Geïnspireerd door Leen, kocht ik mezelf in februari ook een analoog wegwerpcameratje (deze van Agfa met ingebouwde flash). De camera kon 27 foto’s nemen, waarvan ik er 22 nam tijdens onze vakantie in Malaga en onlangs nam ik de laatste 5 in Parijs.
Ik ben geen fotografiewonder. Ik ben iemand zonder geduld. Zo’n spiegelreflexcamera met verschillende lenzen en manuele instellingen is niet voor mij weggelegd. Ik maak wel graag foto’s met mijn smartphone – vooral op vakantie – en hoewel ik er dan veel te veel op één dag neem heb ik altijd veel aandacht voor het kader van de foto.
Analoge fotografie is best complex, behalve met zo’n wegwerpcamera. Het enige waarmee je dan bezig moet zijn is het kader: wat ga ik fotograferen en wat plaats ik waar op de foto? Helemaal mijn ding. En de sfeer van zo’n analoge foto met die grain en warme kleuren is gewoon super mooi.
Nu de eerste foto’s binnen zijn, laat ik jullie graag de resultaten zien en koppel ik dat meteen aan enkele lessen.
Les 1: te veel zon in de lens zorgt voor overbelichting
Dat is natuurlijk zo met elke camera, maar een smartphone kan daar vaak nog best oké mee om. Een analoge camera maakt er een zonnevlek van of het geheel wordt te wit. Niet meer doen dus.
Les 2: het kader van de foto is breder dan wat je zelf ziet als je de foto neemt
Een heel belangrijke les voor iemand die belang hecht aan het kader (that’s me). Ik let altijd heel erg op wat de hoeken zijn voor ik een foto neem. En op bovenstaande foto’s was het niet de bedoeling dat het witte busje of de man rechts van de kantelen mee op de foto zou staan. Maar de foto zoomt blijkbaar harder uit dan je ziet.
Dus ik moet leren inschatten dat mijn kader breder is dan wat ik door het schermpje zie. Of ik knip gewoon mijn foto wat bij achteraf ;).
Les 3: de camera stelt scherp op het midden van het midden van de foto
Dat is vooral van belang als je een persoon mee wil fotograferen want de regels van de fotografie zeggen dat je nooit een persoon in het midden moet zetten (1/3de regel), maar dan is die persoon dus ook niet scherp. Bovenstaande foto van mezelf beschouw ik nog als gelukt omdat ik relatief in het midden sta, maar bij andere experimenten met personen aan de zijkant is het resultaat minder goed.
Ook bij het nemen van landschapsfoto’s is het opletten geblazen. Als je centraal een bepaald element wil scherpstellen/uitlichten zoals de foto met de toren links is het resultaat best oké. Bij uitzichtfoto’s zonder centraal element (foto rechts), wordt het geheel vlak en onscherp.
Les 4: je kan er hele mooie sfeervolle plaatjes mee schieten
En dat is het belangrijkste ;). Hieronder mijn favorieten:
Parijs Invader op de Pont Neuf.
Het Alhambra in Granada <3. Er was die dag nogal vlakke grijze lucht jammer genoeg.
De kathedraal van Malaga. Hier zie je goed dat het centrale gedeelte veel scherper is gesteld dan de uithoeken.
Links: Notre Dame in Parijs (weer een arm in het kader omdat het kader breder was dan gedacht ;)). Rechts: enige foto die ik semi-binnen nam in een wat donkere galerij, love it! Ik nam verder nog nooit binnen een foto en al helemaal niet met de flits.
Links: kathedraaltoren met mooie lucht. Rechts: absolute favoriet met veel mooie warme kleuren, de weerspiegeling in het water en de lucht met wolken.
Ga ik nog eens zo’n wegwerpcamera kopen? Absoluut! Ga ik dat nu elke vakantie doen en er altijd mee bezig zijn? Neen. Het is gewoon fijn om er af en toe bewust mee bezig te zijn. In een wereld van AI hypes zoals studio ghibli en barbiepoppen biedt dit een mooi tegenwicht.
Ik plan om er eentje mee te nemen naar onze zomervakantie in Engeland. En ik heb nu wel het gevoel dat ik een goed idee heb van welk type foto’s ik er het best mee kan maken en waar ik op moet letten.
Naar aanleiding van enkele posts die ik op sociale media zag verschijnen – een lijstje met dingen waar ik blij mee ben dat ik ze niet heb of dat ik er geen last van heb. Ik zou hier een hele serieuze lijst van kunnen maken: gezondheidsproblemen, financiële problemen, ingegroeide teennagels… But where’s the fun in that? 🙂
In november 2023 kreeg het lief een tripje naar Rome cadeau van het werk (voor zijn 10de werkverjaardag), als collega en lief had ik zelf de trip in elkaar mogen steken. En man, wat was ik vergeten hoe een geweldige stad Rome was! Ja, het is er altijd druk, ook in november, maar je kan heel snel weer de hoek om een rustig straatje inwandelen waar je alleen bent. Ook dat is Rome.
In de voormiddag bezochten we het Palazzo Barberini en lunchten we in de buurt van het Piazza del Popolo. In de namiddag stapten we naar beneden langs het mausoleum van Augustus naar de Tiber tot aan de Ponte Umberto I, mijn favoriete brug en uitzicht in Rome.
Mooi hé? Ik vind het zicht op de Sint-Pietersbasiliek hier gewoonweg prachtig. Het Castel Sant Angelo zat deze keer verscholen achter de bomen rechts. Het Vaticaan stond voor de volgende dag op het programma, dus we keerden terug richting de stad.
Naar het piazza Navona. Het mooiste plein van de stad aangelegd in de 17de eeuw in opdracht van de Pamphili paus, Innocentus X, wiens paleis nog steeds aan dit plein staat. Het plein ligt bovenop de Romeinse site van het stadium van Domitianus, vandaar de ovale vorm. Het is een barokplein met als blikvangers de vierstromenfontein van Bernini en de kerk Sant Agnese in Agone van Borromini.
Links: Piazza Navona. Rechts: Sant Agnese in Agone, Borromini’s meesterwerk.
Spring zeker de kerk even binnen als die open is, de Sant Agnese heeft één van de mooiste barokke koepels van de stad. In de buurt van het Piazza Navona vind je veel kerken die de moeite zijn. Onze reisgids stelde er een aantal voor, en we kozen uiteindelijk voor de San Luigi dei Francesci.
Deze barokke kerk is vooral bekend omdat er een drieluik van werken van Caravaggio hangt in één van de zijkapellen. Het gaat om drie scènes uit het leven van Mattheus. De entree is gratis, maar het is heel druk bij de kapel, dus bewonder ook zeker even de rest van de kerk die vooral met veel bladgoud is bedekt.
Caravaggio in de San Luigi dei Francesci
En dan nog één kerk om het af te leren: de Santa Maria della pace heeft een wat vreemde neoclassicistische ingang en is niet zo groot, maar het klinkt van de grote namen: het altaar van Maderno, de Chigi kapel met een werk van Rafaël en ook een werk van Orazio Gentileschi, de papa van Artemisia en een Caravaggist. Als grote Artemisia fan was dat eigenlijk de reden dat ik er binnen stapte. En daardoor misten we zelfs de Rafaël, kan gebeuren hé.
