Close
Malta #6: saltpans walk op Gozo

Malta #6: saltpans walk op Gozo

Eind augustus 2018 trokken het lief en ik voor 7 dagen naar Malta & Gozo. Over onze planning en alle praktische zaken zoals vervoer en verblijf kon je al lezen in deze heuse overzichtspost. Malta bleek veel meer te bieden dan we hadden verwacht en daarom post ik met plezier van elke dag ook een meer gedetailleerd verslag.

Na vier dagen op het hoofdeiland Malta, was het tijd voor onze laatste ochtend in de Three Cities, vandaag stond de toch naar Gozo, het zustereiland, op de planning. Spannend wel want we zouden een kleine halve dag onderweg zijn.

Dit waren de verschillende stappen om uiteindelijk in Marsalforn, onze uitvalbasis voor Gozo te raken. Een hele tocht was dat!

  • De ferry van The Three Cities naar Valletta
  • Bus 42 van Valletta naar Cirkewegga. Hier zaten we zeker een dikke twee uur op, met echt een vreselijke chauffeur die super onbeleefd was naar nieuwe mensen die de bus opstapten. En we hebben ergens zeker 10 minuten in the middle of nowhere stilgestaan.
  • Ferry van Cirkewegga naar de haven Mgarr op Gozo. Er is een ferry elk half uur en het is allemaal heel vlot geregeld. Je koop een kaartje en mag dan in een rij wachten om in te schepen. De overtocht zelf duurt een half uurtje en je hebt zicht op Comino.
  • Aangekomen in Mgarr was het even chaos om op een bus te raken. Uiteindelijk namen we bus 322 rechtstreeks naar Marsalforn, maar we hadden ook via de hoofdstad Victoria kunnen gaan. En daar dan overstappen richting Marsalforn.
thumb_P1130767_1024
Op de ferry naar Gozo.

We checkten in bij Murella Living en verkenden meteen Marsalforn. Het is een meer toeristisch badplaatsje op Gozo, maar wel strategisch gelegen. In tegenstelling tot enkele andere plekken zijn hier ook heel wat restaurants, wat toch mooi meegenomen is. We lunchten bij Arzella, helemaal op het uiteinde van de baai. Ik had een heerlijke risotto, maar de verse vis zou ook een topper zijn.

We hadden nog een halve dag en kozen ervoor om de kustlijn vertrekkende van Marsalforn te wandelen tot ergens halverwege. Het doel was vooral om de befaamde zoutpannen te gaan spotten en uiteindelijk werd het prachtige Wied-El-Ghasri ons eindpunt. We baseerden ons op de saltpans walk van Visit Gozo, maar die wandeling helemaal uitstappen zou zeker een dag kosten.

thumb_P1130839_1024

Eenmaal Marsalforn uit wandelden we langs een mooie aangelegde boulevard tot in de volgende baai Qbajjar.

thumb_P1130785_1024

Uiteindelijk belandden we aan een uitkijkpunt op de zee met een eenzaam en afgesloten stenen huisje.

thumb_P1130794_1024

thumb_P1130796_1024

Nog één baai verder was dit dan weer het zicht, met een soort witte berg zand aan het uiteinde.

thumb_P1130798_1024

Uiteindelijk kwamen we bij de zoutpannen, al is het dan wel langs een asfalten weg. Je kan gelukkig afslaan naar het onverharde deel en zo tussen de zoutpannen wandelen. En dat geeft mooie plaatjes.

thumb_P1130802_1024

_VDW2379

We waren ter plaatse ontzettend gefascineerd over hoe die zoutpannen nu echt werken (uiteraard gaat het om verdamping van zeewater, maar hoe schraap je het zout ervan af?) en of er bij ons Maltees zout in de winkel ligt. Veel vind ik er online niet over, maar ik vermoed dat op Malta en Gozo de zoutpannen niet meer actief worden gebruikt. Het blijkbaar nog wel altijd goed voor de vogels die overvliegen en op die manier aan zoet water kunnen.

thumb_P1130809_1024

Ik vond onze wandeling nu al geslaagd, maar toen we uiteindelijk bij Wied-Al-Ghasri aankwamen viel mijn mond op. Het is een prachtige inham die heel exotisch aandoet. Van boven is het zicht de moeite en via een kleine trap kan je beneden op het strand komen. Nadeel: het strand is een keienstrand.

thumb_P1130816_1024

thumb_P1130818_1024

Het lief ging even zwemmen, ik bewaarde mijn waterdoop voor de dag erop. Ik bleef wat chillen op het strand. Het was er heerlijk rustig.

thumb_P1130830_1024

We deden exact dezelfde weg terug, niet ideaal misschien, maar het werd al wat later en we wilden aan de kustlijn blijven. ’s Avonds aten we nog maar eens een pizza bij Murella in de baai van Marsalforn.

Onze kennismaking met Gozo was alvast geslaagd!

Heb jij al eens zoutpannen kunnen bewonderen?

Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.

Parijs #2: van Trocadero naar Arc Du Triomphe

Het is eigenlijk schandalig dat er over onze citytrip naar Parijs in maart 2019 nog steeds geen verslag online kwam. Behalve deze ode aan de Notre-Dame toen die een paar weken na ons bezoek deels afbrandde. Maar COVID-19 zorgde voor een eind aan al dat reisplezier en om die reden had ik ook echt geen zin om reisverslagjes te schrijven of te publiceren. Maar dat wil nu terug oppikken door over mijn twee vakanties in 2019 te schrijven en eerst is Parijs dus aan de beurt.

Op woensdag 27 maart stonden Leen en ik zeer vroeg op om de Thalys te nemen naar het Gare Du Nord in Parijs. Ik had eigenlijk helemaal niet door hoe snel je daar kon zijn. Ik was namelijk nog niet echt in Parijs geweest, op één daguitstap in het derde middelbaar na waarbij we de Eiffeltoren vanuit de bus zagen.

We sliepen trouwens in een gezellige AirBNB in de Batignolleswijk tussen Montmartre en het centrum. Met een bakker op de hoek van het straat en dicht bij leuke eetplekjes voor ’s avonds. Perfect!

Op onze eerste dag liet ik me voornamelijk door Leen, ultieme Parijsliefhebster, meenemen naar de belangrijkste bezienswaardigheden in de Franse hoofdstad. We baseerden ons hiervoor op wandeling 5 in de Time To Momo. Uiteindelijk hebben we op een halve dag meer dan 30.000 stappen verzet dus ik zou je aanraden om voor deze wandeling wel echt een hele dag uit te trekken mocht je nog een extra museum willen meepikken ofzo.

We namen de metro tot aan Trocadero waar we meteen een prachtig zicht kregen op, jawel, de Eiffeltoren. Zeker boven aan het neoklassieke Palais de Chaillot is het uitzicht de moeite, en dat kan je merken aan alle Instagramfoto’s die er gemaakt werden, zelfs bij bewolkt weer zoals toen wij er waren.

Palais Du Chaillot

De Eiffeltoren hoeft natuurlijk geen introductie. Ik vind het zeker een indrukwekkend bouwwerk om van beneden te bekijken. Een bezoek helemaal naar boven zag ik echt niet zitten – ik heb dieptevrees en dat speelt vooral op op gammele constructies. Ik had graag onder het bouwwerk door gelopen, maar toen wij er waren was dit afgesloten met hekken, jammer.

Zicht vanop het Palais Du Chaillot. De fonteinen van Trocadero stonden nog droog.
Ik deel niet zo heel vaak selfies maar deze vind ik wel leuk :).

Vanaf de Eiffeltoren wandelden we langs de Seine op weg naar de Pont Alexandre III, een van de bekendere bruggen van Parijs. Met gouden beelden op de pilaren is dit een elegante en koninklijke brug gebouwd voor de wereldtentoonstelling in 1900.

Pont Alexandre III

Ondertussen hadden we honger gekregen natuurlijk en ploften we uiteindelijk neer bij Malabar, een piepklein restaurant niet ver van de Tour Eiffel dat Leen zich nog herinnerde van vroeger. Typisch Frans en dus deden we mee. Want het is nooit te vroeg voor wijn als je op vakantie bent, zeker niet van die goede Franse ;).

Vanaf ons lunchplekje zagen we de gouden koepel van Les Invalides al opdoemen. De kanonnen zijn typerend voor het legermuseum dat er nu huist, maar Les Invalides is ooit gebouwd om gewonde soldaten te verzorgen én Napoleon ligt er begraven in de crypte.

Kanonnen kijken zal voor een andere keer zijn, wij besloten een bezoek te brengen aan het Rodinmuseum, dat zich niet ver van Les Invalides bevindt. Voor mij de eerste keer dat ik kennismaakte met deze kunstenaar en met beeldhouwkunst in het algemeen. Een ticketje kost 12 euro, wie 26 jaar of jonger is mag gratis naar binnen.

Je komt binnen via het nieuwere gedeelte van het museum waar zijn schetsen tentoongesteld worden, daarna kom je in de ruimte tuin waar je zijn grote werken zoals ‘De Denker’, ‘De hellepoort’ en ‘De burgers van Calais’ kan bewonderen.

De burgers van Calais
De hellepoort, geïnspireerd door Dante’s Inferno

In het huis (dat overigens het hele jaar door heel warm is – het was er in maart al zweten) kan je wat kleinere werken bekijken zoals ‘De Kus’ en ‘De kathedraal’. Ik vond het allemaal heel aangenaam ingericht met de tuin als hoogtepunt. Het weer begon op te klaren en het was heerlijk om er rond te wandelen. Een museum dat ik zeker nog eens opnieuw zou doen.

Vanaf het Musée Rodin keerden we terug naar de Seine en wandelden we voorbij Musée D’Orsay dat voor een volgende keer zal zijn.

Musée D’Orsay met beeld van een olifant.

We staken de Seine over via de voetgangersbrug Léopold Sedar Senghor en kwamen zo in Jardin les Tuileries terecht. Vroeger deel van de tuinen die bij het gelijknamige Tuilerieënpaleis hoorde.

Jardin les Tuileries

We kwamen alvast voorbij het Oranjeriemuseum dat we de volgende dag zouden bezoeken. Maar vandaag was het doel duidelijk: we wilden de Champs-Elysées afwandelen richting Arc Du Triompe.

Daarbij verlieten we de tuilerieën via het Place de la Concorde. Dit is nu een zeer druk verkeersplein met moderne reclameborden, maar in de 18de eeuw was dit het toneel van de Franse Revolutie. Het is hier dat koning Louis XVI, zijn vrouw Marie-Antoinette en velen anderen hun hoofd verloren onder de guillotine. Na staat er een Egyptische obelisk in het midden van het plein. De mooie fonteinen stonden jammer genoeg droog.

Zicht op Champs-Elysées vanaf Place de la Concorde

We liepen langs de befaamde Champs-Elysées en begonnen spontaan het lied van Joe Dassin te zingen. We maakten nog even een tussenstop bij Le Grand Palais (te herkennen aan zijn grote glazen koepel) en Le Petit Palais. Beide kunstmusea, maar vooral ook prachtige gebouwen die meteen in het oog springen wanneer je langs de Seine wandelt.

