Close

(Noord)-Ierland #7: Belfast Queen’s Quarter en de City Hall

In augustus 2023 trokken het lief en ik voor onze zomervakantie niet naar de zon, maar naar (Noord)-Ierland – waar we alle seizoenen meemaakten. Vliegen deden we op Dublin, waar we het even verkenden, om daarna door te reizen naar Belfast om het woelige verleden van Noord-Ierland en de prachtige natuur te ontdekken.

Met het Titanic Quarter en het Cathedral Quarter hebben we al twee toeristische wijken uit de stad bezocht. Vandaag neem ik jullie mee naar de derde wijk waar heel wat te beleven valt: het Queen’s Quarter. Maar eerst starten we met het hart van de stad: de City Hall.

City Hall

De City Hall is misschien wel het meest indrukwekkende gebouw uit het centrum van Belfast. Je vindt het op Donegall Square en het gebouw dateert van 1906.

City Hall by night

Er zijn meerdere manieren om het gebouw te bezoeken. Op de benedenverdieping is een gratis tentoonstelling over de geschiedenis van Belfast en Noord-Ierland. Die expo bezochten wij. Daarnaast kan je een betalende tour van het gebouw boeken waarmee je ook de bovenverdieping aandoet. Op het moment dat wij er waren was er een evenement en dus was de boven in gebruik.

De expo is verdeeld over verschillende kleine kamers en is tegelijk heel gedetailleerd en toch voldoende algemeen. De geschiedenis van de stad komt aan bod van het ontstaan tot halverwege de 20ste eeuw. Over The Troubles is er enkel één witte kamer met getuigenissen. En dat vond ik jammer, want ik had net gehoopt om over deze woelige periode meer te leren. Maar ook als lokale overheid is het blijkbaar niet gemakkelijk om daar objectief over te berichten in deze tijd.

Het gebouw is wel echt een pareltje met prachtige neoclassicistische koepels, glas-in-loodramen en een grote statige trap. Zo’n rondleiding lijkt me dus zeker fijn en staat voor een volgende keer op het programma.

Rond de City Hall is een mooie tuin, met ook een plek voor de Titanic Memorial Garden, waar de namen van alle slachtoffers van de ramp te vinden zijn.

Titanic memorial garden

St. George’s market

Ietwat verderop vind je St. George’s market een overdekte markthal die enkel vrijdag en in het weekend open is en waar zowel eetkramen als eerder creatieve winkeltjes te vinden zijn. Wij waren er tijdens de craft market en ik noem dat een hipster markt met allemaal kunstenaars of artisanale bakkers/koks die hun creaties aan de man brengen.

Wij konden er maar even blijven en dat vond ik enorm jammer want ik vond dit is een geweldige plek. Aangezien de markthal enkel in het weekend open is, konden we ook niet meer teruggaan. Ik kocht er een kussensloop met een vos op (nog steeds mijn favoriet) en enkele kaartjes.

Op naar queen’s quarter nu. Dat is een eindje stappen richting het zuiden van de stad. Je komt dan door wat straten die wat meer verloederd zijn, maar het queen’s quarter, genaamd naar The Queen’s university, is zeker wel hip te noemen.

Botanic gardens

Eerste stop: de botanic gardens, een groot park met een enkele serres, waaronder het befaamde palm house, dat toe was op een zondag. De zon scheen ondertussen volop en ik voelde me in deze stad helemaal thuis, zoals je kan zien ;).

Palm house van de botanic gardens

Het park heeft ook een mooie Engels ingerichte rose garden. Daarnaast is er een speeltuin voor de kinderen.

Rose garden in de botanic gardens

Van in het park kan je ook naar het Ulster museum, het grootste museum van de stad. Ulster is één van de vier oorspronkelijke provincies van Ierland en de naam van de regio die je nu zou kunnen gelijkstellen met Noord-Ierland. Het museum is zoals zoveel staatsmusea in de UK gratis te bezoeken.

Het museum is opgedeeld uit verschillende verdiepingen, elke verdieping heeft zijn eigenheid. Zo vindt je op de benedenverdieping geschiedkundige informatie over The Troubles (wat ik niet vond in de City Hall, vond ik hier dus wel), zijn er een aantal natuurkundige verdiepingen (met opgezette dieren en skeletten enzo), en op de bovenste verdieping hangt kunst. Een alles-in-één museum dus.

Links: The Troubles poster. Rechts: op veel plekken was er een varieteit aan spullen bij elkaar gezet :).

Ik vond de akoestiek er wel luid (er liepen ook veel kinderen rond), dus wij deden het stukje over The Troubles en zochten (en vonden) dan de rust bij de kunst. Het is wel echt een heel mooi modern museum, alleen was door de grootte van het aanbod onze focus wat zoek. Wij hadden die dag ook al heel wat gezien, dus we besloten niet te lang te blijven.

Queen’s university

Op de terugweg passeerden we nog langs Queen’s university, de onafhankelijke universiteit. Het Lanyon gebouw staat er al sinds begin 19de eeuw en is geïnspireerd op gebouwen uit het Tudortijdperk. De gotische kapel doet dan weer denken aan St. George’s chapel uit Windsor.

De kapel

Ik zou hier wel kunnen studeren! The Queen’s university heeft zich afgesplitst van de Ierse universiteit na de onafhankelijkheid van Ierland in 1908.

Et voila, de botanic gardens, het Ulster museum en Queen’s university maken van Queen’s quarter een fijne wijk om te bezoeken tijdens je citytrip. Al ben je op een halve dag wel rond. Er zijn ook nog heel wat leuke studentikoze bars te vinden met democratische prijzen. Opnieuw: ik zou hier wel kunnen studeren.

Stilaan werd het tijd om ook eens het minder toeristische deel van de stad te zien, maar dat is voor een volgende keer!

Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.

Napels #1: Quartieri Spagnoli (+ eettips)

In april 2024 trokken Leen en ik naar de Italiaanse stad Napels voor onze jaarlijkse citytrip. Napels wordt ook wel de buik van Italië genoemd, ze zijn er blijkbaar zot van kerststallen en er is altijd wel ergens een hoek van waaruit de Vesuvius opdoemt. Napels is veelzijdig, Napels is luid, Napels is vuil en Napels voelt nog heel echt. Het werd een fijne kennismaking met deze zonnige stad.