Links: Santa Maria della pace. Rechts het werk van Orazio Gentileschi.
Qua kerken heb ik altijd een beetje een kiezen is verliezen gevoel in Rome, maar je wil ook niet dat alles op elkaar begint te lijken dus te veel barok op één dag is ook niet goed. Ik laat het meestal allemaal wat op mij af komen en afhankelijk van de openingsuren lukt het ons wel of niet om een bepaalde kerk binnen te stappen.
Genoeg kerken voor nu dus. Tijd voor wat mooie straatjes. Eén daarvan is de Via Giulia, dat blijkbaar vaak in films wordt gebruikt. Wij liepen door een lege straat, duidelijk nog niet zo bekend bij het grote publiek.
Links: Via Giulia. Rechts: Palazzo Ricci met 16de eeuwse fresco schilderingen.
Duik even een zijstraat van de Via Giulia in en daar vind je in een klein rijhuis de gelateria Neve di Latti. Je loopt er echt zo voorbij. Maar dit was zonder twijfel het beste ijs van de vakantie, en dat is een hoge lat om te halen.
Uiteindelijk kwamen we zo uit op het Campo de Fiori, het marktplein, waar de markt aan het afronden was en waar het standbeeld van Giordano Bruno, de filosoof die hier de doodstraf kreeg – zoals zovelen anderen -, ons aanstaarde.
Links: Campo de Fiori. Rechts: Sant’ Andrea della Valle
Op de Corso Vittoria Emmanuelle II staat een grote basiliek: de Sant’ Andrea della Valle. Niet zo speciaal volgens de reisgidsen, maar ik herinnerde mij deze kerk nog van 10 jaar geleden. Een mooie barokke koepel met eerder aardse tinten en kleuren wat zorgt voor een mooi licht vanbinnen. En deze kerk is echt gigantisch.
Laatste stop voor vandaag: Area Sacra del Largo Argentina. Dit is een stuk Romeinse opgravingen waar je de restanten van vier Romeinse tempels vindt en het theater van Pompeius. En dat zou de plek zijn waar Julius Caesar door de Senaat met messteken werd vermoord in maart 44 v. Chr. Helemaal zeker zijn we niet van de plaats delict, maar dit is de dichtste gok. Vandaag doet dit plekje in Rome dienst als kattenasiel. Zij lopen er tussen de brokstukken rond. Dit is dus ook één van mijn favoriete plekken :).
Tegen de avond namen we de metro naar de wijk Testaccio buiten het centrum. Dat is een opkomende wijk met veel street art en leuke eetplekken. Wij spotten er de Jumping Wolf van onze Gentse ROA, maar verder wil ik er bij daglicht nog terug naartoe. We aten bij Felice a Testacchio aan het laatste niet gereserveerde tafeltje. Felice zou de beste Cacio e Pepe pasta van de stad hebben en damn, het was echt heel lekker. Aanrader, maar reserveren is dus de boodschap. Dit is zo’n plek waar je echt tussen de locals dineert.
Links: Jumping wolf, ROA. Rechts: Felice a Testacchio.
Et voila, zo kwam onze tweede dag ten einde in Rome.
Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.
April voelt voor mij altijd een beetje als een nieuw begin. En zeker na die ziekelijke maand maart deed de lente en stap voor stap terug buiten komen echt deugd!
Begin april was hier nog rustig, ik moet toegeven dat ik nog wekenlang heel moe ben geweest van de griep. Toen ik bij de dokter kwam voor mijn rug vroeg ik of dat normaal was. En die bevestigde dat. Momenteel gaat het weer iets beter. Over mijn rug gesproken: ik ben na ziek te zijn terug helemaal hervallen qua lage rugpijn en voorlopig probeer ik met de kine weer op te bouwen (zonder succes helaas, project gezondheid zit ook deze maand nog niet top 🙈).
Het lief liep deze maand net als elke man tussen de 25 en de 45 zonder dikke auto of minnares 😅 een marathon (het was marathon in Gent, Parijs, Rotterdam en Londen en wie dat te veel vond kon de 10 Miles lopen), maar zijn keuze viel samen met enkele andere collega’s op het EK marathon van Brussel naar Leuven. Zijn voorbereiding was niet top en dus werd vooral aankomen het doel, wat ook is gelukt.
Ik ging heel de dag supporteren met enkele collega’s en wow, massa events in Leuven zijn altijd de max – denk aan het WK wielrennen in 2021 of het WK gravel van vorig jaar – maar opnieuw was Leuven zo zalig hartverwarmend. Zo veel volk op de been, zo’n sfeer! Wij riepen op iedereen die passeerde en nadien op elke vrouw omdat er gewoon te veel volk tegelijk passeerde. We hadden een apérosnackbar om al dat roepen te compenseren en het was zalig weer. Eén loopster kwam ons zelfs achteraf bedanken voor de vele aanmoedigingen <3. Geslaagde dag, maar ik bleek even moe als het lief ’s avonds want uren staan supporteren is zot vermoeiend.
Ik ging deze maand ook een aantal keer lekker eten, onder andere in Fellini in Leuven met een vriend en in Baracca (ook Leuven) met het lief voor ons twee jaar samenwonen.
Baracca
Het verlengde paasweekend bracht ons naar Antwerpen: we wilden heel graag de expo ‘Nachtreis’ van Hans Op De Beeck meepikken in het KMSKA. De museumpas to the rescue dus en ik moet eerlijk toegeven dat ik schrik had voor het volk, want het KMSKA is altijd druk, zeker in het weekend. Dat bleek reuze mee te vallen. In de expo was het redelijk druk, maar er is veel plaats om rond te lopen (ik hou van de exporuimte van het KMSKA, die heeft zoveel mogelijkheden qua inrichting). In de rest van het museum was het zelfs extreem rustig (ik wou nog graag de Artemisia en Dali eens opnieuw zien).
Links: een leeg KMSKA. Rechts: de heilige Catherina van Artemisia <3.
Nachtreis was echt een fijne ervaring. Op De Beeck creëert zijn eigen grijze wereld met veel oog voor detail. Het snijdt allemaal niet zo diep, maar dat hoeft niet altijd met kunst vind ik.
In de namiddag doken we nog even het museum Maeyer Van Den Bergh binnen dat na deze maand sluit voor restauratiewerken tot in 2029. Ik was er nog nooit geweest en er hangt vooral veel Breughel. Leuk klein museum, maar je merkt wel dat er opknapwerken nodig zijn om het wat te moderniseren (het was er nu al snikheet en het was koud buiten).
Foto’s: Maeyer Van Den Bergh, benieuwd hoe ze het gaan restaureren.
En vorig weekend konden we dan eindelijk ons terras tegelen! Hard naar uitgekeken want door het mooie weer wil ik graag buiten zitten en buiten werken, maar dat kon nog niet. Nu moeten we de tegels nog inwassen en alles afwerken en begin juni komen de tuinmeubelen.
We boekten ook onze roadtrip naar Zuid-Engeland voor augustus en het lief kreeg te horen dat hij mag gaan spreken op een developersconferentie in Lissabon in september, dus dat wordt nog een tripje om te plannen. Al bij al was het dus een prima maand!
