Close

Over doeboeken en vakantiegewoontes

Ik was als kind tijdens de zomermaanden verslingerd aan van die invul- en doeboeken. Met allerlei opdrachten, testjes, kruiswoordraadsels, korte verhalen… Hetzelfde concept bestaat ondertussen ook voor volwassenen, zo wil ik deze eens ooit uitproberen. Ook Flow Magazine brengt ieder jaar een zomerboek uit met zowat hetzelfde concept: verhalen én creatieve opdrachten.

En hoewel de stapel gewone Flows nog amper in de schuif geraakt (ik sta gemiddeld zo’n half jaar achter, niet handig om over de feestdagen te lezen in de zomer trouwens), kocht ik het toch. Omdat ik gewoon zin had om aan de slag te gaan (het romantische beeld van mezelf aan de terrastafel met dat zomerboek heeft er sowieso iets mee te maken).

Dus met een fluostift en een stel potloden in de hand begon ik eraan. En geen zorgen, dit wordt geen post over mijn kribbels in het zomerboek.

Maar wel over één van de artikels die me deed nadenken over hoe de vakantiegewoontes van je ouderlijke gezin heel vaak in je eigen leven (en dus dat van jouw gezin) sluipen. Uit een soort onbewuste loyaliteit neem je blijkbaar bepaalde gewoontes of aannames over (bv. “een vakantie moet vooral rustig zijn”, “we koken ons eigen potje om geld te besparen”…), terwijl je daarnaast ook soms bewust bepaalde overtuigingen los laat (bv. “ik hoef niet ieder jaar naar dezelfde plek te gaan”).

Ik besefte door de vragen in te vullen dat het lief en ik vooral dat laatste hebben gedaan: de gewoontes van onze ouders losgelaten. Ik ging als kind nooit naar het buitenland op vakantie, maar steeds naar dezelfde plek aan zee. Er was vaak geen duidelijke planning, het was gewoon leven op het ritme van de dag: wandelen, spelen op het strand, een ijsje… En als kind was dat heerlijk, ik hield van die lange zomermaanden.

Vandaag kan ik me de laatste keer dat ik een ‘geen-plan-vakantie’ had niet meer herinneren. Ik trek graag de wereld in en bedenk op voorhand wat ik wil doen daar. Zonder een volledig uurschema te maken weliswaar. Doordacht en voorbereid, maar met ruimte voor spontaniteit. Ik heb dus echt wel het gevoel dat ik nood heb aan nieuwe plekken verkennen.

En tegelijk denk ik nog steeds met nostalgie en charme terug aan het idee van een vakantie op een vertrouwde plek, in een omgeving waar niets moet. Het zit dus zeker nog in mij, maar mijn vakantienoden zijn op dit moment in mijn leven gewoon even anders. Mijn vertrouwde plek, dat is thuis, en op vakantie mag het nieuw zijn, zoek ik die prikkels op en wil ik verrast worden. En dat is prima.

Waarschijnlijk ligt het ideale scenario ergens tussenin: af en toe een rustige vakantie op een vertrouwde plek en tegelijk een prikkelende vakantie in een nieuwe omgeving. Dus misschien moet ik toch nog eens werk maken van dat eerste.

En ondertussen zit ik hier toch maar met mijn doeboek, misschien dan toch iets dat ik heb meegenomen uit die vakanties van vroeger.

Heb jij de vakantiegewoontes van je ouderlijk gezin overgenomen of doe je net iets helemaal anders?

(Noord-)Ierland #8: The Causeway Coast

In augustus 2023 trokken het lief en ik voor onze zomervakantie niet naar de zon, maar naar (Noord)-Ierland – waar we alle seizoenen meemaakten. Vliegen deden we op Dublin, waar we het even verkenden, om daarna door te reizen naar Belfast om het woelige verleden van Noord-Ierland en de prachtige natuur te ontdekken.

Noord-Ierland is meer dan Belfast. Zo staat dit deel van de UK/ het eiland Ierland bekend om zijn Causeway Coast aan de noordkust: een route die je met de auto kan rijden en die je langs de mooiste kusten en oude kastelen brengt. Wij huurden helaas geen auto, maar vonden toch een vlotte manier om met het openbaar vervoer een deel van deze route af te leggen.

Hoe geraak je van Belfast aan de Causeway Coast met het openbaar vervoer?

Het was even wat opzoekwerk, maar dit is hoe wij er geraakt zijn. We namen de trein van Great Victoria Street station (dat is niet ver van de City Hall) met bestemming Derry en stapten af in Coleraine. De trein wordt uitgevoerd door de maatschappij Translink en wij betaalden 18,50 Pond per persoon voor een dagkaart.

Aan Coleraine vertrekt de Coastway Rambler bus (nr. 402), ook van Translink dus je gebruikt hetzelfde ticket. De Coastway Rambler rijdt rondjes tussen Coleraine en Ballycastle. Je kan afstappen waar je wil en dan kan je kiezen in welke richting je weer opstapt. De bus is er ongeveer elk half uur, dus dat was zeker oké. Hieronder geef ik mee welke stops wij gedaan hebben, maar er is uiteraard nog meer te zien.

Dunluce Castle

Dunluce castle is vandaag een ruïne van wat vroeger het kasteel van de clan MacDonnell was. Het kasteel dateert al van de 13de eeuw. Voor 6 Pond per persoon kan je de ruïnes bezoeken. En dat is de moeite, ook omdat je vanaf het kasteel een mooi zicht hebt op de kliffen/kustlijn.

Na de Ierse nederlaag in de The Battle of the Boyne tegen de Engelsen werd het kasteel verlaten. Er gaat een legende de ronde dat de keuken op een gegeven moment in zee zou gestort zijn en dat de vrouw des huizes daarom weigerde er nog langer te wonen. Maar vandaag kan je nog steeds de keuken zien in de ruïne, dus veel waarde wordt er aan dat verhaal niet gehecht.

Dunluce is een populaire stop en ik vind het altijd fijn om in een kasteel rond te lopen, zeker als het een ruïne is. Aan de inkom is een kleine shop waar je ook een plannetje meekrijgt met informatie over de verschillende ruimtes en de geschiedenis.

Na een uurtje hadden we alles gezien en dus stapten we weer de bus op.

Giant’s causeway

De Giant’s causeway is dé trekpleister op deze route. Je ziet het aan het aantal geparkeerde auto’s en de hoeveelheid mensen die er rondlopen. Het was er echt druk, ondertussen kwam de zon er stilaan door. Er is een betalend bezoekerscentrum over de stenen, dat sloegen we over.

We begonnen meteen met de afdaling, de stenen liggen namelijk op zeeniveau dus je moet de klif afdalen (en daarna ook terug naar omhoog). En het is er druk!

The Giant’s causeway is een inham waar lavastenen zijn gevormd door de tand des tijds. De mensen zeiden hiervan vroeger dat de stenen zijn neergelegd door en voor reuzen, dus vandaar de naam ‘Giant’s causeway’. De wetenschappelijke verklaring is dat een vulkaanuitbarsting de stenen heeft doen ontstaan. Dit fenomeen is UNESCO beschermd ondertussen.

De stenen zijn een soort van trappen en tegelijk ook stoelen, maar ik vond het toch oppassen als je er rondstapt. Ik had ook gedacht dat het gebied met deze lavastenen groter was, maar eigenlijk is het zeer geconcentreerd op één bepaalde plek. En daar liep het dus vol mensen.

En die mensen doen de meest gekke dingen. Je ziet hen springen van stenengroep naar stenengroep, dicht bij het water. Soms zelfs hele jonge kinderen die gevaarlijke sprongen uithaalden. En dat terwijl er een stevige wind stond.

Ik vond de stenen dus best mooi en ook de inham heeft super mooie kliffen. Maar ik vond de ervaring van er te zijn met al die mensen niet zo fijn.