Voorkant van Le Petit Palais, een bezoek zal voor een andere keer zijn.

Loop je verder langs deze ‘paleizen’ kom je opnieuw aan Pont Alexandre III met zicht op de Eiffeltoren. Maar wij maakten nog even rechtsomkeer terug naar de Champs-Elysées. En toen kwamen we almaar dichter bij de Arc Du Triomphe, ons eindpunt voor vandaag.

De Arc ligt ook op een druk kruispunt, maar je kan de voetgangerstunnel nemen, waarin ook een metrohalte huist, handig! Boven kom je dan op het eilandje van de Arc. Op het moment dat wij er waren, was er net een oorlogsherdenking bezig en dus konden we er niet helemaal onder.

Ik keek mijn ogen uit! Ik moet toegeven dat ik er niet veel van had verwacht. Maar ik vind het echt oprecht een prachtig monument, misschien omdat we er later op de dag waren en de zon al begon onder te gaan waardoor het licht een prachtig kleur had. Wie zal het zeggen? Ik vind dit zeker een aanrader!

De Arc Du Triomphe is gebouwd in de 19de eeuw in opdracht van Napoleon om de slag bij Austerlitz te gedenken. Je kan ook naar boven met uitzicht over de Champs-Elysées maar dat hebben we niet gedaan (was al gesloten door de herdenking).

En zo namen we doodmoe de metro naar huis, want eigenlijk hadden we al belachelijk veel gestapt en gezien én dat op een halve dag. We aten dicht in de buurt van onze Airbnb Libanees bij Chez Sofia. Het was best lekker maar nog vroeg op de avond voor de Fransen dus we zaten er een beetje alleen.

Deze wandeling is zeker een aanrader voor wie een eerste keer in Parijs is, of wie graag één of meerdere musea meepikt, want ik heb er terloops een aantal vermeldt, maar uiteraard zijn we er nog wel een paar gepasseerd. Op vlak van musea biedt Parijs voor ieder wat wils!

Wat is jouw favoriete plek in Parijs?

Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.

Keulen #2: een top hotel & het Wallraf-Richartz museum

Keulen #2: een top hotel & het Wallraf-Richartz museum

In de kerstvakantie trekken het lief en ik er al eens graag tussenuit. Op kantoor is dat de enige week van het jaar dat we aan collectief verlof doen en ik heb het op zijn zachtst gezegd niet zo voor die ‘kerstgezelligheid’. Ontsnappen aan de drukte deden we in 2018 twee dagen in het Duitse Keulen. Een gevarieerde stad.

We deden het vandaag wat rustiger aan omdat we de dag voordien een intensieve wandeling hadden gestapt. Daarover schreef ik al eerder een verslagje.

Overnachten in een ex-klooster

We werden wakker in een luxueuze kamer van het Q-vest hotel. Het lief boekte deze kamer ruim op voorhand, want het is niet goedkoop. Maar het was echt een prachtig hotel. Het is in een oud kloostergebouw uit de 19de eeuw en je hebt uitzicht op een kerk. Ook niet pal in het centrum, dus een heel rustige omgeving.

P1150604.jpg

Onze kamer was op de hoogste verdieping met een bad. En een bad op verlof is altijd mooi meegenomen. Zeker tijdens winterse tripjes.

Eerste stop van de dag was een bezoek aan de Dom. Het is een typische gotische kerk, die indrukwekkender was binnen dan ik had gedacht. Gotiek is vaak een saaiere bouwstijl voor kerken, voornamelijk omdat het hier in West-Europa ook een dominante bouwstijl is geweest voor een heel lange tijd en dan kan alles wat op elkaar gaan lijken. Maar toch heb ik nog heel wat zaken opgemerkt. Een bezoek aan de Dom is gratis, je kan ook de Dom beklimmen tegen betaling maar dat is echt hoog en daar stond ik nu niet voor te trappelen.

P1150622.jpg

Hierna maakten we nog een wandeling over de Hohenzollernbrucke. Oftewel de slotjesbrug met langs beide kanten een wandelboulevard en in het midden treinsporen. Je hebt er een mooi zicht op de Dom en de rest van het oude stadscentrum.

P1150742.jpg

Doorheen de jaren hebben mensen hier duizenden kleurrijke slotjes gehangen en dat geeft een leuk effect. Voor de street art fans: ga ook zeker op zoek naar de Invader die er hangt.

P1150745

Deze brug is echt een van de iconische landmarks van Keulen. En tja, ik heb gewoon iets met bruggen. Het levert altijd leuke foto’s op.

P1150747

Een tip is om aan de overkant even langs de Rheinpromenade te wandelen. Dat is een nieuw aangelegd wandelpad op hoogte van de rivier. In de winter staat het wel vaak onder water, maar in de zomer zal het hier fantastisch zijn om bv. te picknicken en dan kan je zo de volgende brug weer nemen richting het centrum.

Impressionisme en een incident

In Keulen zijn echt tientallen interessante musea. Voornamelijk heel wat grote kunstmusea (het Ludwigmuseum en Kolumba bv.). Wij kozen voor het Wallraf-Richartz museum, omdat dit museum focust op het impressionisme, mijn favoriete kunststroming.

P1150766.jpg

Van buiten is het gebouw niet zo indrukwekkend, maar binnen zijn de zalen heel mooi samengesteld. Toegang kost 13 euro per persoon, als je meerdere musea wil bezoeken is het aan te raden om eens te kijken naar de plaatselijke museumpas, die is een pak voordeliger. Wij deden de tijdelijke tentoonstelling op de bovenste verdieping over Amerikaanse kunst en de kelderverdieping met impressionisme. Daarna was het al vrij laat dus we hebben zelfs niet alles kunnen zien. Het is groter dan je denkt ;).

Nog wel even over dit museum: ik vond ze er absoluut niet vriendelijk. Zo hing er nergens op dat je geen foto’s mocht maken. Ik nam na een uur rondlopen één foto en werd onmiddellijk geblamed door een vrouwelijke zaalwachter die mij al in het oog hield want ‘jij zag me er wel uit als iemand die een foto ging nemen’ (aka ze had gezien dat mijn fototoestel in mijn achterzak zat, heel smart zenne 🙄) en daarna kwam er ook nog eens een mannelijke zaalwachter me shamen omdat hij het op de camera’s had gezien en dacht dat ik nog niet genoeg tegen mijn voeten had gekregen. Die mensen waren ook in het Duits aan het raaskallen en hadden niet door dat we toeristen waren… Ze legden bovendien niet uit waarom er geen foto’s gemaakt mochten worden, iets waar ik sowieso niet tegen kan.

P1150769
Het ging om deze foto en zoals je ziet was het geen close-up van een schilderij, het was enkel een sfeerbeeld. Ach ja.

Op de benedenverdieping zag ik heel wat mensen foto’s nemen (echt close-ups van pakweg een Monet – close-ups, zeker met flits, kunnen echt wel slecht zijn voor schilderijen, dat doe ik nooit) en zei niemand er iets van, terwijl er ook voldoende zaalwachters aanwezig waren. Dus ofwel mocht je van de tijdelijke tentoonstelling geen foto’s nemen en waren ze dat vergeten aangeven, ofwel werd ik gewoon kei hard geviseerd door deze twee. Maar het was een bittere pil en ik was er echt door aangedaan als feeler die niet tegen onterechte kritiek kan.

Hierna aten we Flammkuchen (je bent in Duitsland tenslotte hé) bij Rheinzeit. Een gewone brasserie in het hartje van de stad. We wandelden nog tot aan een leuke koffiebar, The coffee gang, voor we weer de trein namen naar huis.

Keulen is een leuke stad voor een weekend, zeker als je graag een museum bezoekt. Het is wel zo’n typische Duitse stad waarvan ik altijd heb geweten dat het niet heel erg mijn ding is. Waar Berlijn me heel positief heeft verrast door anders te zijn, heeft Keulen het stereotype van Duitsland bevestigt. De stad is ook heel erg gericht op shopping en toerisme met alle grote ketens en heel veel kitsch. Maar buiten de begaande paden hebben we enkele leuke plekjes gevonden. En er zijn nog genoeg musea om naar terug te keren.

Wat is jouw favoriete Duitse stad?

Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.

Glasgow #4: street art mural trial

Glasgow #4: street art mural trial

Glasgow is de tweede grootste stad van Schotland, maar het verbleekt in de reisboekjes vaak naast het veel populairdere Edinburgh. Toch heeft Glasgow ook zeker wat te bieden voor een weekendje weg. De voormalige moordhoofdstad van Europa kende een echte opwaardering en staat garant voor indrukwekkende kunstgalerijen, veel shopplezier, mooie groene parken én prachtige street art.

Het lief liep eind april 2018 een ultra trial in the Highlands en Glasgow was daardoor de perfecte uitvalsbasis voor de voorbereiding en vooral het uitrusten achteraf. De uitgelezen kans om deze stad te ontdekken. Zeker onder een prachtig lentezonnetje!

Tijdens de vorige posts schreef ik over de belangrijkste bezienswaardigheden. Als geherwaardeerde industriële stad is Glasgow daarnaast ook bekend om zijn street art scène. En dat uit zich niet in van die lelijke tags of graffiti. Nope, doorheen de stad vind je echt grote murals en mooie straatkunst die vaak een bepaald verhaal vertellen. In veel gevallen gaat het zelfs om legale street art. Dus geen allegaartje, maar doordachte kunstwerken.

De mural trial stond dan ook op ons verlanglijstje. Ik printte de kaart en we gingen zelf op expeditie. Over elk werk iets schrijven zou ons te ver brengen, bij deze dus mijn favorieten.

Badminton

thumb_P1120316_1024.jpg

In 2014 vonden de Commonwealth Games plaats in Glasgow. Iets waar de stad enorm trots op was en daarom werden enkele prestigieuze murals in sportthema voorzien. Badminton kan je nog steeds bekijken in Wilson Street. Het beeldt trouwens de Schotse badmintonspeler Kieran Merrilees af.

Fellow residents of Glasgow

thumb_P1120513_1024.jpg

Mijn favoriete werk in Glasgow is ‘fellow residents of Glasgow’. Een megagrote muur aan een parking waarop dieren worden afgebeeld doorheen de vier seizoenen. Het werk vraagt aandacht voor de dieren waarmee we samen in de stad wonen. Het is enorm gedetailleerd en waarheidsgetrouw.

thumb_P1120509_1024.jpg

Saint Mungo

thumb_P1120341_1024.jpg

Onderweg naar de kathedraal mag je zeker niet vergeten eens om te kijken, want op één van de muren prijkt het bekendste street art werk van Glasgow. Saint Mungo is de patroonheilige van de stad en wordt hier afgebeeld als een bedelaar met een vogel op zijn hand. Dit werk wil duidelijk maken dat Saint Mungo in elke inwoner van Glasgow zit en dat hij vele vormen kan aannemen.