Gelezen
Er werd in april terug heel wat gelezen:
The Cornish witch van Elena Collins was een lekker tussendoor boek voor op de trein over een jonge vrouw, Meghan, die naar een dorpje in Cornwall trekt en daar ontdekt dat de geest van een heks mannen doodt met een kus. We leren ook Susannah en haar dochter kennen die in de 16de eeuw in datzelfde dorpje woonden.
The queen of four kingdoms van Princess Michael Of Kent is een boek van de hand van één van de leden van het Engelse koningshuis over Yolanda Van Aragon. Zij speelde een belangrijke rol tijdens de Honderdjarige oorlog en was ook mecenas van Jeanne d’Arc. Een typisch boek voor mij dit :).
The sirens (vertaald als De sirenen) van Emilia Hart. Emilia Hart is bekend van ‘Weyward’ en zet hier opnieuw een fantastisch feministisch boek neer over twee generaties zussen die een vreemde huidziekte hebben en heel wat familiegeheimen ontdekken. Aanrader, je moet er wel tegen kunnen dat alle mannen door en door slecht zijn in haar boeken.
The mourning necklace van Kate Foster vertelt het verhaal van Maggie Dickson die wakker werd in haar eigen doodskist omdat ze haar ophanging overleefde. Een waargebeurd verhaal uit 18de eeuws Schotland. Maggie beviel van een kindje dat meteen erna stierf, maar omdat ze niet getrouwd was, werd ze veroordeeld voor kindermoord. En Foster probeert haar verhaal een stem te geven. Ik vond Foster’s vorige boek nog wat beter, maar deze was zeker fijn om te lezen.
The women (vertaald als ‘De vergeten vrouwen’) van Kristin Hannah. Hannah is een super bekende auteur en vertelt hier het verhaal van de vele verpleegsters die naar de Vietnaamoorlog gingen en bij hun terugkomst genegeerd werden. Mooi thema, jammer genoeg is het zo melodramatisch uitgewerkt dat ik soms echt moest oogrollen bij alles wat Frankie meemaakte of deed. Vooral de vele mannen die voor haar voeten vallen… Ik denk dat ik wel klaar ben met Kristin Hannah, gewoon niet zo mijn ding.
Hoe was jouw april? Heb/had jij leuke plannen dit 1-mei weekend?
Het overviel me plots aan het begin van de maand: eind april wonen we twee jaar in ons huis. Het huis waar ik zelf zoveel jaren mee aan heb gebouwd (letterlijk dan, zoek gerust even op blogs rond Project Huis). En voor wie dit soort clichés is beu gehoord, jammer want hier komt ie: wat vliegt de tijd zeg! Ik vind het eigenlijk ongelofelijk dat we hier al twee zomers en twee winters hebben doorgebracht.
En toch voelt dat allemaal zo normaal. Zo gewoon. Ik voel me hier echt thuis en heb mijn draai gevonden. Zijn er dingen die ik een volgende keer anders zou indelen? Ongetwijfeld, maar heel veel heb ik nog niets gemist. Je begint na twee jaar wel te merken dat je sommige dingen wat harder moet kuisen al eens, of moet repareren. En er zijn nog zaken niet af: niet elke ruimte is volledig geverfd en er missen nog (definitieve) meubels op bepaalde plekken. Momenteel is de focus ook verlegt naar de tuin en het terras, en we hebben pas sinds afgelopen winter een deftige oprit. Dus nog werk genoeg!
Na twee jaar stelt gelukkig niemand nog de vraag hoe dat samenwonen bevalt, maar die eerste maanden heb ik die vraag zo vaak gekregen, haha :D. Gelukkig wisten het lief en ik dat we redelijk goed dingen samen kunnen doen: we werken samen en hebben samen gebouwd (allez ja, behalve in het financiële aspect). Dus dan kan de relatie wel wat aan. Dus dat samenwonen is eigenlijk meteen in zijn plooi gevallen. En voor het lief was verhuizen van de stad naar het platteland ook wel echt een verademing.
De eerste maanden had ik wel een serieuze terugslag door alle stress van bouwen en verhuizen. Dat heb ik wel even gevoeld moet ik zeggen. Maar dat is uiteraard van de baan. Al krijg ik niet meteen goesting om het allemaal nog eens te doen, haha. Mocht ik ooit een buitenverblijfje willen (ge weet nooit dat ik eens de jackpot win), ga ik toch voor iets dat al helemaal af is ;).
Uiteindelijk heb ik vooral geleerd dat je niet veel nodig hebt om van een huis een thuis te maken: het juiste gezelschap en vooral de nodige fysieke en mentale ruimte om jezelf te kunnen zijn. En dat kan ik heel mooi van mijn lijstje afvinken.
In augustus 2023 trokken het lief en ik voor onze zomervakantie niet naar de zon, maar naar (Noord)-Ierland – waar we alle seizoenen meemaakten. Vliegen deden we op Dublin, waar we het even verkenden, om daarna door te reizen naar Belfast om het woelige verleden van Noord-Ierland en de prachtige natuur te ontdekken.
Met het Titanic Quarter en het Cathedral Quarter hebben we al twee toeristische wijken uit de stad bezocht. Vandaag neem ik jullie mee naar de derde wijk waar heel wat te beleven valt: het Queen’s Quarter. Maar eerst starten we met het hart van de stad: de City Hall.
City Hall
De City Hall is misschien wel het meest indrukwekkende gebouw uit het centrum van Belfast.Je vindt het op Donegall Square en het gebouw dateert van 1906.
City Hall by night
Er zijn meerdere manieren om het gebouw te bezoeken. Op de benedenverdieping is een gratis tentoonstelling over de geschiedenis van Belfast en Noord-Ierland. Die expo bezochten wij. Daarnaast kan je een betalende tour van het gebouw boeken waarmee je ook de bovenverdieping aandoet. Op het moment dat wij er waren was er een evenement en dus was de boven in gebruik.
De expo is verdeeld over verschillende kleine kamers en is tegelijk heel gedetailleerd en toch voldoende algemeen. De geschiedenis van de stad komt aan bod van het ontstaan tot halverwege de 20ste eeuw. Over The Troubles is er enkel één witte kamer met getuigenissen. En dat vond ik jammer, want ik had net gehoopt om over deze woelige periode meer te leren. Maar ook als lokale overheid is het blijkbaar niet gemakkelijk om daar objectief over te berichten in deze tijd.
Het gebouw is wel echt een pareltje met prachtige neoclassicistische koepels, glas-in-loodramen en een grote statige trap. Zo’n rondleiding lijkt me dus zeker fijn en staat voor een volgende keer op het programma.
Rond de City Hall is een mooie tuin, met ook een plek voor de Titanic Memorial Garden, waar de namen van alle slachtoffers van de ramp te vinden zijn.
Titanic memorial garden
St. George’s market
Ietwat verderop vind je St. George’s market een overdekte markthal die enkel vrijdag en in het weekend open is en waar zowel eetkramen als eerder creatieve winkeltjes te vinden zijn. Wij waren er tijdens de craft market en ik noem dat een hipster markt met allemaal kunstenaars of artisanale bakkers/koks die hun creaties aan de man brengen.
Wij konden er maar even blijven en dat vond ik enorm jammer want ik vond dit is een geweldige plek. Aangezien de markthal enkel in het weekend open is, konden we ook niet meer teruggaan. Ik kocht er een kussensloop met een vos op (nog steeds mijn favoriet) en enkele kaartjes.