We sliepen in een Airbnb midden in Quartieri Spagnoli, letterlijk de Spaanse wijk. De wijk ligt tussen de drukke winkelstraat Toledo en de berg Vomero. Het is een aaneenschakeling van smalle straatjes waar net wel een auto door kan (ook dat is Italië).

De wijk dateert van de 16de eeuw toen Napels in handen was van de Spanjaarden en dit werd de plek om de Spaanse soldaten en hun families te huisvesten. Nadien werd het er minder gezellig: er heerste veel criminaliteit en armoede. En vandaag heeft de wijk daardoor nog steeds een slechte reputatie. Maar niets is minder waar: het is een zeer kleurrijke levendige wijk waar je je nog echt tussen de locals wandelt en er zitten veel lekkere goedkope restaurants en leuke barretjes.

De bekendste en misschien zelfs enige echte bezienswaardigheden zijn de Maradona murals. Twee megagrote street art tekeningen van Diego Maradona, de lokale held die voor altijd het rugnummer 10 krijgt toebedeeld. Op de plek van de murals is het constant druk, met kraampjes die truitjes en andere gadgets verkopen. Er wordt drank verkocht en er speelt voortdurend muziek. Het is een soort modern bedevaartsoord voor voetbalfans eigenlijk.

Sowieso vind je in de hele Spaanse wijk veel verwijzingen naar voetbal. Van murals, blauw-witte vlaggen tot kartonnen borden van spelers, of verwijzingen naar het aantal keer dat Napels al Italiaanse kampioen is geweest (3).

Nog leuk en typisch: de kleine barretjes die her en der opduiken en de meest zotte Spritz drankjes aanbieden aan belachelijke prijzen, ook soms in voetbalthema. En dan heb je nog de duizenden brommers die door de straten gieren en luid toeteren. Je moet soms echt uit de weg springen. Ik begrijp niet dat hier zo weinig ongevallen gebeuren want het is er soms gewoonweg gevaarlijk. De brommers staan ook her en der geparkeerd. Echte Italiaanse chaos.

Ik zou dus zeker wat tijd nemen om kriskras door de straatjes van deze wijk te wandelen en het lokale leven te ontdekken. Er zijn ook veel kleine lokale winkeltjes om inkopen te doen en je kan er dus lekker en goedkoop eten. Een aantal van onze aanraders zijn:

  • Il tempio de Maradona, om de hoek van de murals. Een pizzatent met ongezellig licht en veel te luide muziek. Maar wel met heerlijke Napolitaanse pizza aan spotprijzen
  • Ciccio Fri ziet eruit als een afhaalrestaurant (en er stoppen ook veel brommers), maar onder een plastieken tent die op straat staat kan je ook een zitplek bemachtigen. Ze hebben hier gefrituurde pizza – zoals de naam doet vermoeden – en als je denkt dat pizza lekker is, probeer dan eens gefrituurde pizza!
  • Vasceria Locanda is iets hipper, maar heeft heerlijke pasta’s. Voor wie eens iets anders wil dan pizza. Heel lekker gegeten hier!
  • Pizza en pasta beu? Dan kan je bij Valu Toledo Risotteria genieten van risotto. Ook deze is iets meer gericht op toeristen, maar ik vond het echt wel lekker.

Links: Il Tempio de Maradona, rechts: Ciccio Fri

Ik weet niet of ik er een volgende keer nog zou slapen. Ook ’s nachts is er namelijk best veel lawaai. Maar de Spaanse wijk leeft wel echt en daar genoten wij van mee. Et voila, tot zover de eerste blogpost over Napels.

Ben jij al eens in Napels geweest?

Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.

Londen #20: Mijn favoriete eetplekken

Het is niet echt een geheim dat ik van Londen hou en dat ik er graag kom. De eerste keren vond ik het in zo’n grote stad moeilijk om leuke eetplekken te vinden. Ondertussen heb ik al een hele lijst opgebouwd van restaurants in Londen waar ik graag kom en is het elke keer weer hartverscheurend kiezen.

Ik krijg ook regelmatig de vraag om eettips te delen dus bij deze het idee om ze eens allemaal te bundelen in een dedicated blogpost. Het idee is dat ik deze post ook regelmatig bijwerk. Oh, en ik doe mijn best met food foto’s, maar het licht zit niet altijd even geweldig 😅. Of ik vergeet een foto te nemen, dat ook.

Laatste update: maart 2025

Londen is nooit goedkoop en wij vinden eten belangrijk tijdens een vakantie, maar ik probeer tips voor zowat alle budgetten mee te geven.

En voor we beginnen nog één tip: heel veel eetplekken die ik hier noem zijn immens populair en moeten elke dag mensen teleurstellen omdat ze vol zitten. Ik raad dus echt aan om op voorhand te reserveren, zeker voor de avonden. Minder spontaan, maar je bent verzekerd van een plek in een fijn restaurant.

Ontbijt en/of koffie

De Londense koffie en ontbijtrestaurants zijn altijd in beweging. Heel veel koffiebars waar wij vroeger kwamen zijn ondertussen terug dicht, dus dit zijn vandaag de favorieten. Ik ben zelf niet zo van een uitgebreid ontbijt of een lange brunch, dus daar kan ik niet zoveel tips ingeven. Vaak is een croissant in een koffiebar voor mij voldoende, maar onderstaande plekken bieden wel meer. En het lief is een koffienerd, dus deze plekken staan garant voor een goede kop zwart goud.

The Breakfast Club

Voor de fans van het betere ontbijt/brunch en voor wie het iets mag kosten in een soort van Amerikaanse sfeer. Je vindt deze keten op heel wat populaire plekken (onder meer London Bridge, Soho, Spitalfields). Het was hier precovid al aanschuiven, dus reserveren is de boodschap.

Trade Coffee

Dit is ook mijn favoriet. Een gezellige koffiebar helemaal vooraan Brick Lane. Er is een tweede vestiging op Old Street. Je kan hier de hele dag terecht voor goede koffie of voor een goed ontbijt. Niet de decadentie van The Breakfast Club, maar een croissant, eitjes, avocado toast… Er staat altijd leuke muziek op. Het zaaltje achterin is leuk, en er is zelfs een stukje terras buiten bij mooi weer.

Lift coffee

Een pure koffieplek niet ver van Holland Park, voor wie op weg is naar Portobello Road. Het is een beetje een vreemd ingerichte plek met allemaal verdiepingen en hier en daar wat stoelen. We kwamen er zelf nog maar één keer, maar het was er wel leuk!

