Close
Quarter life #6: Het is geen wedstrijd

Quarter life #6: Het is geen wedstrijd

Ondertussen ben ik 26, dat is technisch gezien de quarter life voorbij. Maar dat wil niet zeggen dat ook de twijfels weg zijn onder mijn leeftijdsgenoten. Wel duidelijk te merken is dat we allemaal veel serieuzere beslissingen aan het maken zijn. Sommigen zijn net als ik aan het bouwen, of hebben net een huis gekocht. Anderen veranderen van job of raken hogerop op de carrièreladder. Nog anderen vinden de liefde van hun leven of gaan ver op reis. Dat levert toch lichtelijk andere gesprekken op dan vroeger.

Maar niemand van ons tikt al deze checkboxes aan. En dat kan ook niet, want we zijn nog maar 26. Het zou wel te mooi zijn dat je al een eigen stekje hebt met je droompartner, een job waar alles geweldig loopt en voldoende geld hebt opgebouwd voor dure reizen of hobby’s. Dat bestaat niet. Maar logischerwijs zijn er ook mensen die geen van deze zaken kunnen afvinken.

En dat zorgt soms voor moeilijke, maar ook heel eerlijke gesprekken. Ik praat heel open over mijn bouwavonturen en het feit dat andere delen uit mijn leven daarop moeten inboeten. Zo is er momenteel maar weinig tijd en geld voor hobby’s of verre reizen. Ik kan niet altijd meer flexibel afspreken met vrienden. Ik heb ook niet altijd de broodnodige energie op het werk. Ik ben vaker ziek… Enfin, ik kan nog wel even doorgaan met zagen.

Maar natuurlijk krijg ik dan soms de reactie “Maar jij bent wel je eigen huis aan het bouwen zoals je dat zelf wil en weet al waar je gaat wonen.”. Dat klopt. Ik heb uiteraard niets te klagen. En het is best een grote stap in mijn leven die ik zet. En die ook voor heel wat mooie dingen in de toekomst gaat zorgen. Een eigen plek. Een financiële buffer. Een lening die wat vroeger is afbetaald dan bij leeftijdsgenoten die na hun 30ste beginnen bouwen.

Ik krijg soms de indruk dat het leven een wedstrijd lijkt. Eentje waarbij we allemaal op dezelfde lijn vertrekken en dan sprinten om toch maar de ander wat voor te blijven. Maar zo eenvoudig is het gewoonweg niet.

Om te beginnen start niemand van ons op dezelfde lijn. We hebben allemaal een andere achtergrond. Sommigen zijn vroeg gaan werken en hebben al een spaarpot, anderen moeten nog een vaste job zoeken en zullen dus nog niet zoveel gespaard hebben. Daarnaast hebben we ook allemaal een andere definitie van winnen. We lopen heus niet allemaal naar dezelfde aankomstlijn. Want er zijn ook gewoon vrienden die niet geïnteresseerd zijn in een relatie op dit moment, of in een eigen huis. Dus die mensen hebben geen last van jaloezie (als ik dan toch een lelijk woord moet gebruiken) op dat  vlak.

En misschien wel het allerbelangrijkste: in het leven loop je niet enkel vooruit. Soms gaan mensen uit elkaar. Of veranderen ze van job en is het niet per se beter dan daarvoor. Elke vergelijking die je trekt tussen jezelf en een leeftijdgenoot is per definitie niet correct. Je kan gewoon niet vergelijken tussen levens. Net zoals je geen emoties kan vergelijken.

Dus ja, soms wringt het om een vriend of vriendin een stap te zien nemen die je zelf al heel lang wil zetten. Of soms wringt het om over een stap te vertellen waarvan je weet dat je gesprekspartner deze nog niet heeft gezet. Allebei zeer herkenbaar voor mij én mijn vrienden denk ik.

Ik probeer steeds oprecht blij te zijn voor mijn vrienden. Daar draait vriendschap ten slotte om. En het leuke is dat in mijn vriendenkring iedereen heel open praat over zijn of haar successen, maar ook over zijn/haar tegenslagen. Iedereen heeft wel iets om niet tevreden over te zijn, of om zich zorgen om te maken. Ongeacht welke stappen hij/zij al heeft gezet. Geen enkel leven is altijd 100% plezier en geluk. En dat besef ik ondertussen maar al te goed. Het helpt je eigen problemen en successen te relativeren en het zorgt voor diepere vriendschappen.

En dat werkt best goed merk ik. Ook al zie ik ze minder dan vroeger, mijn vrienden zijn nog altijd bij de belangrijkste personen in mijn leven. En ik waardeer ze zoals ze zijn. Met of zonder lief, huis en zorgen.

Hebben jullie soms ook zo’n wedstrijdgevoel?

Gastblog: Talitha over haar quarter life

Gastblog: Talitha over haar quarter life

Of we een keer van gastbloggen konden doen? Op die vraag van Talitha zei ik heelhuids ‘Hoe kan het zelfs dat dat nog nooit eerder is gebeurd?’. Waarop mijn blogje bij haar verscheen vol lovende woorden. En nu is het aan mij om deze intro vol te lullen over haar, met even positieve noten. Dat kost me gelukkig geen enkele moeite!

Maar ik ga het kort houden. Talitha is één van de beste copywriters/creatives die ik ken. En neen, ik ken haar niet persoonlijk. Dat gevoel heb ik wel door haar blog te lezen, haar persoonlijkheid spat namelijk van het scherm. Ik zag wel ooit haar portfolio. En believe me, you’re a lucky bastard als je met haar mag samenwerken.

We hebben dus wel wat gemeen. Naast onze gemeenschappelijke achtergrond in reclame en schrijven, ergeren we ons aan veel zaken, eten we graag taart (wie de foto bovenaan niet snapt komt duidelijk te weinig op haar blog), kunnen we zeer ironisch uit de hoek komen (en Talitha ook heel DRAMATISCH) en volgens mij houdt ze ook niet van trappen met gaten in. Want WIE WEL? De levende hel zeg ik je.

Enfin, genoeg inleiding. Het woord is aan copyqueen Talitha.


