Ik vind het elk jaar weer een plezier om een zomerlijstje met leuke dingen samen te stellen, om het nadien kei hard te vergeten. Ik ben een zomermeisje en ik hou van de zomer, maar de zomer is ook altijd zo snel voorbij en er blijven iedere keer dingen over die ik nog graag had gedaan wanneer de herfst weer begint. Soit, dit jaar maak ik gewoon weer opnieuw zo’n lijstje. Wie weet vink ik alles af, wie weet herinner ik me dit binnenkort niet meer :D. Doe je mee?
Genieten van lome zomeravonden op ons nieuw terras. Een boek en een hapje dabei.
Heel wat fijne optreden op gratis festivalletjes meepikken. Geen ‘echte’ concerten of festivals gepland hier, dus ik moet dringend eens een paar data in de agenda zetten.
Board games spelen terug oppikken, misschien kan het nieuwe terras daar ook een boost aan geven?
Meer dan voldoende blijven bewegen en afwisselen qua sport (zwemmen, pilates, dansen, wandelen…). Ik heb dit zo nodig voor mijn rug en mijn hoofd. Maar mijn lijf en de ziektekiemen willen niet altijd mee.
Hoort ook bij bewegen, vaker een blokje rond wandelen ’s avonds, om uit het hoofd te komen, de natuur te voelen en jawel ook te bewegen ;).
Naar Engeland! Jeej, is al geboekt!
Een nieuwe wegwerpcamera opmaken.
Blijven bloggen, ik zit in een fijn ritme en ik wil dat graag zo houden.
Aan een nieuw fotoboek starten en daar idealiter wat vaart mee maken.
Naar een museum. Of twee. Of drie, afhankelijk van het weer.
Naar de wellness – ook graag een keer of twee.
Gaan kijken naar de nieuwe Downton Abbey film in de cinema. Die komt pas uit op 12 september, maar hey, Indian Summer is ook zomer.
In mei 2025 gingen Leen en ik een dag op en af naar Parijs voor de Artemisia expo in het Musée Jacquemart-André. Parijs telt honderden musea en iedereen kent wel het Louvre, de Orangerie of d’Orsay. Maar Musée Jacquemart-André was ook voor mij onbekend. Onbekend is meestal onbemind en dat geldt helemaal voor dit museum. Ik neem je dus graag even mee naar onze ervaring.
Het museum ligt op de Baron Haussmann straat (zeg maar boulevard), boven de Champs-Elysées in het achtste arrondissement. Het was oorspronkelijk een privéwoning van een rijke familie. Wanneer Édouard André trouwt met Nélie Jacquemart en het koppel een voorliefde heeft voor kunst, beginnen ze hun verzameling. Vooral kunst uit de Renaissance intrigeert hen, van Italiaanse grootmeesters en de Vlaamse primitieven. Het koppel wilde nadrukkelijk dat na hun dood het huis werd omgevormd tot een museum en dat is het al sinds 1913. In 2023 werd het nog grondig gerenoveerd.
Momenteel kan je er enerzijds de vaste collectie gaan bekijken en zijn er verschillende tentoonstellingen doorheen het jaar, met voornamelijk een focus op Italiaanse kunst. Zo ook de huidige expo rond Artemisia Gentileschi, een 17de eeuwse schilderes, feministe en volger van Caravaggio – één van de eerste vrouwen die echt geld verdiende met haar kunst.
We betaalden 18 euro euro per persoon voor de expo + de vaste collectie. Je raakt er eenvoudig met de metro (halte Moresnil). Je komt binnen via een heel statige witte voorgevel en moet eerst naar de achterkant wandelen waar je de echte ingang vindt.
En dat blijkt een mooie statige neoclassicistische gevel met beelden van leeuwen en een prachtige patio met groen, bankjes en Romeins-aandoende beelden.
Eens binnen wandel je door een prachtig stadspaleis met kunst aan de muren. Maar ik moet eerlijk toegeven: ik heb niet veel naar de kunst gekeken, want ik was afgeleid door de prachtige ruimtes. Het was er door de populaire expo wel redelijk druk.
Allemaal grote open ruimtes met prachtige plafondschilderijen. Maar mijn mond viel pas helemaal open bij de marmeren trappenhal. Zoveel licht en met de spiegels wordt het bijna een soort van mini-Versailles.
Ja, zeg. Hier wil ik wel wonen!
Het deed me wat denken aan The Wallace Collection in Londen, waar het museum ook vaak mee wordt vergeleken (en dat dus ook één van mijn favoriete musea in Londen is).
Helemaal boven vlak voor de expozalen is er dan nog deze Oosters getinte zaal met beelden en zuilen en met bladgoud afgewerkt houtwerk plafond:
En dan de expo: die was verspreid over een 8-tal kleine zalen en heel sober ingericht. Alle focus lag op de schilderijen en dat vond ik wel fijn. Ik vond het er alleen veel te druk. Zeker in de eerste zalen. We waren er op het middaguur, dus naar het einde toe nam de drukte wel wat af. Maar ik las online al dat het er met momenten heel druk kan zijn, dus het is wel een probleempje dat ze hebben. Eigenlijk zijn de ruimtes van de expo te klein voor de populariteit ervan. Maar misschien breiden ze ooit uit? Als je dus een tijdslot boekt (want dat is verplicht), doe het tactisch: heel vroeg ’s morgens, vlak op de middag of tegen sluitingstijd.
Hieronder een paar foto’s met enkele werken van Artemisia. Als grote fan vond ik het fantastisch om zoveel werken van haar op één dag te mogen bekijken.
Links: Judith and Her Maidservant. Rechts: Allegory of Inclination, het werk dat werd gerestaureerd in het Casa Buonarotti in Firenze toen wij er waren.
Links: Yael et Sisera. Rechts: Sleeping venus.
Links: kopie van Judith slaying Holofornes, naar het origineel dat in Napels hangt, ik zag ooit een andere variant in het Uffizi in Firenze. Rechts: detail van Esther before Ahasuereu.
Daarnaast hingen er nog wat werken van haar vader Orazio. Artemisia heeft als jong meisje waarschijnlijk aan enkele van zijn werken meegewerkt. En ook eentje van Caravaggio want diens rauwheid en gruwel was een grote inspiratiebron voor haar.
De expo noemt haar een feminist en een heldin van de kunst. Dat is natuurlijk mooi, maar het was in haar leven niet makkelijk als vrouwelijke kunstenares. Je merkt wel aan haar kunst dat ze een vrouw was en dat ze de dingen dus ook vanuit die blik interpreteert. Ook al had ze vaak goede mecenassen (o.a. de Medici), helaas is ze ook lang in de vergetelheid geraakt. Maar vandaag is Artemisia heel geliefd bij kunstliefhebbers en dat bewijst deze expo. Nog tot 3 augustus in het Musée Jacquemart-André in Parijs.
Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.