Formative coffee

Een koffieplek waar we al vaker kwamen voor ontbijt, vlak bij de metro van St. James Park en daarom de perfecte uitvalbasis voor wie Westminster wil verkennen. Schandalig dat ik er nog geen foto nam!

Saint Espresso

Saint Espresso vind je op verschillende plekken in Londen, o.a. op Baker Street, in Camden en rond St. Pauls.

Nude Coffee Roasters

Een roastery die vroeger verschillende zaken had. Vandaag haal je enkel nog koffie af op Halbury Street, vlak bij Spitalfields market.

Food markets

Londen is bekend om zijn vele food markets, in alle seizoenen. Het is een geweldige manier om een snelle en goedkope lunch te scoren en ondertussen door de markt te struinen. Mijn favoriet? Maltby Street Market!

Borough market

De bekendste food market onder London Bridge en rond lunchtijd echt enorm druk. Het is er over de koppen lopen! Ik zou dus altijd aanraden om er vroeger in de voormiddag of in de latere namiddag te passeren. Er zijn heel wat Instagrampopulaire kraampjes. Zo zijn de donuts van Bread Ahead wel echt een aanrader.

Spitalfields market

Dit is minder een food market, er staan meestal allerlei kraampjes met kledij of met antiek op bepaalde dagen. Maar op Spitalfields vindt je wel altijd enkele food trucks of permanente zaken die de moeite zijn. Humble Crumble is ontzettend populair als dessertplek, zelf nog niet kunnen proberen.

Maltby Street Market (enkel zaterdagmiddag)

Je vindt de markt onder een brug in de wijk Bermondsey. De markt is enkel open op zatermiddag. Onder de brug zitten heel wat leuke horecazaken en aan de andere kant staan kraampjes. De vegan gyoza’s die ik hier at waren hemels! Er hangt echt een leuke vibe en de markt is nog niet zo bekend bij het brede publiek. Het aantal kraampjes is beperkter dan op Borough dus het is makkelijker kiezen.

Camden Market

Ook meer dan alleen eten, maar je vindt hier echt veel eetkraampjes. In het weekend vind ik het hier veel te druk voor de lunch, maar op een weekdag valt het reuze mee.

Er zijn natuurlijk nog veel meer markten waar je ook food trucks vindt bv. op Portobello road, Brick Lane op zondag, Columbia Road Flower Market, aan The Tower…

Concept restaurants (meerdere plekken)

Ik weet niet of het zo heet, maar ik noem het ook wel mini-ketens. Het fenomeen van concept restaurants die kwaliteit bieden binnen een bepaalde keuken en na het succes van een eerste zaak vaak uitbreiden naar meerdere plekken. Veelal enkel binnen Londen, maar ook soms naar andere steden. Londen zit er bomvol mee en het leuke daaraan is dat je wanneer je honger hebt gewoon even kan checken of er niet gewoon één van deze concepten in de buurt is.

Honest Burgers

Ik ben al jaren fan van Honest Burgers en je merkt elke keer weer dat ze ook echt meegroeien met de trends in de samenleving. Zo hebben ze sinds kort een breder aanbod aan veggie en vegan burgers. Mijn favoriete vestiging is die aan St. Catherine’s Docks, met goed weer eet je dan op het terras met zicht op de haven. Die in Soho vind ik dan weer te klein en ongezellig. Dan stap je beter naar die van Holborn want die is ook leuk. Elke vestiging heeft zijn eigen specifieke burger trouwens.

Franco Manco

De specialiteit hier is sourdough pizza, dat smaakt toch net wat anders dan ‘gewoon’ deeg. Een goedkoper alternatief dan Rudy’s of Pizza East. Je vindt ze over heel Londen (en bij uitbreiding heel Engeland). Het zijn vaak kleine vestigingen, wat het wel gezellig maakt.

Rudy’s

Een pizzaketen die vroeger alleen in Soho zat, maar nu ook in zowat elke Londense wijk en zelfs enkele andere Britse steden. Steengoede Napolitaanse pizza. Ik nam er blijkbaar nog nooit een foto van, schandalig!

Bone Daddies

Een keten gespecialiseerd in ramen en bao’s. Echte no-nonsense keuken. De meest bereikbare plek is die op Leicester Square, maar bv. die op High Street Kensington is ook een goede om te onthouden (om de hoek van Holland Park en het Design museum).

Pho

Een Vietnamees restaurant met een grote vestiging in Soho, maar je vindt ze echt overal. Curry’s, pad thai, noedelsoep… en je hebt er altijd plaats, ook zonder reservatie.

Wahaca

Mijn eerste grote Mexicaanse liefde in Londen (de tweede komt nog). Een keten die focust op Mexicaanse street food. Je kan verschillende kleine gerechten delen of voor een grote burrito gaan die je helemaal alleen verorbert.

Comptoir Libanais

Eén van onze recentere ontdekkingen: een hippe keten die Libanees eten serveert. Bv. verschillende mezze die je kan delen, of een schotel voor jezelf. Ideaal voor vegetariërs ook. Je komt deze in elke wijk tegen.

Dishoom

Dishoom is een instituut voor hip Indisch eten. Je moet er dus altijd reserveren, elk moment van de dag want er staan hele lange rijen. Als je binnengaat kan je ook om de key ring vragen, dan mag je na de maaltijd met een dobbelsteen gooien. Gooi je een zes, dan moet je niets betalen. Zelf nog niet gedaan, maar wel al anderen zien doen (en zes zien gooien). Aanraders: house black dahl en de bhel. Elke vestiging heeft zijn eigen inrichting, naar een bepaalde periode in de stad Bombay.

Ottolenghi

Ottolenghi is een naam die klinkt. Je kan in Londen reserveren bij zijn bekende restaurants: Nopi en Rovi, maar in verschillende wijken vind je een ‘Ottolenghi’, waar je ook kan eten. Wij gingen naar die van Spitalfields. Het concept is food sharing met gerechten die ingrediënten bevatten die je niet kent :). Sla zeker het dessert niet over. Ottolenghi is niet goedkoop en reserveren moet hier echt wel.

Restaurants (op één plek)

O’VER

Hip Italiaans eten in een trendy zaak in Borough en St. James. De pizza hebben we alvast goedgekeurd, voor de pasta wil ik graag nog eens terug.

Pizza East

Een groot pand vlak aan Box Park in Shoreditch. Het is er altijd druk, maar er is vaak ook nog wel een plaatsje. Heel lekkere napolitaanse pizza, met voldoende veggie en vegan opties. Meer moet dat soms niet zijn.

