Of we een keer van gastbloggen konden doen? Op die vraag van Talitha zei ik heelhuids ‘Hoe kan het zelfs dat dat nog nooit eerder is gebeurd?’. Waarop mijn blogje bij haar verscheen vol lovende woorden. En nu is het aan mij om deze intro vol te lullen over haar, met even positieve noten. Dat kost me gelukkig geen enkele moeite!
Maar ik ga het kort houden. Talitha is één van de beste copywriters/creatives die ik ken. En neen, ik ken haar niet persoonlijk. Dat gevoel heb ik wel door haar blog te lezen, haar persoonlijkheid spat namelijk van het scherm. Ik zag wel ooit haar portfolio. En believe me, you’re a lucky bastard als je met haar mag samenwerken.
We hebben dus wel wat gemeen. Naast onze gemeenschappelijke achtergrond in reclame en schrijven, ergeren we ons aan veel zaken, eten we graag taart (wie de foto bovenaan niet snapt komt duidelijk te weinig op haar blog), kunnen we zeer ironisch uit de hoek komen (en Talitha ook heel DRAMATISCH) en volgens mij houdt ze ook niet van trappen met gaten in. Want WIE WEL? De levende hel zeg ik je.
Enfin, genoeg inleiding. Het woord is aan copyqueen Talitha.
Annelies heeft al een paar keer over de zogeheten quarterlifecrisis geschreven. Je weet wel, dat ding dat wij millennials een tijdje geleden hebben verzonnen om nog een pakske meer te kunnen zagen over al ons ingebeelde leed en entitled zelfmedelijden. Right. Ik roep nogal vaak dat ik me inmiddels al aan de verkeerde kant van 25 bevind – waarop doorgaans met gegrinnik (-25-jarigen) dan wel met gesputter (+25-jarigen) wordt gereageerd – maar ik ben wel degelijk nog een twintiger. Ik kan evenwel niet direct antwoorden op de vraag of ik zélf met zo’n crisis zit of die wellicht al achter de rug heb. Enfin, zo’n grote crise zal het dus sowieso wel niet zijn, maar toch.
Ik begrijp de quarterlifecrisis namelijk wel. Annelies verwoordde het al treffend: als twintiger begin je naarstig tje eigen leven te vergelijken met anderen. En daar loopt het veelal mis. Want hoe de fuck spelen die anderen dat allemaal klaar? Een droomjob vinden, de perfecte relatie onderhouden, een geweldig huis kopen, waanzinnig veel vrienden hebben waarmee ze exotische vakanties beleven en zowat elk weekend spectaculaire feestjes mee vieren,… Terwijl ik in een permanente staat van verwarring en met droogshampoo gemaskeerd semi-vettig haar lijk te verkeren en al die exotische vakanties vooral passief in mijn Instagram feed meemaak, languit in vegetatieve toestand op de zetel met hier en daar wat popcorn in mijn bh (als ik er al eentje draag).
Het is een soort checklist, zegt Annelies. Eentje waarvan we met z’n allen onszelf hebben wijsgemaakt dat het gelijkstaat aan hoe geslaagd ons leven is. Laten we ‘m even overlopen.
Een coole job waar je gelukkig van wordt en die ook nog eens achterlijk goed verdient
Ik beken: mijn job is heel belangrijk voor mij. Het is een essentieel stukje van mijn identiteit. Ik haal er veel voldoening en, sure, ook wel een hoop eigenwaarde uit. Ik ben echter geen workaholic: ik weiger om structureel over te werken en zodra de deur achter me dichtgaat, zet ik alle werkgerelateerde gedachten uit mijn hoofd. Ben ik erg goed in. Maar tijdens de uren die ik op mijn werk doorbreng, wil ik wel gelukkig worden van wat ik doe. En dus heb ik me al aan wat job hopping gewaagd, tot ik iets vond dat ik echt tof vond. Als ik het ergens niet meer leuk vind, heb ik er ook geen probleem mee om weg te gaan en iets anders te zoeken. Maakt dat mij verwend? Misschien. Maar ik weiger om me 40+ uur per week ergens ongelukkig te voelen, puur omwille van de zekerheid/het geld/de prestige/het gemak/de toffe mensen. En het boeit me werkelijk geen ene moer wat de rest van de wereld daarvan vindt.
Ik vind zelf dat ik een heel coole job heb (native reclamecampagnes bedenken bij Medialaan/De Persgroep). Ik word er gelukkig van. Verdient helaas niet achterlijk goed, maar zeker wel voldoende. Dus ja, aan deze checkbox hecht ik zeker wel belang en ik heb me er in mijn beginjaren op de arbeidsmarkt ook écht wel zorgen over gemaakt, ettelijke uren slaap aan verloren en een paar liter tranen om verspild. Check, check, check.
De perfecte relatie met de perfecte man/vrouw en dan nog een hoop perfecte kinderen ook
Ik ben al zowat driehonderd miljoen jaar samen met mijn Lief, give or take a few. Oké ja: zeven en een klets, om iets preciezer te zijn. Wij hebben zeker niet de Perfecte Relatie. Maar wij amuseren ons nog elke dag kostelijk met elkaar. Hij is mijn favoriete persoon ter wereld en kent me door en door. Alles is leuker en beter met hem erbij. Het is geen Perfecte Relatie met hoofdletters, maar hij is wel mijn Lief met hoofdletter. Technisch gezien is hij, sinds een paar maanden, zelfs mijn Verloofde. Dus ja, deze checkbox kan ik in elk geval afvinken. Ik ben al sinds mijn twintigste van ’t straat, dus ik heb me nooit zorgen hoeven maken over ‘op tijd’ een lief vinden. Dat onderdeel van de grote QLC ken ik dus niet. Integendeel: ik heb het stiekem zelfs altijd wel wat jammer gevonden dat we elkaar zo snel zijn tegengekomen, omdat ik het oprecht tof vond om single te zijn als student.