Glasgow’s panda

Aan The lighthouse, midden in het shoppinghart van de stad vind je verschillende werken. Mijn favoriet is Glasgow’s Panda. Jep, ik heb iets met dieren.

thumb_P1120456_1024.jpg

Honey, I shrunk the kids

Van de meeste van deze werken heb ik geen flauw benul wie de artiest is. Glasgow investeert in straatkunst en de meeste werken zijn daardoor legaal gemaakt door lokale kunstenaars. Smug is de enige naam uit het rijtje die ik kende. Hij is Australiër, maar woont momenteel in Glasgow. Honey, I shrunk the kids is een levensgroot werk.

thumb_P1120460_1024.jpg

The hiphop marionettes

thumb_P1120519_1024.jpg

Tijdens het schrijven van deze post bleek dat deze mural ondertussen verdwenen is. Jammer, want het was een van mijn grote favorieten. Ik ben heel erg fan van deze stijl.

Spaceman

thumb_P1120483_1024.jpg

En dan nog een laatste. In één van de kleine steegjes rond de winkelstraten vind je spaceman. En zeer kleurrijke astronaut met pop art invloeden. Het vrolijkt het saaie straatje meteen op!

Ook het bekijken waard: aan de Strathclyde university vind je verschillende murals, net als aan de Clyde, o.a. Glasgow’s tiger is daar te spotten.

Waar heb jij de mooiste street art gespot?

Dit was mijn laatste post over Glasgow. Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.

Twee nachten in Lille

Twee nachten in Lille

Tijdens de kerstvakantie trekken het lief en ik er al eens op uit. Na een geslaagd tripje in Keulen vorig jaar, viel onze blik deze keer op Lille of Rijsel in het Vlaams. Net over de grens, maar toch er even tussenuit. Ik was ooit al eens een dag in Lille met school en kon me daar amper iets van herinneren. Tijd voor een tweede kans.

Omdat we het rustig aan deden tijdens ons verblijf en onze TGV heel wat vertraging had (en we daardoor een halve dag misten) vat ik alle highlights samen in deze post.

We verbleven 2 nachten in Hotel Lille Europe, vlak aan het station en het winkelcentrum Euralille. Propere tweepersoonskamer met alles erop en eraan aan een lage prijs. Meer moest dat niet zijn. We namen geen ontbijt, maar ontbeten tweemaal bij We Are Ara. Ruime keuze aan verse en biologische producten in een mooi interieur.

Het kleine middeleeuwse stadscentrum doet heel Vlaams aan, Lille was dan ook tijdens de Bourgondische periode onderdeel van Vlaanderen. Het is heerlijk om rond te struinen in de smalle straatjes.

oznor

Het operagebouw met toren op de Place du theatre valt onmiddellijk op, ook de Grote Markt is de moeite, maar het was net na kerst dus stond er een groot reuzenrad met kerstmarkt. Wel sowieso de moeite aan de Grote Markt is La Vieille Bourse. Dit voormalige beursgebouw dateert uit de 17de eeuw en is een architecturaal hoogstandje. Vandaag huist er een tweedehandsboekenmarkt.

rhdr

Het nabijgelegen Place Rihour huisvest één van de echte pareltjes uit de Bourgondische tijd. In het Palais Rihour was Filips De Schone (je weet wel de man van Juana Of Castilië) ooit thuis. Vandaag vind je er het toerismebureau, altijd handig om een plannetje mee te grabbelen en de binnenkant te bewonderen. Langs de zijkant van het paleis staat een groots monument voor de gesneuvelden van WOI.

25021F05-F57D-41D7-B3C5-33EB760C9A5E_1_105_c

Niet veel verder vind je de gotische parel Saint Etienne, met voorsprong de mooiste kerk in Lille en veel groter binnenin dan je zou denken.

rhdr

Maar de allergrootste en meest eigenaardige kerk is de Cathédrale Notre-Dame de la Treille. De moderne voorgevel zorgt voor een vreemd uitzicht. Gelukkig komt binnenin de typische gotiek wel tot zijn recht.

cof

Wanneer je aan de basiliek bent is het een kleine wandeling richting de citadel. Dit is het groene hart van de stad waar lopers en wandelaars op zondagvoormiddag heerlijk gebruik van maken. De citadel zelf is een militair domein en dus niet toegankelijk. Rondom vind je ook nog een dierentuin en speeltuin voor de kids.

cof

Achter Euralille bevindt zich de jardin des géants. Een merkwaardig kunstmatig aangelegd parkje, dat zelfs in de barre winter fijn was om door te wandelen. Het moet er heerlijk zijn in de zomer. Iets dat we graag op onze laatste dag nog meepikten.

rhdr

Wil je je heel even in Parijs wanen? Dan moet je richting Porte Du Paris. Deze stadspoort doet denken aan de Arc Du Triomphe en is naast een toegangspoort ook een triomfboog.

rhdr

Op naar het hoogtepunt van de trip: het Palais des Beaux-Arts. Dit museum voor schone kunsten is het tweede grootste van Frankrijk en er hangen werken van Brueghel, Picasso, Jordaens, Rodin, Goya, Monet, Delacroix en ga zo maar door. Ik heb heel wat inspirerende werken gezien. Het gebouw is ook echt prachtig.

cof

In de kelder huisvest nog een andere schat: 15 miniatuurmaquettes van Vlaamse en Franse steden zoals Oudenaarde, Ieper, Oostende en Lille zelf natuurlijk. De reliëfplattegronden zijn van in de tijd van Lodewijk XVI en ontzettend gedetailleerd. Ze werden dan ook gebruikt door generaal Vauban om verdedigingswerken te plannen (en dan kan je je niet echt fouten permitteren). Ik had nog nooit zoiets gezien en vond het ontzettend fascinerend.

De toegangsprijs is met 7 euro belachelijk laag. En omdat ik zei dat ik onder de 30 was (het lief is dat niet), kregen we allebei nog eens een extra korting en betaalden we 4 euro per persoon uiteindelijk. Dus alleen daarheen!

Pizza? 

In Lille moet je duidelijk zijn voor echte Napolitaanse pizza. We vonden immers twee adresjes waar al een half uur voor opening een rij staat aan te schuiven. Uiteindelijk raakten we bij allebei een keertje binnen.

  • La Bellezza is deel van de Parijse Big-Mamma group en daardoor immens populair. Hier kan je wel online reserveren en dat is aangeraden. Het was er super gezellig, de pizza is heerlijk en de desserts zijn letterlijk to die for. 
  • Papa Raffaele is nog veel meer hipster en je kan er dan ook niet reserveren. Een kwartier op voorhand aanschuiven is een must. Het is er klein en wat rumoerig, maar de pizza is echt heel goed. Typisch Napolitaans!
  • Geen zin in pizza? We aten ook nog burgers bij Big Fernand. Zeker ok en minder aanschuifgedoe.

oznor

Al bij al vind ik Lille een toffe stad voor een dag of twee even weg te zijn. Als je ook nog interesse hebt om te shoppen kan je er zeker nog een dag bij doen, want het is een echte winkelstad.

Maar tegelijk is het ook ontzettend druk, zijn de mensen niet super vriendelijk en heeft de stad dat typische Franse (niet heel proper, veel bedelaars…). Geef mij dan toch maar Parijs :).

Ben jij al eens in Lille geweest?

Lissabon #5: Belém

Lissabon #5: Belém

Omdat Sevilla zo goed was meegevallen boekten Leen en ik een tweede citytripje naar Zuid-Europa. Zelf was ik nog nooit in Portugal geweest en hoewel ik ondertussen al weet dat ik hou van de mediterraanse sfeer wist dit land met zijn eigen accenten me heel erg te bekoren. We vertrokken midden april. De week na de paasvakantie was het allemaal wat rustiger en goedkoper. Het werden 5 dagen vol hoogtemeters, tuktuks, smalle straatjes, uitzichtpunten waar je tanden van uitvallen én kloosters. Amen.

Na een uitstapje naar de kastelen in Sintra, trokken we op onze vierde dag naar Belém. Misschien wel de bekendste wijk van Lissabon. Deze zeer lange wandeling baseerden we op de reisgids Time To Momo (wandeling 5 om precies te zijn). We namen hiervoor vanaf Cais Do Sodré een bus naar het Palacio Nacional da Ajuda.

thumb_P1110952_1024

Dit grote witte paleis is ooit gebouwd voor de koninklijke familie, maar nooit volledig afgewerkt. Nu was het er een gerij van auto’s aangezien het nog steeds voor staatszaken wordt gebruikt. Er was geen toerist te bekennen, het is namelijk een hele klim vanaf het vlakke Belém en dus buiten de gebaande paden. Het was wel het ideale vertrekpunt voor onze wandeling op deze zeer zonnige dag.

thumb_P1110968_1024

Afdalen deden we via de jardim Botanico de Ajuda. Deze oudste botanische tuin van de stad telt heel wat bijzondere plantensoorten. Een drakenbloedboom bv. Er lopen pauwen in allerlei kleuren rond, er staan serres voor de meer tropische planten en er is grote een fontein. We betaalden twee euro toegang en je krijgt er nog een uitzicht tot aan de Taag bij.

P1030459
Foto @Ditisleen

Zonder twijfel is dit de mooiste tuin van Lissabon die we bezochten. Ver weg van toeristen en dus heel rustig. Aanrader, zeker in de lente- en zomermaanden! Nog verder naar beneden passeerden we de Igreja da Memoria, een super schattig oud kerkje.

thumb_P1110992_1024

Tijd om opnieuw wat schaduw op te zoeken in de volgende botanische tuin: de jardim Botanico Tropical. Zoals de naam al zegt: hier vind je heel wat tropische plantensoorten. Omdat er op dat moment erg hard gewerkt werd in de tuin (die heel groot, maar ook best oud is), moesten we geen toegang betalen.

thumb_P1110995_1024

De hoge palmbomen vallen meteen op. Verder is er een Chinese tuin en kan je helemaal tot aan een soort paleis wandelen. Dit is het ideale plekje om te picknicken, en veel dichter bij het toeristische Belém voor wie even een rustpunt wil. Maar we vonden de andere tuin wel een pak mooier.

De volgende stop zou het klooster worden, maar eerst was het tijd voor lunch. Ons eetadresje in de Momo bestond niet meer dus aten we tapas bij Belém 2 a 8. Het is in de toeristenstraat van de wijk dus het eten was zeker oké, maar niet speciaal.

thumb_P1120014_1024

En dan dessert! Tijd voor de beroemde Pasteis De Belém. Pasteis de nata zijn zoete bladerdeeggebakjes met pudding en kaneel, een echt exportproduct van Portugal. In Belém zouden ze de originele taartjes maken volgens een geheim recept. Dus schoven we samen met de Japanners aan in de rij ;). Verkijk je hier niet op: het gaat allemaal super vlot en efficiënt. Voor we het wisten stonden we buiten met een portie warme pasteis. En uiteraard waren ze lekker.

