Close
Onderweg

Onderweg

Het is de laatste tijd soms moeilijk om goed uit mijn woorden te raken en dat merk je hier ook wel. Ik had op zich wel wat van deze zomer verwacht. Misschien eindelijk terug eens wat zaken om naar uit te kijken, en hoewel die er ook wel zijn blijven de eentonigheid en de onrust een dingetje in mijn hoofd.

Alsof we met zijn allen al heel lang onderweg zijn. Je weet wel, op zo’n op elkaar gepakte reis waarbij je de anderen stilaan begint te ruiken of per ongeluk wat ellebogen in je gezicht krijgt. Je moet naar het toilet, maar we zijn er bijna dus je gaat niet. Je kijkt uit naar die frisse lucht als je van het vliegtuig of de bus stapt, om je spieren eindelijk nog eens te laten ontspannen. Vooral op de terugweg heb ik dit gevoel wel vaker.

Niemand is echt de beste versie van zichzelf tijdens zo’n rit toch? Onderweg zijn is deel van de beleving zegt men dan, maar ik heb toch altijd het idee dat ik beter een tientje meer had uitgegeven voor een comfortabele rit. Dit gevoel heb ik momenteel en ik heb geen idee of het herkenbaar is.

Ondertussen lijkt de wereld in brand te blijven staan, soms letterlijk met bosbranden of die verschrikkelijke overstromingen, maar ook figuurlijk weegt alle onverdraagzaamheid zwaarder door dan ik zou willen. Soms vraag ik me af naar waar we juist op weg zijn? Er gebeurt nog zoveel moois maar je moet soms moeite doen om het te zien.

En ik wil moeite heel graag doen. Dus blijf ik genieten van de kleine dingen die me doen glimlachen. Hopend dat de bestemming om de hoek lonkt.

P.s. het gaat best ok hoor, ik probeer gewoon mijn gevoelens rond deze vreemde periode op papier te zetten via een aantal metaforen om het van me af te schrijven.

Herkenbaar?

Jezelf iets gunnen is best oké

Jezelf iets gunnen is best oké

Voor sommige mensen is het evident. Jezelf op iets leuks trakteren nadat je hard hebt gewerkt of gewoon omdat je het verdiend hebt. Soms heb je er geen reden voor nodig. Een nieuw kledingstuk, een handtas, een boek of dat ene ding dat je eigenlijk echt niet nodig hebt maar wel mooi vindt. In het winkelmandje en hupla, morgen in huis!

Ik ben eigenlijk best jaloers op mensen die dat kunnen. Want zelf vind ik dat moeilijker. Ik ben spaarzaam, noem me gerust zelfs gierig. Maar enkel op dingen voor mezelf. Ik koop eigenlijk nooit dingen voor mezelf die ik niet nodig heb. Een folieke, een cadeautje, me-time… Noem het zoals je wil, ik koop het niet. Ik heb zelfs geen ‘onnodige’ abonnementen zoals Netflix of Spotify. Want das wel tof, maar niet essentieel, toch?

En deels is het een bewuste keuze om met aandacht te kiezen waar ik mijn geld aan uitgeef. Maar onbewust spelen er nog heel wat andere dingen mee. Mezelf niet willen belonen uit schrik om een schuldgevoel te krijgen dat ik die euro’s ook had kunnen sparen—voor iets dat wel belangrijk of de moeite is. Anderzijds komt dit ook allemaal een beetje voort uit het feit dat ik eerder minimalistisch ben ingesteld en dat ik spullen niet zo belangrijk vind.

Mensen die me vragen hoe het kan dat ik een huis aan het bouwen ben financieel gezien antwoord ik steevast dat ik daarvoor al sinds mijn tienerjaren aan het sparen ben en heel bewust zaken aan het laten ben. Ik krijg dan soms een wat vreemde blik terug, alsof ze me niet geloven en denken dat ik wel ergens een dikke zak geld hebt gekregen, gevonden of, wie weet, gestolen :D. Maar het is dus echt zo: ik bespaar op leuke dingen voor mezelf en dat al van toen ik nog best jong was. Dus als 16-jarige geen dure Rock Werchter of Iphone voor mij. Ik heb nog nooit een verre of lange reis gemaakt. Ik doe niet aan Netflix en chill. Zijn dat opofferingen? Misschien wel, misschien niet. Maar die keuzes zorgen er wel voor dat #projecthuis een feit is. En wat anderen daarvan vinden? Kan me op dit moment weinig schelen. Ik weet wat ik ervoor doe.

Maar het is ook best ‘gevaarlijk’ met momenten. Zeker nu ik aan het bouwen ben en de facturen binnenstromen is het ontzettend verleidelijk om elke euro nog eens extra om te draaien. Maar het is o zo belangrijk om jezelf toch nog iets te gunnen.

En dus kocht ik afgelopen week een Kindle Paperwhite (een e-reader van Amazon) met knalgele hoes. Iets dat ik al langer wou omdat veel historische fictie die ik wil lezen in België niet in boekvorm te verkrijgen is (en al helemaal niet in de bib). En het de komende maanden door corona voor mij zeer moeilijk zal worden om regelmatig in de bib te passeren (want om de hoek van kantoor, maar ik ga dus helemaal niet naar kantoor). Iets waarvan ik misschien al wel 5 jaar zeg dat ik het wil kopen, maar de nood nooit echt hoog was. En nu heb ik dat gewoon gedaan—uiteraard na goede research in welk type ik wil. Ik legde al wel een hele lijst met e-books aan, maar kocht er nog maar twee. Want zo meteen een hele bibliotheek aanleggen leek me nog niet nodig. Babysteps weet je wel :p.

Het was tijd voor een cadeautje. Zo een dikke maand voor mijn verjaardag. Na enkele maanden hard zwoegen. En ik ben er blij mee. Even een grote reminder dat jezelf af en toe op iets trakteren geen schande is en er net voor zorgt dat je er weer even tegen kunt. Dus nu kan je me de komende weken in de tuin vinden met mijn nieuwe e-reader. Laat de wereld maar draaien.

Ben jij eerder een minimalist of hou je van een goede shopping spree van tijd tot tijd?

Woorden uit het hoofd

Woorden uit het hoofd

Er gaat met Hit N Run een nieuw stokje rond in blogland (geïntroduceerd door Kleine Atlas denk ik), voorlopig ben ik nog niet van plan de hele tag in te vullen, maar er was één vraag bij Kathleen die wel iets triggerde in mij.

Kent u een gedicht of een passage uit een boek uit het hoofd?

Mijn antwoord daarop zou zijn ‘ja’, ik ken er zelfs meerdere uit het hoofd. Et voila, bij deze was dat voldoende inspiratie voor een blogpost. De volgende drie passages ken ik namelijk uit het hoofd.

Iets met Latijn

Als Latinist in hart en nieren besef ik ook wel dat het een dode taal is. De lessen Latijn focusten op vertalen van teksten eerder dan echt een taal te leren. Heel af en toe waren deze kort en memorabel genoeg om te onthouden. In andere gevallen moesten we ze uit het hoofd leren om punten te scoren. Zo leerden we ooit verzen van Ovidius voordragen die ik al lang weer vergeten ben. Al ken ik nog wel een vriendin die het van voor naar achteren kan opzeggen.

Ik ken wel nog de beginregel van de allereerste tekst Latijn ooit -uit het eerste middelbaar dus.

Flet lepus parvulus

Een Latijnse versie van een kinderliedje. Dit zinnetje kan je vertalen als ‘het kleine konijntje weent’. Jep, dit waren mijn eerste woorden Latijn ooit. Het is eens iets anders dan ‘hallo’ of ‘mama’. Meer herinner ik er me trouwens niet van. De volledige tekst met vertaling vind je op deze website.

Toch ken ik met gemak een ander Latijns gedicht uit mijn hoofd. Het is mijn lievelingsgedicht. Eentje die ook in het Engels goed klinkt, maar nooit zo hartverscheurend als in het Latijn. Alleen al het woord ‘excrucior’ maakt de boodschap duidelijk vind ik. Ongetwijfeld kennen jullie allemaal de eerste drie woorden:

Odi et amo. Quare id faciam, fortasse requiris.
Nescio, sed fieri sentio et excrucior.