Annelies heeft al een paar keer over de zogeheten quarterlifecrisis geschreven. Je weet wel, dat ding dat wij millennials een tijdje geleden hebben verzonnen om nog een pakske meer te kunnen zagen over al ons ingebeelde leed en entitled zelfmedelijden. Right. Ik roep nogal vaak dat ik me inmiddels al aan de verkeerde kant van 25 bevind – waarop doorgaans met gegrinnik (-25-jarigen) dan wel met gesputter (+25-jarigen) wordt gereageerd – maar ik ben wel degelijk nog een twintiger. Ik kan evenwel niet direct antwoorden op de vraag of ik zélf met zo’n crisis zit of die wellicht al achter de rug heb. Enfin, zo’n grote crise zal het dus sowieso wel niet zijn, maar toch. 

Ik begrijp de quarterlifecrisis namelijk wel. Annelies verwoordde het al treffend: als twintiger begin je naarstig tje eigen leven te vergelijken met anderen. En daar loopt het veelal mis. Want hoe de fuck spelen die anderen dat allemaal klaar? Een droomjob vinden, de perfecte relatie onderhouden, een geweldig huis kopen, waanzinnig veel vrienden hebben waarmee ze exotische vakanties beleven en zowat elk weekend spectaculaire feestjes mee vieren,… Terwijl ik in een permanente staat van verwarring en met droogshampoo gemaskeerd semi-vettig haar lijk te verkeren en al die exotische vakanties vooral passief in mijn Instagram feed meemaak, languit in vegetatieve toestand op de zetel met hier en daar wat popcorn in mijn bh (als ik er al eentje draag).

Het is een soort checklist, zegt Annelies. Eentje waarvan we met z’n allen onszelf hebben wijsgemaakt dat het gelijkstaat aan hoe geslaagd ons leven is. Laten we ‘m even overlopen.

Een coole job waar je gelukkig van wordt en die ook nog eens achterlijk goed verdient

Ik beken: mijn job is heel belangrijk voor mij. Het is een essentieel stukje van mijn identiteit. Ik haal er veel voldoening en, sure, ook wel een hoop eigenwaarde uit. Ik ben echter geen workaholic: ik weiger om structureel over te werken en zodra de deur achter me dichtgaat, zet ik alle werkgerelateerde gedachten uit mijn hoofd. Ben ik erg goed in. Maar tijdens de uren die ik op mijn werk doorbreng, wil ik wel gelukkig worden van wat ik doe. En dus heb ik me al aan wat job hopping gewaagd, tot ik iets vond dat ik echt tof vond. Als ik het ergens niet meer leuk vind, heb ik er ook geen probleem mee om weg te gaan en iets anders te zoeken. Maakt dat mij verwend? Misschien. Maar ik weiger om me 40+ uur per week ergens ongelukkig te voelen, puur omwille van de zekerheid/het geld/de prestige/het gemak/de toffe mensen. En het boeit me werkelijk geen ene moer wat de rest van de wereld daarvan vindt. 

Ik vind zelf dat ik een heel coole job heb (native reclamecampagnes bedenken bij Medialaan/De Persgroep). Ik word er gelukkig van. Verdient helaas niet achterlijk goed, maar zeker wel voldoende. Dus ja, aan deze checkbox hecht ik zeker wel belang en ik heb me er in mijn beginjaren op de arbeidsmarkt ook écht wel zorgen over gemaakt, ettelijke uren slaap aan verloren en een paar liter tranen om verspild. Check, check, check.  

De perfecte relatie met de perfecte man/vrouw en dan nog een hoop perfecte kinderen ook

Ik ben al zowat driehonderd miljoen jaar samen met mijn Lief, give or take a few. Oké ja: zeven en een klets, om iets preciezer te zijn. Wij hebben zeker niet de Perfecte Relatie. Maar wij amuseren ons nog elke dag kostelijk met elkaar. Hij is mijn favoriete persoon ter wereld en kent me door en door. Alles is leuker en beter met hem erbij. Het is geen Perfecte Relatie met hoofdletters, maar hij is wel mijn Lief met hoofdletter. Technisch gezien is hij, sinds een paar maanden, zelfs mijn Verloofde. Dus ja, deze checkbox kan ik in elk geval afvinken. Ik ben al sinds mijn twintigste van ’t straat, dus ik heb me nooit zorgen hoeven maken over ‘op tijd’ een lief vinden. Dat onderdeel van de grote QLC ken ik dus niet. Integendeel: ik heb het stiekem zelfs altijd wel wat jammer gevonden dat we elkaar zo snel zijn tegengekomen, omdat ik het oprecht tof vond om single te zijn als student. 

En wat betreft kinderen: neen, dank u. Kan ik nu echt nog niet aan. Ik voel daar ook hoegenaamd geen druk over. Onze kat is op dit moment ruim voldoende kots- en kakopruimwerk, dank je feestelijk. 

Een eigen huis met oprit en grote tuin en vrijstaande brievenbus die bij de bakstenen van de voorgevel passen enal

Aaah, de Belgische droom. Ik heb zelf de voorbije negen jaar in Amsterdam doorgebracht, alwaar iedereen in veredelde schoendozen van 50m2 op elkaar gepropt zit, daar huurprijzen van vier cijfertjes voor neertelt en dat allemaal heel normaal vindt. Bijgevolg heb ik bijlange nog niet genoeg geld kunnen sparen om ook maar in de buurt te komen van een enigszins realistische eigen inbreng. Een eigen huis ligt voor ons dus zeker nog niet direct in het verschiet. Da’s een heel gekke aankondiging voor de meeste van mijn leeftijdgenoten, kan ik u vertellen, gezien de doorsnee Vlaming je basically beschouwd als gefaald in het leven als je voor je dertigste nog geen eigen appartement of huis bezit. Het liefst plant je er natuurlijk zelf nog eentje neer, rap-rap voor de broodnodige betonstop, maar tot die tijd koop en verbouw je dat het een lieve lust is. 