En wat betreft kinderen: neen, dank u. Kan ik nu echt nog niet aan. Ik voel daar ook hoegenaamd geen druk over. Onze kat is op dit moment ruim voldoende kots- en kakopruimwerk, dank je feestelijk.
Een eigen huis met oprit en grote tuin en vrijstaande brievenbus die bij de bakstenen van de voorgevel passen enal
Aaah, de Belgische droom. Ik heb zelf de voorbije negen jaar in Amsterdam doorgebracht, alwaar iedereen in veredelde schoendozen van 50m2 op elkaar gepropt zit, daar huurprijzen van vier cijfertjes voor neertelt en dat allemaal heel normaal vindt. Bijgevolg heb ik bijlange nog niet genoeg geld kunnen sparen om ook maar in de buurt te komen van een enigszins realistische eigen inbreng. Een eigen huis ligt voor ons dus zeker nog niet direct in het verschiet. Da’s een heel gekke aankondiging voor de meeste van mijn leeftijdgenoten, kan ik u vertellen, gezien de doorsnee Vlaming je basically beschouwd als gefaald in het leven als je voor je dertigste nog geen eigen appartement of huis bezit. Het liefst plant je er natuurlijk zelf nog eentje neer, rap-rap voor de broodnodige betonstop, maar tot die tijd koop en verbouw je dat het een lieve lust is.
Tja. Bouwen interesseert me echt helemaal niets. Ik vind nieuwbouwhuizen ook nooit echt mooi, dus dat scheelt. Ik hoef geen grote tuin, hoef niet op een vrijstaand stuk grond in de suburbs te wonen, hoef geen 3 aparte wc’s en dubbel zoveel slaapkamers als er eigenlijk ooit mensen in het huis gaan wonen. Ik vind het prima om iets kleiner te wonen. Maar ik wil uiteindelijk wel een huis kunnen kopen en, toegegeven, daar maak ik me soms ook wel wat zorgen over. Vooral als ik het vergelijk met leeftijdsgenoten, die zo goed als allemaal al een eigen woning bezitten. Kan ik soms wel een beetje panisch of verdrietig door worden. Maar dan bedenk ik even later ook: ik heb bijna een decennium van mijn leven in de, wat mij betreft, mooiste stad ter wereld doorgebracht en dat pakt niemand mij meer af. Ik heb er financiële achterstand door op gelopen, maar in vergelijking met mijn leeftijdsgenoten heb ik er wel een heel bijzondere studententijd aan overgehouden. Worth every euro of it, zeg ik u.
Alles uit het leven halen want je bent jong en je wil wat en al die Pinterest-tegeltjes-bullshit
Ja, je moet feesten en festivals afschuimen en elke vrijdag comazuipen en al je zuurverdiende geld opmaken aan hipstervakanties met rugzakken in Thailand en op een opblaasbare zwaan ronddobberen in een zwembad in Bali en elk vrij weekend gaat cityhoppen all over Europa. Ik weet het allemaal wel. Ik wil ook wel graag groots en indrukwekkend en meeslepend leven, maar tegelijkertijd is het nieuwe seizoen van Queer Eye net op Netflix en is mijn zetel zo zacht en was mijn week zo druk en stond ik net al een uur in de file, so fuck it. Ik heb al lang geen last meer van FOMO – een van de beste voordelen van aan de andere kant van 25 zitten, geloof ik. Het zal allemaal wel, met je feestfoto’s op Instagram. Lijkt me allemaal erg vermoeiend.
Over all denk ik dus dat het wel goed zit met mijn QLC. Over dingen als FOMO en mijn carrière heb ik me vroeger een pak drukker gemaakt dan nu. Het zal wel de berusting van de latere twintigerjaren zijn, I guess. Daar staat tegenover dat de serieuzere topics des levens, zoals een eigen huis kopen en hoe-ga-ik-in-godsnaam-ooit-een-bruiloft-organiseren-laat-staan-betalen, me nu ineens zorgen beginnen te baren. Omdat, ja, ik mijn situatie vergelijk met anderen. Ik heb er dus wel een beetje last van. Maar evengoed besef ik: ik kan mijn situatie niet één-op-één vergelijken met die van anderen. Om handenvol geld uit te geven aan hun frequente verre vakanties werkt een bevriend stel soms weken aan een stuk zeven dagen op zeven. Om haar enorme huis te kunnen betalen, blijft een vriendin van mij al drie jaar noodgedwongen bij een job die ze haat. Dat zijn dingen die ik er bijvoorbeeld niet voor over heb. En dus heb ik minder geld en huur ik nog steeds een appartement. You win some, you lose some. Je maakt keuzes and you deal with it.
That’s grown-up life, hastn. En we hebben nog een jaar of dertig om keihard aan al die gemaakte keuzes te gaan twijfelen, wanneer onze mid-life crisis aanbreekt. HOEZEE!