Oftewel: “Ik haat en ik bemin. Waarom ik dat doe, vraag je je misschien af?
Ik weet het niet, maar ik voel het en ik word erdoor verscheurd.”

Gedicht 85 van Catullus, in een vrije vertaling van mezelf. Hij schreef deze gedichtenbundel voor zijn liefje Lesbia, niemand weet wie ze was. Er zijn heel wat hypothesen. Eentje is zelfs dat het om een man zou gaan.

Maar die Odi et amo. Ik voel hem nog steeds. Catullus is sowieso mijn favoriete Romeinse auteur. Vergilius en Ovidius allemaal goed en wel. Ik kies Catullus. Het gedicht werd ook ooit meesterlijk gebruikt in een aflevering van de serie The Borgias. Die aflevering geeft me nog steeds tranen en chills.

En dan is er nog 1 Latijns zinnetje dat ik wil meegeven:

Morituri te salutant

“Zij die gaan sterven groeten u”. Een zinnetje waarvoor we op elke toets een extra punt kregen als we het op het blad schreven bij Latijn. Ha, het tweede middelbaar, dat waren tijden.

Iets met een executie

Er is eigenlijk maar één tekst die ik zelf ooit bewust uit het hoofd heb geleerd. En het is een beter luguber eigenlijk. Het is de doodspeech van Anne Boleyn vlak voor haar onthoofding. Ik ben niet het type dat Anne Boleyn verheerlijkt. Ik ben ontzettend hard geïnteresseerd in haar levensverhaal en in de periode waarin ze dat verhaal heeft neergezet. Niet meer. Niet minder. Zij was een gewone vrouw van haar tijd die een hoge prijs heeft betaald.

Ze was de allereerste Britse koningin die onthoofd zou worden. Zij heeft tot haar laatste moment gehoopt op een omzetting van haar straf. Gratie. Ze was ook echt onschuldig aan de aanklacht. Ze moet ontzettend bang geweest zijn. Ze werd intens gehaat. En toch, toch is haar afscheidsspeech wijs en sterk. Een vrouw die zelfs nog in haar laatste moment elk woord wikt en weegt. Er zijn verschillende versies van haar speech, maar ik ken deze uit hoofd:

Good Christian people, I am come hither to die, for according to the law, and by the law I am judged to die, and therefore I will speak nothing against it. I am come hither to accuse no man, nor to speak anything of that, whereof I am accused and condemned to die, but I pray God save the king and send him long to reign over you, for a gentler nor a more merciful prince was there never: and to me he was ever a good, a gentle and sovereign lord. And if any person will meddle of my cause, I require them to judge the best. And thus I take my leave of the world and of you all, and I heartily desire you all to pray for me. O Lord have mercy on me, to God I commend my soul.

Zeg het maar, voor een vol plein van ramptoeristen en een beul die dadelijk je hoofd er gaat afhakken. ‘Ik ben hier om te sterven’. Jep, dat soort teksten ken ik dan uit mijn hoofd. Ik zorg nogal voor sfeer hé, ik weet het.

Iets in het Middelnederlands

Dan nog eentje die we in het vierde middelbaar verplicht uit ons hoofd moesten opzeggen voor de hele klas (allemaal dezelfde tekst ook, dat waren saaie uren ;)). Enkele van de inleidende verzen van het werk ‘Van den vos Reynaerde’ in het Middelnederlands. Ik heb nog heel lang de hele tekst kunnen aframmelen (ik heb zoals je wel al doorhad best een goed geheugen). Ondertussen, meer dan 10 jaar na de feiten, blijf ik ergens halverwege steken.

Het was in eenen tsinxen daghe,
Dat beede bosch ende haghe
Met groenen loveren waren bevaen.
Nobel, die coninc hadde ghedaen
Sijn hof crayeren over al,

Ik heb heel lang moeten zoeken naar de juiste tekst in het Middelnederlands, maar dit zijn de woorden die ik me herinner, ook al moesten we toen zeker nog twee keer zoveel regels kennen. Van den vos Reynaerde vind ik verder wel echt een prachtig stukje Nederlandstalige geschiedenis en het verhaal is nog steeds actueel (geschreven in de 13de eeuw hé mannekes).

Jullie verklaren me naderhand allemaal zot waarschijnlijk. Maar ik had jullie al eens gewaarschuwd dat ik nogal nerdie ben. En bij deze hebben jullie weer iets nutteloos bijgeleerd over mij :D.

Welke tekst ken jij uit het hoofd?

De bubbel

De bubbel

Ik weet eigenlijk niet zo goed hoe ik mijn gevoel momenteel moet uitleggen. Maar het besef kwam toen ineens de eerste veldrit van het seizoen voor de deur stond en ik totaal niet mee was. Normaal kijk ik er weken op voorhand naar uit en herbekijk ik zelfs crossen van het vorige seizoen. Ik lees alle nieuwtjes en interviews uit de kranten.

Maar dit jaar niet, de eerste cross overviel me zelfs (“nu al?”) en zo is het met veel. Ik miste deze zomer heel wat dingen waar ik normaal elk jaar naartoe ga. Het voorjaar, ik kan me daar eigenlijk amper nog iets van herinneren. Mijn agenda voor de komende weken, zelfs maanden, is gewoonweg leeg.

En toch heb ik het te druk voor alles precies. Slapen, werken voor het hoofdberoep, aan de bouw werken. Mijn leven is een beetje gedegradeerd tot die dingen. En ik klaag niet, want ik werk aan en voor de toekomst en ik ben bevoorrecht dat ik dit kan doen. Maar ik leef in een soort bubbel en dat is precies wel de eerste keer dat het me overkomt.

Het lijkt alsof de tijd vliegt en er tegelijk niets wezenlijks gebeurd. Elke dag duurt eeuwen en ineens zijn we twee weken verder. Ik denk dat deze woorden mijn gevoel het best omschrijven.

Ik heb me laten vertellen dat bubbels bij het leven horen. Zo zegt men altijd van kersverse ouders dat even alleen de baby telt. Dus ik kan me voorstellen dat ik iets soortgelijks meemaak. Mijn kindje is een huis. En dat kindje heeft veel aandacht nodig.

Dus sorry lieve vrienden als ik minder van me laat horen, of sorry als ik minder reageer op jullie blogs. Of als mijn blogberichten niet meteen van het allerhoogste niveau zijn. Het kan niet altijd een longread zijn.

Het komt allemaal wel goed. Zoals met alles. Het is een periode. En onder die bubbel van mij maak ik er het beste van. Probeer ik te genieten. Hoe klein de blijmakers ook zijn. En probeer ik vooral niet te veel na te denken over die lege agenda. Want het is tot nu toe geen probleem geweest mijn dagen door te komen.

Ik hoop tegen november (tegen dan staat de ruwbouw) weer helemaal die bubbel te kunnen doorprikken en eerlijk gezegd kijk ik daar enorm naar uit. Want ik kan niet wachten om weer van alle facetten van het leven te proeven. En alles met aandacht te beleven.

Heb jij soms wel eens het gevoel in zo’n bubbel te zitten?

Over mijn angsten en trappen met gaten

Over mijn angsten en trappen met gaten

In een ver ver verleden ergens in 2018 vroeg Evi mij wat mijn grootste angsten zijn. Toevallig eentje waar ik de laatste tijd wel wat mee in mijn hoofd zit. Want ik ben nu veel angstiger dan vroeger als kind of puber. En al mijn angsten kunnen ook geklasseerd worden onder hetzelfde probleem: mijn controledrang.