Tja, het is nu eenmaal de meest bezochte plek van Noord-Ierland. En de natuur is er echt heel mooi. Ik zou als tip geven om er heel vroeg of wat later op in de namiddag/in de avond te komen, zodat je de plek nog iets meer voor jezelf hebt.

Je kan in de buurt nog wel wat leuke wandelingen doen, maar wij gingen weer naar boven en stapten de bus op.

Dunseverick Castle

De volgende stap zou een korte zijn: op een hoge klif staat een mini ruïne van Dunseverick Castle. Het kasteel stond er waarschijnlijk al sinds de 5de eeuw en raakte in de 16de eeuw ook handen in van de MacDonnells. Tijdens het terreurregime van Oliver Cromwell werd het verwoest.

Het lijkt een stomme stop, maar tussen de twee kliffen is er een soort zee-inham en dat levert mooie natuurpracht op. Als je tijd hebt, kan je dus ook naar beneden wandelen, maar wij bleven boven staan. Er staan picknicktafels dus het is ook een heerlijke plek voor een lunch.

Wat een mooie plek hé

Ballintoy Harbour

De haven van Ballintoy is een populaire spot onder toeristen omdat er een scene uit Game Of Thrones is opgenomen. Wij stapten er af met de bus, maar moesten dan nog een hele weg naar beneden. De haven ligt echt op zeeniveau. Auto na auto passeerde ons, het was er heel druk. Ik vind persoonlijk de haven niet zo speciaal.

We dronken er iets in dat ene café dat ook verschillende cakes had. Je kon er alleen met cash betalen want wifi of mobiele data ontvangst was er niet. Dit is wat ze noemen afgelegen 😅.

Maar eens we waren bijgetankt, gingen we de omgeving verkennen en wauw wat een kusten! De haven is misschien in een aflevering op de tv geweest, maar ik vond toch de omgeving nog veel mooier. De foto’s spreken denk ik voor zich.

Op onderstaande foto spot je dichtbij Sheep island, maar helemaal in de verte linksboven, dat is Rathlin Island. Tijdens de oorlog met de Engelsen schuilde de familie MacDonnell en de verschillende families van de andere clanleden op dit eiland. Vooral omdat Sorley Boy MacDonnell tegen de Engelsen vocht.

Maar die Engelsen – Henry Sidney, Francis Drake en hun kompanen – vielen het eiland aan en hebben zowat iedereen (maar dan 600 mannen, vrouwen en kinderen) genadeloos om het leven gebracht. De hele MacDonnell familie van Sorley Boy overleefde het dus niet. Noord-Ierse geschiedenis, daar word je niet gelukkig van ;).

Bon, ik vond het er super mooi. En daarom is het waarschijnlijk ook terecht een populaire spot. En je zou het niet denken als je deze foto’s ziet, maar tijdens de terugweg naar boven begon het best fel te regenen.

We stapten dus weer de bus op met het plan om nog één stop te maken aan Kinbane Castle. Maar ofwel hebben we die halte gemist, ofwel stoppen ze er niet meer. En dus kwamen we aan in Ballycastle, een kustdorp met meer toerisme. En daar namen we bus terug die ons naar Coleraine station bracht.

Andere populaire stops zijn: de Carrick-a-Rede hangbrug (daar krijg je mij van zijn leven niet op 😅, maar heel populair), het stadje Bushmills waar je whiskey kan gaan proeven en de vele mooie stranden zoals Whitepark Bay.

We zagen dus maar een klein onderdeel van de Causeway Coast, maar wel het bekendste en meest populaire stuk. Ik wil heel graag de volledige route eens met de auto rijden, want de wegen zagen er heel goed te doen uit en je hebt overal voldoende parkeerplaatsen.

Zo’n dag in de natuur was een fijne afwisseling met het stedelijke van Belfast.

Ben jij al eens in Noord-Ierland geweest?

Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.

Juni

Wat een prachtige maand qua weer was juni zeg! Het zomermeisje in mezelf werd weer helemaal wakker! Het was een beetje dubbele maand voor mij wel: ik ging op vakantie en dat is altijd leuk. Tegelijk wil de gezondheid nog altijd niet mee.

Aan het begin van de maand werd er nog eens gegeten bij Roots in Leuven, oeps!

Ik zal beginnen met dat slechte nieuws: ik vertelde vorige maand al dat mijn rug wat beterde maar dat ik opnieuw ziek werd en dat er een ijzertekort werd vastgesteld. Er was toen ook een indicator dat ik misschien het CMV virus zou hebben. In juni kwam dan die bevestiging: ik zit met een citomegalovirusinfectie. Een wat? Je kan het zien als een soort klierkoorts, het is familie van de herpesvirussen. Het is niet gevaarlijk, maar je herkent het aan infectiesymptomen zoals keelpijn, verkoudheid, grieperig én een voortdurende vermoeidheid. Check, check, check. Voor mij viel alles op mijn plaats want ik had ooit ook klierkoorts en zo die vermoeidheid in je lijf is toch iets heel anders dan van een nacht niet goed slapen ofzo.

Ik kan niets doen behalve rusten (mijn lichaam moet het virus zelf verwerken) en het kan nog tot enkele weken of zelfs maanden duren voor ik me weer helemaal mezelf voel. Ik had me het begin van de zomer ook anders voorgesteld, maar ik ben blij dat wat ik voel ook bevestigd werd. Mijn rug is door het weinige bewegen en het ziek zijn terug wat verslechterd, maar één ding tegelijk nu: eerst genezen.

Het verlengde Pinsterweekend werd er dus vooral gerust en werd ik daar zelfs wat kattig van: het is mooi weer en zomer, ik wil dingen doen. Maar het lijf wou niet mee en ik vertrok bijna op vakantie. Gelukkig werden eindelijk onze terrasmeubels geleverd, net op tijd. En dus bracht ik al menig uur door op mijn ligbed onder de parasol met een boek. Nieuwe favoriete plek!

Links: Karlskirche. Rechts: Secession gebouw met murals van Klimt binnenin.

Midden juni was het dan zo ver: vier volle dagen in Wenen met Leen. Ook daar gaven ze 30+ graden (en een dag regen). Wenen bleek echt een fijne stad: heel leefbaar (voldoende waterpunten, vernevelaars, veel bomen op straat…), niet te druk of toeristisch en heel mooie statige architectuur.

Links: Staatsopera (wat een gebouw!), rechts: achterkant van het Belvedere (wat echt een super mooi kunstmuseum was).

We bezochten elke dag op het heetst van de dag zeker een museum (Secession, Albertina, Belvedere…), aten heel lekkere dingen (Wenen is de hometown van goede desserts: Sachertorte, Apfelstrüdel en er was ook ijs natuurlijk), keken verwonderd op in de grote en mooie bibliotheek, genoten van een terrasje op de Naschmarkt…

Links: Albertina (ik hou van museumfoto’s met andere mensen op), rechts: pronkzaal van de bibliotheek.

Op de regenachtige dag gingen we normaal naar het Sisi museum in Hofburg, maar Zelenski was net op bezoek in Wenen en dus was het halve centrum afgesloten. Dat was minder, maar als alternatief gingen we Invaders vangen (kleine aliens die de street artist overal ter wereld achterlaat) en hebben we wat Engelstalige boekenwinkels gedaan. Het Sisi museum deden we dan alsnog op de laatste dag (en viel zelfs een beetje tegen).

Links: Sachertorte, rechts: Invader gevonden!

Ik weet niet of Wenen nu meteen mijn favoriete stad is. Daarvoor waren we er te kort en hebben we zo meer de hippe wijken niet kunnen bezoeken. We wilden het ook rustig aandoen want de warmte + vermoeidheid was wel een uitdaging soms. Ik keer zeker nog eens terug, maar dat hoeft niet meteen. Al zijn de musea er wel top en wil ik echt graag toch eens naar Schloss Schönbrunn, waar we nu niet geraakt zijn. En dat openbaar vervoer daar is echt een zegen!