Op naar queen’s quarter nu. Dat is een eindje stappen richting het zuiden van de stad. Je komt dan door wat straten die wat meer verloederd zijn, maar het queen’s quarter, genaamd naar The Queen’s university, is zeker wel hip te noemen.
Botanic gardens
Eerste stop: de botanic gardens, een groot park met een enkele serres, waaronder het befaamde palm house, dat toe was op een zondag. De zon scheen ondertussen volop en ik voelde me in deze stad helemaal thuis, zoals je kan zien ;).
Palm house van de botanic gardens
Het park heeft ook een mooie Engels ingerichte rose garden. Daarnaast is er een speeltuin voor de kinderen.
Rose garden in de botanic gardens
Van in het park kan je ook naar het Ulster museum, het grootste museum van de stad. Ulster is één van de vier oorspronkelijke provincies van Ierland en de naam van de regio die je nu zou kunnen gelijkstellen met Noord-Ierland. Het museum is zoals zoveel staatsmusea in de UK gratiste bezoeken.
Het museum is opgedeeld uit verschillende verdiepingen, elke verdieping heeft zijn eigenheid. Zo vindt je op de benedenverdieping geschiedkundige informatie over The Troubles (wat ik niet vond in de City Hall, vond ik hier dus wel), zijn er een aantal natuurkundige verdiepingen (met opgezette dieren en skeletten enzo), en op de bovenste verdieping hangt kunst. Een alles-in-één museum dus.
Links: The Troubles poster. Rechts: op veel plekken was er een varieteit aan spullen bij elkaar gezet :).
Ik vond de akoestiek er wel luid (er liepen ook veel kinderen rond), dus wij deden het stukje over The Troubles en zochten (en vonden) dan de rust bij de kunst. Het is wel echt een heel mooi modern museum, alleen was door de grootte van het aanbod onze focus wat zoek. Wij hadden die dag ook al heel wat gezien, dus we besloten niet te lang te blijven.
Queen’s university
Op de terugweg passeerden we nog langs Queen’s university, de onafhankelijke universiteit. Het Lanyon gebouw staat er al sinds begin 19de eeuw en is geïnspireerd op gebouwen uit het Tudortijdperk. De gotische kapel doet dan weer denken aan St. George’s chapel uit Windsor.
De kapel
Ik zou hier wel kunnen studeren! The Queen’s university heeft zich afgesplitst van de Ierse universiteit na de onafhankelijkheid van Ierland in 1908.
Et voila, de botanic gardens, het Ulster museum en Queen’s university maken van Queen’s quarter een fijne wijk om te bezoeken tijdens je citytrip. Al ben je op een halve dag wel rond. Er zijn ook nog heel wat leuke studentikoze bars te vinden met democratische prijzen. Opnieuw: ik zou hier wel kunnen studeren.
Stilaan werd het tijd om ook eens het minder toeristische deel van de stad te zien, maar dat is voor een volgende keer!
Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.
Het is een zoektocht die me al een hele tijd bezig houdt. Na de verhuis, deze maand maar liefst al twee(!) jaar geleden, ging ik eindelijk meer vrije tijd hebben om ’s avonds en in het weekend tijd te besteden aan leuke dingen. En eerlijk is eerlijk: in het weekend lukt dat nog best aardig. Er zijn voldoende weekends dat we iets leuks plannen, of die ik in huis doorbreng met momenten voor mezelf. Maar die avonden, dat schiet niet op.
Ik werk 40u per week, dagen van 8u dus. Als ik daarbij de pendeltijd en de moetjes van de avond optel (koken, opruimen, douchen en een avondroutine, en tegenwoordig ook oefeningen van de kine) heb ik grofweg per avond nog zo’n 2 à 2,5 uur vrij te besteden. Op maandag en dinsdag gaat daar een uur van naar de dansles. Die avonden reken ik dat als mijn hobby en kan ik daarnaast hoogstens nog een paar pagina’s in een boek lezen – wat op zich prima is.
Maar in de praktijk merk ik dat die avonden voorbij razen. De tijd gaat op aan scrollen op mijn telefoon en te veel tv kijken. En dat is iets dat ik al even wil veranderen. Maar ik ben vaak moe ’s avonds en dan lonkt de zetel en het bakske van de tv.
De vraag is: wat wil ik juist doen in die ‘vrije tijd’ ’s avonds? De enige hobby waar ik consequent tijd voor kan maken is lezen: ik probeer zoveel mogelijk avonden minstens een half uurtje te lezen en dat lukt zeker 5 à 6 dagen van de week. De avonden dat ik dan iets anders doe en niet ‘kan’ lezen, voel ik ook meteen een soort schuldgevoel dat ik niet gelezen heb.
En dat is ook net het probleem: er zijn zoveel opties om ’s avonds te doen, dat ik eigenlijk freeze tijdens het nadenken en dan maar voor de makkelijke optie kies: scrollen of tv kijken. Alsof je aan een ijskraam staat met zoveel smaken en dat je na even nadenken je goesting in een ijsje hebt verloren.
Bij Kathleen las ik over hoe zij haar vrije tijd plant. En dat vond ik dus wel inspirerend. Want als ik op voorhand beslis wat ik wanneer ga doen, kan ik die keuzestress misschien elimineren. Klinkt logisch, niet?
Maar hier zit ik weer op een vrije dinsdagavond (het is geen dansles want paasvakantie) niet goed wetende wat ik zou kunnen doen. En dus ben ik maar beginnen bloggen over dit alles :D. Met de ambitie om mezelf nu echt eens voor te nemen mijn avonden meer te plannen. En schuiven kan altijd, maar last-minute beslissen? Dat blijkt minder mijn specialiteit.
Hoe zorg jij dat je voldoende tijd maakt voor hobby’s? Of hoe plan jij je avonden? Kom maar op met die tips, ik heb ze nodig!
Ik zou mezelf nooit echt een keukenprinses noemen, verre van zelfs. Maar ik vind het wel belangrijk om zoveel mogelijk vers te eten. Niet alleen voor de gezondheid, maar ook om een zekere regelmaat, een routine, te bekomen. Ik probeer elk weekend een weekmenu in elkaar te flansen en eigenlijk vind ik dat een vervelend taakje. Maar ik probeer er telkens wel bewust nieuwe recepten in te stoppen met voldoende variatie. Libelle lekker is daarbij voorlopig mijn beste vriend.
Ik dacht dat het wel fijn was om de recepten op te lijsten die hier wel eens vaker op tafel komen. Dat deed ik al een keer in deze post, en nu is het dus tijd voor een vervolg.
Wij eten trouwens zoveel mogelijk vegetarisch, af en toe vegan, ongeveer één keer per week vlees en nooit vis. Just so you know ;).
Canneloni met spinazie en ricotta: zo zo simpel en volledig vegetarisch! Voldoende nootmuskaat en peper gebruiken. En heel veel spinazie, zodat je meteen een bron van vitaminen binnen hebt! Ik gebruik al eens arabiatta tomatensaus voor wat extra pit.
Orzo met witte bonen, wortel en tomaat en vlees of veggieballetjes: Gebaseerd op dit recept, maar met vermicelli vind ik dit moeilijk mengen, dus blijkt orzo (Griekse pasta) de ideale oplossing. Ik vind dit geen one-pot-pasta want ik kook de pasta dus in een andere pot 😅. Ook lekker met falafal of groenteballetjes, of gebruik grote gehaktballen in plaats van soepballetjes. Wortel, witte bonen en tomaat blijkt een lekkere en voedzame combo!