Tja. Bouwen interesseert me echt helemaal niets. Ik vind nieuwbouwhuizen ook nooit echt mooi, dus dat scheelt. Ik hoef geen grote tuin, hoef niet op een vrijstaand stuk grond in de suburbs te wonen, hoef geen 3 aparte wc’s en dubbel zoveel slaapkamers als er eigenlijk ooit mensen in het huis gaan wonen. Ik vind het prima om iets kleiner te wonen. Maar ik wil uiteindelijk wel een huis kunnen kopen en, toegegeven, daar maak ik me soms ook wel wat zorgen over. Vooral als ik het vergelijk met leeftijdsgenoten, die zo goed als allemaal al een eigen woning bezitten. Kan ik soms wel een beetje panisch of verdrietig door worden. Maar dan bedenk ik even later ook: ik heb bijna een decennium van mijn leven in de, wat mij betreft, mooiste stad ter wereld doorgebracht en dat pakt niemand mij meer af. Ik heb er financiële achterstand door op gelopen, maar in vergelijking met mijn leeftijdsgenoten heb ik er wel een heel bijzondere studententijd aan overgehouden. Worth every euro of it, zeg ik u. 

Alles uit het leven halen want je bent jong en je wil wat en al die Pinterest-tegeltjes-bullshit

Ja, je moet feesten en festivals afschuimen en elke vrijdag comazuipen en al je zuurverdiende geld opmaken aan hipstervakanties met rugzakken in Thailand en op een opblaasbare zwaan ronddobberen in een zwembad in Bali en elk vrij weekend gaat cityhoppen all over Europa. Ik weet het allemaal wel. Ik wil ook wel graag groots en indrukwekkend en meeslepend leven, maar tegelijkertijd is het nieuwe seizoen van Queer Eye net op Netflix en is mijn zetel zo zacht en was mijn week zo druk en stond ik net al een uur in de file, so fuck it. Ik heb al lang geen last meer van FOMO – een van de beste voordelen van aan de andere kant van 25 zitten, geloof ik. Het zal allemaal wel, met je feestfoto’s op Instagram. Lijkt me allemaal erg vermoeiend. 

Over all denk ik dus dat het wel goed zit met mijn QLC. Over dingen als FOMO en mijn carrière heb ik me vroeger een pak drukker gemaakt dan nu. Het zal wel de berusting van de latere twintigerjaren zijn, I guess. Daar staat tegenover dat de serieuzere topics des levens, zoals een eigen huis kopen en hoe-ga-ik-in-godsnaam-ooit-een-bruiloft-organiseren-laat-staan-betalen, me nu ineens zorgen beginnen te baren. Omdat, ja, ik mijn situatie vergelijk met anderen. Ik heb er dus wel een beetje last van. Maar evengoed besef ik: ik kan mijn situatie niet één-op-één vergelijken met die van anderen. Om handenvol geld uit te geven aan hun frequente verre vakanties werkt een bevriend stel soms weken aan een stuk zeven dagen op zeven. Om haar enorme huis te kunnen betalen, blijft een vriendin van mij al drie jaar noodgedwongen bij een job die ze haat. Dat zijn dingen die ik er bijvoorbeeld niet voor over heb. En dus heb ik minder geld en huur ik nog steeds een appartement. You win some, you lose some. Je maakt keuzes and you deal with it.

That’s grown-up life, hastn. En we hebben nog een jaar of dertig om keihard aan al die gemaakte keuzes te gaan twijfelen, wanneer onze mid-life crisis aanbreekt. HOEZEE!

Quarter life #5: we doen allemaal maar wat

Quarter life #5: we doen allemaal maar wat

Mijn leeftijd staat op 25 ondertussen. Voor velen is dat de ideale leeftijd. Je moet nog veel beslissingen maken in je leven. Alles kan nog. Maar het is tegelijk de leeftijd dat velen zich wat vastrijden. Dat de keuzemogelijkheden je belemmeren. Dat je je afvraagt of dit het nu wel is. Wat dit ook mag zijn.

Omdat er over schrijven kan helpen om het onderwerp toegankelijker en meer bespreekbaar te maken vond ik het een goed idee om een rubriek in het leven te wijden die enkele moeilijkheden, vragen, onzekerheden over de quarter life bespreekt. Want er is zoveel zever over te vinden online en dat helpt de vooroordelen niet echt de wereld uit.

Er is geen recept

Uit mijn vorige posts liet ik al een aantal zaken uitschijnen. Er blijkt een lijst met checkboxes die we willen aanvinken, er is een soort impliciete standaard om aan te voldoen en anderen hebben verwachtingen over hoe wij ons leven gaan invullen. Al deze zaken lijken er op te wijzen dat er zoiets bestaat als een pad naar geluk. Een recept dat je moet volgen om tot een goed resultaat te komen.

Je raadt het al: dat is er niet. Er is niet een recept dat voor iedereen naar geluk leidt. Het leven zou anders nogal saai, eentonig en voorspelbaar zijn. Misschien willen we wel allemaal hetzelfde gerecht bereiden, maar onze koelkast zit nu eenmaal vol met andere ingrediënten die zorgen voor een verschillend smaakaccent.

En we hebben niet allemaal een chef-kokdiploma. We zijn amateurs, hobbykoks die proberen om iets deftigs op tafel te toveren. Oftewel: we doen allemaal maar wat.

We doen allemaal maar wat 

En dat is helemaal niets leeftijdsgebonden wat mij betreft. We mogen de beste hobbykok zijn, maar dat wil niet zeggen dat het potje eens niet kan overkoken, of dat het vlees altijd de perfecte cuisson zal hebben. Een nieuw sausje kan al eens schiften… Voor jullie nu echt honger krijgen zal ik de metafoor even stoppen. Maar: you get the point.

Hoeveel levenservaring we ook (denken te) hebben, we blijven ons best doen in de hoop dat het iets wordt. We doen allemaal maar wat we denken dat goed is. Niemand heeft de waarheid in pacht.

Dat is op zich goed. Het probleem is dat we dat verbloemen. Iedereen lijkt het voor elkaar te hebben. We geven aan elkaar niet toe dat we eigenlijk geen idee hebben. Waardoor we van elkaar denken dat er toch een recept moet bestaan, alleen dat wijzelf dat dan net niet hebben ontdekt. Ook hier doen sociale media meer kwaad dan goed. Net als een foodblogger gaan we daar enkel mooie foto’s tonen van een geslaagd gerecht op een mooi wit bord.

Nog maar 25

Maar als je al wat ouder bent dan kan je dat plaatsen. Dan besef je dat je dat recept niet per se nodig hebt. Dat het zonder ook wel goed komt. Je hebt het namelijk al heel je leven zonder moeten doen. Je begint stilaan te begrijpen dat de weg naar het eindresultaat vaak mooier is dan dat resultaat zelf. Op je 25 heb je dat inzicht niet noodzakelijk.