Fototje in de botanische tuin.

De rest van de maand waren er nog een aantal sociale avonden op het werk. In juli wil ik nog voldoende rust nemen en daarnaast ook elk weekend wel iets fijns doen. En dan hoop ik tegen onze vakantie in augustus zoveel mogelijk CMV al te hebben uitgezweet.

Gelezen

  • The last bookshop in London (De laatste boekenwinkel van Londen) van Madeline Miller bleek een fijn tussendoortje over de blitz in Londen. Zeemzoet met momenten, maar verdomme, soms kan je zo’n oorlogsroman gebruiken waarbij niet alles kommer en kwel is.
  • Clytemnestra van Constanza Casati lijkt de zoveelste Clytemnestra hervertelling, maar het is eigenlijk de beste die ik al heb gelezen. Veel focus op haar jeugd in Sparta, haar eerste huwelijk en dan ten slotte haar tijd in Mycenae met Agamemnon en de Trojaanse oorlog. Ik snap niet dat deze nog altijd niet vertaald is. Voor de fans van Circe en The silence of the girls.
  • A schooling in murder van Andrew Taylor is een soort van standalone mysterie over een moord op een internaat in Engeland. Een lerares is van een klif geduwd maar keert nadien terug als geest om haar eigen moord op te lossen. Klinkt speciaal, maar voor mij maakte het boek het niet helemaal waar. Jammer want ik heb al goede boeken van Taylor gelezen.

Al in Wenen geweest? Hoe was juni voor jou?

Mijn favoriete board games #5

Trouwe lezers weten dat ik al eens graag een spelletje speel. Ik lijstte al eerder enkele favorieten op (onderaan deze post vind je alle linkjes), en nu is het tijd voor een volgende lading aanraders. Ik heb ze niet allemaal in de kast staan. Sommige speelde ik met vrienden of in een spelletjescafé. En ik vergeet dus ook regelmatig een foto te nemen.

Land vs. sea

Land vs. sea is een origineel twee-speler-spel voor de fans van Carcasonne. Iemand is land, iemand is zee en je moet zo veel mogelijk afgesloten gebieden proberen leggen en daarbij ook zoveel mogelijk punten rapen. Klinkt simpel, maar je werkt jezelf al eens in nesten tijdens het leggen. Zeker omdat je elkaar hier echt wel de das om kan doen door de ander zijn zee of landgebied uit te breiden :). Ik vind dit leuker dan Carcasonne, maar je kan het dus maar met twee spelen. Deze hebben we wel zelf in huis en komt regelmatig uit de kast aangezien een spelletje niet zo lang duurt.

Lamaland

Gezellig familiespel waarbij je tegels moet leggen in verdiepingen – dat alleen al vind ik een leuk extra mechanisme. Je moet met het leggen van tegels eten verzamelen om lama’s te kunnen voeden en met waar je die lama’s plaatst kan je dan weer scoren dankzij doelkaarten. Een spel dat je snel leert. Ik moet het niet meteen in mijn kast hebben, maar vond het wel leuk om tussendoor eens te spelen.

Evergreen

Een spel waarbij je door het kiezen van bepaalde kaarten bomen en struiken op een wereldkaart kan leggen en afhankelijk van de positie van de zon scoor je dan punten. Deze was even uitzoeken en de kaarten zijn moeilijk te lezen vind ik (beetje verwarrend design). Maar eens je ermee weg bent, kan je naar hartelust bomen planten. Ook eentje die niet per se in de kast hoeft – maar wel spelelementen heeft die ik nog nergens anders gezien had.

Lost Cities

Een kaartspel met zo weinig regels dat je eerst denkt: is het dit? En dan begin je het te spelen en voel je meteen dat er meer aan is dan je dacht. Het is een soort moderne variant van patience in duelvorm. Je moet expedities leggen door cijfers van dezelfde kleur oplopend te verzamelen. Je kan op voorhand voor verdubbelaars kiezen en je moet goed uitkijken wanneer de dekstapel op is want dan kan je plots geen kaarten meer leggen, is het spel gedaan en zit je misschien wel met heel wat minpunten.

Er is een variant met en zonder legbord op de markt (om de kaarten mooier te positioneren). Die zonder zie je hierboven en eigenlijk heb je niet meer nodig dan een simpele tafel in een café. Lost Cities is enkel met twee personen te spelen.

Hieronder de linkjes naar de vorige posts:

Ken jij nog spelletjes die ik zeker eens moet uitproberen?

Over romantiseren en zijn

We doen het allemaal wel eens: het romantiseren van ons leven. We kijken dagenlang, wekenlang, misschien zelfs maandenlang uit naar dat ene moment. Dat ene moment van zijn, want meer is het vaak niet.

Die vakantiedag in een leuke stad, die eerste keer dat je weer buiten kan eten, dat afspraakje met iemand die je al even niet meer zag, het pakje dat er te lang over doet om aan te komen en je kan niet wachten om het open te maken…

We zoeken naar de juiste outfit, maken een playlist, speuren heel het internet af naar wat er perfect bij past. We denken er over na. Misschien komt het zelfs voorbij in een droom. Er zijn wat kriebels de dagen voorheen.

En dan is het moment daar. Dat ene moment van zijn. En nadien is het weer voorbij. De vakantiefoto’s staan in een mapje, misschien heb je ze gedeeld op Instagram of aan je moeder laten zien. De inhoud van het pakje wordt iets van jou en valt niet langer op. En het is zoeken naar een nieuwe datum met die vriend.

Misschien is dat wel exact waarom we aan romantiseren doen. Omdat het zijn zo kort is, proberen we het te rekken. We kaderen de herinnering als het ware al op voorhand in, zodat we op het moment zelf alleen nog de nagel in de muur moeten kloppen. En klaar, weer iets om te koesteren en voor altijd op te slaan. Of om zoek te raken in onze grote doos van vervaagde herinneringen.

Allemaal goed en wel, dat in het moment zijn. Maar door te romantiseren houden we dat zijn net wat langer vast. En misschien is het net wel dat waar het allemaal om draait. Doe jij mee?

Napels #2: Vomero met het certosa e musea di San Martino

In april 2024 trokken Leen en ik naar de Italiaanse stad Napels voor onze jaarlijkse citytrip. Napels wordt ook wel de buik van Italië genoemd, ze zijn er blijkbaar zot van kerststallen en er is altijd wel ergens een hoek van waaruit de Vesuvius opdoemt. Napels is veelzijdig, Napels is luid, Napels is vuil en Napels voelt nog heel echt. Het werd een fijne kennismaking met deze zonnige stad.

Vorige keer nam ik jullie mee naar de Spaanse wijk waar we sliepen. Die Spaanse wijk ligt tussen het centrum van het stad en de wijk Vomero hoger op de berg. En vandaag wil ik jullie meenemen naar Vomero.

Er zijn twee manieren om boven aan te komen: te voet of met de kabeltrein vanuit Montesanto. Wij deden een combinatie van beiden: we wandelden vanuit de Spaanse wijk naar boven en stapten halverwege op de kabeltrein.

Uitzicht halverwege de klim op de Vesuvius en de baai van Napels

We stapten uit bij Morghen, van hier kom je makkelijk bij het Fort Sant Elmo, het klooster dat we later zouden bezoeken en de mooie statige wijk Vomero met ook veel winkels en eetgelegenheden.

Links: kabeltrein. Rechts: Villa in het Villa Floridiana park.

Het park Villa Floridiana werd onze eerste stop. Hier vind je een fijn park, een witte villa waarin het keramiekmuseum huist, een fontein vol schildpadden én een prachtig zicht op de baai van Napels. En dat laatste was ons doel. Je komt uit op een klein stenen terras maar het uitzicht loont wel degelijk de moeite.