Ik kan me ontzettend opwinden, zorgen maken of piekeren over zaken die ik niet kan controleren. Beslissingen die door iemand anders worden gemaakt, hoe mensen naar mij of anderen kijken, ziektes en de dood. Op slechte dagen kan dat zelfs het weer zijn. Allemaal zaken die een impact op het leven kunnen hebben, maar waar je zelf geen invloed over hebt. De zelfhulpliteratuur is dan duidelijk: je moet dat loslaten. Maar dat is een pak makkelijker gezegd dan gedaan natuurlijk.

Mijn grootste angst is dus dat mijn geliefden van mij worden weggenomen. Letterlijk door overlijden, maar ook doordat ze mij niet meer graag zien en dus maar uit mijn leven verdwijnen. Dat klinkt heel serieus en dat is het soms ook. Eens ik in een doemdenkspiraal zit is het heel moeilijk om daar meteen weer uit te raken.

Er is dat mooie gezegde dat mensen zich hun leven lang zorgen maken om zaken die nooit gebeuren. En ik probeer dat zo veel mogelijk voor ogen te houden. Ik denk – en hoop – dat ik naarmate ik ouder word ook wel echt beter ga worden in dingen loslaten.

Op een lager niveau heb ik natuurlijk ook wat banale angsten. Ik heb diepte- of valvrees. Niet te verwarren met hoogtevrees. Zet mij op een hoge betonnen toren die stevig staat en ik heb geen bang. Zet mij op een trapladder van ochgot 1,5m en ik schreeuw het uit. Alles wat wiebelt of schommelt, eikes! Met #projecthuis en een hoeveelheid aan stellingen en ladders is dat momenteel geen evidente.

En dan heb je nog trappen waar je kan doorkijken. Meestal zo van die ijzeren treden met gaten in. En als Satan het helemaal op mij gericht heeft dan zijn het ijzeren draaitrappen met gaten, waardoor onder elke trap alleen maar een afgrond te zien is. St-Pauls Cathedral in Londen was de max! Maar daar heb ik het echt bijna uitgeschreeuwd op die laatste draaitrappen. Naar boven lukt dan nog met veel geduld en doorzettingsvermogen. Maar naar beneden, dat is echt de hel.

Oh en glazen liften, of überhaupt liften, daar ben ik niet zo zot van. Ik stap alleen in liften die ik ken, die van het werk of het lief bv. En liften waar ik zeker van ben dat ze stevig zijn of waar snel hulp kan verleend worden bv. een lift in het ziekenhuis. Een glazen lift met dus ook een glazen vloer is met ogen toe naar boven en alleen als het echt niet anders kan. Hoe hard ik trappen ook haat en altijd vuurrood en uitgeput boven kom. Het is soms nog altijd beter dan het risico nemen om vast te zitten in een lift.

Een laatste ding waar ik niet zo zot van ben zijn grote mensenmassa’s. En zeker grote mensenmassa’s die stilstaan als ze eigenlijk vooruit moeten gaan. Om die reden zal ik altijd voor zitplaatsen kiezen op een concert en ga ik amper naar festivals. Ik stap ook niet op een overvolle trein waar mensen Twister op moeten spelen. Ik wacht echt regelmatig op de volgende, tenzij het opnieuw niet anders kan. Ik krijg het dan heel warm en moet mezelf echt tot kalmte aanmanen. Ik ben al een paar keer heel duizelig geworden op een overvolle warme trein, voornamelijk in België, want ja het Belgische treinsysteem zuigt enorm hard. Die ervaringen helpen niet echt om deze angst te relativeren. In de Londense metro heb ik dan weer minder dat benauwend gevoel omdat daar de metro om de twee minuten stopt en ik dus altijd naar buiten kan.

Ik zit, zoals je ondertussen wel door hebt, niet graag vast zonder controle. Haha, altijd die controledrang weer ^^. Ik ben dan wel weer niet iemand die schrik heeft van spinnen of andere vieze beesten zoals slangen ofzo. Ze moeten gewoon niet per se op mij komen zitten weet je wel? Maar ik zal het niet uitroepen als er ineens een spin in de kamer over de vloer loopt. Ik ben vrij zeker dat die mij niet gaat opeten namelijk. En ik heb er ook controle over hoe dicht ik zo’n beest bij mij laat komen ;).

Wat zijn jullie grote of kleine angsten?

8 willekeurige feitjes over mij

8 willekeurige feitjes over mij

Onder het motto het moeten niet altijd diepzinnige posts zijn vol inzichten om mij wat beter te leren kennen deel ik vandaag acht random dingen over mezelf. Gratis en voor niks, jawel. Feitje nummer 7 geloof je nooit. 😀

  • Ik eet elke dag chocola en ik merk – zonder zever – een effect als ik dat niet doe. Op vakantie is die chocola niet altijd vanzelfsprekend en dan ontstaat er na een aantal dagen een ontzettende drang naar chocola waardoor ik chagrijnig word als die onvervuld blijft. Er zijn ergere verslavingen waarschijnlijk, maar zonder mijn dagelijkse cacaoshot kan ik echt niet.
  • Ik was als kind altijd een moeilijke eter, maar heb de laatste jaren een serieuze inhaalbeweging gedaan. Het resulteert alleen nog in het feit dat ik absoluut geen vis eet. En nee ook geen schaaldieren. Ik lijd dus meestal wat langer honger op etentjes aangezien de hapjes en het voorgerecht vaak met vis zijn. Waardoor ik ook altijd veel medeleven voel met mensen die om andere reden bepaalde zaken niet eten bv. een allergie of een veggie/vegan levensstijl.
  • Ik heb eigenlijk een grondige hekel aan sociale media en was er ook heel laat bij met Facebook, Instagram en aanverwanten. Facebook maakte ik aan omdat er op de unief te veel groepswerken waren die daar werden besproken. Als online marketeer moet ik daarnaast wel de nodige accounts in stand houden om mijn werk te kunnen doen. En er is mijn blogpagina natuurlijk. Maar als ik echt kon kiezen mochten ze dat afschaffen.
  • Ik haat het om materialistische dingen te kopen. Aka ik ben geen shopping queen. Niet alleen kledij, schoenen, handtassen, maar ook gsm’s en andere praktische zaken. Minimalisme is al mijn levensstijl van in de vroege jaren 2000 (eat that hipsters) en ja dan loop ik soms rond in schoenen die eigenlijk kapot zijn of te grote broeken omdat ik wat ben afgevallen. Zolang ik maar niet naar de winkel moet.
  • In dezelfde categorie heb ik nog een grotere hekel aan de supermarkt. Hoe altijd alles van plaats verandert, mensen die met hun kar in de weg staan, jengelende kinderen, het hoogste schap waar je net niet aan kan, mensen met te veel klein geld aan de kassa, jengelende kinderen… Ik wil hier weg.
  • Ik heb niets met sporten die je alleen en op eigen initiatief moet gaan doen. Zoals lopen of fietsen. Naast saai, is het moeilijk om me te motiveren na een lange dag en dus stel ik het uit met de gedachte dat het morgen ook nog kan. Maar dat dan elke dag. Samengevat: ik ben nogal lui en blijf graag in de zetel liggen. Daarom heb ik een soort sociale druk nodig om op een vast tijdstip per week naar een groepsles te gaan. Vandaar dat mijn danslessen en de zumba zo goed werken. Ik heb even weinig zin om die sportkleren aan te trekken en die zetel uit te komen, maar anders ben ik niet meer mee met de pasjes dus ja, ik moet wel.
  • Ik ben nogal direct in de omgang. Ik zeg wat ik denk.Maar ik heb daar vaak wel zeer grondig over nagedacht. Het is dus niet zo dat ik er zaken uitflap. Ik denk gewoon zo hard na over de inhoud, dat ik vergeet aandacht te besteden aan de vorm. En dus kan ik al eens fel of bot overkomen. Maar nooit zonder dat wat ik zeg ook op iets slaat. Waardoor ik er vaak mee weg kom. En mijn naaste omgeving dit aan mij apprecieert. Maar iemand die mij niet kent die kan soms raar opkijken. Sorry not sorry.
  • Ik heb zodus een hekel aan smalltalk. Vooral aan de telefoon. Mensen bellen jou met een reden, dus maak maar direct je punt. In mijn job heb ik leren smalltalken aan de telefoon en tijdens meetings. Maar ik heb het niet zo graag over hond van de tante van de ex-vriendin van je schoonbroer. Dat boeit me helemaal niet. Geef mij maar diepgaande gesprekken die echt over iets gaan.