De maand mei begon met een verlengd zonnig weekend. Ik nam verlof op 2 mei en trok met Leen een dagje naar Parijs. Het doel was de Artemisia expo in het Musée Jacquemart-André. Ik ben een grote fan van deze 17de eeuwse barokke schilderes met best feministische thema’s en ik heb Leen dan toch ook enthousiast gekregen (denk ik). Binnenkort een uitgebreider verslag van het museumbezoek. Bij deze al wat eerste sfeerbeelden.
Parijs was echt heel fijn in dit zomerse weertje. Zelfs echt warm. Naast een museumbezoek, een pizzalunch en een ijsje bij Berthillon wandelden we vooral langs de Seine tot aan de Notre-Dame en nog een beetje verder. Het bezoek was net wat te kort om nog veel meer te doen, maar zo van die dagtripjes, ik moet dat meer doen.
En ook mijn wegwerpcameratje ging mee. En er werden uiteraard enkele Invaders gespot.
Ook de rest van de maand was best goed gevuld: een foodtruckfestival, een avond in de zon met de collega’s, het kleine optreden van de dansschool met nog best wat repetities, het lief zijn verjaardag vieren in de wellness. Veel leuke momenten!
Links: het zonnetje was van de partij! Rechts: nog eentje van Parijs dan.
Er is ook eindelijk wat beterschap met mijn rug. Plots is er veel minder spierpijn in de lage rug. Geen idee hoe het komt, maar het lukt me nu al enkele weken om die bepaalde spier pijnvrij te houden. Ik ga nog wel altijd naar de kine en moet voldoende bewegen, maar yay!
Daarnaast werd ik wel terug ziek. Een milde infectie die niet echt is doorgebroken, maar met de vermoeidheid van de laatste weken kwam die wel hard aan. Ondertussen heb ik bloed laten trekken en blijk ik met een ijzertekort te zitten dat de vermoeidheid zou kunnen verklaren. Ik hoop alvast dat het de volgende weken wat verbetert dankzij het supplement en dat de infectie snel afneemt. Het verlengde Hemelvaartsweekend staat in het teken van rust en opladen – juni belooft een druk gevulde maand te worden dus ik wil voldoende energie hebben.
We gingen ook eten bij het nieuwe Roots in Leuven, Libanese mezze, zooo lekker!
Gelezen
Ik las het laatste deel van The Last Kingdom serie uit. In ‘War Lord‘ vecht Uhtred voor een eengemaakt Engeland. Mooi einde van de serie.
Ik zat wat in een leesdipje en wou daarom wat lichtere vrouwenromans lezen en zo kwam ik uit bij ‘Het Weense koffiehuis‘ aangezien ik in juni naar Wenen ga. Maar ik vond dat eigenlijk echt een goed boek, met een historisch waardevolle verhaallijn rond kroonprins Rudolf en met veel liefde voor de Weense koffiehuiscultuur. Ik ga deel 2 zeker ook een keer lezen.
In The Cardinal van Alison Weir kwam het leven van Thomas Wolsey aan bod, de eerste en belangrijkste adviseur van Henry VIII. Het was een dik boek, dat soms wat saai werd. Niet slecht, maar ook zeker geen favoriet van deze schrijfster.
In februari 2024 deed Eurostar weer eens een actie en dat bracht ons voor drie dagen in Parijs. Zoals je aan het nummer van deze blogpost kan zien, was het voor mij niet de eerste keer in de stad. Maar voor het lief wel. We wandelden dus langs heel wat hoogtepunten die al eens eerder aan bod kwamen, maar we deden ook een aantal nieuwe dingen. En daar wil ik nog wel graag wat over vertellen. De vorige keer had ik over onze bezoek aan de Sainte Chapelle, vandaag gaan we naar het kleine paleis.
Le Petit Palais
Op de tweede dag wilden we graag naar Le Petit Palais, het museum van schone kunsten, aan de Pont Alexandre III. Eén van de vele gebouwen neergezet voor de wereldtentoonstelling van 1900. Net als die brug trouwens en Le Grand Palais, een plaats voor tijdelijke expo’s dat ze heel lang hebben gerestaureerd maar in 2025 terug opende (en al voor de Olympische Spelen werd gebruikt).
Bon, op maandag is het museum gesloten, daar kwamen wij dan achter toen we er stonden, haha. Dus gingen we die dag naar de Orangerie in de Tuilerieën om o.a. de Waterlelies van Monet nog eens te bewonderen. Maar een dag later kwamen we terug voor Le Petit Palais. Toegang tot de vaste collectie is gratis, voor expo’s moet je betalen.
Binnenkomen doe je in de grote hal, die is prachtig! Daarna kan je de Galerie des sculptures, met de collectie beeldhouwwerken, induiken. En dat is ook meteen de allermooiste zaal van het gebouw.
Daarnaast kan je op de bovenverdieping rond de binnentuin heel wat verschillende zalen doorwandelen met werken van Monet, Gauguin, Delacroix… Kortom, de grote Franse kunstenaars. Al kom je ook heel wat kleinere onbekende werken tegen. Onderstaande foto’s zijn gemaakt in de Galerie des grands formats.
De collectie is niet te vergelijken met het Louvre, maar dat zorgt er ook voor dat je je meer kan laten verrassen. Wij waren in het museum vlak na openingstijd en er waren zeker nog heel wat andere mensen, maar dit kan je niet vergelijken met de drukte van het Louvre. En het is ook allemaal veel meer behapbaar.
Op de benedenverdieping heb je nog enkele zalen met vroegere religieuze kunst. Daar zijn de ruimtes iets minder open, maar het werd alsnog mooi gebracht. Je brengt makkelijk anderhalf uur door om alles te bekijken. En daarna kan je uitrusten in de prachtige binnentuin.
De binnentuin bestaat uit overdekte zuilengalerijen die een soort amfitheater creëeren voor de tuin. Zelfs in februari stonden er bloesems, in de zomer moet dit echt een prachtige plek zijn.
Le Petit Palais is gewoon een heel fijn kunstmuseum met een mooie tuin en ook nog eens gratis om te bezoeken. Al zijn de expo’s vaak ook heel interessant. Een alternatief voor wie geen ticket voor het Louvre heeft kunnen bemachtigen en voor wie de Orangerie en d’Orsay al heeft bezocht. Ik keer zeker nog eens terug!
Oude favorieten en een tijdelijke expo
De overige tijd in Parijs spendeerden we met door de stad te wandelen langs mijn favoriete plekken.
Links: zuilen aan het Palais Royal. Rechts: Invader expo.
Met dus een bezoek aan de Orangerie. En ook gingen we naar Invader’s tijdelijke expo in een parkeergarage. Daarnaast proberen we in Parijs zelf ook zoveel mogelijk Invaders te spotten.
Links: Montmartre <3. Rechts: de waterlelies van Monet in het Orangerie museum, must see!
Koffie in Montmartre
Omdat we in Montmartre sliepen brachten we daar veel tijd door en het was best koud in februari dus gingen we regelmatig een koffie drinken in de buurt, hierbij onze aanraders:
Sylon de Montmartre: ook heel leuk voor een uitgebreid ontbijt of een brunch
Canopi Coffee: ligt wat uit de kering in een mooi stukje Parijs, voor wie weg wil van de gebaande paden
Two Doors Coffee: hiervoor moet je naar beneden wandelen achter de sacre-coeur en heel veel geluk hebben met een plek want het is er altijd druk. Ideale stop voor wie deze wandeling doet trouwens.