Op de terugweg van het park haalden we een ijsje bij Mennella, want we waren toch al enkele uren op Italiaanse grond en dan hoort gelato er gewoon bij. Zeer lekker ijs!

Het was ondertussen al wat later op de namiddag en kortweg zijn er twee bekende bezienswaardigheden in Vomero: het Castel Sant’ Elmo, een gigantisch militair fort dat over alles uittorent en dus een prachtig uitzicht biedt, binnen huist ook een kunstmuseum.

Wij kozen echter voor het certose e musea di San Martino. Het stond in de Time To Momo reisgids beschreven als een klooster en museum ineen. De prijs was slechts 6 euro per persoon. Je komt meteen binnen in een soort van patio met de ingang naar een gigantische barokke kerk.

Via een andere ingang kan je ook achter de kerk de sacristie enzo bezoeken. Pas dan krijg je echt een zicht op de grootsheid (en schoonheid) van dit gebouw.

In het klooster blijkt veel te huizen: je vindt er een koetsenmuseum, enkele museumzalen met religieuze kunst, een gigantische kerststal, de kerk en kloostergangen met patio’s.

Wat ik dus niet wist is hoe serieus de inwoners van Napels kerstmis nemen. Al eeuwen is er een traditie van het bouwen van kerststallen (of Presepe in het Italiaans). Dat zijn heuse maquettes met allemaal miniatuurdetails. In dit museum vind je een gigantisch kersttafereel in een donkere ruimte, want de kerststal mag niet beschadigd worden. Maar we zouden nog meerdere kerststallen tegenkomen doorheen de vakantie.

De patio’s vond ik persoonlijk het mooist. Het klooster werd gebouwd in de 14de eeuw, maar van die gebouwen is niet veel meer over. Het was een kartuizerklooster en in één van de patio’s vind je heel wat doodskoppen als versiering. Rare mannen, die monniken.

Het gebouw is ook even gebruikt om oorlogsslachtoffers te verzorgen in de 18de eeuw, maar werd in de 19de eeuw opengesteld voor het publiek als museum.

En het beste: dit prachtige terras met uitzicht op de Vesuvius <3. Wat een prachtige plek.

Je kan ook een stuk van de tuin in, met opnieuw mooie uitzichten. Verder is de tuin niet zo bijzonder.

Het certosa e musea di San Martino waren we zonder verwachtingen binnen gestapt, maar we vonden het echt een leuke plek. Het is zo divers en het was er ook best rustig. Het is zo’n plek die ik meteen opnieuw zou bezoeken, dus ik vind het zeker een aanrader.

We dronken nog een wijntje op het terras aan de buitenkant van het gebouw, waar je een uitzicht hebt op de stad. Geslaagde eerste namiddag.

Nadien namen we de trappen naar beneden. Een hele omgekeerde klim. Het plan was om iets te eten bij pizzeria e trattoria ‘al 22, dat raadde de reisgids aan. Maar na het voorgerecht voelde ik me niet zo goed en keerden we terug naar de AirBnB.

Heb jij een favoriete plek in Napels of wil je er eens heen?

Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.

Mijn bucket list voor de zomer – editie 2025

Ik vind het elk jaar weer een plezier om een zomerlijstje met leuke dingen samen te stellen, om het nadien kei hard te vergeten. Ik ben een zomermeisje en ik hou van de zomer, maar de zomer is ook altijd zo snel voorbij en er blijven iedere keer dingen over die ik nog graag had gedaan wanneer de herfst weer begint. Soit, dit jaar maak ik gewoon weer opnieuw zo’n lijstje. Wie weet vink ik alles af, wie weet herinner ik me dit binnenkort niet meer :D. Doe je mee?

  • Genieten van lome zomeravonden op ons nieuw terras. Een boek en een hapje dabei.
  • Heel wat fijne optreden op gratis festivalletjes meepikken. Geen ‘echte’ concerten of festivals gepland hier, dus ik moet dringend eens een paar data in de agenda zetten.
  • Board games spelen terug oppikken, misschien kan het nieuwe terras daar ook een boost aan geven?
  • Minstens 10 boeken lezen. Die 20 books of Summer challenge doet zichzelf niet slagen.
  • Meer dan voldoende blijven bewegen en afwisselen qua sport (zwemmen, pilates, dansen, wandelen…). Ik heb dit zo nodig voor mijn rug en mijn hoofd. Maar mijn lijf en de ziektekiemen willen niet altijd mee.
  • Hoort ook bij bewegen, vaker een blokje rond wandelen ’s avonds, om uit het hoofd te komen, de natuur te voelen en jawel ook te bewegen ;).
  • Naar Engeland! Jeej, is al geboekt!
  • Een nieuwe wegwerpcamera opmaken.
  • Blijven bloggen, ik zit in een fijn ritme en ik wil dat graag zo houden.
  • Aan een nieuw fotoboek starten en daar idealiter wat vaart mee maken.
  • Naar een museum. Of twee. Of drie, afhankelijk van het weer.
  • Naar de wellness – ook graag een keer of twee.
  • Gaan kijken naar de nieuwe Downton Abbey film in de cinema. Die komt pas uit op 12 september, maar hey, Indian Summer is ook zomer.

En jij, welke plannen maak jij deze zomer?

Parijs #11: Het Musée Jacquemart-André

In mei 2025 gingen Leen en ik een dag op en af naar Parijs voor de Artemisia expo in het Musée Jacquemart-André. Parijs telt honderden musea en iedereen kent wel het Louvre, de Orangerie of d’Orsay. Maar Musée Jacquemart-André was ook voor mij onbekend. Onbekend is meestal onbemind en dat geldt helemaal voor dit museum. Ik neem je dus graag even mee naar onze ervaring.

Het museum ligt op de Baron Haussmann straat (zeg maar boulevard), boven de Champs-Elysées in het achtste arrondissement. Het was oorspronkelijk een privéwoning van een rijke familie. Wanneer Édouard André trouwt met Nélie Jacquemart en het koppel een voorliefde heeft voor kunst, beginnen ze hun verzameling. Vooral kunst uit de Renaissance intrigeert hen, van Italiaanse grootmeesters en de Vlaamse primitieven. Het koppel wilde nadrukkelijk dat na hun dood het huis werd omgevormd tot een museum en dat is het al sinds 1913. In 2023 werd het nog grondig gerenoveerd.

Momenteel kan je er enerzijds de vaste collectie gaan bekijken en zijn er verschillende tentoonstellingen doorheen het jaar, met voornamelijk een focus op Italiaanse kunst. Zo ook de huidige expo rond Artemisia Gentileschi, een 17de eeuwse schilderes, feministe en volger van Caravaggio – één van de eerste vrouwen die echt geld verdiende met haar kunst.

We betaalden 18 euro euro per persoon voor de expo + de vaste collectie. Je raakt er eenvoudig met de metro (halte Moresnil). Je komt binnen via een heel statige witte voorgevel en moet eerst naar de achterkant wandelen waar je de echte ingang vindt.

En dat blijkt een mooie statige neoclassicistische gevel met beelden van leeuwen en een prachtige patio met groen, bankjes en Romeins-aandoende beelden.

Eens binnen wandel je door een prachtig stadspaleis met kunst aan de muren. Maar ik moet eerlijk toegeven: ik heb niet veel naar de kunst gekeken, want ik was afgeleid door de prachtige ruimtes. Het was er door de populaire expo wel redelijk druk.

Allemaal grote open ruimtes met prachtige plafondschilderijen. Maar mijn mond viel pas helemaal open bij de marmeren trappenhal. Zoveel licht en met de spiegels wordt het bijna een soort van mini-Versailles.

Ja, zeg. Hier wil ik wel wonen!

Het deed me wat denken aan The Wallace Collection in Londen, waar het museum ook vaak mee wordt vergeleken (en dat dus ook één van mijn favoriete musea in Londen is).