Padella

Padella zat eerst alleen in een piepklein pand aan Borough market, met lange rijen tot gevolg. Onmogelijk om er binnen te geraken. Toen ze in Shoreditch een tweede locatie openden waar je wel kan reserveren, boekten we meteen. Echte authentieke Italiaanse pasta, met originele sauzen. Aan een voor Londen lichte prijs dus je kan met twee perfect drie pasta’s delen.

Mestizo

Mijn huidige Mexicaanse liefde. Mestizo zit op een niet toeristische plek in Camden en dus zit je er tussen de locals. De uitbaters en het personeel spreken beter Spaans dan Engels. De gerechten zijn zeer gevarieerd. De aanraders zijn het Mexicaanse stoofpotje dat je met twee deelt (foto links) en de taco tray (foto rechts) die je zelf kan samenstellen.

Gloria

Gloria is één van de vijf restaurants die de Parijse Big Mamma Group in Londen heeft en zit in een hip pand in Shoreditch. Je eet er Italiaans met een moderne twist, zoals bv. een pasta met truffel die ze uit een bol kaas in je bord scheppen. Big Mamma is nooit goedkoop, maar verdomd lekker. Hun desserts zijn een maaltijd op zich. Gloria volzet? Trek dan naar één van de andere Londense opties.

De lijst van Londense restaurants die ik nog wel proberen is oneindig, maar bovenstaande zaken hebben we allemaal zelf al eens gedaan en durf ik dus met zekerheid aanraden.

Heb jij nog eettips in Londen voor mij?

Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.

Parijs #9: Sainte Chapelle en Conciergerie

In februari 2024 deed Eurostar weer eens een actie en dat bracht ons voor drie dagen in Parijs. Zoals je aan het nummer van deze blogpost kan zien, was het voor mij niet de eerste keer in de stad. Maar voor het lief wel. We wandelden dus langs heel wat hoogtepunten die al eens eerder aan bod kwamen, maar we deden ook een aantal nieuwe dingen. En daar wil ik nog wel graag wat over vertellen.

De eerste dag kwamen we met de trein aan in de voormiddag, checkten we in bij het Ibis hotel van Montmartre (dat stond redelijk goedkoop en was oké voor twee nachten maar ik zou het niet per se aanraden). Ik slaap graag in Montmartre omdat ik die locatie wel leuk vind en er was een metrohalte dichtbij.

We namen dan de metro richting Jardin Du Luxembourg, één van mijn favoriete plekken in de stad, maar in de winter nogal donker :D. Maar het was fel aan het regenen. We aten een heerlijke pizza bij Papilla Soufflot aan het pantheon. Het pantheon is zeker een aanrader om binnen te stappen (dat lees je in deze blogpost). Maar wij hadden in de namiddag gereserveerd bij Sainte Chapelle.

Sainte Chapelle

De Sainte Chapelle is een gotische kapel/kerk op het Ile de la cité. De kerk is gebouwd in opdracht van Louis IX van het huis Capet in de 13de eeuw. En samen met de conciergerie ernaast is dat alles wat nog overblijft van het paleis uit de middeleeuwen dat daar stond.

De Sainte Chapelle is niet immens groot, maar wel wereldberoemd. Daarom moet je een ticket met tijdsslot op voorhand reserveren (hierzo) en die tickets gaan hard. De kerk alleen bezoek je voor 13 euro, voor 20 euro kan je een combiticket met de Conciergerie kopen (dat deden wij). Het tijdsslot geldt dan voor de kerk, de Conciergerie is veel groter.

Ook met een tijdsslot moet je even aanschuiven in de rij buiten. Je moet door een security check en dan kom je op een soort binnenplein om de kerk binnen te gaan.

Je komt binnen via de mooie benedenkapel, maar het bekendste plaatje is de bovenkapel. Die kapel kan je gerust een hoogtepunt uit de gotiek noemen met immense glaspartijen. Er is ook een rosetta venster, maar dat is toegevoegd in de 15de eeuw.

Het is een prachtig iets. Alleen laten ze dus superveel mensen tegelijk binnen. En dat zie je niet op de foto, maar het is er over de koppen lopen. Iedereen maakt ook lawaai in deze akoestische hel. Dus er is weinig ruimte om van de rust die normaal in zo’n kapel zou moeten hangen te genieten. Je vindt er ook een papieren gids met informatie in de verschillende talen, maar die was niet zo bijzonder.

Ik heb ook geen idee of het hier altijd zo druk is of omdat het er mee te maken had dat het én regende én de Notre-Dame niet te bezichtigen was omdat ze die nog renoveerden. En dat zijn samen nu eenmaal de twee bekendste kerken van Parijs, op een boogscheut van elkaar.

Samengevat: prachtige kerk, zeker de moeite, maar iets te druk naar mijn goesting.

Conciergerie

Vandaag is de Conciergerie deel van het justitiepaleis en deels ook een museum. Het gebouw stamt uit de periode dat de koningen hier woonden (begin 14de eeuw). Maar nadien verkasten die naar het Louvre en werd het een staatsgevangenis.

De Conciergerie heeft nog een meer beruchte geschiedenis: tijdens de Franse Revolutie was dit waar de vele politieke gevangenen tijdens de Terreur werden vastgehouden, berecht en nadien afgevoerd naar de place de la Bastille waar de guillotine stond. Onder meer Marie Antoinette en Robespierre zaten er gevangen en hun cellen kan je vandaag nog steeds bekijken.

Je komt het museum binnen langs de Salle des Gens d’Armes. Mooie gotische spitsbogen. Het is meteen een pak minder druk dan in de Sainte Chapelle. Er was ook een foto expo in de grote zaal en die wordt blijkbaar ook gebruikt voor concerten.

Nadien krijg je in enkele kamers uitleg over de gevangenis, het gebruik van de verschillende ruimtes en de Franse Revolutie. Die uitleg is heel klassiek gedaan met infoborden met grote lappen tekst. Soms kom je in zo’n kleine kamer (bv. de cellen) dat je opgepakt met andere mensen naar dat bord staat te staren. Ik vond het dus jammer dat er niet meer mee werd gedaan. Wat interactie ofzo. Al kon je blijkbaar voor de kinderen wel een gids op een tablet huren.

De uitleg over de Franse Revolutie vond ik ook wat basic. Het is een periode die me enorm boeit, maar ik had gehoopt misschien specifieker iets te leren over wat er op deze plaats allemaal is gebeurd.