Meer tips voor Parijs vind je via mijn reisgidsoverzicht. Wat is jouw favoriete plek in Parijs?
Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.
In navolging van Koen, lijst ik graag vijf zaken op die ik nog niet heb gedaan en waar ik dat stiekem heel jammer van vind.
Koppeldans
Ook Koen had deze in zijn lijstje staan. Ik heb een passie voor dans en hou van deze vorm van beweging, maar de ultieme droom is toch wel om tango, American smooth of rumba te leren (of eender welke andere koppeldans). Ieder seizoen van Dancing with the stars zwijmel ik weg bij de mooie choreo’s en wil ik zelf ook over de dansvloer zweven. Ook al weet ik dat het aartsmoeilijk is.
Het helpt niet dat het lief twee linkervoeten heeft en absoluut geen ritmegevoel. Er zijn ook niet echt dansscholen in de buurt die het aanbieden. We zijn ooit tot in een proefles disco swing geraakt, maar door omstandigheden hebben we toen niet ingeschreven. En de les wordt momenteel niet meer aangeboden.
Een muziekinstrument leren spelen
Ja ik weet het, je bent nooit te oud. Maar piano, gitaar of drumlessen nemen lijkt me toch makkelijker als kind. Alleen al het idee om nog noten te moeten gaan leren… Ik ben nooit verder geraakt dan een initiatie blokfluit en het resultaat was een vals geluid waar mijn katten van gingen lopen.
Ik denk ook echt dat mijn talent niet bij muziek maken ligt, maar het lijkt me zo zalig om dit goed te kunnen.
Een soloreis maken
Dit is echt wel eentje om ooit nog eens te ondernemen, maar reizen met het lief en vrienden gaat momenteel nog altijd heel makkelijk. En ik ben er nog niet goed uit of ik solo naar een bestemming wil die ik goed ken, of dat ik mezelf eerder wil uitdagen met iets nieuws. Ik heb geen schrik om op mezelf aangewezen te zijn, maar wel voor de interne monologen die zo’n reis met zich mee gaat brengen, haha. En ik deel ook wel graag ervaringen met anderen.
Maar het lijkt me wel iets om ooit eens te doen. Ik hoor hier alleen maar positieve verhalen over.
Vrijwilligerswerk
Het lijkt me fijn en een must om op een gegeven moment in mijn leven iets terug te geven aan de maatschappij. Het liefst zou ik iets willen doen met mensen of dieren dan. Maar ik heb nog geen concrete plannen.
In het buitenland wonen
Ik koos op de universiteit voor een stage in plaats van Erasmus. Dat die stage kei hard tegenviel, tja. Ik denk sowieso dat ik er toen nog niet klaar voor was om een tijdje alleen in het buitenland te zijn. Nu heb ik dat gevoel wel en het lijkt het me zalig om echt op een andere plek in een ander land thuis te zijn.
Kanshebbers zijn Engeland en Spanje, beiden om andere redenen – maar wie weet waar ik beland. Ach ja, ik heb net een huis gebouwd hier in België en dat is ook mooi. Ooit zet ik de stap, ook al is het maar voor even.
En wat zijn de dingen die jij nog niet hebt gedaan maar die je eigenlijk wel echt graag zou willen doen – al dan niet in een parallel leven?
Geïnspireerd door Leen, kocht ik mezelf in februari ook een analoog wegwerpcameratje (deze van Agfa met ingebouwde flash). De camera kon 27 foto’s nemen, waarvan ik er 22 nam tijdens onze vakantie in Malaga en onlangs nam ik de laatste 5 in Parijs.
Ik ben geen fotografiewonder. Ik ben iemand zonder geduld. Zo’n spiegelreflexcamera met verschillende lenzen en manuele instellingen is niet voor mij weggelegd. Ik maak wel graag foto’s met mijn smartphone – vooral op vakantie – en hoewel ik er dan veel te veel op één dag neem heb ik altijd veel aandacht voor het kader van de foto.
Analoge fotografie is best complex, behalve met zo’n wegwerpcamera. Het enige waarmee je dan bezig moet zijn is het kader: wat ga ik fotograferen en wat plaats ik waar op de foto? Helemaal mijn ding. En de sfeer van zo’n analoge foto met die grain en warme kleuren is gewoon super mooi.
Nu de eerste foto’s binnen zijn, laat ik jullie graag de resultaten zien en koppel ik dat meteen aan enkele lessen.
Les 1: te veel zon in de lens zorgt voor overbelichting
Dat is natuurlijk zo met elke camera, maar een smartphone kan daar vaak nog best oké mee om. Een analoge camera maakt er een zonnevlek van of het geheel wordt te wit. Niet meer doen dus.
Les 2: het kader van de foto is breder dan wat je zelf ziet als je de foto neemt
Een heel belangrijke les voor iemand die belang hecht aan het kader (that’s me). Ik let altijd heel erg op wat de hoeken zijn voor ik een foto neem. En op bovenstaande foto’s was het niet de bedoeling dat het witte busje of de man rechts van de kantelen mee op de foto zou staan. Maar de foto zoomt blijkbaar harder uit dan je ziet.
Dus ik moet leren inschatten dat mijn kader breder is dan wat ik door het schermpje zie. Of ik knip gewoon mijn foto wat bij achteraf ;).
Les 3: de camera stelt scherp op het midden van het midden van de foto
Dat is vooral van belang als je een persoon mee wil fotograferen want de regels van de fotografie zeggen dat je nooit een persoon in het midden moet zetten (1/3de regel), maar dan is die persoon dus ook niet scherp. Bovenstaande foto van mezelf beschouw ik nog als gelukt omdat ik relatief in het midden sta, maar bij andere experimenten met personen aan de zijkant is het resultaat minder goed.
Ook bij het nemen van landschapsfoto’s is het opletten geblazen. Als je centraal een bepaald element wil scherpstellen/uitlichten zoals de foto met de toren links is het resultaat best oké. Bij uitzichtfoto’s zonder centraal element (foto rechts), wordt het geheel vlak en onscherp.
Les 4: je kan er hele mooie sfeervolle plaatjes mee schieten
En dat is het belangrijkste ;). Hieronder mijn favorieten:
Parijs Invader op de Pont Neuf.
Het Alhambra in Granada <3. Er was die dag nogal vlakke grijze lucht jammer genoeg.
De kathedraal van Malaga. Hier zie je goed dat het centrale gedeelte veel scherper is gesteld dan de uithoeken.
Links: Notre Dame in Parijs (weer een arm in het kader omdat het kader breder was dan gedacht ;)). Rechts: enige foto die ik semi-binnen nam in een wat donkere galerij, love it! Ik nam verder nog nooit binnen een foto en al helemaal niet met de flits.