Helemaal boven vlak voor de expozalen is er dan nog deze Oosters getinte zaal met beelden en zuilen en met bladgoud afgewerkt houtwerk plafond:

En dan de expo: die was verspreid over een 8-tal kleine zalen en heel sober ingericht. Alle focus lag op de schilderijen en dat vond ik wel fijn. Ik vond het er alleen veel te druk. Zeker in de eerste zalen. We waren er op het middaguur, dus naar het einde toe nam de drukte wel wat af. Maar ik las online al dat het er met momenten heel druk kan zijn, dus het is wel een probleempje dat ze hebben. Eigenlijk zijn de ruimtes van de expo te klein voor de populariteit ervan. Maar misschien breiden ze ooit uit? Als je dus een tijdslot boekt (want dat is verplicht), doe het tactisch: heel vroeg ’s morgens, vlak op de middag of tegen sluitingstijd.

Hieronder een paar foto’s met enkele werken van Artemisia. Als grote fan vond ik het fantastisch om zoveel werken van haar op één dag te mogen bekijken.

Links: Judith and Her Maidservant. Rechts: Allegory of Inclination, het werk dat werd gerestaureerd in het Casa Buonarotti in Firenze toen wij er waren.

Links: Yael et Sisera. Rechts: Sleeping venus.

Links: kopie van Judith slaying Holofornes, naar het origineel dat in Napels hangt, ik zag ooit een andere variant in het Uffizi in Firenze. Rechts: detail van Esther before Ahasuereu.

Daarnaast hingen er nog wat werken van haar vader Orazio. Artemisia heeft als jong meisje waarschijnlijk aan enkele van zijn werken meegewerkt. En ook eentje van Caravaggio want diens rauwheid en gruwel was een grote inspiratiebron voor haar.

De expo noemt haar een feminist en een heldin van de kunst. Dat is natuurlijk mooi, maar het was in haar leven niet makkelijk als vrouwelijke kunstenares. Je merkt wel aan haar kunst dat ze een vrouw was en dat ze de dingen dus ook vanuit die blik interpreteert. Ook al had ze vaak goede mecenassen (o.a. de Medici), helaas is ze ook lang in de vergetelheid geraakt. Maar vandaag is Artemisia heel geliefd bij kunstliefhebbers en dat bewijst deze expo. Nog tot 3 augustus in het Musée Jacquemart-André in Parijs.

Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.

Mei

De maand mei begon met een verlengd zonnig weekend. Ik nam verlof op 2 mei en trok met Leen een dagje naar Parijs. Het doel was de Artemisia expo in het Musée Jacquemart-André. Ik ben een grote fan van deze 17de eeuwse barokke schilderes met best feministische thema’s en ik heb Leen dan toch ook enthousiast gekregen (denk ik). Binnenkort een uitgebreider verslag van het museumbezoek. Bij deze al wat eerste sfeerbeelden.

Parijs was echt heel fijn in dit zomerse weertje. Zelfs echt warm. Naast een museumbezoek, een pizzalunch en een ijsje bij Berthillon wandelden we vooral langs de Seine tot aan de Notre-Dame en nog een beetje verder. Het bezoek was net wat te kort om nog veel meer te doen, maar zo van die dagtripjes, ik moet dat meer doen.

En ook mijn wegwerpcameratje ging mee. En er werden uiteraard enkele Invaders gespot.

Ook de rest van de maand was best goed gevuld: een foodtruckfestival, een avond in de zon met de collega’s, het kleine optreden van de dansschool met nog best wat repetities, het lief zijn verjaardag vieren in de wellness. Veel leuke momenten!

Links: het zonnetje was van de partij! Rechts: nog eentje van Parijs dan.

Er is ook eindelijk wat beterschap met mijn rug. Plots is er veel minder spierpijn in de lage rug. Geen idee hoe het komt, maar het lukt me nu al enkele weken om die bepaalde spier pijnvrij te houden. Ik ga nog wel altijd naar de kine en moet voldoende bewegen, maar yay!

Daarnaast werd ik wel terug ziek. Een milde infectie die niet echt is doorgebroken, maar met de vermoeidheid van de laatste weken kwam die wel hard aan. Ondertussen heb ik bloed laten trekken en blijk ik met een ijzertekort te zitten dat de vermoeidheid zou kunnen verklaren. Ik hoop alvast dat het de volgende weken wat verbetert dankzij het supplement en dat de infectie snel afneemt. Het verlengde Hemelvaartsweekend staat in het teken van rust en opladen – juni belooft een druk gevulde maand te worden dus ik wil voldoende energie hebben.

We gingen ook eten bij het nieuwe Roots in Leuven, Libanese mezze, zooo lekker!

Gelezen

  • Ik las het laatste deel van The Last Kingdom serie uit. In ‘War Lord‘ vecht Uhtred voor een eengemaakt Engeland. Mooi einde van de serie.
  • Ik zat wat in een leesdipje en wou daarom wat lichtere vrouwenromans lezen en zo kwam ik uit bij ‘Het Weense koffiehuis‘ aangezien ik in juni naar Wenen ga. Maar ik vond dat eigenlijk echt een goed boek, met een historisch waardevolle verhaallijn rond kroonprins Rudolf en met veel liefde voor de Weense koffiehuiscultuur. Ik ga deel 2 zeker ook een keer lezen.
  • In The Cardinal van Alison Weir kwam het leven van Thomas Wolsey aan bod, de eerste en belangrijkste adviseur van Henry VIII. Het was een dik boek, dat soms wat saai werd. Niet slecht, maar ook zeker geen favoriet van deze schrijfster.

En hoe was mei voor jou?

Parijs #10: Le Petit Palais (+koffietips Montmartre)

In februari 2024 deed Eurostar weer eens een actie en dat bracht ons voor drie dagen in Parijs. Zoals je aan het nummer van deze blogpost kan zien, was het voor mij niet de eerste keer in de stad. Maar voor het lief wel. We wandelden dus langs heel wat hoogtepunten die al eens eerder aan bod kwamen, maar we deden ook een aantal nieuwe dingen. En daar wil ik nog wel graag wat over vertellen. De vorige keer had ik over onze bezoek aan de Sainte Chapelle, vandaag gaan we naar het kleine paleis.

Le Petit Palais

Op de tweede dag wilden we graag naar Le Petit Palais, het museum van schone kunsten, aan de Pont Alexandre III. Eén van de vele gebouwen neergezet voor de wereldtentoonstelling van 1900. Net als die brug trouwens en Le Grand Palais, een plaats voor tijdelijke expo’s dat ze heel lang hebben gerestaureerd maar in 2025 terug opende (en al voor de Olympische Spelen werd gebruikt).

Bon, op maandag is het museum gesloten, daar kwamen wij dan achter toen we er stonden, haha. Dus gingen we die dag naar de Orangerie in de Tuilerieën om o.a. de Waterlelies van Monet nog eens te bewonderen. Maar een dag later kwamen we terug voor Le Petit Palais. Toegang tot de vaste collectie is gratis, voor expo’s moet je betalen.

Binnenkomen doe je in de grote hal, die is prachtig! Daarna kan je de Galerie des sculptures, met de collectie beeldhouwwerken, induiken. En dat is ook meteen de allermooiste zaal van het gebouw.

Daarnaast kan je op de bovenverdieping rond de binnentuin heel wat verschillende zalen doorwandelen met werken van Monet, Gauguin, Delacroix… Kortom, de grote Franse kunstenaars. Al kom je ook heel wat kleinere onbekende werken tegen. Onderstaande foto’s zijn gemaakt in de Galerie des grands formats.

De collectie is niet te vergelijken met het Louvre, maar dat zorgt er ook voor dat je je meer kan laten verrassen. Wij waren in het museum vlak na openingstijd en er waren zeker nog heel wat andere mensen, maar dit kan je niet vergelijken met de drukte van het Louvre. En het is ook allemaal veel meer behapbaar.