Herkenbare puntjes? Of helemaal niet?

Winter

Winter

De winter. Eigenlijk is het elk jaar hetzelfde liedje. Het is voor mij de moeilijkste periode van het jaar. En dan heb ik het vooral over januari, februari en maart.

Mijn lijf wil niet mee. Ik ben ziek, maar niet ziek genoeg. Moe. Steeds weer moe. Ik slaap goed, maar sta moe op. Op zaterdag moet ik een hele dag bekomen van een werkweek. zondag vliegt voorbij en hup, weer een hele werkweek achter de feiten aanhollen. Geen wonder dat het dan soms ook mentaal niet mee wil zitten.

Deze winter zat het in de herfst al enorm in mijn hoofd dat ik een moeilijke periode zou krijgen. Voornamelijk omdat vorige winter echt moeilijk was, mede door het B-12 tekort en mentale onrust. Dat ik daar levend ben uitgekomen, dat snap ik nog altijd niet. Dat ik een kilo of 6,7 afviel, dat heb ik ondertussen begrepen.

Maar dus had ik schrik voor deze winter. En het ik nam me dan ook voor om goed voor mezelf te zorgen. Dat deed ik in de mate van het mogelijke door al in november wat verlof in te plannen en het drukke december te combineren met zoveel mogelijk rustdagen. Ik werd in december al eens ziek en bleef zelfs thuis van het werk. Check, check, check. Ik leefde naar de kerstvakantie toe. Eindelijk rust!

Maar de kerstvakantie bracht noch mentaal, noch lichamelijk rust. In Keulen blokkeerde mijn lichaam na één dag intensief wandelen. Ik had enorme spierpijn. Deels omdat het best koud was, deels om het op was. Maar niets wat rust niet zou kunnen oplossen.

Ik had zelfs zin om te gaan werken na de veel te drukke kerstvakantie. Na twee dagen werken kreeg de griep me te pakken. Het was 10 jaar geleden dat ik nog zo ziek was. Deze keer maakte ik misschien wel de fout te snel te gaan werken. Alhoewel ik er nog altijd van overtuigd ben dat ik lichamelijk goed genoeg was om te werken. Mijn omgeving was het daar niet mee eens en liet dat blijken, dat zorgde bij mij voor een onbehaaglijk gevoel. Ik wou niet elk uur horen dat ik er slecht uitzag, dat wist ik zo ook wel.

Januari bleek de drukste maand in een tijdje. Elk weekend sociale verplichtingen. Behalve dat ene weekend dat ik dus in mijn bed stak. Het bleek een niet zo interessante maand qua projecten op het werk. Het was daarnaast op kantoor best druk met veel lawaai en ik kon dat even niet verdragen. Ook mijn jobinhoud zorgt momenteel even voor wat muizenissen. Ik was dus niet bepaald het zonnetje op kantoor.

Dit weekend was er dan effectief eens twee dagen rust. En mijn lijf laat dat al meteen ontgelden met een algemeen ziekelijk gevoel zonder ziek te zijn. Decompressie of toch een nieuw virusje? Wie zal het zeggen?

Februari wordt opvallend rustiger. Met drie vrije weekends en een paar dagen vakantie (waar wel al wat zaken staan ingepland). Die tijd wil ik gebruiken voor mezelf en natuurlijk voor #projecthuis waar nog wel wat stappen gezet moeten worden. In maart daarentegen zijn al drie weekends volboekt, waaronder een vijfdaagse citytrip naar Parijs. Ik hou alle nieuwe afspraakjes af en neem deze keer wel een extra dag verlof na de citytrip. Het zal een drukke maand worden, maar dat ik me daar nu al van bewust ben is een zeer goed teken.

Stilaan begint het door te dringen dat ik deze winter wel zal overleven. Soms bestudeer ik angstvallig die weegschaal, maar deze keer gaan er geen kilo’s af. Het is niet hetzelfde als vorig jaar. Ik ben een jaar sterker geworden. En ik besef vooral dat ik een cruciale fout heb gemaakt.

Ik ben al van september bang voor de winter. Ik ben mezelf al vanaf toen aan het inprenten dat deze maanden donker en moeilijk zullen worden. Tuurlijk wordt dit dan nu bevestigd. Dat is het principe van een self-fulfilling prophecy.

Ik zal nooit een wintermens worden. Ik zal ook nooit begrijpen wat mensen zo leuk vinden aan de winter. Ik vind het met momenten verschrikkelijk. Maar minder leuke momenten zijn er het hele jaar door. Het is niet omdat ik denk dat die er meer zijn in de winter, dat dat ook effectief zo zal zijn deze keer.

Ik moet met mijn hoofd omhoog vooruitkijken. April en de maanden daarna zijn nog volledig door mezelf in te vullen met leuke dingen. Maar waarom wachten op leuke dingen? In februari heb ik een paar dagen vakantie. In maart ga ik naar Parijs. Dat is geweldig!

Deze winter is niet meer helemaal te redden. Ik heb me soms door melancholie en negativiteit laten meeslepen. Maar volgend jaar wil ik dat anders aanpakken. Je bent wat je denkt. En ik denk soms wat teveel. Laten we afspreken dat jullie me volgend jaar in september tegenhouden om al over de winter te beginnen, oké?

De witte wolf

De witte wolf

Zegt de parabel ‘the one you feed‘ je nog iets? Kort samengevat: ik zat met heel wat onrust en angstige gevoelens in mijn hoofd. Veel meer dan anders. Ik ben altijd een zeer positief persoon geweest. Zo’n ‘alles komt altijd goed’ persoon. Sorry, voor wie dit zo’n lastig zinnetje is. But it does. Het komt goed

Daar ben ik namelijk weer zelf getuige van. Die zwarte wolf is er niet zomaar gekomen. Ik heb maanden gepiekerd over waar die vandaag kwam. Want ik vond niet meteen een echte aanleiding. Een beetje druk op het werk was het enige dat ik kon bedenken. Maar of dat nu zo’n gevolgen kon hebben?

Dat mijn lichaam ondertussen stop aan het zeggen was had ik nog niet echt door. Ik ben soms geweldig goed in negeren. Tot het warm weer werd en bijna geen enkele van mijn zomerkleren nog pasten. In de andere seizoenen draag ik wijde bloesjes en strakke jeansbroeken, dat blijft vaak goed zitten. Maar mijn shortjes en rokjes vielen letterlijk op de grond. Na 10 jaar lang altijd maatje M te hebben gehad (en ik zonder nadenken in recordtempo pashokjes kon bezoeken) kon ik in de winkel ineens een S en zelfs soms een XS aan. Zonder moeite.

Toen besefte ik dat ik die parabel best letterlijk kon nemen. De zwarte wolf zat niet alleen in mijn hoofd. Hij was letterlijk aan het eten, van mijn lichaam.

En nog heb ik eigenlijk te lang gewacht met actie te ondernemen. Mijn overgevoelige sinussen en pijnlijke rug kregen uiteindelijk aandacht, want het zal dat wel weer zijn. Maar soms moet je dieper zoeken. Na weer een week fysieke problemen zette ik de stap naar een bloedonderzoek.

Het is belachelijk simpel. Mijn witte wolf heet B12. En hij heeft te weinig eten gekregen, zoals de parabel het al voorspelde. Een serieus B12-tekort veroorzaakt een uitgebreid symptomenlijstje, zo vertelt het internet mij. En mijn checklist werd in razendsnel tempo afgevinkt. Ja ook depressieve gevoelens en gewichtsverlies staan op de lijst. Samen met vermoeidheid, concentratieverlies, duizeligheid, hoofdpijn, maagproblemen en al die andere klachten die de afgelopen maanden bij mij hebben aangeklopt. En ik was zo dom om ze binnen te laten.