Links: kathedraaltoren met mooie lucht. Rechts: absolute favoriet met veel mooie warme kleuren, de weerspiegeling in het water en de lucht met wolken.
Ga ik nog eens zo’n wegwerpcamera kopen? Absoluut! Ga ik dat nu elke vakantie doen en er altijd mee bezig zijn? Neen. Het is gewoon fijn om er af en toe bewust mee bezig te zijn. In een wereld van AI hypes zoals studio ghibli en barbiepoppen biedt dit een mooi tegenwicht.
Ik plan om er eentje mee te nemen naar onze zomervakantie in Engeland. En ik heb nu wel het gevoel dat ik een goed idee heb van welk type foto’s ik er het best mee kan maken en waar ik op moet letten.
Naar aanleiding van enkele posts die ik op sociale media zag verschijnen – een lijstje met dingen waar ik blij mee ben dat ik ze niet heb of dat ik er geen last van heb. Ik zou hier een hele serieuze lijst van kunnen maken: gezondheidsproblemen, financiële problemen, ingegroeide teennagels… But where’s the fun in that? 🙂
In november 2023 kreeg het lief een tripje naar Rome cadeau van het werk (voor zijn 10de werkverjaardag), als collega en lief had ik zelf de trip in elkaar mogen steken. En man, wat was ik vergeten hoe een geweldige stad Rome was! Ja, het is er altijd druk, ook in november, maar je kan heel snel weer de hoek om een rustig straatje inwandelen waar je alleen bent. Ook dat is Rome.
In de voormiddag bezochten we het Palazzo Barberini en lunchten we in de buurt van het Piazza del Popolo. In de namiddag stapten we naar beneden langs het mausoleum van Augustus naar de Tiber tot aan de Ponte Umberto I, mijn favoriete brug en uitzicht in Rome.
Mooi hé? Ik vind het zicht op de Sint-Pietersbasiliek hier gewoonweg prachtig. Het Castel Sant Angelo zat deze keer verscholen achter de bomen rechts. Het Vaticaan stond voor de volgende dag op het programma, dus we keerden terug richting de stad.
Naar het piazza Navona. Het mooiste plein van de stad aangelegd in de 17de eeuw in opdracht van de Pamphili paus, Innocentus X, wiens paleis nog steeds aan dit plein staat. Het plein ligt bovenop de Romeinse site van het stadium van Domitianus, vandaar de ovale vorm. Het is een barokplein met als blikvangers de vierstromenfontein van Bernini en de kerk Sant Agnese in Agone van Borromini.
Links: Piazza Navona. Rechts: Sant Agnese in Agone, Borromini’s meesterwerk.
Spring zeker de kerk even binnen als die open is, de Sant Agnese heeft één van de mooiste barokke koepels van de stad. In de buurt van het Piazza Navona vind je veel kerken die de moeite zijn. Onze reisgids stelde er een aantal voor, en we kozen uiteindelijk voor de San Luigi dei Francesci.
Deze barokke kerk is vooral bekend omdat er een drieluik van werken van Caravaggio hangt in één van de zijkapellen. Het gaat om drie scènes uit het leven van Mattheus. De entree is gratis, maar het is heel druk bij de kapel, dus bewonder ook zeker even de rest van de kerk die vooral met veel bladgoud is bedekt.
Caravaggio in de San Luigi dei Francesci
En dan nog één kerk om het af te leren: de Santa Maria della pace heeft een wat vreemde neoclassicistische ingang en is niet zo groot, maar het klinkt van de grote namen: het altaar van Maderno, de Chigi kapel met een werk van Rafaël en ook een werk van Orazio Gentileschi, de papa van Artemisia en een Caravaggist. Als grote Artemisia fan was dat eigenlijk de reden dat ik er binnen stapte. En daardoor misten we zelfs de Rafaël, kan gebeuren hé.
Links: Santa Maria della pace. Rechts het werk van Orazio Gentileschi.
Qua kerken heb ik altijd een beetje een kiezen is verliezen gevoel in Rome, maar je wil ook niet dat alles op elkaar begint te lijken dus te veel barok op één dag is ook niet goed. Ik laat het meestal allemaal wat op mij af komen en afhankelijk van de openingsuren lukt het ons wel of niet om een bepaalde kerk binnen te stappen.
Genoeg kerken voor nu dus. Tijd voor wat mooie straatjes. Eén daarvan is de Via Giulia, dat blijkbaar vaak in films wordt gebruikt. Wij liepen door een lege straat, duidelijk nog niet zo bekend bij het grote publiek.
Links: Via Giulia. Rechts: Palazzo Ricci met 16de eeuwse fresco schilderingen.
Duik even een zijstraat van de Via Giulia in en daar vind je in een klein rijhuis de gelateria Neve di Latti. Je loopt er echt zo voorbij. Maar dit was zonder twijfel het beste ijs van de vakantie, en dat is een hoge lat om te halen.
Uiteindelijk kwamen we zo uit op het Campo de Fiori, het marktplein, waar de markt aan het afronden was en waar het standbeeld van Giordano Bruno, de filosoof die hier de doodstraf kreeg – zoals zovelen anderen -, ons aanstaarde.
Links: Campo de Fiori. Rechts: Sant’ Andrea della Valle
Op de Corso Vittoria Emmanuelle II staat een grote basiliek: de Sant’ Andrea della Valle. Niet zo speciaal volgens de reisgidsen, maar ik herinnerde mij deze kerk nog van 10 jaar geleden. Een mooie barokke koepel met eerder aardse tinten en kleuren wat zorgt voor een mooi licht vanbinnen. En deze kerk is echt gigantisch.
Laatste stop voor vandaag: Area Sacra del Largo Argentina. Dit is een stuk Romeinse opgravingen waar je de restanten van vier Romeinse tempels vindt en het theater van Pompeius. En dat zou de plek zijn waar Julius Caesar door de Senaat met messteken werd vermoord in maart 44 v. Chr. Helemaal zeker zijn we niet van de plaats delict, maar dit is de dichtste gok. Vandaag doet dit plekje in Rome dienst als kattenasiel. Zij lopen er tussen de brokstukken rond. Dit is dus ook één van mijn favoriete plekken :).
Tegen de avond namen we de metro naar de wijk Testaccio buiten het centrum. Dat is een opkomende wijk met veel street art en leuke eetplekken. Wij spotten er de Jumping Wolf van onze Gentse ROA, maar verder wil ik er bij daglicht nog terug naartoe. We aten bij Felice a Testacchio aan het laatste niet gereserveerde tafeltje. Felice zou de beste Cacio e Pepe pasta van de stad hebben en damn, het was echt heel lekker. Aanrader, maar reserveren is dus de boodschap. Dit is zo’n plek waar je echt tussen de locals dineert.
Links: Jumping wolf, ROA. Rechts: Felice a Testacchio.
Et voila, zo kwam onze tweede dag ten einde in Rome.
Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.
April voelt voor mij altijd een beetje als een nieuw begin. En zeker na die ziekelijke maand maart deed de lente en stap voor stap terug buiten komen echt deugd!