En dus raak je in paniek. Word je onzeker. En kan je al eens blokkeren of crashen. Want je weet niet meer welke pad je moet nemen. Je lijkt de enige persoon op de wereld die het niet voor elkaar heeft. “Ik weet het niet” uitspreken wordt synoniem voor falen. En niemand wil falen. We willen niet toegeven dat we soms een omweg maken langs donkere steegjes.

We zijn nog maar 25. We hebben niet al die jaren ervaring om iets te plaatsen. Eigenlijk zijn we nog lang niet volwassen, als dat al ooit bestaat. We zijn nog jong, in een wereld vol mogelijkheden en vol mensen die doen uitschijnen dat ze alles voor elkaar hebben.

Ik heb zelf heel erg het gevoel dat mensen altijd meer van mij verwachten omdat ik vaak als volwassener wordt gezien dan mijn leeftijd. Maar ik blijf ‘nog maar’ 25, met ook nog maar 25 jaar ervaring en met de onzekerheden die inherent bij die leeftijd horen.

We doen allemaal maar wat is dan het inzicht dat je absoluut nodig hebt om te relativeren. Maar daarvoor moeten we eerst stoppen met elkaar als chef-koks te zien. En terugkeren naar de amateurs die we eigenlijk echt zijn. Ik ben er van overtuigd dat we onze onwetendheid wat vaker met elkaar moeten delen. Dat het taboe eraf moet.

Wanneer we toegeven dat ‘ik weet het niet’ geen schande is, dat twijfels en mislukkingen bij het leven horen en dat we allemaal zoekende zijn zal dat zorgen voor veel interne rust. Bij jezelf en bij de mensen rondom je.

Ik neem mij alvast voor om vaker uit te spreken dat ik het niet weet. Dat ik maar wat doe. En om te luisteren wanneer anderen mij dezelfde boodschap willen brengen.

Doe jij ook maar wat?

Quarter life #4: sociale verwachting

Quarter life #4: sociale verwachting

2018 is het jaar dat ik 25 word. Voor velen is dat de ideale leeftijd. Je moet nog veel beslissingen maken in je leven. Alles kan nog. Maar het is tegelijk de leeftijd dat velen zich wat vastrijden. Dat de keuzemogelijkheden je belemmeren. Dat je je afvraagt of dit het nu wel is. Wat dit ook mag zijn.

Omdat er over schrijven kan helpen om het onderwerp toegankelijker en meer bespreekbaar te maken vond ik het een goed idee om een rubriek in het leven te wijden die enkele moeilijkheden, vragen, onzekerheden over de quarter life bespreekt. Want er is zoveel zever over te vinden online en dat helpt de vooroordelen niet echt de wereld uit.

Vandaag heb ik het over verwachtingen, sociale druk en hoe wij elkaar allemaal in hokjes proberen te plaatsen, terwijl niemand van ons in een hokje past.

Jullie beurt

Het was op het trouwfeest van een vriendin, die, en ik zeg dit zonder dat het iets hoeft te betekenen, een aantal jaartjes ouder is dan mezelf. Maar daardoor was ik met mijn 25 lentes bij de jongste aanwezigen van de vriendenkring. Het was tegelijk ook de eerste grote sociale aangelegenheid (in afwachting van kerst, dan gaat de sociale verwachting pas echt los gaan) waar het lief en ik aanwezig waren. En waar je dus andere koppels ontmoet die je niet heel goed kent.

En dan zie je het van ver aankomen. Eén, twee, drie…. ‘Wanneer is het aan jullie?’.

Ik heb doorheen de jaren heel wat talenten ontwikkeld. En al zeg ik zelf, een van die grote talenten is de snelheid waarmee ik de pupillen kan doen draaien in mijn ogen. Rologen, ik kan dat echt heel goed en dit was wederom de perfecte kans om het nog eens te bewijzen.

Enfin, alle gekheid op een stokje. Die vraag is perfect normaal zekers? Er zit daar een prachtig koppel te shinen aan de hoofdtafel en trouwen is onvermijdelijk het onderwerp van de dag. Dus ofwel heb je het dan over hoe je eigen grote dag was, ofwel moet je met heel veel enthousiasme vertellen hoe je je eigen huwelijk ziet en dat het nu echt wel eens tijd wordt dat het lief me gaat vragen. Een andere optie lijkt er niet te zijn. Als je, zoals ik, helemaal geen mening hebt over trouwen dan val je uit de boot.

In verwachting

Eigenlijk was dit één grote inleiding tot het punt dat ik wil maken:

Ik ben in verwachting. En voor je rare dingen begint te denken of dit als een mega grote aankondiging ziet. Jij ook. Wij zijn allemaal in verwachting. In sociale verwachting. Bij mij heet het kind momenteel een eigen huis (‘Wanneer ga je er in wonen?’ is de vraag ik die het meeste hoor, terwijl ik letterlijk nog maar net een afgewerkte fundering heb ^^) en heel soms ook, zoals bovenstaand voorbeeld illustreert, ’trouwen’. Jij bent misschien in verwachting van een partner, een kind (maar dan zonder al effectief zwanger te zijn) of een baan.

Mensen hebben verwachtingen over hoe jij je leven invult en gaan je daar ook op wijzen. Ze verwachten dat je het stappenplan volgt. Dat begint met ‘Weet je al wat je wil gaan studeren’ als je amper 16 bent, gaat over in ‘Heb je al een job?’, ‘Heb je de liefde al gevonden’ en  ‘Waar ga je wonen?’. En als je dan eindelijk gesetteld bent, mag je nog geen 2 keer ademhalen of je moet letterlijk in verwachting zijn van je eerste kind en oh hopelijk heb je dat huisdier niet overgeslagen en dat trouwfeest, dat moet toch wel echt jullie grote moment worden.

