Omdat Sevilla zo goed was meegevallen boekten Leen en ik een tweede citytripje naar Zuid-Europa. Zelf was ik nog nooit in Portugal geweest en hoewel ik ondertussen al weet dat ik hou van de mediterraanse sfeer wist dit land met zijn eigen accenten me heel erg te bekoren. We vertrokken midden april. De week na de paasvakantie was het allemaal wat rustiger en goedkoper. Het werden 5 dagen vol hoogtemeters, tuktuks, smalle straatjes, uitzichtpunten waar je tanden van uitvallen én kloosters. Amen.
Op onze tweede dag deden we de wijken Graça, Alfama & Castelo aan. Hier vind je tientallen bezienswaardigheden. In een vorige update vertelde ik je al over Graça, met veel uitzichtpunten en een prachtig klooster.
Na de lunch wandelden we stap voor stap de heuvel op met als einddoel het Castelo de Sao Jorge op de top. Maar eerst was het tijd om rond te dwalen in Alfama.
Alfama
Alfama is een van de zeldzame wijken die de grote aardbeving van 1755 heeft overleefd en waar de smalle middeleeuwse straatjes nog intact zijn. Je lijkt er zo verloren te lopen in de steegjes, ook al is de wijk niet groot.
Het is een echte volksbuurt met was aan de balkons, schotelantennes, afgebladerde verf en kinderen die spelen op straat. Het is ook nog steeds een arme buurt. En dat hakte er bij mij wel een beetje in. Daarover schreef ik eerder al een post.
Er is geen horeca in de wijk, terwijl er honderden toeristen rondlopen. De bewoners zelf verdienen dus niets aan het toerisme. Ik zag een mevrouw van niet veel ouder dan ikzelf haar auto parkeren in een klein steegje en met twee boodschappentassen een klein deurtje binnen gaan. Dat is toch wel heftig.
Omdat het leven hier zo hard is kent de Portugese Fadomuziek niet toevallig zijn oorsprong in deze wijk. De nostalgische harde klanken van de fado kan je als toerist echter niet horen in Alfama. Daarvoor moet je naar een toeristenbar hoger op de heuvels. We deden dit niet, omdat de weeklanken van de fado niet echt ons ding zijn.
We dwaalden nog wel even rond in de steegjes. Ik zag bomma’s met elkaar praten via hun balkon. Ze konden elkaar een hand geven en keken naar de hordes toeristen die foto’s aan het maken waren. Het is geen ‘jonge’ wijk, dat merk je.
In Alfama kan je ook de Chafariz d’El Rei bekijken. Het is een enorme fontein die in de stadsmuren is ingebouwd en uitkijkt op de Taag. Letterlijk een ‘koningsfontein’, maar toen wij er waren stond deze jammer genoeg droog.
Castelo
Ook de wijk Castelo dateert uit de middeleeuwen en is natuurlijk in trek bij toeristen door de aanwezigheid van het Castelo de Sao Jorge op de top. Ik geef het toe: ook ik was excited toen ik de kanteeltjes zag. Het kasteel speelde al in een 12de eeuw een belangrijke rol wanneer koning Alfonso de Moren verdreef uit Lissabon (het bekende boek ‘het beleg van Lissabon’ van Saramango is gebaseerd op deze gebeurtenissen trouwens). De eerste fundamenten werden gelegd in de Romeinse tijd, daarna volgde de moorse overheersing en later werd dit een paleis voor de koninklijke familie.
Om het Castelo te bezoeken en van het uitzicht te genieten betaal je ongeveer 8 euro. De rij ging goed vooruit toen wij er waren. Je moet wel weten dat je niet echt een kasteel bezoekt. In die zin dat er enkel nog muren en torens rechtstaan en dat er niet echt ‘een binnen’ is. Op dat vlak viel het misschien een beetje tegen, maar de views <3.
Wanneer je het kasteeldomein binnengaat word je meteen getrakteerd op een prachtig uitzicht over Lissabon. Die uitzichten werden wij niet beu, nee.
Daarna krijg je al snel de oude kasteelmuren in het vizier. Er staan hier en daar bordjes met uitleg en je krijgt ook een plannetje mee waarop je wat meer info kan vinden. Er zitten pauwen, die sommige toeristen interessanter vonden blijkbaar dan het kasteel zelf. Ik kwam toch vooral voor de kanteeltjes. Die waren er gelukkig in overvloed.
Je kan op de torens en verdedigingsmuren wandelen opnieuw vergezeld van een mooi uitzicht. Ik vond het leuk om te doen, al waren we snel rond want erg groot is het niet. Je vindt op het domein ook archeologische opgravingen uit de Romeinse tijd.
Ik ben blij dat we het Castelo gedaan hebben voor Sintra, want het castle of the moors is daar toch nog indrukwekkender. Maar ik heb geen spijt dat we deze must-bezienswaardigheid hebben bezocht. Zoals je ziet is Lissabon onder een bewolkte hemel nog altijd een plaatje.
Sé Cathedral
Na de hele klim naar het Castelo hadden we, ondanks de regen, zin in een ijsje. Bij Gelato Therapy schuilden we voor een nieuwe regenbui met een heerlijk authentiek Italiaans ijsje en een wafel. We hadden nog een laatste stop op de planning staan: de Sé-kathedraal.
De Sé-kathedraal is na de overwinning op de moren gebouwd op de resten van een moskee en is het oudste kerkgebouw van de stad. Maar door de aardbevingen is de kerk een aantal keren heropgebouwd en daardoor kan je een mix van architecturale stijlen ontdekken in de speciale voorgevel. Binnen is de kerk opvallend sober en donker. Het is eens iets anders dan de overdadige barok die je meestal in het zuiden van Europa vindt. Door een misviering zijn we er niet ontzettend lang binnen geweest, maar ik vond het toch de moeite.
Hierna hadden we wel echt de nodige kilometers achter de rug. We ploften neer bij Esperança Sé, een van de eerste horecazaakjes die een vergunning kreeg in de buurt van de kathedraal. Ze serveren dunne Italiaanse pizza. Die inderdaad lekker was, maar ik had niet veel honger (B-12 tekort ^^) dus heb ik het jammer genoeg niet opgekregen. We waren ontzettend moe die dag en kropen lekker vroeg onder de wol.
Het was absoluut een geslaagde dag. Graça, Alfama & Castelo laten het echte Lissabon (van vroeger) zien. Je vindt er verschillende toeristische plekken en toch ben je tegelijk soms heel alleen. Dat vond ik een mooi evenwicht.
Wat is jouw favoriete plekje in Lissabon? Of moet je er nog naar toe?
Nog nooit geweest, maar het ziet er goed uit! Wat ik alleen niet goed begrijp: waarom vond je het heftig om iemand van jouw leeftijd met twee boodschappentassen ergens naar binnen te zien gaan?
Goh, niet per se die boodschappentassen op zich. Die wijzen natuurlijk wel op het feit dat haar leven zich afspeelt achter dat kleine deurtje van dat kleine vervallen huisje. En ik ken de mevrouw niet, maar ik kan er vanuit gaan dat zij in dit leven minder kansen heeft gekregen dan ik. Het is ten slotte nog steeds een armenbuurt. Dat greep me gewoon even aan 🙂
Ah, zo. 🙂 Ik dacht, “die vrouw heeft waarschijnlijk familie, en een dak boven haar hoofd, en geld voor eten, dus zo heftig is dat toch niet?” Maar een confrontatie met ongelijke kansen kan inderdaad aangrijpend zijn.
Ik ben er nog nooit geweest, maar het spreekt me zeker aan. Leuk verslagje!
Dankje, doen!