Begin april was hier nog rustig, ik moet toegeven dat ik nog wekenlang heel moe ben geweest van de griep. Toen ik bij de dokter kwam voor mijn rug vroeg ik of dat normaal was. En die bevestigde dat. Momenteel gaat het weer iets beter. Over mijn rug gesproken: ik ben na ziek te zijn terug helemaal hervallen qua lage rugpijn en voorlopig probeer ik met de kine weer op te bouwen (zonder succes helaas, project gezondheid zit ook deze maand nog niet top 🙈).
Het lief liep deze maand net als elke man tussen de 25 en de 45 zonder dikke auto of minnares 😅 een marathon (het was marathon in Gent, Parijs, Rotterdam en Londen en wie dat te veel vond kon de 10 Miles lopen), maar zijn keuze viel samen met enkele andere collega’s op het EK marathon van Brussel naar Leuven. Zijn voorbereiding was niet top en dus werd vooral aankomen het doel, wat ook is gelukt.
Ik ging heel de dag supporteren met enkele collega’s en wow, massa events in Leuven zijn altijd de max – denk aan het WK wielrennen in 2021 of het WK gravel van vorig jaar – maar opnieuw was Leuven zo zalig hartverwarmend. Zo veel volk op de been, zo’n sfeer! Wij riepen op iedereen die passeerde en nadien op elke vrouw omdat er gewoon te veel volk tegelijk passeerde. We hadden een apérosnackbar om al dat roepen te compenseren en het was zalig weer. Eén loopster kwam ons zelfs achteraf bedanken voor de vele aanmoedigingen <3. Geslaagde dag, maar ik bleek even moe als het lief ’s avonds want uren staan supporteren is zot vermoeiend.
Ik ging deze maand ook een aantal keer lekker eten, onder andere in Fellini in Leuven met een vriend en in Baracca (ook Leuven) met het lief voor ons twee jaar samenwonen.
Baracca
Het verlengde paasweekend bracht ons naar Antwerpen: we wilden heel graag de expo ‘Nachtreis’ van Hans Op De Beeck meepikken in het KMSKA. De museumpas to the rescue dus en ik moet eerlijk toegeven dat ik schrik had voor het volk, want het KMSKA is altijd druk, zeker in het weekend. Dat bleek reuze mee te vallen. In de expo was het redelijk druk, maar er is veel plaats om rond te lopen (ik hou van de exporuimte van het KMSKA, die heeft zoveel mogelijkheden qua inrichting). In de rest van het museum was het zelfs extreem rustig (ik wou nog graag de Artemisia en Dali eens opnieuw zien).
Links: een leeg KMSKA. Rechts: de heilige Catherina van Artemisia <3.
Nachtreis was echt een fijne ervaring. Op De Beeck creëert zijn eigen grijze wereld met veel oog voor detail. Het snijdt allemaal niet zo diep, maar dat hoeft niet altijd met kunst vind ik.
In de namiddag doken we nog even het museum Maeyer Van Den Bergh binnen dat na deze maand sluit voor restauratiewerken tot in 2029. Ik was er nog nooit geweest en er hangt vooral veel Breughel. Leuk klein museum, maar je merkt wel dat er opknapwerken nodig zijn om het wat te moderniseren (het was er nu al snikheet en het was koud buiten).
Foto’s: Maeyer Van Den Bergh, benieuwd hoe ze het gaan restaureren.
En vorig weekend konden we dan eindelijk ons terras tegelen! Hard naar uitgekeken want door het mooie weer wil ik graag buiten zitten en buiten werken, maar dat kon nog niet. Nu moeten we de tegels nog inwassen en alles afwerken en begin juni komen de tuinmeubelen.
We boekten ook onze roadtrip naar Zuid-Engeland voor augustus en het lief kreeg te horen dat hij mag gaan spreken op een developersconferentie in Lissabon in september, dus dat wordt nog een tripje om te plannen. Al bij al was het dus een prima maand!
Gelezen
Er werd in april terug heel wat gelezen:
The Cornish witch van Elena Collins was een lekker tussendoor boek voor op de trein over een jonge vrouw, Meghan, die naar een dorpje in Cornwall trekt en daar ontdekt dat de geest van een heks mannen doodt met een kus. We leren ook Susannah en haar dochter kennen die in de 16de eeuw in datzelfde dorpje woonden.
The queen of four kingdoms van Princess Michael Of Kent is een boek van de hand van één van de leden van het Engelse koningshuis over Yolanda Van Aragon. Zij speelde een belangrijke rol tijdens de Honderdjarige oorlog en was ook mecenas van Jeanne d’Arc. Een typisch boek voor mij dit :).
The sirens (vertaald als De sirenen) van Emilia Hart. Emilia Hart is bekend van ‘Weyward’ en zet hier opnieuw een fantastisch feministisch boek neer over twee generaties zussen die een vreemde huidziekte hebben en heel wat familiegeheimen ontdekken. Aanrader, je moet er wel tegen kunnen dat alle mannen door en door slecht zijn in haar boeken.
The mourning necklace van Kate Foster vertelt het verhaal van Maggie Dickson die wakker werd in haar eigen doodskist omdat ze haar ophanging overleefde. Een waargebeurd verhaal uit 18de eeuws Schotland. Maggie beviel van een kindje dat meteen erna stierf, maar omdat ze niet getrouwd was, werd ze veroordeeld voor kindermoord. En Foster probeert haar verhaal een stem te geven. Ik vond Foster’s vorige boek nog wat beter, maar deze was zeker fijn om te lezen.
The women (vertaald als ‘De vergeten vrouwen’) van Kristin Hannah. Hannah is een super bekende auteur en vertelt hier het verhaal van de vele verpleegsters die naar de Vietnaamoorlog gingen en bij hun terugkomst genegeerd werden. Mooi thema, jammer genoeg is het zo melodramatisch uitgewerkt dat ik soms echt moest oogrollen bij alles wat Frankie meemaakte of deed. Vooral de vele mannen die voor haar voeten vallen… Ik denk dat ik wel klaar ben met Kristin Hannah, gewoon niet zo mijn ding.
Hoe was jouw april? Heb/had jij leuke plannen dit 1-mei weekend?
Het overviel me plots aan het begin van de maand: eind april wonen we twee jaar in ons huis. Het huis waar ik zelf zoveel jaren mee aan heb gebouwd (letterlijk dan, zoek gerust even op blogs rond Project Huis). En voor wie dit soort clichés is beu gehoord, jammer want hier komt ie: wat vliegt de tijd zeg! Ik vind het eigenlijk ongelofelijk dat we hier al twee zomers en twee winters hebben doorgebracht.
En toch voelt dat allemaal zo normaal. Zo gewoon. Ik voel me hier echt thuis en heb mijn draai gevonden. Zijn er dingen die ik een volgende keer anders zou indelen? Ongetwijfeld, maar heel veel heb ik nog niets gemist. Je begint na twee jaar wel te merken dat je sommige dingen wat harder moet kuisen al eens, of moet repareren. En er zijn nog zaken niet af: niet elke ruimte is volledig geverfd en er missen nog (definitieve) meubels op bepaalde plekken. Momenteel is de focus ook verlegt naar de tuin en het terras, en we hebben pas sinds afgelopen winter een deftige oprit. Dus nog werk genoeg!