Het stopt nooit 

Ik mag op de vraag ‘wanneer is het jullie beurt om te trouwen?’ antwoorden ‘binnenkort’ of ‘we gaan nog enkele jaren sparen’ en dan krijg ik hoogstwaarschijnlijk een half opgetrokken wenkbrauw (oei die verdienen niet genoeg) en een positief antwoord. Ik kan wat stouter zijn en antwoorden dat ik niet wil trouwen. Dan krijg je twee opgetrokken wenkbrauwen en ‘wacht maar, je gaat nog boos zijn wanneer hij wacht met je te vragen’. Of ik kan antwoorden dat ‘het verdomme uw zaken niet zijn’ of ‘dat er steeds meer koppels scheiden’ en dan heeft mijn gesprekspartner geen wenkbrauw meer over en ik geen gesprekspartner meer (nu ik dit zo bekijk was dit eigenlijk de beste keuze geweest, maar ik koos toch voor de tweede optie).

Die sociale druk stopt nooit. Een getrouwd koppel krijgt vragen over de kinderwens, een koppel met een kind krijgt vragen over een tweede. En als je denkt dat het daarbij blijft probeer dan eens te mee te doen aan de wedstrijd voor het beste kind. ‘Kan die van jou al lopen, praten, wiskundevraagstukken oplossen of zijn avocadotoast op Instagram zetten?’

Anderen gaan altijd de stippellijntjes van jouw toekomst voor zichzelf invullen en je daarop aanspreken. Je komt er nooit vanaf.

Hokjesdenken

Maar het is ook eigen aan de mens. Wij proberen zaken te categoriseren in hokjes om ons denkproces te vergemakkelijken. Wij kunnen niet om met onzekerheid en die hokjes helpen om daarvan af te komen. Aan elke leeftijd hangen associaties vast. Zo ben je als 25-jarige verondersteld al een partner en eigen plekje te hebben en moet je stilaan aan trouwen en kinderen beginnen denken. Die associaties geven de mensen aan de kersttafel een houvast om jouw levenssituatie te begrijpen.

En wat als je expliciet maakt dat je niet in het hokje dat ze voor jou voorzien hebben past? Wel, ik heb dit zelf al zo vaak geprobeerd met de boodschap ‘ik wil geen kinderen’. Believe me, er is geen uitspraak die harder tegen het normale hokje ingaat dan dat. Kinderen krijgen zit in onze natuur. Daar bestaat blijkbaar geen twijfel over mogelijk.

Vergelijk zo’n uitspraak met die rok waar je echt niet in raakt, met de beste wil van de wereld. Het is je lievelingsrok. Wel, je gaat je met alle kracht die je hebt in die rok wurmen en als dat niet lukt sla je met volle overtuiging aan het diëten. Want je moet die rok weer kunnen dragen.

Op dezelfde manier gaan mensen jou toch in dat hokje duwen. Want een incongruent antwoord zoals ‘ik wil geen kinderen’ zorgt voor een slecht gevoel bij de toehoorder (het wetenschappelijke woord hiervoor is dissonantie) en mensen gaan er alles aan doen om van dat gevoel af te raken. En daarom zeggen zij dingen als ‘wacht maar tot die biologische klok begint te tikken’. Ze doen jouw antwoord af als een uitspraak die ze niet serieus hoeven te nemen, want je bent nog te jong om te weten wat goed voor je is.

Om van hun eigen slechte gevoel af te raken gaan mensen dus opmerkingen maken die je slecht doen voelen. Want ‘wacht maar’ opmerkingen, daar krijg ik echt moordneigingen van.

Sociale verwachting en de quarter life

Wat heeft dit nu met de quarter life te maken? Wel, sociale verwachting zorgt voor een expliciete druk van je omgeving om ergens aan te voldoen (bv. de ideale partner vinden). Maar als je tijdens een quarter life crisis vol vragen zit en niet meer weet wat je met je leven wil, maakt deze druk dat alleen nog maar erger.

Want je weet met de beste wil van de wereld echt niet wat je moet antwoorden op die goedbedoelde vraag van je tante. En zij laat daarop haar afkeuring duidelijk blijken (om vooral haarzelf uit de wind te zetten) en jij blijft met een nog slechter gevoel achter.

Er bestaat niet echt een oplossing voor die sociale verwachting. Zoals ik al zei: het stopt nooit. Je gaat dus een manier moeten vinden om er mee om te gaan zonder dat je elke keer gefrustreerd raakt. En zelf heb ik daar zeker ook nog veel moeite mee.

Ik probeer er een beetje op te letten dat ik zelf niet van die uitspraken doe. Zodat ik niemand met dat rotgevoel opzadel. Dat is al een begin.

Heb jij soms last van sociale verwachtingen?

Quarter life #3: is dit het nu?

Quarter life #3: is dit het nu?

2018 is het jaar dat ik 25 word. Voor velen is dat de ideale leeftijd. Je moet nog veel beslissingen maken in je leven. Alles kan nog. Maar het is tegelijk de leeftijd dat velen zich wat vastrijden. Dat de keuzemogelijkheden je belemmeren. Dat je je afvraagt of dit het nu wel is. Wat dit ook mag zijn.

Omdat er over schrijven kan helpen om het onderwerp toegankelijker en meer bespreekbaar te maken vond ik het een goed idee om een rubriek in het leven te wijden die enkele moeilijkheden, vragen, onzekerheden over de quarter life bespreekt. Want er is zoveel zever over te vinden online en dat helpt de vooroordelen niet echt de wereld uit.

Ik heb al eens van gedachten gewisseld over de checkboxes die we allemaal willen vervullen en de standaard die is weggevallen. Vandaag vertel ik jullie wat meer over dé vraag die steeds met een quarter life en ook een mid-life crisis wordt geassocieerd: Is dit het nu?

We kennen het fenomeen van een mid-life allemaal. De kinderen zijn het huis uit, op het werk moddert het allemaal maar wat aan en in je relatie is het niet meer wat het geweest is. De man des huizes beslist om de sleur te doorbreken en koopt een nieuwe sportwagen, gaat een nieuwe sport beoefenen of doet aan extra sport tussen de lakens met zijn minnares. Insert dramatische scène in een Hollywoodfilm.

Net zoals er vaak wordt overdreven rond een mid-lifecrisis, is dat ook het geval met een quarter life crisis. De vraag ‘Is dit het nu’ is dus zeker niet op iedereen van toepassing en wil niet zeggen dat iedere jongere op zijn 25ste besluit de wereld rond te trekken.