Op de benedenverdieping heb je nog enkele zalen met vroegere religieuze kunst. Daar zijn de ruimtes iets minder open, maar het werd alsnog mooi gebracht. Je brengt makkelijk anderhalf uur door om alles te bekijken. En daarna kan je uitrusten in de prachtige binnentuin.

De binnentuin bestaat uit overdekte zuilengalerijen die een soort amfitheater creëeren voor de tuin. Zelfs in februari stonden er bloesems, in de zomer moet dit echt een prachtige plek zijn.

Le Petit Palais is gewoon een heel fijn kunstmuseum met een mooie tuin en ook nog eens gratis om te bezoeken. Al zijn de expo’s vaak ook heel interessant. Een alternatief voor wie geen ticket voor het Louvre heeft kunnen bemachtigen en voor wie de Orangerie en d’Orsay al heeft bezocht. Ik keer zeker nog eens terug!

Oude favorieten en een tijdelijke expo

De overige tijd in Parijs spendeerden we met door de stad te wandelen langs mijn favoriete plekken.

Links: zuilen aan het Palais Royal. Rechts: Invader expo.

Met dus een bezoek aan de Orangerie. En ook gingen we naar Invader’s tijdelijke expo in een parkeergarage. Daarnaast proberen we in Parijs zelf ook zoveel mogelijk Invaders te spotten.

Links: Montmartre <3. Rechts: de waterlelies van Monet in het Orangerie museum, must see!

Koffie in Montmartre

Omdat we in Montmartre sliepen brachten we daar veel tijd door en het was best koud in februari dus gingen we regelmatig een koffie drinken in de buurt, hierbij onze aanraders:

  • Sylon de Montmartre: ook heel leuk voor een uitgebreid ontbijt of een brunch
  • Canopi Coffee: ligt wat uit de kering in een mooi stukje Parijs, voor wie weg wil van de gebaande paden
  • Two Doors Coffee: hiervoor moet je naar beneden wandelen achter de sacre-coeur en heel veel geluk hebben met een plek want het is er altijd druk. Ideale stop voor wie deze wandeling doet trouwens.

Meer tips voor Parijs vind je via mijn reisgidsoverzicht. Wat is jouw favoriete plek in Parijs?

Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.

Vijf zaken die ik nog niet heb gedaan

In navolging van Koen, lijst ik graag vijf zaken op die ik nog niet heb gedaan en waar ik dat stiekem heel jammer van vind.

Koppeldans

Ook Koen had deze in zijn lijstje staan. Ik heb een passie voor dans en hou van deze vorm van beweging, maar de ultieme droom is toch wel om tango, American smooth of rumba te leren (of eender welke andere koppeldans). Ieder seizoen van Dancing with the stars zwijmel ik weg bij de mooie choreo’s en wil ik zelf ook over de dansvloer zweven. Ook al weet ik dat het aartsmoeilijk is.

Het helpt niet dat het lief twee linkervoeten heeft en absoluut geen ritmegevoel. Er zijn ook niet echt dansscholen in de buurt die het aanbieden. We zijn ooit tot in een proefles disco swing geraakt, maar door omstandigheden hebben we toen niet ingeschreven. En de les wordt momenteel niet meer aangeboden.

Een muziekinstrument leren spelen

Ja ik weet het, je bent nooit te oud. Maar piano, gitaar of drumlessen nemen lijkt me toch makkelijker als kind. Alleen al het idee om nog noten te moeten gaan leren… Ik ben nooit verder geraakt dan een initiatie blokfluit en het resultaat was een vals geluid waar mijn katten van gingen lopen.

Ik denk ook echt dat mijn talent niet bij muziek maken ligt, maar het lijkt me zo zalig om dit goed te kunnen.

Een soloreis maken

Dit is echt wel eentje om ooit nog eens te ondernemen, maar reizen met het lief en vrienden gaat momenteel nog altijd heel makkelijk. En ik ben er nog niet goed uit of ik solo naar een bestemming wil die ik goed ken, of dat ik mezelf eerder wil uitdagen met iets nieuws. Ik heb geen schrik om op mezelf aangewezen te zijn, maar wel voor de interne monologen die zo’n reis met zich mee gaat brengen, haha. En ik deel ook wel graag ervaringen met anderen.

Maar het lijkt me wel iets om ooit eens te doen. Ik hoor hier alleen maar positieve verhalen over.

Vrijwilligerswerk

Het lijkt me fijn en een must om op een gegeven moment in mijn leven iets terug te geven aan de maatschappij. Het liefst zou ik iets willen doen met mensen of dieren dan. Maar ik heb nog geen concrete plannen.

In het buitenland wonen

Ik koos op de universiteit voor een stage in plaats van Erasmus. Dat die stage kei hard tegenviel, tja. Ik denk sowieso dat ik er toen nog niet klaar voor was om een tijdje alleen in het buitenland te zijn. Nu heb ik dat gevoel wel en het lijkt het me zalig om echt op een andere plek in een ander land thuis te zijn.

Kanshebbers zijn Engeland en Spanje, beiden om andere redenen – maar wie weet waar ik beland. Ach ja, ik heb net een huis gebouwd hier in België en dat is ook mooi. Ooit zet ik de stap, ook al is het maar voor even.

En wat zijn de dingen die jij nog niet hebt gedaan maar die je eigenlijk wel echt graag zou willen doen – al dan niet in een parallel leven?

Lessen van een analoog experiment

Geïnspireerd door Leen, kocht ik mezelf in februari ook een analoog wegwerpcameratje (deze van Agfa met ingebouwde flash). De camera kon 27 foto’s nemen, waarvan ik er 22 nam tijdens onze vakantie in Malaga en onlangs nam ik de laatste 5 in Parijs.

Ik ben geen fotografiewonder. Ik ben iemand zonder geduld. Zo’n spiegelreflexcamera met verschillende lenzen en manuele instellingen is niet voor mij weggelegd. Ik maak wel graag foto’s met mijn smartphone – vooral op vakantie – en hoewel ik er dan veel te veel op één dag neem heb ik altijd veel aandacht voor het kader van de foto.

Analoge fotografie is best complex, behalve met zo’n wegwerpcamera. Het enige waarmee je dan bezig moet zijn is het kader: wat ga ik fotograferen en wat plaats ik waar op de foto? Helemaal mijn ding. En de sfeer van zo’n analoge foto met die grain en warme kleuren is gewoon super mooi.

Nu de eerste foto’s binnen zijn, laat ik jullie graag de resultaten zien en koppel ik dat meteen aan enkele lessen.

Les 1: te veel zon in de lens zorgt voor overbelichting

Dat is natuurlijk zo met elke camera, maar een smartphone kan daar vaak nog best oké mee om. Een analoge camera maakt er een zonnevlek van of het geheel wordt te wit. Niet meer doen dus.

Les 2: het kader van de foto is breder dan wat je zelf ziet als je de foto neemt

Een heel belangrijke les voor iemand die belang hecht aan het kader (that’s me). Ik let altijd heel erg op wat de hoeken zijn voor ik een foto neem. En op bovenstaande foto’s was het niet de bedoeling dat het witte busje of de man rechts van de kantelen mee op de foto zou staan. Maar de foto zoomt blijkbaar harder uit dan je ziet.

Dus ik moet leren inschatten dat mijn kader breder is dan wat ik door het schermpje zie. Of ik knip gewoon mijn foto wat bij achteraf ;).

Les 3: de camera stelt scherp op het midden van het midden van de foto

Dat is vooral van belang als je een persoon mee wil fotograferen want de regels van de fotografie zeggen dat je nooit een persoon in het midden moet zetten (1/3de regel), maar dan is die persoon dus ook niet scherp. Bovenstaande foto van mezelf beschouw ik nog als gelukt omdat ik relatief in het midden sta, maar bij andere experimenten met personen aan de zijkant is het resultaat minder goed.