Wel indrukwekkend: een witte kamer met alle namen van de slachtoffers van de Terreur. Ik had verder misschien dus iets meer verwacht van dit gebouw, maar het past wel in het plaatje dat de Fransen zelf een wat moeilijke relatie hebben met hun (toch wel heel mislukte en bloederige) Revolutie. Ze weten nooit goed hoe ze fraternité, égalité, liberté moeten verzoenen met alle onschuldige slachtoffers.

De Sainte Chapelle en Conciergerie vormen wel het ideale tijdverdrijf voor op een regenachtige dag. We wandelden nog even verder naar de Notre-Dame om de werken gade te slaan. Ondertussen is de kerk opnieuw open voor bezoekers.

’s Avonds aten we een heerlijk Italiaans diner bij Mamma Primi, één van de vele trendy Italiaanse restaurants van de Big Mamma Group. Niet heel goedkoop, wel heel lekker. Aanrader. Mamma Primi zit wat uit de toeristische kering en dus eet je tussen de locals.

En dat was onze eerste dag in een winters Parijs. Al in de Sainte Chapelle geweest?

Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.

Firenze #6: van de Boboli tuinen naar Piazzale Michelangelo

In maart 2023 trokken Leen en ik eindelijk nog eens op citytrip. We kozen voor Firenze – de hoofdstad van Toscane, van de Italiaanse renaissance en van pasta, pizza en gelato. Cultuur meets lekker eten, de ideale combo.

Op onze laatste volledige dag scheen de zon volop. Het ideale moment om de vele prachtige tuinen van de stad te bezoeken en het bekendste uitzichtpunt mee te nemen.

Giardino di Boboli

Palazzo Pitti langs de voorkant.

We startten onze dag bij de meest bekende tuinen van de stad: de Boboli tuinen achter het Palazzo Pitti. Bij het reserveren van een ticket voor het Uffizi hadden we een passe-partout gekocht waarmee we ook toegang hadden tot zowel Pitti als de Boboli tuinen. Het paleis deden we niet, maar de tuinen gingen we helemaal onderaan binnen aan de Porta Romana (er zijn meerdere toegangen). Een apart ticket tot de tuinen kost 10 euro p.p.

Het hoeft niet te verwonderen dat de mooiste tuin uit Toscane (dat is wat ervan wordt gezegd in ieder geval) is aangelegd door de Medici familie. Het was een geschenk voor Eleonora de Toledo, de vrouw van Cosimo I De Medici. Het is een tuin in Italiaanse stijl met veel standbeelden en verborgen grotto’s. De tuin ligt op een stevige heuvel, dus die kuiten raken snel opgewarmd.

Er zijn echt heel wat verborgen leuke plekken en als je er vroeg bij bent zoals wij heb je veel delen van de tuin voor jou alleen. Doe alleen wel stevige stapschoenen aan want je maalt wel wat kilometers.

Helemaal bovenaan heb je een mooi uitzicht op de skyline van Firenze en kom je ook uit op de achterkant van het Palazzo Pitti waar een Egyptische obelisk en twee grote baden uit de thermen van Caracalla uit Rome staan. En dat allemaal in een soort van amfitheater set-up.

Je vindt er ook verschillende fonteinen en bijgebouwen. Wij genoten vooral ook van het uitzicht op de Duomo vanaf het ’terras’ naast het paleis.

We gingen de Boboli tuinen buiten langs de bovenkant, omdat we zo eenvoudig de doorsteek konden maken naar de Giardino Bardini.

Giardino Bardini

Op naar de volgende tuin. Het was even zoeken naar de ingang maar vanaf de Boboli is het slechts een kleine wandeling naar de Giardino Bardini. Hier vind je ook Villa Bardini wat een museum is, maar dat niet open was op het moment dat wij er waren. Als je alleen de tuinen wil bezoeken betaal je niets.

Meteen bij het binnenkomen van de tuin wachtte er ons een prachtig panorama over de stad, met de koepel van de Duomo pal in het zicht.

Je kan nog wat verder klimmen waar je een mooi terras hebt – met ook echt een bar – met uitzicht op de Duomo maar bv. ook op de Basilica De Santa Croce.

Het uitzicht vanaf deze tuin is het beste uitzicht dat wij gevonden hebben. Beter dan Piazzale Michelangelo zelfs.

Naar beneden zijn het best wat trappen, die we dus gelukkig niet naar boven moesten doen. In de lente staat er ook een blauwe regen fel in bloei die heel populair is op Instagram, maar die was nu nog in wintermodus. Weinig tijd? Ga dan naar de Bardini tuinen in plaats van Boboli.

Na deze tuin gingen op weg naar het bekendste uitzichtpunt in Firenze. Maar eerst stopten we nog bij de studio van straatkunstenaar Clet. Die kan je kennen van zijn vele grappige of politiek geïnspireerde verkeersborden. Wij zagen er de volledige vakantie tientallen. En ik kocht een totebag en wat postkaartjes in zijn winkel. Ik ben grote fan! Je vindt hem trouwens niet alleen in Firenze. Ik heb hem ook al gespot in Rome, Londen, Parijs, Belfast en Keulen.

Lunchen deden we bij Enoteca Fuori Porta, na de eerste klim richting Piazzale Michelangelo. Hier hebben ze heel lekkere pasta en een uitgebreide wijnkaart. Aanrader!

Basilica di San Miniato al Monte

Voor we naar Piazzale Michelangelo trokken, besloten we eerst de hoogste klim te doen naar de basiliek San Miniato al Monte die boven alles uit torent. De kerk zelf was jammer genoeg toe. Ik vond dit echt zo’n mooie voorgevel. Instant verliefd. Rond de kerk kan je ook een kerkhof bezoeken, en altijd met prachtige uitzichten op de stad.

Ik doe er nu allemaal wat luchtig over, maar de klim richting de kerk is best stevig. Breng dus zeker genoeg water mee en doe goede schoenen aan. Het uitzicht is wel een mooie beloning.

Piazzale Michelangelo

Rond de kerk was het al druk, maar niets kon me voorbereiden op de drukte aan Piazzale Michelangelo. Het uitzichtpunt dat in elke reisgids als must-do staat. En het uitzicht op de Duomo, Palazzo Vecchio en Santa Croce is mooi, kijk maar:

Vanuit een andere hoek, kan je ook de ponte Vecchio spotten. Alleen is het er zo druk dat je amper een deftige foto kan maken. Er staat ook hier een replica van Michelangelo’s David, vandaar de naam van het uitzichtpunt. En het staat er vol met kraampjes en verkopers die je van alles proberen aansmeren.