Tijd voor het mosteiro dos Jeronimos, dé bezienswaardigheid die in elk boekje staat. Dit 16de eeuwse klooster in Portugese Manuelstijl is een rijkelijk versierd architecturaal hoogstandje. De wijk Belém is bekend van de ontdekkingsreizigers die hier vertrokken in de jaren 1500, waaronder Vasco Da Gama. Daardoor zitten er heel wat verwijzingen naar zeevaart in de decoratie van dit klooster.

thumb_P1120016_1024

Het is een hele opgave om binnen te raken. Er staat altijd een lange rij, in de brandende zon en je kan -denk ik- geen tickets op voorhand boeken. Wees daar dus op voorbereid (hoofddeksel en zonnecrème). De prijs p.p. komt op 10 euro. De kerk is gratis te bezoeken en ook de moeite, maar het is toch vooral het klooster waarin de Manuelstijl tot zijn recht komt.

thumb_P1120022_1024

Binnenin is het druk, maar ook echt prachtig. Het is een uniek weelderig gedecoreerd gebouw dat met niets te vergelijken valt. Je kan verschillende kamers bezoeken met elk hun eigen functie. Maar de gangen en het binnenplein betoveren het meest. We maakten heel wat foto’s (tegen de zon in, want die was overal :p).

thumb_P1120048_1024

Het zal je niet verbazen dat dit klooster ondertussen UNESCO werelderfgoed is samen met de torre de Belém wat verderop.

P1030511
Foto @Ditisleen

Het contrast met het sobere klooster in Graça was groot. Ik denk dat ik het klooster in Graça fijner vond om te bezoeken door de rust, maar deze stijl is wel iets dat je nergens anders kan bekijken. Het maakte indruk.

Op naar dat andere bekende bouwwerk in Manuelstijl uit de 16de eeuw, de Torre De Belém. Van torentjes word ik altijd enthousiast! Het is een verdedigingstoren uit de tijd van de ontdekkingsreizigers. Toen stond de toren in het midden van de Taag. Ondertussen lijkt de toren steeds meer op te schuiven richting oever. De kracht van de natuur…

P1030567

Je kan de toren bezoeken, maar deze keer schoven we niet aan samen met de Japanners. Binnen zou er namelijk niet zo veel te zien zijn en is het altijd heel druk. De schoonheid schuilt langs de buitenkant waar de woeste golven tegen de toren opboksen.

Tijd voor een stevig stukje wandelen langs de Taag. We passeerden eerst nog het Padrao dos Descobrimentos, een monument ter ere van de ontdekkingsreizigers. Je kan ook helemaal naar boven, maar dat zei ons weinig.

thumb_P1120115_1024

Langs de rivier is een breed wandelpad. Van ver doemt de Ponte 25 de Abril op. Deze brug is geïnspireerd op de Golden Gate Bridge in San Francisco, hetzelfde Amerikaanse bedrijf was verantwoordelijk voor de bouw. Aan de andere kant van de brug staat dan weer een Christusbeeld à la Rio de Janeiro. De brug is genoemd naar een belangrijke datum in de anjerrevolutie tegen de dictatuur.

thumb_P1120129_1024

Nog fut in de benen en zin in iets totaal anders? Dan kan je nog een heel stuk verder wandelen richting LX Factory. Onder de brug stonden daar wat verlaten fabriekpanden leeg die nu zijn omgedoopt tot hippe eetzaken en winkels. Vooral de boekenwinkel Ler Devagar met boeken tot hoog aan het plafond en de nodige laddertjes, is de moeite om binnen te lopen. Je kan er even uitblazen bij een koffiebar of je verwonderen aan de leuke street art. Zeker de moeite!

thumb_P1120134_1024

Hierna stapten we weer richting Cais do Sodré, waar je de overdekte markthal Time Out kan binnenlopen. We zochten naar een eetplekje in de buurt voor een licht diner en belanden zo bij Café Tati. Een verse dagkaart met producten van de markthal in een huiselijk interieur, meer moet dat soms niet zijn.

Het is een hele wandeling en de zon brandde stevig dus we kropen vroeg onder de wol. Hoewel heel toeristisch vond ik Belém toch de moeite. Zeker als je ook de tuinen meeneemt en wat langs de Taag wandelt.

Ben jij al eens in Belém geweest? 

Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.

Malta #5: Mdina & Rabat

Malta #5: Mdina & Rabat

Eind augustus 2018 trokken het lief en ik voor 7 dagen naar Malta & Gozo. Over onze planning en alle praktische zaken zoals vervoer en verblijf kon je al lezen in deze heuse overzichtspost. Malta bleek veel meer te bieden dan we hadden verwacht en daarom post ik met plezier van elke dag ook een meer gedetailleerd verslag.

Na drie heerlijke dagen op Malta, maakten we ons op voor de laatste dag op dit eiland. Oorspronkelijk zouden we nog een halve dag gaan hiken, maar de vorige dag (met de zonovergoten zware wandeling aan de zuidkust) had er stevig ingehakt. We besloten er dus een volledige dag cultuur van te maken en niet één, maar twee stadjes te bezoeken.

We namen opnieuw de ferry naar Valletta van in The three cities en daar namen we bus 52 (mijn vooruitziende zelf heeft tijdens de vakantie de busnummers opgeschreven blijkbaar :)) die stopt aan Mdina.

thumb_P1130590_1024

Mdina is de voormalige hoofdstad van Malta en tot in de 15de eeuw was het daardoor de belangrijkste middeleeuwse stad van het eiland. Vandaag staat Mdina bekend als ‘de stille stad’, deze zelfstandige gemeente is volledig ommuurd en er zouden amper auto’s rijden. In Mdina werden beelden geschoten voor het eerste seizoen van Game Of Thrones, wat er onder meer voor zorgt dat het een echte toeristische trekpleister is.

Mijn aandacht werd getrokken door de middeleeuwse steegjes. Een stille stad is het wel niet. Ja, het loopt er vol met toeristen en die maken lawaai. Maar daarnaast rijden er ook gewoon auto’s. En je moet echt vaak aan de kant voor die auto’s in de smalle straten. Dus ik zou het niet echt een stille stad noemen…. :).

thumb_P1130597_1024

Naast ronddwalen, kan je ook St. Paul’s cathedral bezoeken. Deze is ouder dan de St. John’s- co-cathedral in Valletta en romaans van bouwstijl, i.p.v. barok. Naast de kerk krijg je eerst toegang tot een religieus museum in een heel mooi gebouw, en de kerk zelf heeft een prachtige beschilderde koepel. Een ticket kostte slechts enkele euro’s. Aanrader!

thumb_P1130609_1024

We slenterden de hele voormiddag rond in de straatjes tot het echt druk werd. Wat later in de namiddag keerden we terug en zo hadden we hele delen van het stadje voor ons alleen.

IMG_4207
Deze Instagramwaardige fotospot bracht al eerder inspiratie voor deze post.

Mdina is zeker niet groot, wij hebben elk straatje een keer of twee gedaan. Er zijn enkele eetplekjes, maar die zijn uiteraard gericht op toeristen. We stopten voor een stuk taart bij het geprezen Fontanella Tea Garden, met een 360 graden zicht over het eiland. Er was een ruime keuze aan taart en die was heerlijk (ik nam uiteraard chocoladetaart, bommetje). De drukte moet je erbij nemen (ik schoof 20 min aan aan het toilet :D).

thumb_P1130644_1024
Het uitzicht was dus wel de moeite 🙂

Mdina is zeker goed voor een halve dag vertier. Ik raad aan om ofwel ’s morgens vroeg te gaan, ofwel wat later in de namiddag vanaf een uur of 3. Dan heb je de steegjes wat meer voor jou alleen.

thumb_P1130605_1024

Tijd voor lunch! We ploften neer bij Ta Doni in het centrum van Rabat. Een kleine, maar super verse kaart en een gezellig terrasje. Rabat is het zusterstadje van Mdina en beschikt over zijn eigen bezienswaardigheden, voornamelijk overblijfselen uit de Romeinse tijd.

Zo kan je een Romeinse villa bezoeken, maar wij kozen voor iets merkwaardiger: een bezoek aan de catacomben. Dit is een kerkhof of hypogeum waarbij de graven ondergronds uit steen werden gebeiteld. Ze werden gebruikt tussen de 3de en 5de eeuw, door de punische volkeren, die volgens de Romeinse traditie buiten de stad begraven moesten worden.

thumb_P1130705_1024

In Rabat kan je verschillende sites met catacomben bezoeken, zoals St. Agatha en St. Pauls. We kozen voor de St. Pauls catacomben aangezien deze de grootste (en ook de bekendste) zijn. Een ticket kost 6 euro en je kan eenvoudig de nummers op de ‘grafzerken’ volgen om af te dalen. Er staat ook steeds een bordje met de periode van de catacomben en het volk dat er begraven lag.

thumb_P1130710_1024

Uiteindelijk lijken de meeste catacomben op elkaar, maar het is wel eens speciaal om dit te bezoeken. Ik vraag me vooral af hoe zwaar het geweest moet zijn om graven te hakken uit steen. Onder een loden zon dan nog.

thumb_P1130679_1024

Na dit macabere bezoek dwaalden we nog wat rond in Rabat. En dit stadje veroverde meteen mijn hart. In tegenstelling tot het Bokrijk-gevoel dat je wat krijgt in Mdina, is dit stadje vol leven. Ook met de nodige mooie steegjes, maar dan met was die te drogen hangt, bloempotjes…

thumb_P1130676_1024

thumb_P1130665_1024
Dit soort zaken moet ik altijd op foto kunnen vastleggen 🙂 lijkt wel een ‘Belgische oplossing’.

thumb_P1130668_1024

Helemaal mijn ding dus. Zoals gezegd doken we nog even Mdina weer binnen, waar het rustiger was, voor we de bus terug naar Valletta namen. Dit was echt één van mijn favoriete dagen van de vakantie. Gewoon lekker rondstruinen en wat dingen bezoeken. Deze twee stadjes zijn dus niet over te slaan bij een bezoek aan Malta.

Waar heb jij al eens mooie middeleeuwse steegjes gespot?

Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.

Malta #4: op zoek naar ridders in The Three Cities

Malta #4: op zoek naar ridders in The Three Cities

Eind augustus 2018 trokken het lief en ik voor 7 dagen naar Malta & Gozo. Over onze planning en alle praktische zaken zoals vervoer en verblijf kon je al lezen in deze heuse overzichtspost. Malta bleek veel meer te bieden dan we hadden verwacht en daarom post ik met plezier van elke dag ook een meer gedetailleerd verslag.

Deze post sluit naadloos aan op de vorige. Na een heuse wandeling met de nodige uitdagingen van de Dingli Cliffs naar de Blue Grotto verkenden we dezelfde dag nog de befaamde Three Cities.

thumb_P1130519_1024

The Three Cities? Dat zijn Vittoriosa (ook wel Birgu genaamd), Senglea en Cospicua. Deze drie ministeden vind je aan de overkant van Valetta en tonen nog het oude middeleeuwse eilandleven.

thumb_P1130516_1024

Wij sliepen in Birgu, de oudste van de drie, en wandelden voornamelijk daarin rond. Het is makkelijk verdwalen in de kleine oude steegjes. Weinig toeristen maken de oversteek, maar ik vond dit veel mooier dan Valletta. Het is er rustig en nog heel bewoond. In tegenstelling tot Valletta dat soms wat op Bokrijk leek.

thumb_P1130538_1024

The Three Cities werden gesticht door de ridderorde van St. John en dateren uit de 16de en 17de eeuw. Het is hier dat het beleg van Malta in 1565 plaatsvond (Christendom tegen de moren), Valletta werd pas gesticht na dat beleg. The Three Cities beschikken daardoor over de nodige verdedigingsmuren en forten. En ze hebben elk een eigen schattig haventje.

thumb_P1130543_1024

In Birgu aten we ook een aantal keer geweldig, het lekkerste van de hele Maltatrip. Het loont dus echt wel om de ferry te nemen vanuit Valletta.