Het fijnste is dat ik weet dat ook het mentale gevoed werd (of net niet gevoed werd) door dit tekort. Dat ik dus nog steeds die positieve Annelies kan zijn. Dat er niets mis is met mij op dat vlak. Die angst gaat passeren. Het komt goed.

Dus hoewel ik al in mijn gedachten de witte wolf meer aan het voeden was, krijgt hij nu ook letterlijk wat extra supplementen. En ik een stamp onder mijn kont. Self-care enzo.

En jullie self-care, hoe zit het daar mee?

The one you feed

The one you feed

Er heerst al maanden best wat onrust in mijn hoofd. Je kan het quarter life noemen, of gewoon een periode waar ik door moet. Het feit dat fysiek niet alles goed draait heeft er waarschijnlijk ook mee te maken. Maar er is onrust. Die zich bij mij vooral uit in angst: irrationele angst om mensen, huisdieren en dingen te verliezen.

Stilaan lukt het om deze angstgevoelens weg te duwen, van me af te zetten. En er is een inzicht dat me geholpen heeft. Eentje die ik tegenkwam bij Kelly. The one you feed. Het komt van een parabel maar om het kort te houden: het gaat erom dat je zelf kiest welke gevoelens je in stand houdt. Welke wolf je eten geeft dus.

Ik ben al veel te lang die zwarte angstige wolf eten aan het geven. Te weinig aan het waarderen wat er is. Ik ben de lichtpuntjes aan het vergeten. Ik geef aandacht aan wat er niet is en dat is eigenlijk te belachelijk voor worden. Want het is er niet. Het beeld dat ik in mijn hoofd heb is onbestaande. Waarom me er dan door laten opjagen?

Het heeft er allemaal mee te maken dat het laatste jaar als een roetsjbaan is voorbij gevlogen. Ik heb sinds kort op het werk eindelijk tijd om verder te denken dan de volgende week. Ik denk dat dat geleden is van vorig jaar september. Om eens wat dingen te doen die niet hyperbilleable zijn waar de klant op wacht en dat ik moet kiezen welk dringend project eerst voorrang krijgt. En dan heb je nog project huis, een nieuwe relatie, een gezondheid die niet mee wil. Ergens is het niet meer dan normaal dat die zwarte wolf rustig heeft kunnen eten. Maar overdaad schaadt, hij moet op dieet.

Dus geef ik wat meer aandacht aan die fysieke basis. En probeer ik even van de wat rustigere periode te genieten (ook al is dat best moeilijk- want hey ik wil billeable werk en kendet?). En bij elke zwarte gedachte komt the one you feed naar boven. Om die gedachte weinig of toch minder kans te geven. Stap voor stap.

Soms moet je die onrust toelaten. En aanvaarden dat die er is. Maar dat wil niet zeggen dat die onrust je leven mag overnemen. Ik heb weer heel wat bijgeleerd de laatste tijd.

Hoe ga jij om met angstige of andere zwarte gevoelens?

Het groene monster

Het groene monster

Je kent ze wel. Die mensen met een hoge gunfactor. Mensen met veel vrienden en kennissen wiens successen door iedereen positief worden onthaald en met wie enorm wordt meegeleefd als het minder gaat. Ik heb die gunfactor blijkbaar niet. En geen zorgen dit wordt geen ‘wee mij’ post. Ik wil het vandaag hebben over iets waar ik al sinds mijn kindertijd mee te maken heb: jaloezie. Iets dat een bepaalde korte periode in mijn leven ook op mij heeft gewogen. Iets wat ik nu gelukkig kan plaatsen.

Maar ik blijf het belangrijk vinden om over die zaken te schrijven die misschien niet iedereen wil horen. En ik hoop van harte dat ik wat nu ga vertellen niet verkeerd wordt opgenomen. Een vooroordeel is snel gemaakt. Maar ik wil net de andere kant eens tonen.

Nu ik in een relatie zit besef ik dat ik eigenlijk helemaal geen jaloers persoon ben. Bij mij draait alles rond vertrouwen, zolang dat er is ga ik helemaal voor een vriendschap of liefde. Is het vertrouwen weg dan stopt het verhaal ook voor mij. Of zo is het toch nu. Ik heb ondertussen de stap gezet om niet langer energie te stoppen in mensen die het niet verdienen. En dat is de beste beslissing ooit geweest.

Ik denk niet dat ik me een dag tijdens mijn lagere schooltijd kan herinneren waarop mijn klasgenoten niet probeerden om het beter te doen dan ik. Want ik was bij de besten van de klas en als ze een puntje meer hadden op een toets smeerden ze dat maar al te graag in mijn gezicht. Punten konden mij eigenlijk niet schelen. Ik wou het goed doen voor mezelf en was vooral blij wanneer ik kon vertrekken naar het middelbaar. Want ik was vroeger dan anderen klaar met mijn kindertijd.

Daar werd het eigenlijk alleen maar erger. Ik deed Latijn en dus werd ik automatisch in een bepaald hokje geplaatst door de andere klassen, maar ook binnen de richting (vooral tijdens de eerste 2 jaren) vonden mensen het niet leuk als ik hogere punten had dan hen. Opnieuw: ik was daar niet mee bezig. Ja, ik vond het leuk om goed te scoren. Maar ik heb 6 jaar Latijn gedaan omdat ik het echt interessant vond (en ja ik besef dat veel Latinisten dat zeggen ter verdediging van het feit dat het eigenlijk een dode taal is. Maar wat maakt dat eigenlijk uit? Laat iedereen eens gewoon studeren wat hij/zij wil), niet omdat het zogezegd een hogere standaard met zich mee bracht. Ik vind sowieso dat de mentaliteit binnen Latijn allesbehalve volwassen was bij sommigen. Het was een en al streverij en fakeheid en sorry maar daar deed ik niet aan mee. Ik leerde de lessen en legde examen af en mocht steeds naar het volgende jaar. Dat was het voor mij.

In het derde middelbaar kwam ik in een klein klasje terecht waar dat tegen elkaar op boksen niet meer van tel was en ik ook effectief klasgenoten hielp met de vakken, want we wilden allemaal samen afstuderen. En dat is gelukt. En ja we zaten vaak samen met andere klassen en dan werden we vreemd bekeken, maar ik had even weinig interesse in die mensen als zij in mij.

Tot nu toe had al die jaloezie weinig effect op mij. Het ging over zoiets stom als punten… Maar wanneer ik naar de universiteit vertrok veranderde dat. Niet zozeer dat er binnen de richting problemen waren. In tegendeel: Communicatiewetenschappen is geen richting van ‘stoefers’. Het is juist heel chill tussen studenten en dat was een echte verademing. Iedereen is bezig met zichzelf en met slagen, of dat nu in eerste of tweede zit is, met een 10 of een 16, maakt niet uit. Je helpt elkaar erdoor. Dus dat zat goed.

Maar vroegere (school)vriendinnen kwamen in de problemen en hadden in het eerste jaar moeite met slagen, in totaal andere studierichtingen weliswaar. Terwijl ik van een lange vakantie kon genieten moesten zij studeren in augustus. En toen begon de jaloezie echt uit de hand te lopen. De stille verwijten waren een feit. Dat mijn richting minder moeilijk zou zijn, dat ik niet moest studeren, of dat ik net te hard mijn best doe en een strever ben (echt consistent waren ze niet in hun verwijten ^^). En de meest hatelijkste: dat het voor mij allemaal makkelijker is dan voor hen.

Ik verloor vriendinnen. Ik kon hun vooroordelen niet meer verdragen. Ik sloot gelukkig wel nieuwe vriendschappen maar daar durfde ik niet mezelf bij zijn. Ik durfde niet zeggen dat ik schrik had voor een examen (want als ik er dan door was zouden ze vinden dat ik had overdreven). Dat ik het belangrijk vond om goede punten te halen (want mijn ouders betaalden tenslotte het studiegeld en de boeken..). Zeggen dat je met een 10 niet tevreden bent was wel echt not done. Dus dat zei ik niet. Ik liet niemand proactief weten hoe het met mijn punten gesteld was en of ik geslaagd was. Ook al vroeg iedereen er achter. En als ik al iets zei was het enkel ‘geslaagd’. No way dat ik punten ging meegeven.