Het meest gemaakte recept hier thuis is een vegan curry: kokosmelk en dan een boel groenten. Meestal met ui, aubergine, courgette, paprika, peulvruchten (bv. kikkererwten of edamame) en in de herfst/winter wat pompoen. Met een chilipeper als ik dat nog in huis heb. En dan goed kruiden met currypoeder en gember of een currypasta uit de winkel. Lekker met rijst, pasta of noedels. Ik combineer hier naar hartelust, deze is altijd goed voor de buik en voor de vitamientjes ;).
In zomer vul ik al eens traybake met veel zoete aardappel, een paprika, een ui, een courgette en een aubergine. En dan wat groenteballetjes erbij. Wat snijwerk, maar daarna gewoon een half uur de oven in en je kan ondertussen iets anders doen. Wat feta of mozzarella er nog over en smullen maar.
Een echte lasagne maak ik nooit, ik vind bechamelsaus best veel gedoe om te maken en het is ook niet zo goed voor mijn darmen. Mijn alternatief is deze witte lasagne. Het recept is koemelk- en glutenvrij, maar ik pas het wel wat aan. Zo gebruik ik geen geitenkaas en vervang ik de plantaardige room wel door echte room (maar met mate ;)). De combinatie courgette, ricotta, gehakt en pasta vind ik geslaagd.
Dit Hello Fresh recept (ik bestel er nooit, maar kijk soms dus wel naar de recepten :)) is een ideale manier om prei en tomaten kwijt te kunnen. En een heerlijk vullende ovenschotel, daar zegt niemand neen tegen toch?
In april 2024 trokken Leen en ik naar de Italiaanse stad Napels voor onze jaarlijkse citytrip. Napels wordt ook wel de buik van Italië genoemd, ze zijn er blijkbaar zot van kerststallen en er is altijd wel ergens een hoek van waaruit de Vesuvius opdoemt. Napels is veelzijdig, Napels is luid, Napels is vuil en Napels voelt nog heel echt. Het werd een fijne kennismaking met deze zonnige stad.
We sliepen in een Airbnb midden in Quartieri Spagnoli, letterlijk de Spaanse wijk. De wijk ligt tussen de drukke winkelstraat Toledo en de berg Vomero. Het is een aaneenschakeling van smalle straatjes waar net wel een auto door kan (ook dat is Italië).
De wijk dateert van de 16de eeuw toen Napels in handen was van de Spanjaarden en dit werd de plek om de Spaanse soldaten en hun families te huisvesten. Nadien werd het er minder gezellig: er heerste veel criminaliteit en armoede. En vandaag heeft de wijk daardoor nog steeds een slechte reputatie. Maar niets is minder waar: het is een zeer kleurrijke levendige wijk waar je je nog echt tussen de locals wandelt en er zitten veel lekkere goedkope restaurants en leuke barretjes.
De bekendste en misschien zelfs enige echte bezienswaardigheden zijn de Maradona murals. Twee megagrote street art tekeningen van Diego Maradona, de lokale held die voor altijd het rugnummer 10 krijgt toebedeeld. Op de plek van de murals is het constant druk, met kraampjes die truitjes en andere gadgets verkopen. Er wordt drank verkocht en er speelt voortdurend muziek. Het is een soort modern bedevaartsoord voor voetbalfans eigenlijk.
Sowieso vind je in de hele Spaanse wijk veel verwijzingen naar voetbal. Van murals, blauw-witte vlaggen tot kartonnen borden van spelers, of verwijzingen naar het aantal keer dat Napels al Italiaanse kampioen is geweest (3).
Nog leuk en typisch: de kleine barretjes die her en der opduiken en de meest zotte Spritz drankjes aanbieden aan belachelijke prijzen, ook soms in voetbalthema. En dan heb je nog de duizenden brommers die door de straten gieren en luid toeteren. Je moet soms echt uit de weg springen. Ik begrijp niet dat hier zo weinig ongevallen gebeuren want het is er soms gewoonweg gevaarlijk. De brommers staan ook her en der geparkeerd. Echte Italiaanse chaos.
Ik zou dus zeker wat tijd nemen om kriskras door de straatjes van deze wijk te wandelen en het lokale leven te ontdekken. Er zijn ook veel kleine lokale winkeltjes om inkopen te doen en je kan er dus lekker en goedkoop eten. Een aantal van onze aanraders zijn:
Il tempio de Maradona, om de hoek van de murals. Een pizzatent met ongezellig licht en veel te luide muziek. Maar wel met heerlijke Napolitaanse pizza aan spotprijzen
Ciccio Fri ziet eruit als een afhaalrestaurant (en er stoppen ook veel brommers), maar onder een plastieken tent die op straat staat kan je ook een zitplek bemachtigen. Ze hebben hier gefrituurde pizza – zoals de naam doet vermoeden – en als je denkt dat pizza lekker is, probeer dan eens gefrituurde pizza!
Vasceria Locanda is iets hipper, maar heeft heerlijke pasta’s. Voor wie eens iets anders wil dan pizza. Heel lekker gegeten hier!
Pizza en pasta beu? Dan kan je bij Valu Toledo Risotteria genieten van risotto. Ook deze is iets meer gericht op toeristen, maar ik vond het echt wel lekker.
Links: Il Tempio de Maradona, rechts: Ciccio Fri
Ik weet niet of ik er een volgende keer nog zou slapen. Ook ’s nachts is er namelijk best veel lawaai. Maar de Spaanse wijk leeft wel echt en daar genoten wij van mee. Et voila, tot zover de eerste blogpost over Napels.
Ben jij al eens in Napels geweest?
Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.
Maart was niet mijn maand. Eind februari kreeg ik de griep en ik lag ook in maart nog een hele week in bed en het heeft eigenlijk de hele maand geduurd voor de vermoeidheid uit mijn lijf was. Project gezondheid zorgde ook voor nog eens een bezoek aan de tandarts, en ik moest meteen twee keer terug: om eens grondig te poetsen (mijn vorige tandarts was gestopt en ik heb lang op wachtlijsten gestaan) en om een wijsheidstand te laten trekken: het resultaat was anderhalve week pijn aan mijn tandvlees en niet alles kunnen eten. Door ziek te zijn kwam mijn rugpijn ook erg terug en moet ik met de kine nu terug opnieuw opbouwen.
Het spreekt voor zich dat ik – de ongeduld zelve – het had gehad. Ik lag in maart meer in de zetel dan iets anders. Maar gelukkig zijn er toch een paar lichtpuntjes. Ik kroop net als heel blogland terug wat vaker in mijn pen hier. Ik heb echt de flow weer te pakken en dus verscheen er hier elke week wel iets (like in the good old days). En ik heb nog wat ideetjes klaar staan. Vooral de impact van corona beroert nog velen, zo blijkt. Fijn om hier terug wat een communitygevoel te hebben.
Links: veel in de zetel liggen, betekent ook veel lezen. Over dit boek schreef ik deze post. Rechts: laatste lessen van de cursus ‘Spaanse kunstgeschiedenis’ volgen.