  • Osteria V.E.: een heerlijk Italiaans geïnspireerd familierestaurant met een klein terras in een leuk steegje.
  • Del Borgo: een wijnbar en restaurant in de kelder. Dit was met voorsprong het beste eten op Malta. Ik at er een geweldig lokaal vleesgerecht (Bragioli), zware aanrader!

Malta staat bekend voor zijn religieuze feesten en zeker in The Three Cities worden deze uitgebreid gevierd. Daar maakten we de eerste dag al kennis mee. De steegjes werden versierd met middeleeuwse doeken en er was een optocht met een beeld van Maria:

IMG_20180826_200707

The Three Cities zijn een prachtig stukje authentiek Malta. Bij meer tijd zou ik hier nog verder ronddwalen en ook de andere twee stadjes aandoen. Zeker de moeite om minstens een half dagje te spenderen (en lekker te gaan eten) als je in Valletta bent.

Waar heb jij het echte lokale leven geproefd op vakantie?

Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.

Glasgow #3: het westen

Glasgow #3: het westen

Glasgow is de tweede grootste stad van Schotland, maar het verbleekt in de reisboekjes vaak naast het veel populairdere Edinburgh. Toch heeft Glasgow ook zeker wat te bieden voor een weekendje weg. De voormalige moordhoofdstad van Europa kende een echte opwaardering en staat garant voor indrukwekkende kunstgalerijen, veel shopplezier, mooie groene parken én prachtige street art.

Het lief liep eind april 2018 een ultra trial in the Highlands en Glasgow was daardoor de perfecte uitvalsbasis voor de voorbereiding en vooral het uitrusten achteraf. De uitgelezen kans om deze stad te ontdekken. Zeker onder een prachtig lentezonnetje!

Eerder kon je mijn tips vinden voor het centrum en het oosten. Vandaag trekken we naar misschien wel het bekendste deel van de stad: het westen!

Kelvingrove Park & Art Gallery

We ontbeten bij de koffiebar Tinderbox, die je her en der in Glasgow vindt, wij kozen deze aan het Charing Cross kruispunt. Dit was vroeger de arme arbeiderswijk en er staan enkele van de oudste huizen van Glasgow, maar vandaag is het vooral een enorm druk en chaotisch kruispunt.

thumb_P1120591_1024.jpg

Ons doel vandaag was de Kelvingrove Art Gallery. Eerst passeerden we door het Kelvingrove Park. Het was een heerlijke lentedag dus overal zagen we bloesems, mensen die hun hond uitlieten en ook aan de rivier, die -je raadt het nooit- Kelvin heet, was het heerlijk vertoeven.

thumb_P1120594_1024.jpg

In Glasgow verwacht je niet meteen zonnig weer. Misschien net daarom dat ik het echt een prachtig park vond en dat we er wel wat langer bleven rondlopen. In het park heb je ook al een zicht op het museum en de universiteit verderop naar boven.

thumb_P1120603_1024.jpg

Op naar de Kelvingrove Art Gallery dan! Op de populaire musea in Londen na is dit het drukstbezochte museum van het Verenigd Koninkrijk. En het is een staatsmuseum, volledig gratis te bezoeken dus. Hoera! Het is een mix tussen een kunstmuseum en natural history met skeletten en andere opgezette dieren. Dat maakt het een beetje vreemd, maar tegelijk ook interessant voor iedereen en alle leeftijden natuurlijk.

thumb_P1120610_1024.jpg

Wij bekeken vooral de kunstverdieping, jammer genoeg was het topstuk van Salvador Dali net uitgeleend aan een ander museum. Er hing wat impressionisme en we genoten van de schoonheid van het gebouw.

thumb_P1120622_1024.jpg

We bleven er uiteindelijk niet heel lang. Het was zo’n mooi weer buiten. Al snel trokken we nog hoger richting universiteit.

Glasgow university

thumb_P1120644_1024.jpg

De universiteit van Glasgow wordt heel vaak gebruikt in films en series. Heel veel mensen vinden dit enorm lijken op Hogwarts uit Harry Potter, al is er nooit gefilmd. In het derde seizoen van Outlander kan je onderstaande foto, de ondergrondse gewelven van de universiteit, wel herkennen. (Wanneer Claire en Brianna er wandelen na een herdenking voor Frank).

thumb_P1120664_1024.jpg

Je kan de universiteit vrij binnen en buiten lopen en elk hoekje exploreren. Het is echt een prachtig gebouw en het moet er zalig zijn om te studeren. Je vindt nog de oorspronkelijke deurtjes terug met erboven de benaming van een ‘oude’ studierichting zoals rechten of geneeskunde.

thumb_P1120655_1024.jpg

Het zou nog de moeite zijn om vanuit Kelvingrove Park de rivier Kelvin te volgen waar die samenkomt met de Clyde. Maar het lief moest nog wat uitrusten van zijn trial dus trokken we naar de koffiebar Artisan Road achter de universiteit waarna we weer richting het centrum wandelden.

Herken jij de universiteit van uit een of andere film?

Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.

Lissabon #4: daguitstap naar Sintra
dav

Lissabon #4: daguitstap naar Sintra

Omdat Sevilla zo goed was meegevallen boekten Leen en ik een tweede citytripje naar Zuid-Europa. Zelf was ik nog nooit in Portugal geweest en hoewel ik ondertussen al weet dat ik hou van de mediterraanse sfeer wist dit land met zijn eigen accenten me heel erg te bekoren. We vertrokken midden april. De week na de paasvakantie was het allemaal wat rustiger en goedkoper. Het werden 5 dagen vol hoogtemeters, tuktuks, smalle straatjes, uitzichtpunten waar je tanden van uitvallen én kloosters. Amen.

Op onze derde dag besloten we het zonnige Lissabon te verlaten voor een van de bekendere daguitstappen: het stadje Sintra. Sintra kan je zien als het tweede verblijf van heel wat rijke en koninklijke mensen en het staat vol met originele en kleurrijke kastelen en paleizen, eentje dateert zelfs uit de 10de eeuw. Heel wat stukken van Sintra zijn Unesco werelderfgoed trouwens. Als royals-nerd moest ik er dus heen.

Even praktisch

Vanuit Rossio (het mooie station ligt in de wijk Baixa) neem je een rechtstreekse trein naar Sintra. Een kaartje heen en terug kost ongeveer 5 euro. Probeer zo vroeg mogelijk te treinen, er is veel te zien én het is een drukke trekpleister dus veel volk. Ook aan de kassa’s voor een treinticket.

Wij hadden echter een openbaar vervoerskaartje aangekocht op de eerste dag voor de metro dat we telkens opnieuw konden opladen en dat kaartje werkt ook voor de trein. Dus wij hebben in onze metrohalte opgeladen en moesten daardoor niet aanschuiven. De trein naar Sintra is zowat de enige drukke trein uit Lissabon dus je kan niet missen. Het is een slechts een half uurtje reizen.

Eens je bent aangekomen volg je gewoon de meute, het is een tiental minuutjes wandelen tot aan het centrum van het stadje en het palacio nacional de Sintra, daar stond al een lange rij toeristen aan te schuiven dus wij besloten niet met dat paleis te beginnen. Omdat we nog niet echt een plan hadden trokken we naar het toerismekantoor, daar was geen volk en kochten we meteen een ticket voor drie van de paleizen (Pena, Castle of the Moors & Palacio Nacional). Dat is dus ook echt een goede tip want soms (zeker in het hoogseizoen) kunnen de wachtrijen aan de paleizen zelf wel oplopen. De prijs was bijna 40 euro voor de drie paleizen (exclusief paleis 4, de bus en de trein) dus het is geen goedkope uitstap, maar als je dan op vakantie bent hé.

Er zijn twee buslijnen naar de paleizen: een groene en een blauwe. Het was allemaal wat verwarrend en aan de dure kant. Voor Quinta Da Regeleira namen we (gelukkig) geen bus, dat paleis bleek te liggen op 5 minuten van het toerismekantoor (wel even klimmen). Voor Pena en Castle Of the moors kozen wel voor de bus en dat was soms een getrek en geduw om erop te raken. Jep, zelfs al in april.

We kochten in een lokale bakkerij ook een lunch, want restaurants daar moet je in Sintra niet echt op rekenen, heel toeristisch en we wilden zoveel mogelijk tijd kunnen spenderen met de bezoekjes zelf. Maar dus op naar het eerste paleis.

Quinta Da Regaleira

thumb_P1110780_1024.jpg

Eentje die ik graag wou doen, want een gothisch paleis met een ietwat vreemde tuin, dat beloofde wel wat. Dit paleis is nog steeds een beetje privédomein en dus kan je enkel tickets kopen aan de kassa, 8 euro p.p. als ik het me goed herinner en heel goedkoop in vergelijking met de rest.

De binnen was niet volledig open, de verdiepingen werden gerestaureerd. Het is op zijn zachtst gezegd een vreemd gebouw met veel details.

thumb_P1110807_1024.jpg

Maar het leuke begint in de tuin. Verborgen gangen, fonteinen, grotten, torens, een kapel. Het is een ware ontdekkingstocht. Er zijn veel Romeinse en renaissance-elementen terug te vinden.

thumb_P1110798_1024
Foto @leenvdb

De tuin is best groot en er valt veel te ontdekken, het was er ook wel druk, ondanks de vroegte, en het is natuurlijk een succes bij kinderen om alle geheime plekken te ontdekken.

thumb_P1110765_1024.jpg
The Initiation well

P1030300.jpg
Als ik maar kan poseren bij torentjes. Foto @leenvdb

Van alle paleizen is het dit het minst een paleis, maar eerder een ludieke speelplaats van iemand die te veel tijd en geld had om dit allemaal te bedenken en neer te planten. Het zou trouwens ook allemaal ironisch bedoeld zijn als een soort garden of pleasure.

thumb_P1110772_1024
Fountain of abundance

Van Quinta wandelden we weer omlaag naar het centrum waar we de bus namen richting Castle of the Moors & Pena Palace. Eerste stop: Castle of the Moors.

Castle of the Moors

Het Castle Of The Moors is een oud verdedigingskasteel op een van de heuvels van Sintra dat je beneden al van ver kan spotten. Het is gesticht ergens in de 8ste eeuw door de Moslims, maar het werd Christelijk na de verovering van Lissabon in 1147. De oudste overblijfselen die je nog kan bewonderen zijn van de 10de eeuw.

thumb_P1110826_1024

Van het kasteel zelf is niet veel meer te bezichtigen, maar de meterslange verdedigingsmuren staan nog steeds (zij het met een vleugje reconstructie) en je hebt er een panoramisch uitzicht over Sintra en op het nabijgelegen Pena Palace.

thumb_P1110817_1024.jpg

Kortom je loopt er tussen de kanteeltjes en de torentjes en dat maakt het tot mijn favoriet van de dag. Want je proeft de geschiedenis letterlijk door er rond te lopen. Het is duidelijk een strategisch gekozen plek voor een fort.