Na twee jaar stelt gelukkig niemand nog de vraag hoe dat samenwonen bevalt, maar die eerste maanden heb ik die vraag zo vaak gekregen, haha :D. Gelukkig wisten het lief en ik dat we redelijk goed dingen samen kunnen doen: we werken samen en hebben samen gebouwd (allez ja, behalve in het financiële aspect). Dus dan kan de relatie wel wat aan. Dus dat samenwonen is eigenlijk meteen in zijn plooi gevallen. En voor het lief was verhuizen van de stad naar het platteland ook wel echt een verademing.
De eerste maanden had ik wel een serieuze terugslag door alle stress van bouwen en verhuizen. Dat heb ik wel even gevoeld moet ik zeggen. Maar dat is uiteraard van de baan. Al krijg ik niet meteen goesting om het allemaal nog eens te doen, haha. Mocht ik ooit een buitenverblijfje willen (ge weet nooit dat ik eens de jackpot win), ga ik toch voor iets dat al helemaal af is ;).
Uiteindelijk heb ik vooral geleerd dat je niet veel nodig hebt om van een huis een thuis te maken: het juiste gezelschap en vooral de nodige fysieke en mentale ruimte om jezelf te kunnen zijn. En dat kan ik heel mooi van mijn lijstje afvinken.
In augustus 2023 trokken het lief en ik voor onze zomervakantie niet naar de zon, maar naar (Noord)-Ierland – waar we alle seizoenen meemaakten. Vliegen deden we op Dublin, waar we het even verkenden, om daarna door te reizen naar Belfast om het woelige verleden van Noord-Ierland en de prachtige natuur te ontdekken.
Met het Titanic Quarter en het Cathedral Quarter hebben we al twee toeristische wijken uit de stad bezocht. Vandaag neem ik jullie mee naar de derde wijk waar heel wat te beleven valt: het Queen’s Quarter. Maar eerst starten we met het hart van de stad: de City Hall.
City Hall
De City Hall is misschien wel het meest indrukwekkende gebouw uit het centrum van Belfast.Je vindt het op Donegall Square en het gebouw dateert van 1906.
City Hall by night
Er zijn meerdere manieren om het gebouw te bezoeken. Op de benedenverdieping is een gratis tentoonstelling over de geschiedenis van Belfast en Noord-Ierland. Die expo bezochten wij. Daarnaast kan je een betalende tour van het gebouw boeken waarmee je ook de bovenverdieping aandoet. Op het moment dat wij er waren was er een evenement en dus was de boven in gebruik.
De expo is verdeeld over verschillende kleine kamers en is tegelijk heel gedetailleerd en toch voldoende algemeen. De geschiedenis van de stad komt aan bod van het ontstaan tot halverwege de 20ste eeuw. Over The Troubles is er enkel één witte kamer met getuigenissen. En dat vond ik jammer, want ik had net gehoopt om over deze woelige periode meer te leren. Maar ook als lokale overheid is het blijkbaar niet gemakkelijk om daar objectief over te berichten in deze tijd.
Het gebouw is wel echt een pareltje met prachtige neoclassicistische koepels, glas-in-loodramen en een grote statige trap. Zo’n rondleiding lijkt me dus zeker fijn en staat voor een volgende keer op het programma.
Rond de City Hall is een mooie tuin, met ook een plek voor de Titanic Memorial Garden, waar de namen van alle slachtoffers van de ramp te vinden zijn.
Titanic memorial garden
St. George’s market
Ietwat verderop vind je St. George’s market een overdekte markthal die enkel vrijdag en in het weekend open is en waar zowel eetkramen als eerder creatieve winkeltjes te vinden zijn. Wij waren er tijdens de craft market en ik noem dat een hipster markt met allemaal kunstenaars of artisanale bakkers/koks die hun creaties aan de man brengen.
Wij konden er maar even blijven en dat vond ik enorm jammer want ik vond dit is een geweldige plek. Aangezien de markthal enkel in het weekend open is, konden we ook niet meer teruggaan. Ik kocht er een kussensloop met een vos op (nog steeds mijn favoriet) en enkele kaartjes.
Op naar queen’s quarter nu. Dat is een eindje stappen richting het zuiden van de stad. Je komt dan door wat straten die wat meer verloederd zijn, maar het queen’s quarter, genaamd naar The Queen’s university, is zeker wel hip te noemen.
Botanic gardens
Eerste stop: de botanic gardens, een groot park met een enkele serres, waaronder het befaamde palm house, dat toe was op een zondag. De zon scheen ondertussen volop en ik voelde me in deze stad helemaal thuis, zoals je kan zien ;).
Palm house van de botanic gardens
Het park heeft ook een mooie Engels ingerichte rose garden. Daarnaast is er een speeltuin voor de kinderen.
Rose garden in de botanic gardens
Van in het park kan je ook naar het Ulster museum, het grootste museum van de stad. Ulster is één van de vier oorspronkelijke provincies van Ierland en de naam van de regio die je nu zou kunnen gelijkstellen met Noord-Ierland. Het museum is zoals zoveel staatsmusea in de UK gratiste bezoeken.
Het museum is opgedeeld uit verschillende verdiepingen, elke verdieping heeft zijn eigenheid. Zo vindt je op de benedenverdieping geschiedkundige informatie over The Troubles (wat ik niet vond in de City Hall, vond ik hier dus wel), zijn er een aantal natuurkundige verdiepingen (met opgezette dieren en skeletten enzo), en op de bovenste verdieping hangt kunst. Een alles-in-één museum dus.
Links: The Troubles poster. Rechts: op veel plekken was er een varieteit aan spullen bij elkaar gezet :).
Ik vond de akoestiek er wel luid (er liepen ook veel kinderen rond), dus wij deden het stukje over The Troubles en zochten (en vonden) dan de rust bij de kunst. Het is wel echt een heel mooi modern museum, alleen was door de grootte van het aanbod onze focus wat zoek. Wij hadden die dag ook al heel wat gezien, dus we besloten niet te lang te blijven.
Queen’s university
Op de terugweg passeerden we nog langs Queen’s university, de onafhankelijke universiteit. Het Lanyon gebouw staat er al sinds begin 19de eeuw en is geïnspireerd op gebouwen uit het Tudortijdperk. De gotische kapel doet dan weer denken aan St. George’s chapel uit Windsor.
De kapel
Ik zou hier wel kunnen studeren! The Queen’s university heeft zich afgesplitst van de Ierse universiteit na de onafhankelijkheid van Ierland in 1908.
Et voila, de botanic gardens, het Ulster museum en Queen’s university maken van Queen’s quarter een fijne wijk om te bezoeken tijdens je citytrip. Al ben je op een halve dag wel rond. Er zijn ook nog heel wat leuke studentikoze bars te vinden met democratische prijzen. Opnieuw: ik zou hier wel kunnen studeren.