Daarnaast ging ik uit eten met een vriendin, met tandpijn weliswaar, maar bon. We namen een verlengd weekend om een dag naar de wellness te gaan. En het laatste weekend van maart was er ons teambuildingsweekend met de collega’s. Nog eens zonder mezelf in de organisatie, waardoor ik veel rustiger was en ook meer energie had voor het feestje ’s avonds dat tot half drie heeft geduurd, maar het uur wisselde dus het was eigenlijk half vier. En ja, dat heb ik de volgende dag gevoeld. Gelukkig was er koers om te kijken om bij in slaap te vallen.
Links: ik leerde blaaspijpschieten tijdens het weekend en ontdekte ook een verborgen talent voor teelbalwerpen. Rechts: lentegevoel.
Er was ook eindelijk wat zon en een eerste lentegevoel en er worden heel wat (reis)plannen gemaakt voor de volgende maanden, ook fijn!
Gelezen
Ik las in februari wel wat boeken uit, maar dat stokte wat in maart. Ook wel door ziek te zijn, door een wat slechter boek en net door een heel mooi boek dat ik bewust traag heb gelezen.
In ‘The queen and the countess‘ van Anne ‘O Brien duiken we de Engelse Rozenoorlogen in vanuit de perspectieven van Margaret Of Anjou en Anne Beauchamp, countess of Warwick. Ik lees graag ‘O Brien’s boeken, maar deze vond ik niet haar beste, wel ok, gewoon niet zo speciaal.
Mere van Danielle Giles is haar debuutroman en ik mocht een recensie-exemplaar lezen. Het gaat over een aantal rampzalige mysterieuze gebeurtenissen in een klooster en over vrouwen die bij elkaar intimiteit zoeken. Ik vond dit geen goed boek, jammer genoeg.
There are rivers in the sky (Er stromen rivieren in de lucht) was mijn eerste Elif Shafak en ik vond het heel mooi en beeldend geschreven. Het gaat over drie personen die het moeilijk hebben, over de liefde voor taal en over diversiteit. Over de gruwel die IS in 2014 een hele gemeenschap heeft aangedaan, over verlies en identiteit. En vooral over water. Aanrader!
Op naar een beter april! Hoe was jouw maand maart?
Het is vandaag 1 april. De dag om anderen eens goed beet te nemen. Op het internet lees je heel wat berichten waarvan je meteen doorhebt ‘dit is niet echt’. Een collega kreeg een bericht van de school van zijn dochter dat ze deze zomer vier extra weken les moeten geven aan de leerlingen van de overheid. Dit type berichten dus. Haha, en je scrollt weer verder.
Er zijn ook berichten waarvan je hoopt dat ze een grap zijn. En niet omdat ze grappig zijn. Maar omdat ze compleet van de pot gerukt lijken.
Er is een verkrachter schuldig bevonden. De rechtbank heeft beslist dat er voldoende aanwijzingen zijn en dat er dus sprake is van verkrachting. Maar de schuldige heeft slechts een beperkte straf gekregen omdat het een jongen is met ‘zo veel potentieel die een hogere studie aan het doen is’. Hij houdt er zelfs geen strafblad aan over. Hij is misschien gewoon nog niet aan het hoofdstuk ‘nee is nee’ in zijn studieboeken geraakt.
De jongen studeert gynaecologie. Je weet wel de job waarbij je voortdurend vrouwen behandelt vanuit een vertrouwenspositie en in contact komt met hun geslachtsdelen. De rechter in kwestie is waarschijnlijk een man die vroeger ook werd gezien ‘als iemand met veel potentieel, want amai hij studeert rechten’.
Maandag legden we massaal het land plat omdat de regering de pensioenrechten van bepaalde jobs wil intrekken. Men vindt dat er geen respect is voor de werknemers.
Wanneer gaan we eens massaal op straat komen omdat er compleet geen respect is voor alle vrouwen? Omdat de rechten van vrouwen vandaag nog altijd niet op gelijke hoogte staan als die van mannen? Omdat wij geen enkel moment alleen op straat kunnen rondlopen zonder de kans dat een man zijn kans grijpt om zijn seksuele lusten bot te vieren? Of om die vrouw te vermoorden (ik verwijs o.a. naar de zaak Heidi De Schepper)? We kunnen blijkbaar niet altijd rekenen op ons strafrecht. Hoe kan het dat we dit met z’n allen tolereren?
Het slachtoffer zegt vandaag in de media dat ze vooral blij is dat men haar gelooft en dat de dader schuldig is verklaard. Ook in 2025 zijn vrouwen nog altijd blij als ze gelooft worden. Meer moeten we niet wensen, toch?
Ik ben vandaag vooral blij dat ik geen dochter heb, want ik zou eerlijk gezegd niet weten hoe ik haar dit zou moeten uitleggen.
Er zijn deze dagen veel nieuwsberichten en er is zelfs een hele VRT-documentaire te vinden over Corona, vijf jaar later. Want in maart 2020 brak de pandemie uit en werd onze wereld op zijn kot gezet.
In die periode schreef ik ook best wat blogposts over het thema – en het is echt grappig om die eens te herlezen. Vooral deze, waarbij ik oplijstte welke zaken we 20 jaar later over corona zouden zeggen. Heel veel mensen reageerden daarop dat ze hoopten dat het zo zou zijn en dat we ooit zouden terugkeren naar het oude normaal (want toen zaten we er nog zo middenin dat het einde nog niet in zicht leek).
Wel zijn we daar even in snelheid gepakt zeg. Het oude normaal is zo snel teruggekomen. Soms lijkt het alsof we alles uit die coronaperiode zijn vergeten. En ik heb wel echt het gevoel dat ik van die gesprekken heb van ‘weet ge dat nog?’.
Tegelijk heb ik ook het gevoel al veel vergeten te zijn. Ik kan me voor een groot deel al niet meer inbeelden hoe dat voortdurend thuiszitten voelde en wat ik in die periode allemaal heb gedaan.
Ik heb ook geen heimwee, wat ik bij anderen wel hoor. Dat ze verlangen naar een periode waarin de dingen simpel waren en er geen verplichtingen waren. Ik heb dat denk ik niet echt zo ervaren en plan mijn agenda nooit te vol. Die onzekerheid en de velen zieken, de polarisatie (amai, al dat gezaag over dat vaccin), kinderen en jongeren die een deel van hun jeugd zijn verloren, geliefden die elkaar niet konden zien… dat hoeft voor mij echt niet terug te komen.
Vijf jaar later is er eigenlijk helemaal niet zoveel veranderd. Zijn we beter voorbereid op een volgende pandemie? Ik betwijfel het. Zijn we met zijn allen meer gaan vertragen? Helemaal niet. Verluchten we nu beter onze huizen? Blijven we thuis van het werk als we ziek zijn? Ook allemaal zaken die we weer verleerd hebben denk ik.
En zo zie je maar hoe weinig er is veranderd. En hoe hard we ook tijdens corona dachten dat dit allesveranderd ging zijn. Corona krijgt sowieso een plaats in de geschiedenisboeken, maar mijn inziens meer als voetnoot dan als wereldschokkend.
Ik ben momenteel een boek aan het lezen van de Turkse schrijfster Elif Shafak (‘Er stromen rivieren in de lucht‘). Het is een soort van modern sprookje over drie personages die het heel moeilijk hebben en ze zijn alledrie gelinkt door een eeuwenoud verhaal en water. Het is mijn eerste Shafak maar ze schrijft echt beeldend. Het is met momenten overdreven moralistisch, maar ze beschrijft de dingen op zo’n manier dat je ze voor je ziet.