Maar 25 is wel de leeftijd dat je vaak in een vast stramien belandt. Je bent afgestudeerd en dus verloopt je leven op een gestructureerdere manier: werk, hobby’s, een minder bloeiend social leven en al dan niet een partner. De impulsieve beslissingen die je als student vaak maakte en de vrijheid om te kiezen wat je met elke dag wil gaan doen zijn niet meer aan de orde. Het is logisch dat je dan begint na te denken of de keuzes die je gemaakt hebt wel de juiste zijn.

Zit ik in de juiste sector? In het goede bedrijf? Is dit de partner waarmee ik mijn hele leven verder wil? Wil ik gaan huren of kopen? Bouwen of verbouwen? Waar wil ik dan gaan wonen? Ik merk dat het steeds meer deze onderwerpen zijn die de gesprekken met mijn vrienden overheersen, eerder dan het volgende feestje in de plaatselijke parochiezaal. Dat is niet meer voor ons.

En ergens is het dubbel, want ‘is dit het nu?’ is geen correcte vraag. We zijn 25 en eigenlijk ligt alles nog open. Is mijn job niet mijn ding, wie houdt mij dan tegen te veranderen? Of een sabatjaar in te lassen en te gaan reizen of zelfs opnieuw te gaan studeren? Noem ons verwend, maar er is niets mis mee om bij te sturen wanneer je het gevoel hebt dat het anders kan. Ik snap dat iemand van 50 jaar soms al eens terugkijkt en het gevoel krijgt dat hij/zij alle belangrijke beslissingen uit het leven al heeft genomen. Maar op je 25ste zou je dat gevoel niet mogen hebben.

En dus wordt ‘is dit het nu?’ eerder een vraag als ‘is dit nu wel wat ik wil?’. En dan is daar opnieuw dat verhaal dat omdat alles mogelijk is, er per definitie ook te veel mogelijk is. Het gras lijkt altijd groener op Instagram. Mogelijk omdat het gras daar bewerkt wordt door een of andere filterapp.

En stel dat op je 25ste toch die vraag rijst. Is dit het nu? Moeten we dan daar eigenlijk wel een probleem van maken? Is het niet logisch dat we ons af en toe afvragen of we wel willen doen wat we doen? Maakt dat ons niet net menselijk? Ik zie een kat zichzelf niet afvragen of het wel een goed idee is om weeral een dutje te doen. Een robot kan misschien wel Wikipedia doorbladeren en een quizvraag beantwoorden, maar zal niet snel in een existentiële crisis belanden.

Het is normaal dat we soms allemaal twijfelen over waar we mee bezig zijn. Jezelf in vraag stellen is helemaal niet zo erg. Wie is er niet onzeker? Ook die ene persoon waarvan het lijkt dat hij van zijn droom zijn beroep heeft kunnen maken zal soms twijfelen of hij ermee door moet zetten.

Op je 25ste, wanneer je voor die eerste keer al een tijdje in datzelfde stramien zit, zal die vraag dus zeker eens opdoemen. Je kan die vraag met alle rationaliteit proberen te beantwoorden of hem negeren. Maar misschien moeten we allemaal ons gezond verstand, onze gutfeeling, gebruiken en gewoon blijven doen wat goed voelt.

Is die job niets meer voor jou? Kijk dan uit naar ander werk. Ben je niet meer gelukkig in je relatie? Praat erover. Maar is alles wel oké? Doe dan vooral verder en zie die vraag als een soort tussentijdse evaluatie. Noodzakelijk om even stil te staan bij wat we doen, maar nu ook niet zo cruciaal dat je je hele leven ervoor op pauze moet zetten.

Komt de vraag ‘Is dit het nu?’ al eens bij jou op?

(f***) ik ben 25

Het is gebeurd. Vandaag is het mijn 25ste verjaardag. Gevreesd door sommigen, geliefd door velen. Ik krijg zo vaak een nostalgische zucht als mensen me vragen hoe oud ik ben. Alsof 25 de ideale leeftijd is. En misschien is het dat ook wel. Maar ik schreef al eerder een aantal posts over hoe de quarter life crisis steeds op de loer ligt en hoe moeilijk het voor onze generatie/leeftijdsgroep kan zijn om een houvast te vinden. Om te weten welk pad we moeten volgen.

En ik ga daar niet stom over doen. Ook voor is het moeilijk geweest en zal het nog moeilijk zijn. Want ik noem het misschien geen crisis, maar er is wel onrust aanwezig. Soms. En ook al weet ik diep vanbinnen dat ik het goede doe. Dat mijn keuzes oké zijn. De maatschappij is streng en de onzekerheid is groot.

Soms denk ik: Vandaag ben ik 25. Help! Ik heb geen idee wat er het komende jaar gaat gebeuren en hoe het gaat zijn. Of ik goed bezig ben. Wat mensen van me denken. Of het allemaal beter wordt.

Soms denk ik ook: Vandaag ben ik 25. So what? Ik ga echt geen seconde langer bij dit feit stilstaan. Want ik ben nog steeds dezelfde als gisteren en zal dat morgen ook zijn. Ik ga niet toegeven aan die onrust. Geen crisis voor mij. En die sociale druk kan de pot op.

De ene gedachte is de andere niet. Er is geen juist. Er is geen fout. Er is alleen dit moment. 25 of niet. Ik leef verder.

Als jullie dit lezen dan zit ik op een vliegtuig richting Malta, of misschien ben ik zelfs al het strand en de rotsige kusten aan het verkennen. Pas op het einde van de zomer op vakantie vertrekken leek een goed idee want het is goedkoper en je hebt wat aan de zomer hier. Maar ik moet zeggen dat na wekenlang zitten zweten op kantoor en al de rest van de wereld te zien genieten het nu toch wel goed is dat mijn tijd eindelijk is gekomen. Quarter life of niet. Daar ga ik nu eens kei hard van genieten sé.

Hoe ga jij om met verjaardagen?

Quarter life #2: de standaard

Quarter life #2: de standaard

2018 is het jaar dat ik 25 word. Voor velen is dat de ideale leeftijd. Je moet nog veel beslissingen maken in je leven. Alles kan nog. Maar het is tegelijk de leeftijd dat velen zich wat vastrijden. Dat de keuzemogelijkheden je belemmeren. Dat je je afvraagt of dit het nu wel is. Wat dit ook mag zijn.

