moet niet te harden geweest zijn. Later kwamen er goudsmeden in de plaats van de slagers.

De hangende werkplaatsen zijn nog steeds te zien en ook de stalletjes worden vandaag nog bewoond door juweliers – wel van de toeristische soort. Zijn de winkels open, is het er altijd druk. Kom je er ’s morgens vroeg of ’s avonds laat, dan valt dat veel beter mee.

Vanop de brug heb je ook een mooi uitzicht op het Uffizi. Wij gingen er redelijk vroeg om foto’s te schieten. De vorige dag waren we er in alle drukte gepasseerd en dat vond ik nogal ‘veel’. Is dit de allermooiste brug die ik ooit heb gezien? Neen, maar het is wel een iconisch plaatje van deze stad, dus zeker het passeren waard.

Uffizi

De Galleria degli Uffizi is na de Vaticaanse musea het meest bezochte kunstenmuseum van Italië. In opdracht van Cosimo I de Medici werd in de 16de eeuw gestart met de bouw. Eind 16de eeuw opende de tweede verdieping ook al als museum – wat enorm ‘vroeg’ was en weer aantoont dat de Medici familie kunst voor een breder publiek toegankelijk wilde maken.

Het is er altijd druk. We reserveerden op voorhand onze tickets voor een vroeg tijdslot. Je moet dan enkel even in de rij om ze in te wisselen voor een echt ticket. Wij bestelden trouwens online het passe-partout ticket van 38 euro, waarmee we naast het Uffizi ook het Pitti paleis en de Boboli Gardens binnen mochten. Dus bekijk even of dat ook voor jou wat euro’s kan schelen. Het Uffizi alleen kost in het hoogseizoen 25 euro en daarbuiten (in de winter) 12 euro.

Spot de drukte

Uffizi bestaat uit twee verdiepingen met kunst. Op de tweede verdieping begint je bezoek en hangen de grote Renaissance meesters. Denk Botticelli, Da Vinci, Lippi… Het is er altijd megadruk. Zeker bij de Botticelli’s. En ik ben een enorme fan van die man. Oa. La primavera en De Geboorte Van Venus zijn er te zien. Maar nadat ik die werken had bewonderd, maakte ik me met plezier uit de voeten – wat een drukte.

Het hele Uffizi is wel een plaatje. De plafonds en de uitgestalde beeldhouwwerken maken het echt een mooi bezoek. Druk of niet druk. En ben je een paar zalen verder van de bekende werken, dan kan je echt wel gemakkelijk een rustig plekje vinden.

Wie nog meer rust wil, neemt best de lange route waarbij je ook de benedenverdieping bezoekt. Daar zijn de kamers wat traditioneler ingericht en de grote massa passeert er niet. Je vindt er nochtans werken van Rubens, Rembrandt, Caravaggio, Titiaan…

Ik maak ook altijd graag foto’s van mensen voor een schilderij

Daar hangt ook het werk waarvoor Leen en ik misschien nog wel het meest kwamen: Judith slaying Holofernes, een doek van de 17de eeuwse vrouwelijke schilder Artemisia Gentileschi. Het werk is opvallend bloederig en de vrouwen kijken niet weg van het schouwspel. Ze zijn bewuste actoren in het geheel. Een meesterwerk vind ik zelf – zeker als je Artemisia’s eigen verhaal (ze werd jong verkracht) kent.

De rijkdom aan werken van het Uffizi maken het één van de meest prestigieuze kunstmusea ter wereld, maar ook één van de drukste. Dat is altijd een beetje het jammere aan de populariteit: dit museum trekt een brede massa aan die niet altijd echt voor de kunst komt, maar eerder om het af te vinken van de lijst. Toch vond ik het fijn om dit museum gedaan te hebben en kon ik voldoende rust vinden om werken te bekijken.

Het museum is fijn ingericht en biedt alles wat je moet hebben. Ze zouden enkel kunnen overwegen wat minder volk per uur binnen te laten. Maar dat kan je ook van het Louvre en de Vaticaanse musea zeggen.

Na ons bezoekje aan het Uffizi aten we alvast een ijsje bij Eduardo, vlak aan de Duomo. Het plekje stond in de Time To Momo dus daarom durfden we het aan zo dicht op een bezienswaardigheid – ik had o.a. heerlijk kaneelijs. En oeps, dit was nog in de voormiddag! Niet veel later ploften we neer bij Il Pizzaiuolo voor – je raadt het nooit – een pizza als lunch. Het is een meer klassieke Italiaan die wat verder van de gebaande paden ligt en daardoor vind je er rust tussen de locals. Iets wat we na het Uffizi wel verdiend hadden.

En wat we na het eten deden, kom je een volgende keer te weten :).

Wat is jouw favoriete kunstenmuseum?

Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.