Rechts zie je een foto van een werk van Blub, een andere bekende street art kunstenaar uit Firenze.

We bleven daardoor niet lang hangen en daalden af. Na al dat stappen hadden we echt wel een ijsje verdiend. Ik heb twee dikke aanraders in de Santa Spirito wijk voor als je terug beneden staat:

  • Gelateria della Passera: beste pistache-ijs ooit en veel originele smaken
  • La sorbeterria: echt ambachtelijk ijs met speciale smaakcombinaties

Bij beiden stond een stevige rij, want het was ondertussen goed warm geworden. Dan weet je dat je goed zit.

Naast smakelijke verkoeling, zochten we nog echte verkoeling door een bezoek aan de basilica di Santo Spirito. Een laatste meesterwerk van Brunelleschi (opnieuw met koepel natuurlijk) en je vindt er ook een houten kruis gemaakt door Michelangelo. Je mag binnen geen foto’s nemen dus ik kan niets tonen. Toegang is gratis.

Santa Spirito plein

Het plein voor de kerk is een gezelligheid van jewelste. We hadden er al bijna elke dag een aperitivo gedronken. Dus ook nu. Dineren deden we bij L’OV een vegetarisch restaurant dat goed vol zat en waarin we onze vakantie in stijl afsloten.

En zo is dit mijn laatste post over Firenze. Ik vind het echt een geweldige stad. Met veel drukke plekken, maar evenzeer rustige stukken (zeker als je niet in het hoogseizoen gaat). En zo’n lekker eten. Ik keer zeker nog eens terug.

Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.

Rome #6: Palazzo Barberini en centrum Rome

In november 2023 kreeg het lief een tripje naar Rome cadeau van het werk (voor zijn 10de werkverjaardag), als collega en lief had ik zelf de trip in elkaar mogen steken. En man, wat was ik vergeten hoe een geweldige stad Rome was! Ja, het is er altijd druk, ook in november, maar je kan heel snel weer de hoek om een rustig straatje inwandelen waar je alleen bent. Ook dat is Rome.

De vorige keer vertelde ik over ons bezoek aan het Domus Aurea, mijn nieuwe favoriete belevenis in de Italiaanse hoofdstad. De dag erop trokken we de stapschoenen weer aan. In de vroege ochtend trokken we naar de Trevifontein om het geheel te bekijken zonder hordes toeristen. De vorige keer dat ik er was stond de fontein droog, dus het was wel fijn om hem nu een keer in volle pracht te aanschouwen.

Daarna wandelden we de heuvel Quirinaal over om uiteindelijk uit te komen bij het Palazzo Barberini.

Op voorhand wilden we graag een kunstmuseum doen. De Vaticaanse musea deed ik 10 jaar eerder en waren toen al heel druk. Galleria Borghese kwam in het vizier, maar daar moet je blijkbaar op voorhand reserveren en de tickets waren voor ons verblijf al uitverkocht. Na wat research bleek Palazzo Barberini misschien wel een optie. En toen we er op onze eerste dag voorbij wandelden en het er leuk uit zag werd de beslissing genomen.

Dit museum maakt deel uit van de Gallerie Nazionali d’arte Antica en de collectie is verdeeld over het Palazzo Barberini en Galleria Corsini. Een ticket voor alleen het palazzo kost 14 euro per persoon. Je moet hier geen grote drukte verwachten. Ook langs buiten is het gebouw al een plaatje, maar binnen nog veel meer.

Het Palazzo Barberini was het stadspaleis van de familie Barberini, de familie die vooral bekend is van Paus Urbanus VIII. Dat is de paus die Bernini onder de arm nam om Rome in de 17de eeuw zijn barokke aanblik van vandaag te geven. Overal zie je verwijzingen naar het wapenschild van de Barberini’s met de bijen centraal.

De kunstcollectie is breed, en misschien niet zo impressionant als in de Borghese galerij. Het topwerk is de Caravaggio ‘Judith onthoofd Holofernes’. En ook ‘Narcissus’ wordt aan Caravaggio toegeschreven. Ik ben een grote Caravaggio fan dus heb wel even naar zijn Judith staan kijken.

Met daarnaast ‘La fornarina’ van Rafaël, een Henry VIII van Holbein en werken van religieuze kunstenaars zoals Lippi, Bronzino en Tintoretto vond ik het toch allemaal wel de moeite.

Het gebouw zelf is trouwens de echte ster. In elke ruimte vallen de overdadige plafonds je meteen op. Het voelt echt wel als een paleis.

We waren er makkelijk een kleine twee uur zoet en zoals je ziet was het er dus echt niet druk. Er staan ook wat bustes van Urbanus VIII gemaakt door Bernini en zowel Bernini als Borromini werkten mee aan het trappenhuis.

Vanaf het Palazzo Barberini wandel je via de Tritonfontein van Bernini makkelijk door naar de Spaanse trappen met de Trinita dei Monti. Ik vind die kerk nooit echt heel speciaal vanbinnen, maar het uitzicht over Rome is er wel mooi. Al merk je dat meteen aan de drukte. De Spaanse trappen zijn gewoon trappen en het ziet er meestal zo zwart van het volk dat ik er niet te lang wil blijven – dat was ook in november zo.

Uitzicht vanaf de Trinita dei Monti

Een toptip is om beneden rechts het straatje Via Margutta in te slaan en je bent zo weer alleen. Het is één van de mooiste kleine straatjes van de stad.

Wandel je hier door dan kom je zo aan het Piazza Del Popolo met de barokke tweelingkerken (als zien ze er binnenin heel anders uit). Je ziet hier ook de drie straten samenkomen, een verwijzing naar de drietand van Neptunus.

Wij stapten de Santa Maria del Miracoli even binnen (in de andere kerk was een dienst bezig) om nadien de Via del Corso in te slaan, de drukke winkelstraat. Om hier rust te vinden moet je opnieuw een kerk binnen. De San Giacomo in Augusta staat in geen enkele reisgids maar vonden we wel een mooie barokkerk.

In deze drukke wijk van de stad is lekker lokaal eten vinden niet makkelijk. Wij volgden de Time To Momo reisgids naar La Buvette, in een zijstraat van de winkelstraten. Het was er iets prijziger maar wel lekker voor een lunch op het terras buiten (en dat in november).