Omdat er over schrijven kan helpen om het onderwerp toegankelijker en meer bespreekbaar te maken vond ik het een goed idee om een rubriek in het leven te wijden die enkele moeilijkheden, vragen, onzekerheden over de quarter life bespreekt. Want er is zoveel zever over te vinden online en dat helpt de vooroordelen niet echt de wereld uit.

Vorige keer had ik het over de oneindige lijst met checkboxes waaraan een 25-jarige wanhopig probeert te voldoen en dat dit een negatief effect heeft op het zelfbeeld als een box aftikken niet lukt.

Maar het feit dat die lijst überhaupt zo lang kan worden heeft te maken met het feit dat er vandaag geen standaard meer is om leven in te vullen.

Niets is nog standaard

Vroeger lag je leven al voor een groot deel vast op het moment dat je geboren werd. Denk maar aan middeleeuwen: je werd geboren in een bepaalde stand en dat bracht zaken met zich mee (voorrechten, plichten, financiële situatie…). Overgaan naar een andere stand was praktisch onmogelijk, je trouwde dan ook met iemand uit dezelfde stand en voor je  kinderen werd hetzelfde verhaal geschreven. Armoede hoorde er op die manier gewoon bij voor veel families.

Ok, ik wil ons niet gaan vergelijken met de middeleeuwen, maar zelfs in de tijd van onze ouders en vooral grootouders bepaalde de omgeving waarin je geboren werd heel veel. Het beroep dat iemand ging uitoefenen was niet toevallig heel vaak het beroep van een van de ouders (en vaak deden beide ouders hetzelfde beroep en was dit de reden dat ze elkaar hebben leren kennen). Kinderen die verder droomden dan dat werden vaak met de voeten weer op de grond gezet.

Vandaag is dat helemaal anders. We worden opgevoed met het idee dat alles mogelijk is. Dat we op zoek moeten gaan naar wat we echt willen, waar we gelukkig van worden. En dat leidt tot veel meer verschillende levenssituaties waarin mensen kunnen zitten dan de oorspronkelijke drie standen of 10 beroepen.

Kijk alleen al maar eens naar onze gezinssituatie: vroeger had je verloofd/getrouwd, single of weduwe/weduwnaar. Vandaag heb je daarnaast: wettelijk samenwonend, gescheiden, eenoudergezinnen (al dan niet door een scheiding of BOM’s), samengestelde gezinnen, in een relatie maar niet samenwonend (LAT-relatie), holebi-relaties, friends with benefits, it’s complicated… ;). Trouwen is niet langer de standaard. Er is zelfs geen standaard meer.

It’s complicated

Die laatste relatiestatus vat het mooi samen: het is allemaal een pak complexer geworden doordat de standaard is verdwenen. Maar een standaard zorgt voor een referentiekader. Iets om aan vast te houden, om naar toe te werken. Noem huisje, tuintje, kindje cliché, maar het is een patroon. Iets om te volgen. Het neemt veel stress en beslissingen weg.

Heel veel leeftijdgenoten hebben geen idee waar ze over een jaar zullen wonen en welke job ze over 5 jaar zullen uitoefenen. Door alle technologische veranderingen is het sowieso niet zeker dat een bepaalde job nog bestaat. Een horlogemaker dacht er 100 jaar geleden niet over na of hij zijn zaak wel zou overdragen aan zijn zoon zodat die genoeg werk zou hebben. Wie koopt er vandaag nog een horloge bij een echte horlogemaker? Wie draagt er überhaupt nog een horloge die geen fancy zwancy Fitbit is?

Er is geen standaard meer om aan vast te houden, er is ook geen kader meer. Ons referentiekader is voortdurend in verandering. Zekerheid is een schamel goed geworden. Dit is geen vroeger-was-het-beter pleidooi. Het feit dat iemand die in een ongunstige situatie is geboren zich daaruit kan werken vind ik fantastisch. Maar het maakt ook dat veel jongeren vastlopen op dingen omdat ze een weg zijn ingeslagen waar ze het eindpunt niet meer van zien.

We gaan op zoek naar een ander referentiekader. En daarvoor gaan we nog altijd kijken naar anderen. En de informatie over het leven van die anderen vinden we op sociale media. En dat is dan weer een oplossing die andere problemen met zich mee brengt. To be continued :).

Of toch een standaard?

En ik? Ik merk dat ik toch nog vaak de oude standaard als mijn referentiekader gebruik. Ik kom uit een goede omgeving en merk dat ik automatisch beter klik met mensen die dezelfde achtergrond hebben. Ik werk ook een vrij klassiek lijstje af: studeren, een auto, een job, volgende stap: een huis. Maar tegelijk durf ik tegen die standaard te schoppen. Kinderen staan bij mij niet op het lijstje. En oh wee, als ik dat durf uit te spreken!

Want dat is het echte probleem. Ik kan hier wel staan beweren dat er geen standaard is en dat alles mogelijk is, maar we kennen allemaal de mensen die verstoten worden uit de groep/de maatschappij/… omdat ze het patroon niet volgen.

In veel landen is homoseksualiteit hiervan jammer genoeg steeds een goed voorbeeld. Alles mag, maar verliefd worden op iemand van hetzelfde geslacht hoort blijkbaar niet bij alles.

Zo zie je maar: die alles mag wordt vooral gezegd door mensen wanneer het hen goed uitkomt. En dus is de standaard er meestal niet, maar soms toch wel. Niet moeilijk dat we het bos door de bomen niet meer zien als we als begin twintiger ons leven moeten vormgeven.

Merk jij veel van de standaard die er niet meer (of net wel nog) is?

Quarter life #1: checkboxes

Quarter life #1: checkboxes

2018 is het jaar dat ik 25 word. Voor velen is dat de ideale leeftijd. Je moet nog veel beslissingen maken in je leven. Alles kan nog. Maar het is tegelijk de leeftijd dat velen zich wat vastrijden. Dat de keuzemogelijkheden je belemmeren. Dat je je afvraagt of dit het nu wel is. Wat dit ook mag zijn.

De quarter life crisis hakt er bij veel leeftijdgenoten danig in. Ik merk dat ook rond mij. En ik weet dat ik zelf ook regelmatig heel onrustig word in mijn hoofd. Er is tegelijk ook weinig begrip van ouderen, want wat hebben wij te klagen? Het zal wel liggen aan het feit dat we millennials zijn: te verwend, te egocentrisch, te lui om echt iets met ons leven te doen, te weinig waardering voor wat we wel hebben.