P1030326
Foto @leenvdb

Het is een best een lange smalle weg omhoog langs de kantelen met bovenaan een prachtig zicht op Pena Palace, de volgende stop.

thumb_P1110830_1024.jpg

Castle Of The Moors is zo eentje waar ik onmiddellijk terug naartoe wil. En die echt wel op mijn lijstje staat van favoriete kastelen en paleizen (en dat wil al wat zeggen in mijn geval). Ook zeer toegankelijk voor de niet geschiedenisnerd, want eigenlijk leer je ter plaatse weinig (er staan enkele bordjes en heel wat zaken moeten we gissen want we weten niet exact wat hier allemaal gebeurd is vroeger). Voor het uitzicht alleen al is dit de moeite waard. Je bent er wel niet de enige toerist en moet soms even wachten voor een foto (het is er nu eenmaal smal). Mij stoorde dat niet echt.

thumb_P1110832_1024.jpg
Dat uitzicht <3

Pena Palace

Het meest bekende paleis uit Sintra is ongetwijfeld Pena Palace. Het lijkt zo uit een Disneyfilm weggelopen. Wij kochten enkel kaartjes voor het park en het paleis langs buiten en daar ben je zeker zoet mee want er valt veel te ontdekken.

IMG_20180416_154633.jpg

Pena Palace staat op de top van één van de hoogste heuvels van Sintra. Het is gebouwd in de 19de eeuw tijdens de romantiek, maar het gebouw zelf bundelt een hoeveelheid aan stijlen (neorenaissance, manuel, neogotiek…). Het paleis is tot aan WOI (vlak daarvoor werd Portugal een republiek) bewoond geweest door de koninklijke familie.

thumb_P1110851_1024.jpg

Het is heel kleurrijk en met veel details. De foto-opportuniteiten liggen voor het oprapen, al moet je het volk er wel bijnemen. Wij gingen tegen de latere namiddag waardoor de grootste stroom bezoekers al andere oorden had opgezocht, want velen komen voornamelijk voor Pena naar Sintra.

thumb_P1110883_1024

Je kan rond het rode gebouw lopen en dan heb je een formidabel zicht op Castle Of The Moors. Op goede dagen zou je in de verte zelfs Lissabon moeten kunnen zien.

P1030375.jpg
Hartje voor het uitzicht en Castle Of The Moors. Foto @leenvdb

thumb_P1110864_1024.jpg

Pena Palace maakte mijn verwachtingen helemaal waar. Kleurrijk, romantisch en veel stijlen door elkaar. Misschien wil ik er een volgende keer wel binnen.

thumb_P1110848_1024.jpg

We namen de bus weer helemaal naar beneden tot vlak voor het Palacio Nacional. De rij toeristen was daar ondertussen verdwenen waardoor we snel binnen waren.

Palacio Nacional De Sintra

thumb_P1110889_1024.jpg

Langs buiten is dit best een sober wit gebouw, waarbij de twee schoorstenen meteen opvallen. Het stamt nochtans uit de Middeleeuwen en werd bewoond door de koninklijke familie tussen de 15de en de 19de eeuw. Je merkt binnen dat het gebouw hier en daar aan renovatie toe is (ze zijn op bepaalde plekken ook aan het restaureren).

thumb_P1110894_1024.jpg

Binnen ontdek je opnieuw een hoeveelheid aan stijlen en voornamelijk prachtige plafonds. De vermenging van het Christelijke met het Arabische is nooit veraf.

thumb_P1110898_1024.jpg

thumb_P1110908_1024.jpg

Het is de Coat Of Arms room in manuelstijl die met alle aandacht gaat lopen. De typisch blauw-witte tegels die overgaan in overdadig bladgoud. Heel moeilijk om scherp op foto te krijgen.

thumb_P1110926_1024.jpg

Het is een groot contrast met de sobere witte keukens waarin je zeker naar boven moet turen om de schoorsteengaten te spotten.

thumb_P1110935_1024.jpg

thumb_P1110941_1024.jpg

Zoals je ziet kan het allemaal een opsmukje gebruiken. Palacio Nacional was onze laatste stop en heeft met voorsprong de mooiste binnen. Bij ons was het super rustig op het einde van de dag (op een klas luidruchtige middelbaren na). En daarom vond ik het wel de moeite. Maar ik zou dus vermijden om er ’s morgens naartoe te trekken want dan is het volgens mij echt aanschuiven in de niet altijd even grote ruimtes.

Hierna was het echt wel tijd om terug af te zakken richting Lissabon. Na een kort treinritje ploften we welverdiend neer op het gezellig terras van O’Corvo voor een tapasdiner. Het was een lange dag met veel stappen en indrukken en dus kropen we vroeg onder de wol.

Ben jij al eens in Sintra geweest? Lijkt het jou iets?

Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.

Mijn 5 reisfavorieten van 2019

Mijn 5 reisfavorieten van 2019

In 2018 ging ik zo vaak op vakantie dat ik een lijstje van 15 reisfavorieten kon maken. Voornamelijk door #projecthuis ben ik in 2019 niet zo vaak op vakantie geweest. Ik trok wel 5 dagen naar Parijs, een week naar Roemenië & twee dagen naar Lille. Dus dit jaar een veel korter lijstje met reisfavorieten. Maar daarom niet minder de moeite waard!

  1. Brasov, Transsylvanië, Roemenië

UNADJUSTEDNONRAW_thumb_1ab8.jpg

Met voorsprong op één, de gezellige stad Brasov, vlak naast de Karpaten in Roemenië. Het is een oude Saksische stad met een cozy middeleeuws centrum en tegelijk hangt er een typische Roemeense sfeer. In tegenstelling tot bv. Sighisoara of Sibiu is het stadscentrum, hoewel toeristisch, ook nog best levendig en vol local life. Het was ook een stad waar we beiden niets van hadden verwacht en dan gebeurt het al eens dat het zeer positief uitvalt.

UNADJUSTEDNONRAW_thumb_1ab1

2. Versailles, Parijs, Frankrijk

p1010838

Versailles, dat is bucketlist materiaal. Ik keek hier zo naar uit en het stelde niet teleur. Wij gingen gelukkig buiten het seizoen waardoor het niet te druk was en hadden nog best mooi weer om alles te ontdekken. Ik had net de serie Versailles uitgekeken en herkende dus veel, het leek allemaal zo vertrouwd.

De spiegelzaal en le petit trianon van Marie Antoinette werden op slag favoriet. In de tuinen hebben we ook lang rondgewandeld. Echt, ik kan hier dagen rondlopen als het moet!

IMG_20190329_102610

3. Belville, Parijs

UNADJUSTEDNONRAW_thumb_19a6

Hoewel Parijs echt in zijn geheel veel meer mijn ding bleek dan verwacht, voelde ik het echte Parijse leven het meest in de wijken Montmartre en Belville. Beide wijken staan boordevol street art en je vindt er hippe eetplekjes. De wijdse parken in Belville, het canal Saint-Martin en de rauwe street art blijven me zeker nog een hele tijd bij.

UNADJUSTEDNONRAW_thumb_199e

4. Pelès Castle, Sinaia, Roemenië

Annelies.jpeg

Aan paleizen dit jaar geen gebrek. Pelès Castle is niet alleen langs buiten een sprookje, maar ook binnenin vind je een smaakvol en royaal interieur. Ik heb erg genoten van de rondleiding en het ontdekken van de verschillende kamers. Sowieso eentje voor in de top 5 van mooiste paleizen die ik al bezocht heb, want het is wel eerder een paleis dan een kasteel.

IMG_20190718_141044

5. Palais des Beaux-arts, Lille

IMG_20191230_150046.jpg

Ik wou heel graag toch iets meenemen in deze top 5 van het laatste tripje in december. Nee, Lille is geen fantastisch overweldigende stad. Het is qua uitzicht Vlaams, maar in cultuur wel heel Frans vind ik. Maar we waren naar Lille getrokken om het Tweede grootste (algemene) museum van Frankrijk te bezoeken. Het Palais des Beaux-Arts zit in een prachtig gebouw en is mooi ingedeeld. De maquettes van Vauban deden ons versteld staan en er hangt heel wat indrukwekkende kunst (Brueghel, Monet, Goya, Delacroix…).

Zo dit was mijn top 5 uit 2019! In 2020 staat er alvast een tripje naar Valencia op de planning en trek ik naar Brighton & Londen. De zomervakantie staat nog helemaal niet vast dus wie weet waar die mij brengt.

Wat was jouw reisfavoriet uit 2019?

Keulen #1:Altstadt, Rheinauhafen & Sudstadt

Keulen #1:Altstadt, Rheinauhafen & Sudstadt

In de kerstvakantie trekken het lief en ik er al eens graag tussenuit. Op kantoor is dat de enige week van het jaar dat we aan collectief verlof doen en ik heb het op zijn zachtst gezegd niet zo voor die ‘kerstgezelligheid’. Ontsnappen aan de drukte deden we in 2018 twee dagen in het Duitse Keulen. Een gevarieerde stad.

Met de ICE trein sta je ook in anderhalf uur vanaf Luik in het centrum van Keulen, ideaal! Gewapend met sjaal, muts en handschoenen kozen we de eerste dag voor een wandeling door de belangrijkste wijken van de stad, geïnspireerd door Time To Momo.

Altstadt

We startten deze wandeling in het oude stadscentrum en meer bepaald aan de iconische Dom, die we een dag later zouden bezoeken.

P1150624.jpg

Restanten van de kerstmarkten waren her en der nog te vinden waardoor niet elk plein zijn echte charme prijsgaf. Maar het pleintje voor de St-Martinskerk is met voorsprong het meest fotogenieke Instagramplaatje van de hele stad. Met kleine oude gekleurde huisjes.

P1150633.jpg

Ik zeg hier nu wel oud. En ja, het hele centrum heeft een middeleeuwse vibe (en ruikt naar bier, ook dat is Duitsland). Maar eigenlijk staan er in Keulen nog maar weinig echt oude gebouwen. Het hele centrum is namelijk platgebombardeerd tijdens WOII.

Nog wel ongeveer in tact is het Rathaus, wat een beetje doet denken aan het Stadhuis van Leuven. Er zijn namelijk ook heel wat stenen beelden van bekende mensen op de gevels te vinden. Zo spotte ik Agrippa & Augustus. Je bent een Latinist of je bent het niet hé.

P1150642

Ook de Alt St. Albankerk werd vernield en je kan nog altijd een kijkje nemen in de ruïne. Het is een serene stille plek midden in de stad met een reconstructie van het Treurend ouderpaar van Kathe Kollwitz. In Keulen vind je trouwens ook het Kollwitzmuseum.

P1150645.jpg

Rheinauhafen

P1150685

Hierna lieten we de oude stad achter ons en wandelden we langs de Rijn waar je meer moderne toetsen vindt. De drie Kranhauser zijn echte blikvangers. Ik zou er wel absoluut niet willen wonen/werken, want alles is in glas en hoog. Eikes.