In de namiddag stond er nog meer van het centrum op het programma, maar dat is voor een volgende keer. Ik vond het Palazzo Barberini echt een aanrader, zeker voor wie al meermaals in Rome is geweest.

Wat is jouw favoriete museum in Rome? Of heb je er een favoriete kerk?

Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.

Firenze #5: van Casa Buonarroti naar Santa Croce en Piazza della Signoria

In maart 2023 trokken Leen en ik eindelijk nog eens op citytrip. We kozen voor Firenze – de hoofdstad van Toscane, van de Italiaanse renaissance en van pasta, pizza en gelato. Cultuur meets lekker eten, de ideale combo.

In de voormiddag bezochten we het Uffizi en dat was een drukte van jewelste. We aten daarom een lunch in een niet toeristische gedeelte van de stad (bij Il Pizzaiuolo) en dat werd ons startpunt voor de namiddag.

Casa Buonarroti

Op weg naar de kerk van Santa Croce, passeerden we het Casa Buonarroti dat ook in de reisgids stond. Er hing een spandoek aan de gevel over de renovatie van een schilderij van Artemisia Gentileschi die we net in het Uffizi hadden gezien en waarover we allebei hadden gelezen. Het was rustig aan het ticket office en meer hadden we niet nodig om impulsief binnen te stappen. Laat dat nu net het leuke zijn aan citytrippen.

Een ticket kost 8 euro per persoon. Casa Buonarroti is het huis van de familie Buonarroti, en dat is de achternaam van de man die wij kennen van zijn voornaam: Michelangelo. Die kocht het huis voor zijn familie en het werd vooral in de 17de eeuw een paleis van zijn nazaten – waarvan je vooral Michelangelo Buonarroti De Jongere kan kennen (verwarrend wel al die Michelangelo’s). Je vindt er een aantal van Michelangelo’s (de oudere dus) sculpturen en tekeningen. Maar ook een collectie portretten die anderen van hem maakten.

Eén van de topwerken is de Madonna della scala, een werk dat hij maakte naar een voorbeeld van Donatello. En we zagen natuurlijk ook de Artemisia die ze aan het restaureren waren.

Naast kunst en uitleg over het leven van Michelangelo wandel je door een 17de eeuws minipaleis met mooie zalen en prachtig geschilderde plafonds.

We liepen bijna alleen door dit museum en dat was echt een heel andere beleving dan het Uffizi. Voor wie denkt dat Firenze overal crowded is: nee, je vindt echt nog wel rustige plekken.

‘Camera della notte e del dì’

Ik vond dit zeker een fijn bezoek, op een dik uur sta je buiten en heb je kunst van de twee Michelangelo’s gezien in een mooi gebouw. Dus zeker de moeite.

Basilica di Santa Croce

Nu waren we echt aangekomen bij deze basiliek. Deze neogotische kerk in typisch wit marmer was de hoofdkerk van de Franciscanen die rijk werd doordat veel vooraanstaande burgers van de stad er begraven wilden worden.

Zo groeide de kerk eigenlijk ook uit tot een mausoleum/pantheon o.a. Galileo Galilei, Machiavelli, Dante en jawel, Michelangelo, liggen er begraven. Wij betaalden 8 euro per persoon voor een toegang.

Deze kerk is één van de mooiste gotische kerken ter wereld en het is inderdaad een pareltje. Al vond ik de Santa Maria De Novella – de grote concurrent want die is van de Dominicanen – mooier (of toch unieker met het zebrapatroon).

Ook bij deze kerk hoort een klooster dat je kan bezoeken. En je vindt er de Pazzi-kapel, één van de eerste werken van Filippo Brunelleschi, die later de koepel van de Duomo bedacht – en de koepel van deze kapel vormt dus een voorsmaakje. De Pazzi’s waren de grote rivalen van de Medici’s, allebei bankiersfamilies.

Het loopt in ieder geval niet zo goed af met de Pazzifamilie wanneer zij Lorenzo en Giuliano De Medici proberen te vermoorden in 1478. Giuliano laat daarbij het leven en Lorenzo zal nog jarenlang diens dood wreken.

De kerken in Firenze zijn stuk voor stuk de moeite waard om te bezoeken. Santa Croce is daarop zeker geen uitzondering! Na ons bezoek aten we een ijsje bij Vivoli, de oudste gelateria van de stad (naar eigen zeggen). En ook dit ijs was weer heerlijk. Het is moeilijk om een favoriet te kiezen.

Piazza della Signoria en de loggia

Van Santa Croce wandelden we terug richting centrum voor het Piazza Della Signoria. Hier staat het Palazzo Vecchio, het gemeentehuis. Het is ook een kunstmuseum dat je kan bezoeken. Het is trouwens op deze plek dat Lorenzo De Medici de menigte toesprak na de moord op zijn broer en dat hij nadien ook de leden van de Pazzifamilie ophing uit de ramen van het Palazzo Vecchio (gezellig).

Voor de ingang staat een reconstructie van Michelangelo’s David. Op het plein zelf werd ooit het ‘Bonfires of the Vanities’ gehouden waarbij de monnik Savonarola alle rijke bezittingen van de inwoners verbrandde – inclusief enkele schilderijen van o.a. Botticelli. Er staat ook de Neptunusfontein van Ammanati.

Je vindt er daarnaast de Loggia dei Lanzi, een soort openluchtmuseum van beeldhouwkunst, met dank aan de Medici’s.

De beelden zijn levensgroot. Hoogtepunt voor mij was Perseus slaying Medusa, van Cellini.

Mercato Nuovo en Il Porcellino

Op het Piazza Del Signoria is het altijd druk, net als in de omliggende straten. Wij wandelden nog over de Mercato Nuovo, een overdekte leermarkt. Hier staat ook Il Porcellino, een bronzen beeld van een everzwijn. Als je over zijn snuit wrijft zou het geluk brengen.

Eindigen deden we onze dag op het Piazza della Republica waar een grote carrousel staat en dat het hart vormt van de winkelstraten. Voor het avondeten hadden we in onze buurt (San Frediano, aan de overkant van de rivier) gereserveerd bij Djaria American Bar om eens een burger te eten in plaats van altijd pizza en pasta (het is een hard leven). Zij hadden ook een uitgebreide whiskeycollectie en dus bleven we er nog wel even hangen.

Heb jij een favoriete kerk? Plan jij een tripje naar Firenze binnenkort?

Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.