Stilaan werd het tijd om ook eens het minder toeristische deel van de stad te zien, maar dat is voor een volgende keer!
Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.
Het is een zoektocht die me al een hele tijd bezig houdt. Na de verhuis, deze maand maar liefst al twee(!) jaar geleden, ging ik eindelijk meer vrije tijd hebben om ’s avonds en in het weekend tijd te besteden aan leuke dingen. En eerlijk is eerlijk: in het weekend lukt dat nog best aardig. Er zijn voldoende weekends dat we iets leuks plannen, of die ik in huis doorbreng met momenten voor mezelf. Maar die avonden, dat schiet niet op.
Ik werk 40u per week, dagen van 8u dus. Als ik daarbij de pendeltijd en de moetjes van de avond optel (koken, opruimen, douchen en een avondroutine, en tegenwoordig ook oefeningen van de kine) heb ik grofweg per avond nog zo’n 2 à 2,5 uur vrij te besteden. Op maandag en dinsdag gaat daar een uur van naar de dansles. Die avonden reken ik dat als mijn hobby en kan ik daarnaast hoogstens nog een paar pagina’s in een boek lezen – wat op zich prima is.
Maar in de praktijk merk ik dat die avonden voorbij razen. De tijd gaat op aan scrollen op mijn telefoon en te veel tv kijken. En dat is iets dat ik al even wil veranderen. Maar ik ben vaak moe ’s avonds en dan lonkt de zetel en het bakske van de tv.
De vraag is: wat wil ik juist doen in die ‘vrije tijd’ ’s avonds? De enige hobby waar ik consequent tijd voor kan maken is lezen: ik probeer zoveel mogelijk avonden minstens een half uurtje te lezen en dat lukt zeker 5 à 6 dagen van de week. De avonden dat ik dan iets anders doe en niet ‘kan’ lezen, voel ik ook meteen een soort schuldgevoel dat ik niet gelezen heb.
En dat is ook net het probleem: er zijn zoveel opties om ’s avonds te doen, dat ik eigenlijk freeze tijdens het nadenken en dan maar voor de makkelijke optie kies: scrollen of tv kijken. Alsof je aan een ijskraam staat met zoveel smaken en dat je na even nadenken je goesting in een ijsje hebt verloren.
Bij Kathleen las ik over hoe zij haar vrije tijd plant. En dat vond ik dus wel inspirerend. Want als ik op voorhand beslis wat ik wanneer ga doen, kan ik die keuzestress misschien elimineren. Klinkt logisch, niet?
Maar hier zit ik weer op een vrije dinsdagavond (het is geen dansles want paasvakantie) niet goed wetende wat ik zou kunnen doen. En dus ben ik maar beginnen bloggen over dit alles :D. Met de ambitie om mezelf nu echt eens voor te nemen mijn avonden meer te plannen. En schuiven kan altijd, maar last-minute beslissen? Dat blijkt minder mijn specialiteit.
Hoe zorg jij dat je voldoende tijd maakt voor hobby’s? Of hoe plan jij je avonden? Kom maar op met die tips, ik heb ze nodig!
Ik zou mezelf nooit echt een keukenprinses noemen, verre van zelfs. Maar ik vind het wel belangrijk om zoveel mogelijk vers te eten. Niet alleen voor de gezondheid, maar ook om een zekere regelmaat, een routine, te bekomen. Ik probeer elk weekend een weekmenu in elkaar te flansen en eigenlijk vind ik dat een vervelend taakje. Maar ik probeer er telkens wel bewust nieuwe recepten in te stoppen met voldoende variatie. Libelle lekker is daarbij voorlopig mijn beste vriend.
Ik dacht dat het wel fijn was om de recepten op te lijsten die hier wel eens vaker op tafel komen. Dat deed ik al een keer in deze post, en nu is het dus tijd voor een vervolg.
Wij eten trouwens zoveel mogelijk vegetarisch, af en toe vegan, ongeveer één keer per week vlees en nooit vis. Just so you know ;).
Canneloni met spinazie en ricotta: zo zo simpel en volledig vegetarisch! Voldoende nootmuskaat en peper gebruiken. En heel veel spinazie, zodat je meteen een bron van vitaminen binnen hebt! Ik gebruik al eens arabiatta tomatensaus voor wat extra pit.
Orzo met witte bonen, wortel en tomaat en vlees of veggieballetjes: Gebaseerd op dit recept, maar met vermicelli vind ik dit moeilijk mengen, dus blijkt orzo (Griekse pasta) de ideale oplossing. Ik vind dit geen one-pot-pasta want ik kook de pasta dus in een andere pot 😅. Ook lekker met falafal of groenteballetjes, of gebruik grote gehaktballen in plaats van soepballetjes. Wortel, witte bonen en tomaat blijkt een lekkere en voedzame combo!
Het meest gemaakte recept hier thuis is een vegan curry: kokosmelk en dan een boel groenten. Meestal met ui, aubergine, courgette, paprika, peulvruchten (bv. kikkererwten of edamame) en in de herfst/winter wat pompoen. Met een chilipeper als ik dat nog in huis heb. En dan goed kruiden met currypoeder en gember of een currypasta uit de winkel. Lekker met rijst, pasta of noedels. Ik combineer hier naar hartelust, deze is altijd goed voor de buik en voor de vitamientjes ;).
In zomer vul ik al eens traybake met veel zoete aardappel, een paprika, een ui, een courgette en een aubergine. En dan wat groenteballetjes erbij. Wat snijwerk, maar daarna gewoon een half uur de oven in en je kan ondertussen iets anders doen. Wat feta of mozzarella er nog over en smullen maar.
Een echte lasagne maak ik nooit, ik vind bechamelsaus best veel gedoe om te maken en het is ook niet zo goed voor mijn darmen. Mijn alternatief is deze witte lasagne. Het recept is koemelk- en glutenvrij, maar ik pas het wel wat aan. Zo gebruik ik geen geitenkaas en vervang ik de plantaardige room wel door echte room (maar met mate ;)). De combinatie courgette, ricotta, gehakt en pasta vind ik geslaagd.
Dit Hello Fresh recept (ik bestel er nooit, maar kijk soms dus wel naar de recepten :)) is een ideale manier om prei en tomaten kwijt te kunnen. En een heerlijk vullende ovenschotel, daar zegt niemand neen tegen toch?
In april 2024 trokken Leen en ik naar de Italiaanse stad Napels voor onze jaarlijkse citytrip. Napels wordt ook wel de buik van Italië genoemd, ze zijn er blijkbaar zot van kerststallen en er is altijd wel ergens een hoek van waaruit de Vesuvius opdoemt. Napels is veelzijdig, Napels is luid, Napels is vuil en Napels voelt nog heel echt. Het werd een fijne kennismaking met deze zonnige stad.
We sliepen in een Airbnb midden in Quartieri Spagnoli, letterlijk de Spaanse wijk. De wijk ligt tussen de drukke winkelstraat Toledo en de berg Vomero. Het is een aaneenschakeling van smalle straatjes waar net wel een auto door kan (ook dat is Italië).