P1150689

Aan de Rijn vind je ook het immens populaire chocolademuseum. Wie mij kent weet dat ik chocoladeverslaafd ben en dus wat dit zeker een stop waard. Je leert er veel over cacao en de verwerking van deze bonen tot hemelse chocola. Je mag ook proeven natuurlijk! Het is een klein museum en echt ontzettend druk. Ik vond het best leuk, maar we zijn maar een klein uurtje binnen geweest en dan is 12,50 euro inkom per persoon prijzig. Ik zou dit museum niet meteen opnieuw doen.

Het museum bevindt zich trouwens op het Zollhafen-eiland waar je voornamelijk kantoorgebouwen vindt. Maar het is er leuk om te wandelen en er kwam zelfs een zonnetje tevoorschijn.

P1150655.jpg

Hierna was het tijd om op te warmen. Tijdens winterse tripjes is een extra warme lunch altijd meegenomen. Toscanini bleek een lekkere Italiaan en toen we de grote houtoven zagen wilden we allebei heel graag pizza. Het heeft enorm gesmaakt. Eentje om naar terug te gaan.

Hierna wandelden we verder langs deze winkelboulevard en kwamen we uit bij de Severinstorburg. Doorheen heel de stad zijn nog overblijfselen van de oude stadsomwalling te vinden en deze is best impressionant.

P1150697.jpg

Sudstadt

P1150700.jpg

Ondertussen waren we al in Sudstadt, een meer levendige buurt met eetadresjes. We stopten bij een aantal speciale art nouveau huizen en wanneer de zon bijna onder was wandelen we door de Volksgarten, een mooi park waar het in de zomer ongetwijfeld heerlijk vertoeven is.

P1150708

We dronken koffie in een hipsterbuurt bij Ernst. Omdat het nog te vroeg was om te eten, stapten we nog naar het centrum en aten iets bij The Beef Brothers. Deze wandeling was goed voor een dikke 30.000 stappen en ik was ontzettend uitgeteld. In de winter recupereer ik altijd een beetje minder dan in de zomer, dus ik heb het nog een aantal dagen gevoeld.

De volgende keer vertel ik jullie over ons prachtige hotel, een kunstzinnig museum én een andere wandeling langs de Rijn.

Ben jij al eens in Keulen geweest?

Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.

Londen #10: the national portrait gallery & een regenachtige Sky Garden

Londen #10: the national portrait gallery & een regenachtige Sky Garden

Over een stad als Londen raak ik nooit uitgepraat. In november 2018 trokken het lief en ik 4 dagen naar de Britse hoofdstad, voor mij het tweede bezoek aan Londen. Op onze eerste dag maakten we een uitgebreide herfstwandeling langs The Thames. De tweede dag was heel regenachtig, dus gingen we op zoek naar een leuk museum.

Maar eerst tijd voor een lekker ontbijtje in het fietscafé Look Mum No Hands. Je vindt het vlak bij The Barbican (dit is ook de metrohalte waar je best afstapt) en volgens het lief hebben ze er heel goede koffie (en die kent er wat van). Ik vind het een super gezellige & originele koffiebar in elk geval.

UNADJUSTEDNONRAW_thumb_1174

Van hieruit wandelden we naar Trafalgar Square. Tijdens mijn vorige tripje in Londen bezocht ik al eens The National Gallery en bekeek toen misschien maar 1/3de van de volledige kunstcollectie (ik ben hier indertijd ook over vergeten bloggen, oeps!). Deze keer kozen we voor de kleinere versie: The National Portrait Gallery. De ingang vind je om de hoek van het plein en de toegang is gratis.

UNADJUSTEDNONRAW_thumb_118a.jpg

UNADJUSTEDNONRAW_thumb_1194

De National Portrait Gallery vertelt het verhaal van het portret door de eeuwen heen. Als je chronologisch wil volgen begin je best bovenaan in The Tudor Gallery. Het hoeft jullie niet te verbazen dat dit mijn favoriete stuk was. Ik kende veel van de portretten al en het was leuk om deze eens in het echt (of in reproductie) te zien. Ik somde zonder moeite de uitleg van de bordjes op voor het lief zonder ze te lezen. Je kan me gerust boeken voor een privérondleiding ;).

IMG_20181110_114356.jpg

Verder naar beneden vind je portretten van de Stuarts, uit Victoriaans en Edwardiaans Engeland, helemaal tot aan het huidige koningshuis. Er hangen ook enkele moderne portretten van bv. popsterren die regelmatig worden gewisseld. Ik had dat gedeelte van de tentoonstelling groter verwacht eigenlijk.

Het was heel rustig binnen en net als in The National Gallery zijn de ruimtes mooi ingedeeld. Het is geen groot museum, maar we waren wel even zoet.

UNADJUSTEDNONRAW_thumb_119f

Dit is by far mijn favoriete museum dat ik al eens bezocht heb in Londen. Ik vind het echt een aanrader. Het is helemaal geen zwaar museum en niet te groot zodat het aanbod overweldigend wordt (heb ik bij zijn grotere broertje wel). Je kan er zo lang rondlopen als je wil en de bordjes lezen, of gewoon naar de portretten van al die mensen uit een vorige eeuw kijken en de sfeer meepikken.

Ondertussen raakte bekend dat The National Portrait Gallery vanaf juni 2020 voor drie jaar de deuren zal sluiten wegens renovatie. Wil je het museum in zijn huidige vorm nog gaan bewonderen, zal je dus snel moeten zijn. Ik ben ook nog van plan om er zelf eens te passeren!

Na dit bezoek lunchten we in Soho, bij Honest Burgers. Een Britse keten die je op veel plekken in Londen vindt, maar op elke plek heeft ie een eigen suggestieburger (en die van onze locatie was hemels, na even zoeken blijkt dat wij in Holborn beland waren). Het ketengevoel had ik in ieder geval helemaal niet en het was enorm lekker.

Van hieruit was het plan om naar Covent Garden en omgeving te gaan. Maar dit viel letterlijk in het water. Het was nog even droog toen we aankwamen bij het kleurrijke Neal’s Yard:

UNADJUSTEDNONRAW_thumb_11ad.jpg

Daarna kwam de regen er helemaal door. We schuilden in een kerk en namen de metro richting Sky Garden (meer over wat het is en hoe je tickets boekt hier), omdat we tickets hadden geboekt rond zonsondergang. Blijkt dat The Sky Garden ’s avonds nogal felroze is… 😀

IMG_20181110_170457.jpg

Het terras was jammer genoeg gesloten door het weer en de regen zorgde ook voor een minder formidabel uitzicht, ook al was de stad verlicht. Jammer voor het lief want het was zijn eerste keer Sky Garden. We zullen terug moeten. Dit blijft een van mijn favoriete gratis activiteiten van Londen.

Hierna wandelden we in de regen de Millennium Bridge over richting Tate Modern. We pikten een verdieping moderne kunst mee en namen een kijkje op het balkon (vergeet zeker nooit naar helemaal boven te gaan in Tate!).

IMG_20181110_181931.jpg

Hierna aten we uitgebreid bij Bill’s in Southwark. Het eten was zeker oké en het was er gezellig binnen, maar ook wel druk. Omdat het nog steeds regende zijn we maar naar het hotel gegaan om nog wat te lezen met uitzicht op The Tower Of Londen. Citizen M heeft namelijk een hele fijne bar boven met een terras (maar door de regen -again- gesloten).

Ter herdenking van het 100-jarige einde van WOI waren er duizenden lichtjes aangestoken rond The Tower. Het was een ware volkstoeloop gedurende het hele weekend, maar we wilden het toch ook wel even gezien hebben. Ik heb geprobeerd om foto’s te nemen, maar met de regen, de drukte en de lichtjes was het onmogelijk. Het zag er zo uit. En het was een unieke ervaring dat we voor Remembrance Day in een land waren waar de Eerste Wereldoorlog zoveel slachtoffers maakte in de Vlaamse loopgraven. Ik had het gevoel dat de oorlog veel feller herdacht wordt in Londen dan in ons eigen belgenlandje.

Wat is jouw favoriete museum in Londen?

Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.

 

Malta #3: van de Dingli Cliffs naar de Blue Grotto

Malta #3: van de Dingli Cliffs naar de Blue Grotto

Eind augustus 2018 trokken het lief en ik voor 7 dagen naar Malta & Gozo. Over onze planning en alle praktische zaken zoals vervoer en verblijf kon je al lezen in deze heuse overzichtspost. Malta bleek veel meer te bieden dan we hadden verwacht en daarom post ik met plezier van elke dag ook een meer gedetailleerd verslag.

Na een dag in de hoofdstad besloten we om te gaan hiken langs de zuidkust. Op Visit Malta hadden we een wandeling gevonden die ons zou leiden langs de Dingli Cliffs, de tempels van Hagar Qim & Mnandra en The Blue Grotto (de rode wandeling). Zo zouden we meteen heel wat dingen combineren. Zonder op de zaken vooruit te lopen: deze drie bezienswaardigheden bleken de moeite, de wandeling zelf niet echt.

We namen de ferry naar Valletta en vandaar bus 52 naar Dingli, we stapten dan ook uit bij de eindhalte. Opgelet, deze bus stopt niet vlak aan de kliffen (daarvoor moet je een andere nummer nemen, ik denk 51), dus het was even stappen naar het uitzichtpunt. En onderweg doen ze er alles aan om je in de war te brengen :D.

_VDW2123.jpg

Eens aangekomen op het uitzichtpunt zagen we de eerste Japanners van een bus stappen en wat groepen op segways. Het uitzichtpunt zelf ligt naast een wat rare constructie met gevaarsborden. Het lijkt wel iets kernenergie-achtig. Daarnaast sta je op de hoogste kliffen (en het hoogste punt van het hele eiland), wat ervoor zorgt dat je die kliffen eigenlijk helemaal niet ziet. Het viel dus wel heel erg tegen en de Japanners die meteen hierna weer de bus opstapten zullen zich niet veel van deze stop herinneren achteraf.

_VDW2125.jpg

Maar dankzij de wandeling zouden we nog wel een mooi zicht krijgen op de kliffen. Verder wandelend langs de grote weg stonden twee kleine kerkjes. Hier zagen we ook de laatste toeristen voor een hele tijd.

thumb_P1130329_1024.jpg

_VDW2127

Na even stappen gingen we van de grote weg af. Wandelschoenen zijn ten zeerste aangeraden want de ondergrond is allesbehalve stabiel. En toen zagen we ze echt. De kliffen! Helemaal in de verte spot je nog het bolletje van het zogezegde echte uitzichtpunt. Zoals je ziet is het pas een heel stuk verder dat je de kliffen echt te zien krijgt.

thumb_P1130371_1024

_VDW2152.jpg

Op dit onverharde stuk zijn overblijfselen van 3000 v.C. terug gevonden. Gaten in de grond uit het Bronzen Tijdperk bv. Ik had er nog nooit bij stil gestaan dat Malta één van de plekken is waar echt heel oude archeologische vondsten zijn gedaan.

thumb_P1130366_1024.jpg

Het mooiste stuk van de wandeling komt hierna, wanneer we door een soort van rotskloof wandelden en zeker een uur lang geen levende ziel tegenkwamen.

thumb_P1130368_1024.jpg

Het is ondertussen wel heel warm en het gaat af en toe steil naar omhoog.

thumb_P1130373_1024.jpg

Na een dikke 5km wandelen komen we weer op de grote weg en daar begint de helse tocht richting de tempels. Zeker anderhalf uur lang wandelen we door niemandsland, op een asfaltweg waaruit de hitte opstijgt. De tempels en de zee zijn te zien in de verte en lijken dichtbij. Maar dat zijn ze niet. Ik moet ondertussen naar het toilet en heb honger. Ik geef het toe, ik werd er zelfs ambetant van.