Opnieuw: er zijn uitzonderingen. Mijn studievriendinnen van toen (die dezelfde vakken hadden en ook goed wilden scoren) en de vrienden die nog steeds mijn vrienden zijn (met rede dus) daar kon ik het wel aan zeggen, mezelf bij zijn. Maar ook daar had je een uitzondering. Eentje die ik tijdens de eerste twee bachelorjaren enorm geholpen had, ook in augustus, en die me dan, eens ze doorhad dat we een andere master zouden gaan studeren, kei hard liet vallen. (Het duiveltje op mijn schouder denkt soms dat als ik het zou kunnen ik mijn hulp terug zou intrekken en haar diploma dan misschien geen feit zou zijn. Ik ben ook maar een mens jongens en dit was een heel groot mes dat nog steeds in mijn rug steekt. Hopen op excuses doe ik al lang niet meer, maar dat heb ik wel lang gedaan).

Enfin het komt er op neer dat wanneer ik mijn eerste diploma, bachelor Communicatiewetenschappen, met grote onderscheiding behaalde ik daar eigenlijk niet blij om kon en durfde zijn. Na 3 jaar hard werken. Dat is waanzinnig besef ik nu. Maar het was wel zo.

Ik weet dat mensen (nog altijd) denken dat het allemaal gemakkelijk geweest moet zijn voor mij. Dat ik een jaar klierkoorts had en toen in volle examenperiode ben ingestort omdat ik me niet langer dan een kwartier kon concentreren op mijn boeken dat herinnert niemand zich. Dat ik eens een examen heb afgelegd terwijl alles in mijn hoofd duizelde. Van uitputting, stress of fysieke klachten – ik weet het nog altijd niet. Maar dat mijn benen trilden toen ik mijn blad afgaf en ik buiten de aula onmiddellijk op de grond moest gaan zitten van de zwarte plekken voor mijn ogen dat weet ik nog wel. En dat ik toen dacht: ‘Awel ja, als ik nu buis dan heeft iedereen ten minste wat hij wil’. En toch buisde ik niet want ik had wel degelijk gestudeerd voor dat vak, hoe ziek ik ook was. En sorry maar dat is enkel en alleen mijn eigen verdienste geweest, nah!

Ondertussen zijn we enkele jaren verder en gelukkig is de wereld best wel veranderd. Tegenwoordig is perfectionisme en het goed willen doen iets positiefs. Ook van de vrienden die zijn overgebleven weet ik gewoon dat ze me nemen zoals ik ben. Ja ik heb een nerdie streverige perfectionistische kant. Maar ik heb ook een andere kant. Ik gebruik mijn ‘intelligentie’ (hatelijk woord want het klinkt zo zelfingenomen, zie ik ben mezelf weer aan het verdedigen…) om anderen te helpen. Ik heb zowel in de lagere school, als in het middelbaar als op de unief vriendinnen geholpen met vakken. Notities delen, oefeningen samen maken, zaken uitleggen. Wanneer ze het maar vroegen. Soms ook wanneer ze het niet vroegen maar ik wist dat ze het nodig hadden. Soms ook in augustus terwijl ik eigenlijk vakantie had. Mijn doel was en is nog altijd bij eender welke samenwerking: samen de finish halen. En ja je wilt graag een goede tijd neerzetten, maar eigenlijk is die tijd bijzaak.

Als ik dan jaren later een dankjewel krijg van een oude studievriendin omdat ik haar ooit geholpen heb met een herexamen, terwijl ik dat eigenlijk al was vergeten, dan weet ik dat ik het juiste heb gedaan. Hoe moeilijk het ook was. Ik ben niet in de fout gedaan. Er is niets mis met het goed willen doen. Met ergens hard voor te werken. Het is fout van anderen om te denken dat ik dat cadeau heb gekregen. Om jaloers te zijn of wat ik heb (bereikt).

Ik moet mij niet slecht voelen als anderen zo nodig jaloers willen zijn op mij. Ik ben hier niet de slechterik. Ik help anderen, zo veel als ik kan. Nog steeds trouwens. Zij zijn degenen die aan de zijlijn commentaar staan te geven en dat is the easy road. Zij zijn fout. En toch heb ik daar een kleine twee jaar mee geworsteld. Ik voelde mij slecht terwijl zij hun eigen ego konden vergroten door mij naar beneden te halen.

Ik weet dat ik niet de enige ben die dit gevoel ooit gehad zal hebben. Dus lieve lezer. Laat jou nooit maar ook echt nooit naar beneden halen door dit soort mensen. Die mensen kunnen jou alleen maar naar beneden halen omdat ze zelf al beneden staan. En dat is niet de richting die jij wil uitgaan.

Werk hard voor je dromen, doe altijd je best en vooral help elkaar. Of zoals de mama zegt tegen Cinderella in de gelijknamige Disneyfilm (de live actionversie trouwens, zie nerdie, ik zei het toch): Have courage and be kind.

Oké dit was een lang verhaal! En voor mij moeilijk om te brengen. Mensen die door het leven lijken te fietsen krijgen nu eenmaal veel commentaar. En het is not done om daar dan iets van te zeggen blijkbaar, want wat heb ik te klagen? Maar ik wou dit toch vertellen. Any thoughts?

Een leeg blad

Een leeg blad

Ik kan bijna niet geloven dat we alweer toe zijn aan een nieuw jaar. Enerzijds omdat het najaar als een sneltrein voorbij is gereden. In mijn hoofd zit ik nog in september. Anderzijds omdat december sowieso niet mijn favoriete maand is en ik de kerstgekte aan me voorbij laat gaan. Ik negeer dat het bijna Feestdagen zijn. 2018, dat is nog ver weg. En eerlijk gezegd heb ik er nog niet meteen zin in.

Een nieuw jaar is namelijk zoals een leeg notitieboekje. Je krijgt een nieuwe kans om het te vullen. Normaal vind ik dat fijn, maar dit jaar schrikt me dat allemaal een beetje af. We zijn namelijk 11 december en ik heb letterlijk 0,0 plannen voor het nieuwe jaar. Geen nieuwe uitdaging, geen vakantie geboekt, zelfs geen concert, musical of uitstapje ligt al vast. En dat is volgens mij de eerste keer ooit.

Hiervoor had ik ofwel studieplannen of begon ik met werken. En ja, het afgelopen jaar was ik al volledig aan het werk, maar ik had als starter geen volledige vakantie en heb mij dus kei hard gefocust op het werk en dan nog is het met 2 buitenlandse tripjes en een week staycation aan zee gelukt om veel uit mijn weinige vakantiedagen te halen. Mijn agenda was doorheen het jaar best goed gevuld.

Dit jaar is hij leeg, die future log van mij. En ik ben ondertussen wel al gewend aan de job. Dus is het tijd voor andere dingen, maar die laten dus nog op zich wachten. Hoe of wanneer ik mijn volle vakantiedagen ga opnemen? Geen idee! Wil ik mezelf verder ontwikkelen? Graag, maar ik weet niet waar beginnen. Een nieuwe hobby? Een cursus?

Klinkt voor sommige misschien zalig, een volledig jaar om in te vullen zoals je wil. Maar ik wil er natuurlijk iets van maken (ja hallo, perfectionisme). Ik weet wel dat 2018 een tussenjaar zal worden. En dat ik net daarom wat rustiger aan moet doen. In 2019 start project alleen wonen. Dat gaat een stresserende onderneming worden. Dus 2018 dient vooral om me te informeren, voor te bereiden en te sparen. Dus misschien kijk ik later terug op 2018 als een zalige rustige tijd. Maar momenteel zorgt het vooral voor onrust in mijn hoofd.