Ook bij het nemen van landschapsfoto’s is het opletten geblazen. Als je centraal een bepaald element wil scherpstellen/uitlichten zoals de foto met de toren links is het resultaat best oké. Bij uitzichtfoto’s zonder centraal element (foto rechts), wordt het geheel vlak en onscherp.

Les 4: je kan er hele mooie sfeervolle plaatjes mee schieten

En dat is het belangrijkste ;). Hieronder mijn favorieten:

Parijs Invader op de Pont Neuf.

Het Alhambra in Granada <3. Er was die dag nogal vlakke grijze lucht jammer genoeg.

De kathedraal van Malaga. Hier zie je goed dat het centrale gedeelte veel scherper is gesteld dan de uithoeken.

Links: Notre Dame in Parijs (weer een arm in het kader omdat het kader breder was dan gedacht ;)). Rechts: enige foto die ik semi-binnen nam in een wat donkere galerij, love it! Ik nam verder nog nooit binnen een foto en al helemaal niet met de flits.

Links: kathedraaltoren met mooie lucht. Rechts: absolute favoriet met veel mooie warme kleuren, de weerspiegeling in het water en de lucht met wolken.

Ga ik nog eens zo’n wegwerpcamera kopen? Absoluut! Ga ik dat nu elke vakantie doen en er altijd mee bezig zijn? Neen. Het is gewoon fijn om er af en toe bewust mee bezig te zijn. In een wereld van AI hypes zoals studio ghibli en barbiepoppen biedt dit een mooi tegenwicht.

Ik plan om er eentje mee te nemen naar onze zomervakantie in Engeland. En ik heb nu wel het gevoel dat ik een goed idee heb van welk type foto’s ik er het best mee kan maken en waar ik op moet letten.

Neem jij vaak foto’s?

Dingen waarvan ik blij ben dat ik ze niet heb

Naar aanleiding van enkele posts die ik op sociale media zag verschijnen – een lijstje met dingen waar ik blij mee ben dat ik ze niet heb of dat ik er geen last van heb. Ik zou hier een hele serieuze lijst van kunnen maken: gezondheidsproblemen, financiële problemen, ingegroeide teennagels… But where’s the fun in that? 🙂

Dus bij deze minder serieuze lijst.

  • Schaamte over mijn lichaam
  • Broeken met brede pijpen
  • Verplichte Valentijnscadeaus
  • Saaie sokken
  • Schoenen met hoge hakken
  • Een liefde voor skiën, ik ben zo lomp dat ik mezelf heel veel pijn zou doen
  • Een goed gecureerde muzieksmaak, niks beters dan foute nummers meekwelen zonder schaamte
  • Lange haren die in de knoop kunnen raken, leve de korte coupe
  • Fitnesstoestellen :), trekt veel stof aan hé
  • Schrik van dieren, dieren geven zoveel liefde terug
  • Een lief dat van voetbal houdt, of kinderen die ik naar de voetbal moet brengen, ik heb echt helemaal niets met voetbal
  • Te veel spullen (te veel exemplaren van hetzelfde bijvoorbeeld)
  • Conservatieve denkbeelden over anderen, ik ben trotse aanhanger van ‘als ze maar gelukkig zijn’
  • Een account op TikTok en Snapchat, lijkt me echt ongezond zoals sommigen daar in blijven doomscrollen (nu nog zelf van Insta afraken)
  • Een wit-beige interieur zoals ze dat in Blind Gekocht allemaal lijken te willen. Ik woon niet in een ziekenhuis hé

Wat vind jij goed dat je niet hebt?

Rome #7: rond het Piazza Navona

In november 2023 kreeg het lief een tripje naar Rome cadeau van het werk (voor zijn 10de werkverjaardag), als collega en lief had ik zelf de trip in elkaar mogen steken. En man, wat was ik vergeten hoe een geweldige stad Rome was! Ja, het is er altijd druk, ook in november, maar je kan heel snel weer de hoek om een rustig straatje inwandelen waar je alleen bent. Ook dat is Rome.

In de voormiddag bezochten we het Palazzo Barberini en lunchten we in de buurt van het Piazza del Popolo. In de namiddag stapten we naar beneden langs het mausoleum van Augustus naar de Tiber tot aan de Ponte Umberto I, mijn favoriete brug en uitzicht in Rome.

Mooi hé? Ik vind het zicht op de Sint-Pietersbasiliek hier gewoonweg prachtig. Het Castel Sant Angelo zat deze keer verscholen achter de bomen rechts. Het Vaticaan stond voor de volgende dag op het programma, dus we keerden terug richting de stad.

Naar het piazza Navona. Het mooiste plein van de stad aangelegd in de 17de eeuw in opdracht van de Pamphili paus, Innocentus X, wiens paleis nog steeds aan dit plein staat. Het plein ligt bovenop de Romeinse site van het stadium van Domitianus, vandaar de ovale vorm. Het is een barokplein met als blikvangers de vierstromenfontein van Bernini en de kerk Sant Agnese in Agone van Borromini.

Links: Piazza Navona. Rechts: Sant Agnese in Agone, Borromini’s meesterwerk.

Spring zeker de kerk even binnen als die open is, de Sant Agnese heeft één van de mooiste barokke koepels van de stad. In de buurt van het Piazza Navona vind je veel kerken die de moeite zijn. Onze reisgids stelde er een aantal voor, en we kozen uiteindelijk voor de San Luigi dei Francesci.

Deze barokke kerk is vooral bekend omdat er een drieluik van werken van Caravaggio hangt in één van de zijkapellen. Het gaat om drie scènes uit het leven van Mattheus. De entree is gratis, maar het is heel druk bij de kapel, dus bewonder ook zeker even de rest van de kerk die vooral met veel bladgoud is bedekt.

Caravaggio in de San Luigi dei Francesci

En dan nog één kerk om het af te leren: de Santa Maria della pace heeft een wat vreemde neoclassicistische ingang en is niet zo groot, maar het klinkt van de grote namen: het altaar van Maderno, de Chigi kapel met een werk van Rafaël en ook een werk van Orazio Gentileschi, de papa van Artemisia en een Caravaggist. Als grote Artemisia fan was dat eigenlijk de reden dat ik er binnen stapte. En daardoor misten we zelfs de Rafaël, kan gebeuren hé.

Links: Santa Maria della pace. Rechts het werk van Orazio Gentileschi.

Qua kerken heb ik altijd een beetje een kiezen is verliezen gevoel in Rome, maar je wil ook niet dat alles op elkaar begint te lijken dus te veel barok op één dag is ook niet goed. Ik laat het meestal allemaal wat op mij af komen en afhankelijk van de openingsuren lukt het ons wel of niet om een bepaalde kerk binnen te stappen.

Genoeg kerken voor nu dus. Tijd voor wat mooie straatjes. Eén daarvan is de Via Giulia, dat blijkbaar vaak in films wordt gebruikt. Wij liepen door een lege straat, duidelijk nog niet zo bekend bij het grote publiek.

Links: Via Giulia. Rechts: Palazzo Ricci met 16de eeuwse fresco schilderingen.

Duik even een zijstraat van de Via Giulia in en daar vind je in een klein rijhuis de gelateria Neve di Latti. Je loopt er echt zo voorbij. Maar dit was zonder twijfel het beste ijs van de vakantie, en dat is een hoge lat om te halen.

Uiteindelijk kwamen we zo uit op het Campo de Fiori, het marktplein, waar de markt aan het afronden was en waar het standbeeld van Giordano Bruno, de filosoof die hier de doodstraf kreeg – zoals zovelen anderen -, ons aanstaarde.

Links: Campo de Fiori. Rechts: Sant’ Andrea della Valle

Op de Corso Vittoria Emmanuelle II staat een grote basiliek: de Sant’ Andrea della Valle. Niet zo speciaal volgens de reisgidsen, maar ik herinnerde mij deze kerk nog van 10 jaar geleden. Een mooie barokke koepel met eerder aardse tinten en kleuren wat zorgt voor een mooi licht vanbinnen. En deze kerk is echt gigantisch.