Lentedrang

Lentedrang

De eerste echte lentedag. En je voelt bij alles en iedereen een ontzettende drang om naar buiten te gaan. Om iets van deze zonnige dag te maken. Eindelijk na een lange, natte, zware winter. En het was hier zeker ook een lange mentaal niet gemakkelijke winter. Het gaat de laatste weken al heel wat beter, maar de minste terugslag doet me weer wat wankelen. Ik doe mijn best, maar weet dat ik het tijd moet geven.

En die eerste echte zonnestralen helpen zelfs een slechte dag wat beter worden. Dus ik voel die lentedrang ook, maar dit weekend was niet het perfecte weekend om all-in te gaan. Mijn energielevel zit niet waar ik het wil.

Dus geen Instagramwaardig uitje zoals heel Vlaanderen dit weekend. Maar in een uurtje in de zon een boek lezen, misschien een kort blokje om wandelen. En Parijs-Roubaix kijken, ook al lijkt het zonde om binnen te zitten. Maar daarbij af en toe mijn ogen kunnen laten toevallen is exact wat ik nodig heb.

Die knaldrang kan soms ook contra-productief zijn. Je voelt een soort druk om er iets van te maken. Maar eigenlijk hoeft dat allemaal zo niet. Ik geniet van de zon op mijn tempo. De lente is nog maar net begonnen.

Dus aan iedereen die misschien ook het gevoel heeft dat het dit weekend MOET. Ge moet just niks.

Fijn weekend iedereen!

Met (en zonder) de Museumpas #11: ridders en surrealisme

Met (en zonder) de Museumpas #11: ridders en surrealisme

Dit voorjaar zijn er zoveel toptentoonstellingen te zien in ons Belgenlandje dat mijn wishlist enorm lang is en dat de Museumpas daardoor veel vaker uit de portefeuille komt. Dus ik vond het fijn om er nog eens een blog aan te wijden. Vandaag neem ik jullie mee naar drie verschillende musea!

Ridders van het Gulden Vlies – Hof Van Busleyden (Mechelen)

In 2019 heropende het Hof Van Busleyden in Mechelen (en schreef ik al eens over). Het gebouw is een vroeger stadspaleis van Margaretha van Oostenrijk uit de Bourgondische tijd en daar gaat het museum ook voor een groot stuk over. Ik was toen al fan, maar ondertussen is het Hof Van Busleyden weer een tijdje gesloten geweest en opende het eind februari met een nieuwe permanente inrichting en een tijdelijke tentoonstelling in de moderne exporuimte.

Die tijdelijke expo gaat over de Ridders van het gulden vlies die samenkwamen in 1491 voor het kapittel van de Orde van het Gulden Vlies op de Grote Markt in Mechelen. De expo neemt je mee door het ontstaan van de Ridderorde en gaat ook over de mythe van een ridder. Centraal staan de gerestaureerde wapenschilden die later een permanente plek krijgen in de Sint-Romboutskathedraal. De expo is niet megagroot, maar wel de moeite. Zeker ook met de audiogids waarvoor Bart Van Loo – Mister Bourgondiërs himself – een stukje heeft ingesproken.

Daarnaast kan je ook de permanente collectie bekijken die wel wat heringericht is met als een van hoogtepunten de middeleeuwse hofjes van de zusters die er ooit leefden. Voor de kleinsten onder ons hebben ze een leuke kinderroute.

Het museum en de expo zijn gratis met de Museumpas, of je betaalt 15 euro aan de kassa. Online reserveren is aanbevolen, zeker in het weekend kan het er druk zijn. De expo over de ridders is er nog tot 2 juni 2024.

Histoire de ne pas rire. Het surrealisme in België Bozar (Brussel)

Bozar staat altijd garant voor fijne tentoonstellingen, al was ik er al een hele tijd niet geweest. Dit voorjaar hebben ze een topaanbod. Ik ben al jaren een echte fan van het surrealisme, een kunststroming die vooral in België en Spanje (denk Dali, Miro en Picasso) groots was in de 20ste eeuw. Bozar focust op de Belgen, terwijl je in het KSMSKB terecht kan voor internationaal werk (zie hieronder).

Het is altijd druk bij Bozar, maar nu vond ik het wel extreem. Er loopt namelijk ook een expo over James Ensor, die uiteraard eveneens populair is, dus het was wel even aanschuiven aan de ticketbalie (op voorhand reserveren is aan te raden!). Als Museumpashouder mag je maar één expo per dag uitkiezen in Bozar, dus voor Ensor ga ik nog eens terug.

Het nadeel aan Bozar vind ik dat de exporuimtes niet zo groot zijn. Ik heb graag voldoende bewegingsruimte in een museum en dat biedt Bozar niet altijd. Daardoor lijkt het vaak ook drukker en is het soms aanschuiven aan een werk.

Surrealisme in België: dan denk je meteen aan Magritte en Delvaux en laat dat nu ook de twee kunstenaars zijn die de tentoonstelling domineren. Ik ben zelf wel een Paul Delvaux fan. Magritte vind ik ook mooi, maar kijk, je hebt altijd je favorieten.