Schrijvers of bloggers kunnen al eens last hebben van angst voor de lege pagina. Omdat ze even vastzitten, last hebben van een ‘writers block’ of wel iets willen schrijven maar bang zijn dat het niet goed genoeg is. En daar vergelijk ik het nu even mee. Ik heb een volledig jaar dat ik nog moet schrijven en ergens heb ik schrik dat het niet spannend genoeg gaat worden. Dat het een standaard jaar zal zijn. Een recensie van drie op 5 sterren. Want zeg nu zelf, boeken van drie sterren, die blijven niet bij, toch?

Het zijn natuurlijk maar wat twijfels in mijn hoofd. Een jaar is wat je er zelf van maakt. En misschien wordt 2018 een topjaar. Er is gewoon dat twijfelachtig stemmetje in mijn hoofd waar ik even niet van af raak.

Kijk jij uit naar 2018? En heb jij wel eens twijfels over wat een nieuw jaar gaat worden?

Trots zijn

Trots zijn

Ik ben een millennial. Van millennials wordt al eens gezegd dat ze veel willen, dat ze last hebben van keuzestress en dat ze daardoor makkelijk opbranden. Van millennials wordt tegelijk gezegd dat ze meer geven om ervaringen dan geld, dat ze vooral op zoek naar erkenning en waardering én naar een goede balans tussen werk en privé. Klopt allemaal wat mij betreft. Ik herken mij hier enorm in en vind mezelf dan ook een ware millennial.

Ik geef niet alleen om geld, ik geef om ervaringen, om iets bij te leren. En ik ben op zoek naar voldoening, vooral voor mezelf. Maar nog het meest ben ik waarschijnlijk op zoek naar erkenning. Er is alleen dat kleine probleempje: wanneer ik erkenning krijg, heb ik op een of andere manier moeite om die te aanvaarden. Ik kan moeilijk trots zijn op mezelf. Waarschijnlijk is dat die te hoge lat van mij, dat perfectionisme.

Het is namelijk zo dat ik de laatste weken heel hard heb gewerkt en dat ik daar de erkenning voor krijg die ik eigenlijk wel verdien (deze zin is echt niet gemakkelijk geweest om neer te pennen). Maar dat het toch zo ontzettend moeilijk is voor mezelf om daar gewoon blij om te zijn. Om te zeggen ‘dank je’ en daar van te genieten. Om even te glimmen van trots.

IMG_0195
Side note: deze foto staat tegenwoordig garant voor een persoonlijk postje. Ik vind dat wel fijn zo die uniformiteit in foto’s. 

Ik denk dat ik sowieso iemand ben die sneller complimenten geeft dan dat ik ze krijg. Omdat iedereen ergens wel weet “Annelies, die redt zich wel”. Ik ben het gewoon om te zwemmen in mijn eentje op zoek naar de overkant. Om daarvoor hard te werken. Om daarvoor soms zelfs alles aan de kant voor te zetten. Ik haalde de erkenning uit mezelf. Omdat ik iets wilde en als dat dan lukte, dan was ik daar tevreden over.

Klinkt allemaal heel hard, maar ik ben gewoon om ergens alleen voor te vechten, om van niemand afhankelijk te zijn. En dat is soms verdomd moeilijk. Maar het is altijd goed gekomen. En ik ervan overtuigd dat dit een eigenschap is die mezelf er in moeilijke periodes nog vaak gaat doorhelpen.

Maar nu krijg ik ineens erkenning van collega’s, van het management, van vrienden die vinden dat ik goed bezig ben. En dat is even moeilijk. Trots zijn is iets dat ik nog moet leren. Maar ik wil het proberen. Iets vaker hulp vragen zal nog moeilijk zijn. Maar gewoon een eenvoudig ‘dankjewel’ wanneer iemand een blijk van waardering geeft, dat moet lukken toch? En dat dan wat langer onthouden en daar van genieten. Laten we dat proberen. Trots zijn, stap voor stap.

Over perfectionisme, controledrang en loslaten

Over perfectionisme, controledrang en loslaten

Perfectionisme, ik heb er al zo vaak over willen schrijven. Ik had concepten opgeslagen die ik nadien weer verwijderde. Deze week las ik een post over perfectionisme bij Samaja (naar aanleiding van een boek dat nu op het lijstje komt). En toen kwam dit idee weer op te proppen. Perfectionisme is nu eenmaal zo’n groot deel van mezelf…

Maar ook een moeilijk deel omdat ik er nog niet echt de vinger op kan leggen hoe het mijn leven bepaalt en waar mijn perfectionisme start of stopt. Ik krijg er best wel opmerkingen over soms (zeker sinds ik aan het werk ben). “Je kan wel niet goed loslaten hé”, “Je bent weer kritisch aan het doen Annelies”, “Je kan niet over alles controle hebben”.

Ik wil alles goed doen. Ik wil alles te goed doen. Ik leg de lat voor mezelf hoog, op sommige vlakken te hoog. Maar ik ben ervan overtuigd dat ik zonder die hoge lat nu niet stond waar ik sta. Vooral tijdens mijn schoolperiode was, en ook momenteel op werkvlak is goed nooit goed genoeg. Tegelijk kan ik op sommige momenten heel laks zijn in dingen. Persoonlijke self care bijvoorbeeld, of ook met deze blog. Ik steek weliswaar veel tijd en moeite in de content, maar ik heb nog geen eigen domeinnaam, het design is al 2 jaar hetzelfde… Soms neem ik dus wel genoegen met ‘goed genoeg’. Is dat dan perfectionisme?

Ik denk dat ik best perfectionistisch ben, alleen niet op elk vlak. Wat ik echter wel extreem hard ben is een controlefreak. Ik kan dingen niet loslaten, ook al kan ik ze niet controleren. Zolang de controle bij mezelf ligt is er geen probleem. Iets dat ik moet doen is af wanneer ik het wil, een beslissing maken ligt bij mezelf. Als ik met andere woorden een avondje wil luieren in de zetel dan mag ik dat van mezelf. Ik heb geen problemen met een niet perfect moment, als ik het maar zelf kan bepalen.

Om dezelfde reden ben ik ook nooit aangeschoten wanneer ik alcohol drink. Ik weet waar mijn grenzen liggen en stop dan met drinken, want wat zou er gebeuren als ik verder ga? Dan verlies ik controle… En nog om diezelfde reden kan ik immens kwaad zijn op mezelf omdat iets niet lukt, of omdat ik naar mijns inziens heb gefaald. Want ik had in die situatie de controle en heb het dan naar mijn mening niet goed gedaan. Dan kan ik mezelf vervloeken en blijven piekeren over de “Wat als?”.

IMG_0195

Maar er zijn duizenden dingen die buiten mijn controleveld liggen. Een taak waarvoor je input van een collega nodig hebt, een afspraakje dat niet doorgaat omdat een vriendin niet meer kan, file waardoor ik te laat kom en ga zo maar verder. Vaak kan ik dat wel begrijpen en ga ik daar goed mee om, maar niet altijd. En op zo’n moment kan ik het niet loslaten en begint het aan mij te vreten.

En net dan komt mijn perfectionisme boven die de lat even hoog begint te leggen voor anderen dan voor mezelf . En krijg ik het idee ‘wat ik zelf doe, doe ik beter’. Of in het andere extreme ga ik mij rot piekeren of opjagen over zaken waar echt niets aan te doen valt. Hier wordt het gevaarlijk. Je gaat je eigen grenzen te buiten en er loert een burnout om de hoek.

Met andere woorden: ben ik perfectionistisch? Ja, maar dat op zich heb ik dat best wel in de hand. Heb ik last van controledrang? Ja, en dat zorgt ervoor dat ik moeilijk kan loslaten en zaken meezeul in mijn hoofd. Conclusie: het is wanneer mijn perfectionisme en controledrang elkaar vinden dat er problemen ontstaan.