Laatste stop voor vandaag: Area Sacra del Largo Argentina. Dit is een stuk Romeinse opgravingen waar je de restanten van vier Romeinse tempels vindt en het theater van Pompeius. En dat zou de plek zijn waar Julius Caesar door de Senaat met messteken werd vermoord in maart 44 v. Chr. Helemaal zeker zijn we niet van de plaats delict, maar dit is de dichtste gok. Vandaag doet dit plekje in Rome dienst als kattenasiel. Zij lopen er tussen de brokstukken rond. Dit is dus ook één van mijn favoriete plekken :).

Tegen de avond namen we de metro naar de wijk Testaccio buiten het centrum. Dat is een opkomende wijk met veel street art en leuke eetplekken. Wij spotten er de Jumping Wolf van onze Gentse ROA, maar verder wil ik er bij daglicht nog terug naartoe. We aten bij Felice a Testacchio aan het laatste niet gereserveerde tafeltje. Felice zou de beste Cacio e Pepe pasta van de stad hebben en damn, het was echt heel lekker. Aanrader, maar reserveren is dus de boodschap. Dit is zo’n plek waar je echt tussen de locals dineert.

Links: Jumping wolf, ROA. Rechts: Felice a Testacchio.

Et voila, zo kwam onze tweede dag ten einde in Rome.

Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.

April

April voelt voor mij altijd een beetje als een nieuw begin. En zeker na die ziekelijke maand maart deed de lente en stap voor stap terug buiten komen echt deugd!

Begin april was hier nog rustig, ik moet toegeven dat ik nog wekenlang heel moe ben geweest van de griep. Toen ik bij de dokter kwam voor mijn rug vroeg ik of dat normaal was. En die bevestigde dat. Momenteel gaat het weer iets beter. Over mijn rug gesproken: ik ben na ziek te zijn terug helemaal hervallen qua lage rugpijn en voorlopig probeer ik met de kine weer op te bouwen (zonder succes helaas, project gezondheid zit ook deze maand nog niet top 🙈).

Het lief liep deze maand net als elke man tussen de 25 en de 45 zonder dikke auto of minnares 😅 een marathon (het was marathon in Gent, Parijs, Rotterdam en Londen en wie dat te veel vond kon de 10 Miles lopen), maar zijn keuze viel samen met enkele andere collega’s op het EK marathon van Brussel naar Leuven. Zijn voorbereiding was niet top en dus werd vooral aankomen het doel, wat ook is gelukt.

Ik ging heel de dag supporteren met enkele collega’s en wow, massa events in Leuven zijn altijd de max – denk aan het WK wielrennen in 2021 of het WK gravel van vorig jaar – maar opnieuw was Leuven zo zalig hartverwarmend. Zo veel volk op de been, zo’n sfeer! Wij riepen op iedereen die passeerde en nadien op elke vrouw omdat er gewoon te veel volk tegelijk passeerde. We hadden een apérosnackbar om al dat roepen te compenseren en het was zalig weer. Eén loopster kwam ons zelfs achteraf bedanken voor de vele aanmoedigingen <3. Geslaagde dag, maar ik bleek even moe als het lief ’s avonds want uren staan supporteren is zot vermoeiend.

Ik ging deze maand ook een aantal keer lekker eten, onder andere in Fellini in Leuven met een vriend en in Baracca (ook Leuven) met het lief voor ons twee jaar samenwonen.

Baracca

Het verlengde paasweekend bracht ons naar Antwerpen: we wilden heel graag de expo ‘Nachtreis’ van Hans Op De Beeck meepikken in het KMSKA. De museumpas to the rescue dus en ik moet eerlijk toegeven dat ik schrik had voor het volk, want het KMSKA is altijd druk, zeker in het weekend. Dat bleek reuze mee te vallen. In de expo was het redelijk druk, maar er is veel plaats om rond te lopen (ik hou van de exporuimte van het KMSKA, die heeft zoveel mogelijkheden qua inrichting). In de rest van het museum was het zelfs extreem rustig (ik wou nog graag de Artemisia en Dali eens opnieuw zien).

Links: een leeg KMSKA. Rechts: de heilige Catherina van Artemisia <3.

Nachtreis was echt een fijne ervaring. Op De Beeck creëert zijn eigen grijze wereld met veel oog voor detail. Het snijdt allemaal niet zo diep, maar dat hoeft niet altijd met kunst vind ik.

In de namiddag doken we nog even het museum Maeyer Van Den Bergh binnen dat na deze maand sluit voor restauratiewerken tot in 2029. Ik was er nog nooit geweest en er hangt vooral veel Breughel. Leuk klein museum, maar je merkt wel dat er opknapwerken nodig zijn om het wat te moderniseren (het was er nu al snikheet en het was koud buiten).

Foto’s: Maeyer Van Den Bergh, benieuwd hoe ze het gaan restaureren.

En vorig weekend konden we dan eindelijk ons terras tegelen! Hard naar uitgekeken want door het mooie weer wil ik graag buiten zitten en buiten werken, maar dat kon nog niet. Nu moeten we de tegels nog inwassen en alles afwerken en begin juni komen de tuinmeubelen.

We boekten ook onze roadtrip naar Zuid-Engeland voor augustus en het lief kreeg te horen dat hij mag gaan spreken op een developersconferentie in Lissabon in september, dus dat wordt nog een tripje om te plannen. Al bij al was het dus een prima maand!

Gelezen

Er werd in april terug heel wat gelezen:

  • The Cornish witch van Elena Collins was een lekker tussendoor boek voor op de trein over een jonge vrouw, Meghan, die naar een dorpje in Cornwall trekt en daar ontdekt dat de geest van een heks mannen doodt met een kus. We leren ook Susannah en haar dochter kennen die in de 16de eeuw in datzelfde dorpje woonden.
  • The queen of four kingdoms van Princess Michael Of Kent is een boek van de hand van één van de leden van het Engelse koningshuis over Yolanda Van Aragon. Zij speelde een belangrijke rol tijdens de Honderdjarige oorlog en was ook mecenas van Jeanne d’Arc. Een typisch boek voor mij dit :).
  • The sirens (vertaald als De sirenen) van Emilia Hart. Emilia Hart is bekend van ‘Weyward’ en zet hier opnieuw een fantastisch feministisch boek neer over twee generaties zussen die een vreemde huidziekte hebben en heel wat familiegeheimen ontdekken. Aanrader, je moet er wel tegen kunnen dat alle mannen door en door slecht zijn in haar boeken.
  • The mourning necklace van Kate Foster vertelt het verhaal van Maggie Dickson die wakker werd in haar eigen doodskist omdat ze haar ophanging overleefde. Een waargebeurd verhaal uit 18de eeuws Schotland. Maggie beviel van een kindje dat meteen erna stierf, maar omdat ze niet getrouwd was, werd ze veroordeeld voor kindermoord. En Foster probeert haar verhaal een stem te geven. Ik vond Foster’s vorige boek nog wat beter, maar deze was zeker fijn om te lezen.
  • The women (vertaald als ‘De vergeten vrouwen’) van Kristin Hannah. Hannah is een super bekende auteur en vertelt hier het verhaal van de vele verpleegsters die naar de Vietnaamoorlog gingen en bij hun terugkomst genegeerd werden. Mooi thema, jammer genoeg is het zo melodramatisch uitgewerkt dat ik soms echt moest oogrollen bij alles wat Frankie meemaakte of deed. Vooral de vele mannen die voor haar voeten vallen… Ik denk dat ik wel klaar ben met Kristin Hannah, gewoon niet zo mijn ding.

Hoe was jouw april? Heb/had jij leuke plannen dit 1-mei weekend?