De wijk dateert van de 16de eeuw toen Napels in handen was van de Spanjaarden en dit werd de plek om de Spaanse soldaten en hun families te huisvesten. Nadien werd het er minder gezellig: er heerste veel criminaliteit en armoede. En vandaag heeft de wijk daardoor nog steeds een slechte reputatie. Maar niets is minder waar: het is een zeer kleurrijke levendige wijk waar je je nog echt tussen de locals wandelt en er zitten veel lekkere goedkope restaurants en leuke barretjes.
De bekendste en misschien zelfs enige echte bezienswaardigheden zijn de Maradona murals. Twee megagrote street art tekeningen van Diego Maradona, de lokale held die voor altijd het rugnummer 10 krijgt toebedeeld. Op de plek van de murals is het constant druk, met kraampjes die truitjes en andere gadgets verkopen. Er wordt drank verkocht en er speelt voortdurend muziek. Het is een soort modern bedevaartsoord voor voetbalfans eigenlijk.
Sowieso vind je in de hele Spaanse wijk veel verwijzingen naar voetbal. Van murals, blauw-witte vlaggen tot kartonnen borden van spelers, of verwijzingen naar het aantal keer dat Napels al Italiaanse kampioen is geweest (3).
Nog leuk en typisch: de kleine barretjes die her en der opduiken en de meest zotte Spritz drankjes aanbieden aan belachelijke prijzen, ook soms in voetbalthema. En dan heb je nog de duizenden brommers die door de straten gieren en luid toeteren. Je moet soms echt uit de weg springen. Ik begrijp niet dat hier zo weinig ongevallen gebeuren want het is er soms gewoonweg gevaarlijk. De brommers staan ook her en der geparkeerd. Echte Italiaanse chaos.
Ik zou dus zeker wat tijd nemen om kriskras door de straatjes van deze wijk te wandelen en het lokale leven te ontdekken. Er zijn ook veel kleine lokale winkeltjes om inkopen te doen en je kan er dus lekker en goedkoop eten. Een aantal van onze aanraders zijn:
Il tempio de Maradona, om de hoek van de murals. Een pizzatent met ongezellig licht en veel te luide muziek. Maar wel met heerlijke Napolitaanse pizza aan spotprijzen
Ciccio Fri ziet eruit als een afhaalrestaurant (en er stoppen ook veel brommers), maar onder een plastieken tent die op straat staat kan je ook een zitplek bemachtigen. Ze hebben hier gefrituurde pizza – zoals de naam doet vermoeden – en als je denkt dat pizza lekker is, probeer dan eens gefrituurde pizza!
Vasceria Locanda is iets hipper, maar heeft heerlijke pasta’s. Voor wie eens iets anders wil dan pizza. Heel lekker gegeten hier!
Pizza en pasta beu? Dan kan je bij Valu Toledo Risotteria genieten van risotto. Ook deze is iets meer gericht op toeristen, maar ik vond het echt wel lekker.
Links: Il Tempio de Maradona, rechts: Ciccio Fri
Ik weet niet of ik er een volgende keer nog zou slapen. Ook ’s nachts is er namelijk best veel lawaai. Maar de Spaanse wijk leeft wel echt en daar genoten wij van mee. Et voila, tot zover de eerste blogpost over Napels.
Ben jij al eens in Napels geweest?
Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.
Maart was niet mijn maand. Eind februari kreeg ik de griep en ik lag ook in maart nog een hele week in bed en het heeft eigenlijk de hele maand geduurd voor de vermoeidheid uit mijn lijf was. Project gezondheid zorgde ook voor nog eens een bezoek aan de tandarts, en ik moest meteen twee keer terug: om eens grondig te poetsen (mijn vorige tandarts was gestopt en ik heb lang op wachtlijsten gestaan) en om een wijsheidstand te laten trekken: het resultaat was anderhalve week pijn aan mijn tandvlees en niet alles kunnen eten. Door ziek te zijn kwam mijn rugpijn ook erg terug en moet ik met de kine nu terug opnieuw opbouwen.
Het spreekt voor zich dat ik – de ongeduld zelve – het had gehad. Ik lag in maart meer in de zetel dan iets anders. Maar gelukkig zijn er toch een paar lichtpuntjes. Ik kroop net als heel blogland terug wat vaker in mijn pen hier. Ik heb echt de flow weer te pakken en dus verscheen er hier elke week wel iets (like in the good old days). En ik heb nog wat ideetjes klaar staan. Vooral de impact van corona beroert nog velen, zo blijkt. Fijn om hier terug wat een communitygevoel te hebben.
Links: veel in de zetel liggen, betekent ook veel lezen. Over dit boek schreef ik deze post. Rechts: laatste lessen van de cursus ‘Spaanse kunstgeschiedenis’ volgen.
Daarnaast ging ik uit eten met een vriendin, met tandpijn weliswaar, maar bon. We namen een verlengd weekend om een dag naar de wellness te gaan. En het laatste weekend van maart was er ons teambuildingsweekend met de collega’s. Nog eens zonder mezelf in de organisatie, waardoor ik veel rustiger was en ook meer energie had voor het feestje ’s avonds dat tot half drie heeft geduurd, maar het uur wisselde dus het was eigenlijk half vier. En ja, dat heb ik de volgende dag gevoeld. Gelukkig was er koers om te kijken om bij in slaap te vallen.
Links: ik leerde blaaspijpschieten tijdens het weekend en ontdekte ook een verborgen talent voor teelbalwerpen. Rechts: lentegevoel.
Er was ook eindelijk wat zon en een eerste lentegevoel en er worden heel wat (reis)plannen gemaakt voor de volgende maanden, ook fijn!
Gelezen
Ik las in februari wel wat boeken uit, maar dat stokte wat in maart. Ook wel door ziek te zijn, door een wat slechter boek en net door een heel mooi boek dat ik bewust traag heb gelezen.
In ‘The queen and the countess‘ van Anne ‘O Brien duiken we de Engelse Rozenoorlogen in vanuit de perspectieven van Margaret Of Anjou en Anne Beauchamp, countess of Warwick. Ik lees graag ‘O Brien’s boeken, maar deze vond ik niet haar beste, wel ok, gewoon niet zo speciaal.
Mere van Danielle Giles is haar debuutroman en ik mocht een recensie-exemplaar lezen. Het gaat over een aantal rampzalige mysterieuze gebeurtenissen in een klooster en over vrouwen die bij elkaar intimiteit zoeken. Ik vond dit geen goed boek, jammer genoeg.
There are rivers in the sky (Er stromen rivieren in de lucht) was mijn eerste Elif Shafak en ik vond het heel mooi en beeldend geschreven. Het gaat over drie personen die het moeilijk hebben, over de liefde voor taal en over diversiteit. Over de gruwel die IS in 2014 een hele gemeenschap heeft aangedaan, over verlies en identiteit. En vooral over water. Aanrader!
Op naar een beter april! Hoe was jouw maand maart?