De sleutel? Ik denk dat die ligt bij het loslaten. Dat gaf ik eerder ook al aan. Als ik kan loslaten wat buiten mijn controle ligt, gaat mijn perfectionisme enkel de kop op steken bij zaken die ik kan controleren en daar mag ik op zich mijn best voor doen toch? En ja, af en toe zal ik dan eens heel kwaad worden op mezelf. Maar daar bezorg dan ook enkel mezelf last mee.

Ik weet niet of deze redenering steek houdt. Het is moeilijk om dit allemaal onder woorden te brengen. Misschien gaat het allemaal wel best samen, dat perfectionisme en die controledrang. Maar het is niet slecht om er af en toe bij stil te staan.

Een beetje een warrige post denk ik, moet kunnen af en toe. Bij Samaja bleken er veel perfectionisten onder de bloggers te zitten. Zitten hier ook controlefreaks die zich hierin herkennen? 🙂

Het verhaal van de tabbladen

Het verhaal van de tabbladen

We schrijven een standaard dag op het werk. Een collega komt aan mijn bureau iets vragen. Zoals altijd open ik een nieuw tabje in mijn browser en dan volgt de opmerking. “Maar Annelies, je hebt 100 tabs (dit is een overdrijving, dat is wat mensen doen in zo’n situatie ^^) openstaan. Je moet dat dichtdoen als je dat niet meer nodig hebt hé”. En mijn antwoord luidde “Ja, maar ik heb dat allemaal nog nodig.” En toen werd het stil.

Een beetje ironisch allemaal want ik gaf in het verleden al eens tips om productiever te werken. En voor alle duidelijkheid: het open hebben staan van te veel tabbladen is NIET goed voor de productiviteit. Net zoals mijn computer op dat moment vastloopt, flipt mijn brein gewoon helemaal bij het steeds voller worden van die dekselse balk bovenaan mijn scherm.

Het klopte wel wat ik toen zei. Ik moest met elk tabblad nog iets doen (en standaard staan er sowieso een 6tal tabbladen – mailboxen, project management tool, Drive voor bestanden,…) altijd open. Het is door regelmatig te switchen van ‘project’ doorheen de dag – iemand komt iets vragen, een mail van een klant,… dat alle die verschillende vensters uiteindelijk naast elkaar belanden. Maar het is zoals het Inbox-Zero-principe zegt bij een gelezen mail die in de inbox blijft staan omdat je er nog iets mee moet doen: dat geeft stress. Nodeloze stress.

p1060260

Meer info over Inbox Zero, wat voor mij wel echt de manier is om stressloos met mijn mailbox om te gaan, vind je trouwens in deze post.

Eigenlijk staan die tabbladen vandaag wat symbool voor de mentale situatie waarin ik me bevind. Het is al eens chaotisch hierboven. Dit bericht illustreert perfect wat ik bedoel. Nogmaals: het gaat goed met mij, het is gewoon even een fase waar ik doormoet. Op het werk zijn er – zoals altijd – weer wat dingen aan het veranderen en het ziet er naar uit dat dit ook voor mijn hoofd een verbetering zal worden. Een dingetje minder op mijn piekerlijstje!

En eigenlijk is het simpel, ik moet gewoon sneller en vaker die tabs sluiten. Ik heb hier ondertussen al twee werkdagen goed opgelet: de eerste dag verliep goed en was het aantal tabbladen – naast de standaard van 6 vaste dus – verminderd naar een 5tal. 11 in totaal dus, kon ik best mee leven. De tweede dag was enorm chaotisch op het werk en dat resulteerde dan ook in een nieuw tabbladenrecord.

Langs de ene kant moet ik hier dus gewoon wat opletten, maar langs de andere kant horen al die tabbladen ook wel bij de aard van mijn job. Ik kan nu eenmaal niet 4 uur met hetzelfde document bezig zijn zonder onderbroken te worden. Dat zorgt voor variatie en is fijn, maar soms ook vervelend en stresserend.

Herkenbaar? Of ben jij net een pro in het managen van je tabbladen? 

Elsa van Anna van Frozen

Elsa van Anna van Frozen

Er zijn zo van die weken dat je leven lijkt op een dramatische Hollywoodkomedie, maar dan zonder onrealistisch knappe barman die verliefd op je wordt. En als er nu één type films is waar ik een hekel aan heb… Liefst zou ik die tenenkrommende humor willen inruilen voor een Disneyfilm. Was mijn leven maar een musical.

Ik ben de laatste tijd wat gevoeliger voor bepaalde dingen, ik trek mij sneller iets aan. Het gaat eigenlijk allemaal over zaken waar ik de nul de botten controle over heb. Privé, werkgerelateerd of gewoon dingen die in mijn hoofd zitten (want hey, mijn hersenen doen gewoon wat ze zelf willen, zonder mijn mening te vragen ^^). Het is niet echt een quarter-life crisis, want geloof me de existentiële vragen probeer ik echt te vermijden momenteel. Mijn humeur gaat op en neer, mijn hormonen zijn om zeep.

Voordat je je zorgen begint te maken: ik ben gezond en best gelukkig. Het ging me deze week gewoon niet af. Ik introduceerde dan ook geïrriteerde Annelies op het werk deze week (sorry not sorry collega’s).

Dus plan ik mijn weken vol en doe ik in de weekends alleen maar dingen voor mezelf. En daar begint de komedie! Afleveringen van Outlander erdoor knallen (en zuchten telkens Jamie in beeld komt), de muziek van Belle en het Beest snoeihard on repeat (ik kijk al uit naar mijn Spotify jaaroverzicht), wanhopig proberen om binnen te lijntjes te kleuren (doe ik ook nog eens iets met dat dekselse kleurboek), artikelen over mindfullness lezen in mijn Flow Magazine (eindelijk iemand die me begrijpt), een gedichtenbundel willen kopen om mijn hogere ziel (bestaat die?) aan te spreken (maar te lui zijn om naar de winkel te stappen),…

P1040263

En dat was nog maar het weekend. Begin van de week liep ik door de stad in de felle regen met een glazen limonadetap in mijn handen (ik durfde mijn paraplu, die in mijn tas zat, niet te pakken, want met mijn onhandigheid…). Of ik een zakje moet hebben? Nee hoor, als onafhankelijke sterke vrouw kan ik dat wel gewoon dragen, toch? Twee stappen later had ik al spijt.

Halverwege de week had ik met een geweldige vriendin van mij weer eens een bizarre conversatie. Zijn we wel interessant genoeg? Hebben we wel een gefundeerde mening over pakweg de vluchtelingencrisis? Vinden mensen ons niet te simpel? Moeten we niet nog een hobby hebben? Is wat we doen goed genoeg voor deze wereld?

Aan het einde van de week was ik zo ver gevorderd dat ik ben gaan aquafitten (blijkbaar een soort gym in het water) en mezelf kei hard stond uit te lachen omdat ik niet eens op 1 been kon blijven staan in een zwembad.

Maar weet je, door daar zo klunzig te staan, besefte ik hoe fijn ik het vind om in dat water te staan. En hoe weinig ik op zo’n moment aan mijn zogenaamde zorgen moet denken. Dus zou ik dit allemaal zo opnieuw doen. Laat mij maar gewoon raar wezen, dat is dik oké. Er is één ding dat ik deze week nog net iets meer had moeten.

Loslaten. Belle van het Beest inwisselen voor Frozen. Ik ben nu eenmaal een controlefreak. Maar ik moet datgene waar ik geen controle over heb gewoon laten gaan. Dat zal een werkpuntje zijn voor de rest van leven vrees ik. Maar het besef is er na deze vreemde week wel gekomen. Wat een les aquafit allemaal niet kan doen. Ondertussen is mijn Disneyafspeellijst alweer twee keer volledig afgespeeld en ga ik deze week naar de yoga. En koop ik misschien toch die gedichtenbundel. Of nee, dat toch maar niet.

Soms is het goed om Elsa van Anna van Frozen te zijn. Soms moet mijn leven eerst een slechte komedie zijn om daarna een musical te worden. The cold never bothered me anyway.

Hoe was jouw week?