En ik ken mensen die zeggen dat terwijl ze lezen ze de personages en gebeurtenissen voor zich zien. Dat ze niet van boekverfilmingen houden omdat de acteurs niet stroken met hoe het personage in hun hoofd eruit zag. En ik vind dat boeiend, want ik heb dat veel minder. Ik lees elke dag, maar ik heb niet zo’n levendige verbeelding ondertussen. Ik heb geen gedetailleerd afgelijnd beeld van de personages voor mij.
Ik lees met mijn ogen de letters en ergens vormen zich wel schimmen en bij een goede schrijfstijl ook beelden – en dat gaat makkelijker als het zich afspeelt op een plek waar ik al ben geweest. Maar ik zie geen details. Ik zie het een soort van afspelen in mijn hoofd en dat is het. Soms zie ik gewoon niets. Ik ben dus ook zelden teleurgesteld door een boekverfilming. Want ik heb meestal vooral het verhaal onthouden, maar ik heb niet zo’n band met het uiterlijk van personages.
En bij schrijvers zoals Shafak heb ik die schimmen, die contouren veel feller. Zij beschrijft het allemaal zo beeldend dat het sowieso iets oproept bij mij. En daardoor lees ik ook wat trager denk ik. Maar er zijn evengoed boeken waarbij ik zo in het verhaal zit dat ik niet per se van alles wat beschreven wordt een beeld krijg in mijn hoofd. En dat is prima, want ik merk dat dat niet per se afdoet aan mijn leesplezier.
Om nog een concreet voorbeeld te geven: als ik een seksscène lees zie ik dus wel twee mensen seks hebben zoals wordt beschreven, maar die mensen hebben niet per se een gezicht of een uiterlijk. Ik zie gewoon de gebeurtenis en die gebeurtenis roept wel een soort gevoel bij mij op – afhankelijk van de scène. En bij sommige scènes gebeurt er helemaal niets.
En nu ben ik wel eens benieuwd hoe dit bij jou zit, want ik vind het zelf echt moeilijk om te beschrijven. Zie je dingen tijdens het lezen? Is dat heel gedetailleerd? Ben je soms teleurgesteld door een boekverfilming?
We hebben allemaal mensen rondom ons die een groot deel uitmaken van ons leven. Mensen die we kennen, waar we mee praten, waar we dingen mee doen, waar we van houden.
Maar er zijn nog veel meer mensen die ons leven raken, zonder dat ze ons leven binnendringen. De wandelaar die elke dag met zijn hond langskomt en de hand opsteekt. En “Tis koud hé” mompelt. De persoon achter de kassa bij de bakker, de apotheek of de supermarkt waar je wel vaker passeert. Die ene persoon in de sportschool of tijdens een groepsles die altijd goeiedag zegt. Die hele hoop ex-collega’s die je opbouwt. Klanten waarmee je ooit hebt samengewerkt.
Die mensen zijn er. We weten dat ze er zijn. Maar we hoeven ze niet per se heel goed te kennen. Het zijn allemaal mensen met hun eigen leven, problemen en dromen. En soms sijpelen die verhalen dan wel eens je wereld binnen.
De afgelopen tijd overleden twee personen die ooit bij een klant van mij werkten en waar ik al eens vaker mee in overleg zat – de ene digitaal, de andere bijna altijd fysiek. Allebei een veel te vroeg en tragisch einde trouwens. Ik heb die mensen nooit echt gekend en het contact was altijd kort en professioneel. Maar ook altijd warm. Want het zijn ook maar gewoon mensen die met een glimlach je een fijne dag wensen en aan het einde nog snel de woorden ’tot de volgende keer’ uitspreken.
Of neem nu die collega waarmee je jaren hebt samengewerkt, met veel respect voor elkaar maar zonder een innige band te vormen. Altijd goedlachs, ook wanneer die het kantoor uitwandelt om volgende week op een nieuwe plek te beginnen.
En zo stromen er op elk moment mensen in en uit je leven. Ze komen je tegemoet zonder je vast te nemen. En hun vertrek – op welke manier dan ook – doet je wel wat, maar je gaat verder. Die mensen zijn zoals aanrakingen, vluchtig en snel, maar je hebt het wel gevoeld.
Het is niet echt een geheim dat ik van Londen hou en dat ik er graag kom. De eerste keren vond ik het in zo’n grote stad moeilijk om leuke eetplekken te vinden. Ondertussen heb ik al een hele lijst opgebouwd van restaurants in Londen waar ik graag kom en is het elke keer weer hartverscheurend kiezen.
Ik krijg ook regelmatig de vraag om eettips te delen dus bij deze het idee om ze eens allemaal te bundelen in een dedicated blogpost. Het idee is dat ik deze post ook regelmatig bijwerk. Oh, en ik doe mijn best met food foto’s, maar het licht zit niet altijd even geweldig 😅. Of ik vergeet een foto te nemen, dat ook.
Laatste update: maart 2025
Londen is nooit goedkoop en wij vinden eten belangrijk tijdens een vakantie, maar ik probeer tips voor zowat alle budgetten mee te geven.
En voor we beginnen nog één tip: heel veel eetplekken die ik hier noem zijn immens populair en moeten elke dag mensen teleurstellen omdat ze vol zitten. Ik raad dus echt aan om op voorhand te reserveren, zeker voor de avonden. Minder spontaan, maar je bent verzekerd van een plek in een fijn restaurant.
Ontbijt en/of koffie
De Londense koffie en ontbijtrestaurants zijn altijd in beweging. Heel veel koffiebars waar wij vroeger kwamen zijn ondertussen terug dicht, dus dit zijn vandaag de favorieten. Ik ben zelf niet zo van een uitgebreid ontbijt of een lange brunch, dus daar kan ik niet zoveel tips ingeven. Vaak is een croissant in een koffiebar voor mij voldoende, maar onderstaande plekken bieden wel meer. En het lief is een koffienerd, dus deze plekken staan garant voor een goede kop zwart goud.
Voor de fans van het betere ontbijt/brunch en voor wie het iets mag kosten in een soort van Amerikaanse sfeer. Je vindt deze keten op heel wat populaire plekken (onder meer London Bridge, Soho, Spitalfields). Het was hier precovid al aanschuiven, dus reserveren is de boodschap.
Dit is ook mijn favoriet. Een gezellige koffiebar helemaal vooraan Brick Lane. Er is een tweede vestiging op Old Street. Je kan hier de hele dag terecht voor goede koffie of voor een goed ontbijt. Niet de decadentie van The Breakfast Club, maar een croissant, eitjes, avocado toast… Er staat altijd leuke muziek op. Het zaaltje achterin is leuk, en er is zelfs een stukje terras buiten bij mooi weer.
Een pure koffieplek niet ver van Holland Park, voor wie op weg is naar Portobello Road. Het is een beetje een vreemd ingerichte plek met allemaal verdiepingen en hier en daar wat stoelen. We kwamen er zelf nog maar één keer, maar het was er wel leuk!
Een koffieplek waar we al vaker kwamen voor ontbijt, vlak bij de metro van St. James Park en daarom de perfecte uitvalbasis voor wie Westminster wil verkennen. Schandalig dat ik er nog geen foto nam!