Uiteindelijk belanden we uitgeput in het tempelrestaurant van Hagar Qim en Mnandra. Het eten was niet lekker, maar zitten en iets drinken was even het meest zalige gevoel ooit. Als je deze wandeling wil doen, is het misschien toen een idee van een auto te huren, of een stuk met de bus te doen.

Uiteindelijk waren we voldoende opgeladen voor een bezoek aan de tempels. Ik wist niet wat te verwachten, want ik had nog nooit zoiets bezocht. We werden eerst binnengelaten in een soort containermuseum met opgravingen en meer uitleg over de tempels en vooral een heel interessant reconstructiefilmpje in 3D.

Hagar Qim en Mnandra zijn eigenlijk twee verschillende tempels op een steenworp van elkaar. Vermoedelijk zijn ze beiden ergens gebouwd rond 3000 V.Chr. Waarom en door welk volk is nog steeds onbekend. De tempelcultuur kende zijn hoogdagen in een ver verleden, maar is heel snel ook weer van de radar verdwenen. Het is gissen waarom. Welke Goden aanbeden deze mensen? Aargh… zoveel vragen en wellicht nooit een antwoord.

thumb_P1130387_1024

Wat we wel weten is dat er een raam in de tempel van Hagar Qim zat waar enkel op de eerste dag van zomer helder licht doorschijnt en een soort stenen altaar daardoor verlicht werd in de verder donkere tempel. Duidelijk een soort ritueel en super vreemd dat ze 3.000 jaar v.C. al zoveel over de stand van de zon wisten.

De tempels zijn goed bewaard gebleven omdat ze door de tijd heen bedolven waren en in de 18de eeuw zijn ze pas ontdekt. Ondertussen worden ze met veel aandacht bewaard voor toekomstige generaties, vandaar het zonnescherm boven de tempels.

Hagar Qim ligt dicht bij de ingang en is de kleinste tempel van de twee. Niet toevallig, of dat denken wij toch, liggen beiden tempels vlak voor het eiland Fifla. Een onbewoond eiland, op wat zeer speciale diersoorten na, dat ons de hele wandeling fascineerde.

thumb_P1130394_1024.jpg

Voor Mnandra is het een eind wandelen naar beneden, en dus vooral weer naar boven klimmen achteraf. Er staan chauffeurs met van die karretjes die je voor 1 euro p.p. naar boven willen rijden. Wij hadden die dag al zover gewandeld, dat we dat ook nog wel zouden aankunnen. En het bleek helemaal niet zo steil.

thumb_P1130395_1024.jpg

Mnandra is een wat oudere tempel, veel groter en is ook uit een andere soort steen gemaakt. Een meer rode kleisteen.

thumb_P1130403_1024.jpg

Beide tempels zijn Unesco beschermd en maken deel uit van de megalithische overblijfselen verspreid over Malta. Zo zouden we later op Gozo nog de Ggantija tempel bezoeken, de oudste resten die werden terug gevonden op de eilandenarchipel. Ik vond deze tempels eigenlijk wel leuker dan Ggantija, dus als je weinig tijd hebt trek dan zeker naar Hagar Qim & Mnandra.

En ja, het zijn eigenlijk maar een hoop stenen. Maar het feit dat die daar doelbewust zo enorm lang geleden zijn gezet om de zon op één dag van het jaar naar binnen te laten vallen… Ik vind dat fascinerend. Want sleur maar met die stenen hé! Maar dat kan aan mijn nerdheid liggen natuurlijk.

Na dit geschiedkundig bezoek hadden we nog één stop: the blue grotto. Dat was maar 2km meer wandelen.

thumb_P1130417_1024.jpg

Al van ver zagen we de bootjes liggen. Maar we wilden eerst boven stoppen om een goed zicht op de grot te krijgen.

thumb_P1130425_1024.jpg

Eigenlijk zijn het gewone grotten, ware het niet dat er wit zand op de bodem ligt. En als de zon daarop schijnt wordt het water helder blauw. Vandaar Blue Grotto. Je bezoekt deze best in de voormiddag want dan staat de zon op de grote grot en is het effect het grootst (maar ook meer volk). Wij namen het laatste bootje van de dag voor 8 euro p.p. Even zitten! In de kleinere grotten aan de overkant hadden we ook het blauwe effect.

thumb_P1130471_1024
Het blauwe water, jawel!

Ik vond het gewoon zalig om op dat bootje te zitten, blauw water of niet. En de grotten op zich zijn ook gewoon mooi om te bezoeken. Mooie afsluiter van een heftige wandeling.

thumb_P1130445_1024

Het tochtje met de boot duurde ongeveer 20 minuten, hierna namen we een rechtstreekse bus naar Valletta. En dan de ferry naar onze B&B. Om doodop neer te ploffen op ons bed. Nadien zouden we nog gaan rondwandelen in The Three Cities, maar dat is voor een volgende keer.

Ik vond dit een enorm boeiende dag, maar ook zwaar met de warmte en het saaie middenstuk. Ik denk dat ik een volgende keer ’s morgens naar The Blue Grotto zou trekken en dan te voet naar de tempels. Heel misschien zou ik met een bus stoppen aan de Dingli kliffen. Maar als ik eerlijk moet zijn weet ik niet of ik dat stuk nog eens zou doen. De kliffen zijn eerder een nice to have dan een must vind ik.

Bezocht jij al eens ooit een tempel of andere heel oude menselijke overblijfselen?

Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.

Sevilla #7: Flamenco in Triana en een geweldig hotel

Sevilla #7: Flamenco in Triana en een geweldig hotel

Begin november 2017 ging ik 4 dagen de winterzon opzoeken in het Spaanse Sevilla. Ik had niet echt verwachtingen van deze stad waardoor ik omver werd geblazen door de schoonheid, gezelligheid, palmbomen, het eten <3.

Ik nam jullie de afgelopen tijd mee op 4 heerlijke dagen in deze Andalusische stad. Hopelijk heb je zin gekregen om er naartoe te gaan. En om af te sluiten geef ik jullie nog 2 geweldige tips: een avondje vertier om daarna zalig in een warm bed te ploffen.

Flamenco in Triana

Andalusië is de bakermat van de flamenco. Ik herinner mij dat ze ooit bij So You Think You Can Dance (yep, ik ben een die hard fan) op bootcamp gingen naar Sevilla om die aartsmoeilijke dans te leren. Het stond dus al snel vast dat we een flamencovoorstelling wilden zien. Moeilijk was dat niet, want je wordt letterlijk om de oren geslagen met Flamencoshows als je door de straten van de stad wandelt.

Ik denk dat er dus ook best wat tourist traps zijn wat betreft de flamenco. Wij deden op voorhand onze research en kwamen al snel bij de volkswijk Triana uit aan de overkant van de rivier, waar de echte flamenco nog beoefend zou worden.

Uiteindelijk kwamen we, via de connecties van mijn reisgezel, terecht in de bar van de Vlaamse Maria. Hier doen ze aan zigeunerflamenco, oftewel, flamenco vanuit de voeling van de muziek, flamenco à l’improviste eigenlijk. In een zeer klein zaaltje zaten we letterlijk dicht bij elkaar om mee de muziek en de passie van de dansers te voelen. Ik weet niet of dit de beste flamenco was die we konden zien, maar ik zag ooit met school een afgelikte flamencovoorstelling in Barcelona, en dan was dit wel van een hoger kaliber.

IMG_20171108_215407.jpg
Foto @leenvdb

Heel snelle voetbewegingen en heel krachtige armen. Dat is flamenco voor mij en dat heb ik wel gezien. Zwaar onder de indruk was Leen, ik iets minder, maar dat ligt zeker niet aan Maria of haar team. Ik denk dat ik als danseres automatisch wat kritischer was, of met wat meer verwachtingen de bar was binnengestapt. Maar ik heb absoluut geen spijt van de show en denk echt dat we hier een vrij authentieke ervaring hebben meegepikt.

We betaalden rond de 16 euro denk ik voor de show en de bar in Triana was T de Triana. Triana is sowieso een leuke wijk om te bezoeken, hier zou je het echte Sevillaanse leven tegenkomen. Wij hadden jammer genoeg niet veel tijd om deze buurt te verkennen.

Overnachten in casas de la Juderia

We boekten dit hotel na wekenlang zoeken online, want eigenlijk wisten we niet goed wat te verwachten. De ligging van casas de la Juderia in combinatie met een vermelding in sommige reisboekjes en op blogs deed ons overstag gaan.

Want het hotel ligt echt vlak in het centrum. Op een kwartier tijd sta je respectievelijk aan het Alcazar, de kathedraal of het casa de Pilatos. Enkel voor Metropol Parasol en de rivier ben je soms al eens iets langer aan het stappen. Kortom: we deden alles te voet en dat was zonder deze centrale slaapplaats zeker niet gelukt.

Maar dan het hotel zelf. Woow. Het is echt een prachtig hotel. Groot, maar nooit zo druk dat het opvalt dat er veel mensen slapen (of dat kwam omdat wij er in november waren). En het was me een beleving.

P1100505.JPG

Het is namelijk een hotel met een grondplan. Het is een aaneenschakeling van patio’s met allerlei kamers, ondergrondse gangen, verborgen liften… Gelukkige escorteerde iemand van het hotel ons naar de kamer want we hadden dat nooit op eigen houtje gevonden. Wij moesten namelijk nog een smal steegje door omdat we sliepen in het nieuwere gedeelte van het hotel, met een eigen receptie en ingang.

IMG_20171107_210237
Eén van de ondergrondse gangen om uiteindelijk tot bij je kamer te raken… 😀

De kamer zelf was van meer luxe voorzien dan die we geboekt hadden (waarschijnlijk een overbezetting van de kleine kamers). We hadden twee ruime bedden, een salon en een badkamer met bad. De modem hing boven onze deur dus de wifiverbinding was uitstekend en elke ochtend gingen we via onze eigen patio naar buiten. Het personeel is attent, na een nachtje wat koud te hebben, vroegen we donsdekens bij die we naar een kleine reminder ook onmiddellijk kregen. Ontbijten deden we er niet dus daar kan ik niet veel van zeggen.

Het tapasrestaurant in het hotel, Baqus, testten we wel uit en heeft naast heerlijke wijn ook lekkere en originele tapas voor de grote en de kleine honger.

Dit hotel, dat was één van de toppers van de reis. Dus zeker een aanrader!

Dit was het laatste postje over deze prachtige stad. Meer lezen over Sevilla? Ik heb ondertussen een fijne reisgids opgebouwd. 

Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.