Wat ik daarnaast fijn vond is dat je uitleg kreeg over de Belgische groep van surrealisten en de onderlinge relaties (en soms ook spanningen). En dat er ook twee vrouwelijke kunstenaars centraal stonden: Rachel Baes en Jane Graverol. Ik kende ze niet, maar ben van allebei (en hun eigen stijl) wel fan geworden.

Sowieso zaten er wel wat feministische thema’s in de expo en dat vind ik altijd fijn.

Histoire de ne pas rire in Bozar: gratis met de Museumpas, 18 euro aan de kassa of 29 euro als duoticket met de andere surrealisme expo in KMSKB. Nog tot 16 juni 2024.

Imagine! 100 years of international Surrealism

Het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Brussel (kortweg KMSKB) pakt ook uit met surrealisme, maar dan op internationaal vlak. KMSKB, bovenop de Kunstberg, doet niet mee met de Museumpas. Maar dat hield ons niet tegen.

De expo bracht ons naar -4 waar een heel moderne exporuimte zit, die heel ruim was en dus was mijn museumhartje blij :). De werken zijn gegroepeerd volgens verschillende inhoudelijke thema’s. Ik ben grote fan van de Spaanse surrealisten: er hangen drie Dali’s, 1 Miro en 2 Picasso’s. Verder opnieuw heel wat Magritte, Delvaux, een Pollock en verschillende werken van Max Ernst.

De teksten op de muren vond ik wel wat moeilijker geschreven, dus ik heb me vooral laten leiden door de werken zelf.

Imagine! loopt nog tot 21 juli 2024. Aan de kassa betaal je 15 euro, of een combiticket met Bozar voor 29 euro. KMSKB is niet toegankelijk met de museumpas. Wil je de permanente collectie van het KMSKB (of dat van het Magritte museum) bezoeken, dan heb je een extra ticket nodig.

Mocht het dus een heel regenachtige paasvakantie worden, heb je hierna hopelijk genoeg inspiratie voor een dagje weg.

Heb jij recent nog een leuk museum of een interessante expo bezocht?

Bilbao #6: Vizcayabrug in Portugalete

Bilbao #6: Vizcayabrug in Portugalete

In augustus 2022 trokken het lief en ik voor 6 dagen naar Spaans baskenland. We verbleven in de bruisende stad Bilbao om gezapig te citytrippen en combineerden dit met uitstappen naar San Sebastian en de kasteelrots San Juan de Gaztelagutxe.

Tijdens onze laatste volle dag in Bilbao hadden we nog wat tijd over en besloten we de metro te nemen voor een kort uitstapje naar de Vizcayabrug die op de Unesco werelderfgoedlijst staat. Mooie, speciale bruggen krijgen altijd snel een plekje in mijn hart dus ik vond het wel de moeite om eens dichterbij kennis te maken.

Hoe geraak je?

Er zijn ongetwijfeld verschillende opties: met de fiets of zelfs per boot? Maar wij namen dus de metro tot in het station Areeta. Van daaruit is het nog een kleine 5 minuten recht op recht wandelen tot aan de brug. Je betaalt 1,90 voor een enkeltje met de metro.

De Vizcayabrug

De Vizcayabrug, ook wel puente colgante genoemd, is de oudste zweefbrug ter wereld die het stadje Portugalete verbindt met Getxo over de rivier Nervion. Het is enige manier om over te steken in de weide omgeving.

De brug is van 1883 en gebouwd door Alberto Palacio (zalig toch als je zo heet?), een leerling van Gustave Eiffel himself.

De brug is enkel over te steken in de hangende gondel die zowel mensen als hele voertuigen naar de overkant brengt. Nog steeds kan je elke 8 minuten een gondel nemen. Daar had ik niet zo veel zin in, want ik heb het niet op hangende wiebelende dingen. Al moet ik toegeven dat het er best stevig en stabiel uitzag.

De grote rode metalen constructie doet wel wat aan de Eiffeltoren denken en het is ook gewoon best indrukwekkend om dit enorme gevaarte bezig te zien om die ene -relatief kleine- gondel telkens naar de overkant te brengen.

De zweefbrug is bedacht om het drukke scheepvaartverkeer eind 19de eeuw niet te veel te storen. Een gewone oversteekbrug (is dat een woord?) zou ervoor zorgen dat deze voortdurend naar omhoog moest en dat schepen dus ook moesten wachten.

Je zou een bezoek aan deze brug kunnen combineren met een halve dag in Getxo, waar je het strand op kan of in het haventje kan rond wandelen. Wij namen alweer de metro terug naar Bilbao.

Is het de moeite waard? De puente colgante stond niet vooraan op mijn Bilbaolijstje, maar we waren er lang genoeg om het mee te pikken. Het is in ieder geval een bijzonder zicht zo’n zweefbrug en als je van bruggen of metalen constructies houdt zeker interessant. Je bent er vanuit de stad ook zo snel met de metro dat het zonde zou zijn om het over te slaan.

Wat is de meest speciale of mooiste brug die jij al eens gezien hebt? Bij mij is de Kettingbrug in Boedapest een grote favoriet.

Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.