Een roastery die vroeger verschillende zaken had. Vandaag haal je enkel nog koffie af op Halbury Street, vlak bij Spitalfields market.
Food markets
Londen is bekend om zijn vele food markets, in alle seizoenen. Het is een geweldige manier om een snelle en goedkope lunch te scoren en ondertussen door de markt te struinen. Mijn favoriet? Maltby Street Market!
Borough market
De bekendste food market onder London Bridge en rond lunchtijd echt enorm druk. Het is er over de koppen lopen! Ik zou dus altijd aanraden om er vroeger in de voormiddag of in de latere namiddag te passeren. Er zijn heel wat Instagrampopulaire kraampjes. Zo zijn de donuts van Bread Ahead wel echt een aanrader.
Spitalfields market
Dit is minder een food market, er staan meestal allerlei kraampjes met kledij of met antiek op bepaalde dagen. Maar op Spitalfields vindt je wel altijd enkele food trucks of permanente zaken die de moeite zijn. Humble Crumble is ontzettend populair als dessertplek, zelf nog niet kunnen proberen.
Maltby Street Market (enkel zaterdagmiddag)
Je vindt de markt onder een brug in de wijk Bermondsey. De markt is enkel open op zatermiddag. Onder de brug zitten heel wat leuke horecazaken en aan de andere kant staan kraampjes. De vegan gyoza’s die ik hier at waren hemels! Er hangt echt een leuke vibe en de markt is nog niet zo bekend bij het brede publiek. Het aantal kraampjes is beperkter dan op Borough dus het is makkelijker kiezen.
Camden Market
Ook meer dan alleen eten, maar je vindt hier echt veel eetkraampjes. In het weekend vind ik het hier veel te druk voor de lunch, maar op een weekdag valt het reuze mee.
Er zijn natuurlijk nog veel meer markten waar je ook food trucks vindt bv. op Portobello road, Brick Lane op zondag, Columbia Road Flower Market, aan The Tower…
Concept restaurants (meerdere plekken)
Ik weet niet of het zo heet, maar ik noem het ook wel mini-ketens. Het fenomeen van concept restaurants die kwaliteit bieden binnen een bepaalde keuken en na het succes van een eerste zaak vaak uitbreiden naar meerdere plekken. Veelal enkel binnen Londen, maar ook soms naar andere steden. Londen zit er bomvol mee en het leuke daaraan is dat je wanneer je honger hebt gewoon even kan checken of er niet gewoon één van deze concepten in de buurt is.
Ik ben al jaren fan van Honest Burgers en je merkt elke keer weer dat ze ook echt meegroeien met de trends in de samenleving. Zo hebben ze sinds kort een breder aanbod aan veggie en vegan burgers. Mijn favoriete vestiging is die aan St. Catherine’s Docks, met goed weer eet je dan op het terras met zicht op de haven. Die in Soho vind ik dan weer te klein en ongezellig. Dan stap je beter naar die van Holborn want die is ook leuk. Elke vestiging heeft zijn eigen specifieke burger trouwens.
De specialiteit hier is sourdough pizza, dat smaakt toch net wat anders dan ‘gewoon’ deeg. Een goedkoper alternatief dan Rudy’s of Pizza East. Je vindt ze over heel Londen (en bij uitbreiding heel Engeland). Het zijn vaak kleine vestigingen, wat het wel gezellig maakt.
Een pizzaketen die vroeger alleen in Soho zat, maar nu ook in zowat elke Londense wijk en zelfs enkele andere Britse steden. Steengoede Napolitaanse pizza. Ik nam er blijkbaar nog nooit een foto van, schandalig!
Een keten gespecialiseerd in ramen en bao’s. Echte no-nonsense keuken. De meest bereikbare plek is die op Leicester Square, maar bv. die op High Street Kensington is ook een goede om te onthouden (om de hoek van Holland Park en het Design museum).
Een Vietnamees restaurant met een grote vestiging in Soho, maar je vindt ze echt overal. Curry’s, pad thai, noedelsoep… en je hebt er altijd plaats, ook zonder reservatie.
Mijn eerste grote Mexicaanse liefde in Londen (de tweede komt nog). Een keten die focust op Mexicaanse street food. Je kan verschillende kleine gerechten delen of voor een grote burrito gaan die je helemaal alleen verorbert.
Eén van onze recentere ontdekkingen: een hippe keten die Libanees eten serveert. Bv. verschillende mezze die je kan delen, of een schotel voor jezelf. Ideaal voor vegetariërs ook. Je komt deze in elke wijk tegen.
Dishoom is een instituut voor hip Indisch eten. Je moet er dus altijd reserveren, elk moment van de dag want er staan hele lange rijen. Als je binnengaat kan je ook om de key ring vragen, dan mag je na de maaltijd met een dobbelsteen gooien. Gooi je een zes, dan moet je niets betalen. Zelf nog niet gedaan, maar wel al anderen zien doen (en zes zien gooien). Aanraders: house black dahl en de bhel. Elke vestiging heeft zijn eigen inrichting, naar een bepaalde periode in de stad Bombay.
Ottolenghi is een naam die klinkt. Je kan in Londen reserveren bij zijn bekende restaurants: Nopi en Rovi, maar in verschillende wijken vind je een ‘Ottolenghi’, waar je ook kan eten. Wij gingen naar die van Spitalfields. Het concept is food sharing met gerechten die ingrediënten bevatten die je niet kent :). Sla zeker het dessert niet over. Ottolenghi is niet goedkoop en reserveren moet hier echt wel.
Een groot pand vlak aan Box Park in Shoreditch. Het is er altijd druk, maar er is vaak ook nog wel een plaatsje. Heel lekkere napolitaanse pizza, met voldoende veggie en vegan opties. Meer moet dat soms niet zijn.
Padella zat eerst alleen in een piepklein pand aan Borough market, met lange rijen tot gevolg. Onmogelijk om er binnen te geraken. Toen ze in Shoreditch een tweede locatie openden waar je wel kan reserveren, boekten we meteen. Echte authentieke Italiaanse pasta, met originele sauzen. Aan een voor Londen lichte prijs dus je kan met twee perfect drie pasta’s delen.
Mijn huidige Mexicaanse liefde. Mestizo zit op een niet toeristische plek in Camden en dus zit je er tussen de locals. De uitbaters en het personeel spreken beter Spaans dan Engels. De gerechten zijn zeer gevarieerd. De aanraders zijn het Mexicaanse stoofpotje dat je met twee deelt (foto links) en de taco tray (foto rechts) die je zelf kan samenstellen.
Gloria is één van de vijf restaurants die de Parijse Big Mamma Group in Londen heeft en zit in een hip pand in Shoreditch. Je eet er Italiaans met een moderne twist, zoals bv. een pasta met truffel die ze uit een bol kaas in je bord scheppen. Big Mamma is nooit goedkoop, maar verdomd lekker. Hun desserts zijn een maaltijd op zich. Gloria volzet? Trek dan naar één van de andere Londense opties.
De lijst van Londense restaurants die ik nog wel proberen is oneindig, maar bovenstaande zaken hebben we allemaal zelf al eens gedaan en durf ik dus met zekerheid aanraden.
Heb jij nog eettips in Londen voor mij?
Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.