Omdat er over schrijven kan helpen om het onderwerp toegankelijker en meer bespreekbaar te maken vond ik het een goed idee om een rubriek in het leven te wijden die enkele moeilijkheden, vragen, onzekerheden over de quarter life bespreekt. Want er is zoveel zever over te vinden online en dat helpt de vooroordelen niet echt de wereld uit.

Voor alle duidelijkheid: ik heb geen quarter life crisis. Ik ben wel in mij quarter life en deze vraagstukken zijn al allemaal eens op mijn pad gekomen zonder dat ze mijn leven beheersen. Toch een belangrijke nuance.

Vandaag wil ik het hebben over jezelf zo hard pushen om alle checkboxes in je leven te kunnen afvinken.

Afvinken

Want dit begin je wel te doen tijdens je quarter life: je vergelijkt je eigen situatie met die van een ander en ziet meteen heel wat gelijkenissen. Want iedereen lijkt een toffe job te hebben, een leuke partner, gaat regelmatig avontuurlijk op reis, woont op een eigen plekje… Al snel is er sprake van een soort mentale onuitgesproken checklist tussen leeftijdgenoten. En als je niet genoeg zaken van die lijst kan afvinken lijkt je leven niet de moeite waard.

Ik merk dat heel erg in gesprekken met vrienden en kennissen. De eerste grote uitdaging na het afstuderen is het vinden van een job en dan is het iedereen tegen elkaar op. De jacht op de leukste, meest uitdagende en prestigieuze job is geopend. Grappig genoeg is hoeveel je betaald wordt dan weer niet belangrijk. Het gaat om de inhoud. En laat dat nu net geen objectieve parameter zijn. Maar het is tegenwoordig niet makkelijk om überhaupt werk te vinden. Dus voor sommigen is dit al de eerste checkbox die leeg blijft. En moeten ze tekenen voor werk dat beneden hun kunde ligt. Dat kan je zelfbeeld sterk naar beneden halen.

Een tweede must lijkt het hebben van een droompartner en op zoek gaan naar een eigen nest samen. Ik had niet door hoe belangrijk deze was tot ik zelf mijn relatie aankondigde en ik in mensen hun gezicht de opluchting zag. Een goede job en een alleen-wonen-plan was er al, maar met een lief vinden had Annelies duidelijk meer problemen. Of dat was toch de algemene opinie. Het is alsof wij niet alleen bezig zijn met onze eigen checklist maar ook waken over die van een ander.

En dan heb je die ene vriend of vriendin bij wie een lange relatie ineens voorbij is. Er wordt ondertussen veel minder dan vroeger gezegd: je hebt nog tijd. Tinder wordt snel boven gehaald als lapmiddel. Als er 1 checkbox is waar ik van walg dan is het deze. Je kan perfect gelukkig zijn alleen, meer zelfs, het is dan dat je aantrekkelijk bent voor anderen. Mensen bij wie de relatie afspringt krijgen meteen ook een serieuze deuk in hun zelfbeeld.

En dan heb je het: alles-uit-je-leven-want-je-bent-nog-jong-motto nog. Saai zijn is te vermijden. Dus beginnen jongeren met een goede job en een lief al eens na te denken: is dit het wel? Als ik een jaar wil gaan rondreizen moet ik het dan niet nu doen? Voor ik een lening af te betalen heb en voor kinderen moet zorgen? Je hebt er die meteen alle zekerheid overboord gooien en vertrekken, maar het merendeel blijft verder doen en dromen. Ze zoeken het avontuur ergens anders. Gebruiken elke vakantiedag om op het vliegtuig te springen en wekken op sociale media de indruk dat alles wat zij doen zo veel indrukwekkender is dan jouw Netflix & chill.

Saai is een stempel die niemand wil. Maar niet-saai willen zijn is verdomd vermoeiend. Vergelijken kan dan opnieuw een moeilijk punt zijn voor je zelfbeeld. Het zelfbeeld krijgt het duidelijk danig te verduren. Niet moeilijk dat burn-outs en depressies steeds jongere slachtoffers maken. Want het probleem met zo’n checklist is niet alleen dat deze constant in je achterhoofd zit, maar ook dat het gewoon onmogelijk is om hem te vervullen.

Een onmogelijke opdracht

Voor iedere 25-jarige zal het moeilijk zijn om een volledig afgevinkte lijst te hebben. Als je voluit voor je job gaat dan moet je inboeten qua avontuur en de liefde heeft niemand onder controle. Er zijn daarnaast nog massa’s andere checkboxes denkbaar (een slank lichaam, het lekkerste en gezondste eten op Instagram kunnen gooien, freelancer zijn, een creatieve hobby en noem maar op…) en dat is het probleem: we willen te veel. Hoe meer er op de lijst staat hoe moeilijker deze te vervolledigen is. Logisch toch?

We vragen iets van onszelf dat niet kan. Maar wekken tegelijk de indruk aan iedereen dat het kan. Waardoor je jezelf gefaald vindt, want iedereen rond je lijkt er wel in te slagen. Het is een vicieuze cirkel. Een zeepbel waarvan je naald niet meer vindt om deze te doorprikken.

Met mijn lijst is het over het algemeen wel goed gesteld vind ik. Ik ben er niet fanatiek mee bezig. Of toch minder dan mensen rondom mij blijkbaar bezig zijn met mijn lijst. Dat lief maakt mijn leven leuker, maar ben ik daarom nu per se meer compleet?

Ik zou 10 jaar geleden getekend hebben voor wat ik nu heb. Wat wil niet wil zeggen dat ik het niet beter kan. Ik ben gelukkig realistisch genoeg om te beseffen dat ik nog alle tijd heb om die lijst uit te breiden. Daarbij als je op je 25ste al alles hebt, wat moet je dan de komende jaren nog doen? ;).

Volgens mij is zo’n checklist van alle generaties. Alleen stopte hij vroeger bij een partner, een huis en kinderen (dit is kort door de bocht uiteraard, maar je weet wat ik bedoel). Vroeger was er een vastomlijnd ideaal. Nu niet meer. Het kader is weggevallen en wanneer we zelf een ruim kader scheppen merken we te laat dat het invullen onmogelijk is.

Herkenbaar? Hoe ervaar jij die checkboxes?