(Noord)-Ierland #4: Belfast Titanic Quarter

In augustus 2023 trokken het lief en ik voor onze zomervakantie niet naar de zon, maar naar (Noord)-Ierland – waar we alle seizoenen meemaakten. Vliegen deden we op Dublin, waar we het even verkenden, om daarna door te reizen naar Belfast om het woelige verleden van Noord-Ierland en de prachtige natuur te ontdekken.

Van Dublin naar Belfast

Na tweëenhalve dag in Dublin, trokken we verder door naar Belfast, de hoofdstad van Noord-Ierland, dat deel uitmaakt van het Verenigd Koninkrijk. In Dublin namen we in Connolly station de trein naar Belfast voor 30 pond per persoon. We zaten op de trein voor 2 uur, dus dat valt allemaal goed mee. De trein is best druk, met de goedkoopste tickets reserveer je geen vaste plek en moet je het dus doen met de plaatsen die nog overblijven.

Belfast is geen typische bestemming, zelfs niet als citytrip. Zo is er geen rechtstreeks verbinding met het vliegtuig tussen België en Belfast. Via Dublin, waar je heel goedkoop op kan vliegen, en dan de trein is waarschijnlijk het snelst. Al zou je ook op Edinburgh kunnen vliegen en dan de ferry nemen.

Slapen in Belfast

Belfast is nog niet zo lang een toeristische bestemming. Er zijn wel al wat hotels, maar er is geen overaanbod zoals in andere steden. We sliepen in het Leonardo hotel Belfast en daar waren we heel tevreden van. Ruime kamers met een bad en niet veel geluidsoverlast. Ook qua locatie zit je pal in het centrum wat ervoor zorgt dat alles op loopafstand is.

Belfast is wel een Britse stad. Je betaalt dus niet alleen in Pond en moet een reispas op zak hebben (je Belgische ID is wegens de Brexit niet geldig in de UK), maar de prijzen liggen ook hoger dan in pakweg Dublin. We betaalden dus net geen 200 euro per nacht voor het hotel. Londen prijzen zeg maar.

Is Belfast veilig?

Toen wij vertelden dat we naar Belfast gingen, heb ik veel ‘oei’ en ‘pas daar maar op’ gehoord. Belfast was in de jaren ’80 en ’90 een nogal woelige stad met verschillende aanslagen van de IRA. Spanningen tussen Britten en Ieren, tussen protestanten en katholieken waaiden hoog op. En nog steeds is er in bepaalde delen van de stad onrust. Belfast is Brits, dat voel je aan alles. Maar er zijn er in deze stad die liever Iers zouden willen zijn.

Laat dat je vooral niet afschrikken: Belfast is een fantastische stad waar ik me echt thuis heb gevoeld. Ik heb me nooit onveilig gevoeld. Het is er nooit veiliger geweest dan nu trouwens. Het is echt een toffe citytrip om te doen of om als uitvalsbasis te nemen om Noord-Ierland te verkennen (zoals wij deden).

Titanic Quarter

En nu genoeg geleuterd. Ik neem jullie vandaag mee naar het nieuwste district van de stad dat toeristen wil aantrekken en dat ook de scheepvaartgeschiedenis in de kijker wil zetten. Maak kennis met het Titanic Quarter.

We begonnen onze wandeling aan de Big Fish vlak voor de custom house aan de oever van de rivier Lagan.

Dit is een 10 meter lange vis in blauwwitte keramiek gemaakt door de kunstenaar John Kindness. Het is time capsule met info, foto’s en poezië over de stad.

Vanaf hier kan je de Lagan Weir footbridge nemen om de Lagan over te steken. Aan de overkant heb je een mooi zicht op het custom house.

Nadien kan je een heel stuk door de oude havendokken wandelen. Om dit deel van de stad te begrijpen moet je twee dingen weten:

  • De Titanic werd in Belfast gebouwd door het bedrijf Harland en Wolff. Het schip vaarde hier ook voor het eerst uit alvorens aan zijn rampzalige eerste oversteek te beginnen.
  • Begin jaren ’90 ging het bergaf met Harland en Wolff en werd een groot deel van de werfruimte doorverkocht. Vandaag noemen we dit het Titanic Quarter waar men naast een museum, kantoren en appartementen ook televisiestudio’s heeft neergezet. En het is in deze studio’s dat een groot deel van Game Of Thrones werd opgenomen.

Belfast zet daarom heel hard in op het succes van Titanic en Game Of Thrones.

Vlak voor het Titanic Museum ligt de SS Nomadic, het laatste White Star line schip en een tenderschip van de Titanic in het authentieke Hamilton dock. Je kan het schip vandaag bezoeken als deel van je museumticket van het Titanic museum.

En dan heb je het Titanic museum, het meest bezochte museum in Noord-Ierland. We deden het museum zelf niet omdat het nogal prijzig is (25 Pond p.p.) en heel druk. Het museum zou ook heel erg interactief zijn en gericht op kinderen. Wat top is, maar wat het nog wat drukker maakte 😉 dus daarom dat we pasten.

Het gebouw zelf is wel indrukwekkend. Het is niet toevallig dat het uiterlijk je doet denken aan het Guggenheim in Bilbao. Want ook dit gebouw moest een soort regeneratieve functie hebben om dit deel van de stad en het toerisme van buiten de UK op gang te brengen.

Het ontwerp is van de hand van Eric Kuhne en de werken werden afgerond in 2012. De facade is opgebouwd uit 3.000 individuele zilveren aluminiumscherven. Het gebouw is 38m hoog, net zoals de romp van de Titanic.

Vanop onderstaande foto – die van wat verderop is genomen – zie je ook hoe het museum vier punten heeft en daardoor zelf wat het beeld van een schip weergeeft.

Intrigerend gebouw, dat is zeker. Wandel je nog wat verder achter het museum, dan kom je de tv-studio’s van de Game Of Thrones tegen (er staan ook op verschillende plekken op deze wandeling glas-in-loodramen met scenes uit de serie). Maar ik ben zelf nog altijd niet door de serie geraakt dus mij deed dat niet zo veel :).

Je komt ook voorbij meerdere oude scheepvaartgebouwen, waar bv. vandaag whiskey wordt gedestilleerd. De gele H&W (Harland & Wolff) kranen torenen boven alles uit. Er ligt ook nog de HMS Caroline, een militair schip uit WOI dat je vandaag kan bezoeken.

Het is een fijne wandeling door de haven en je merkt aan alles dat de stad nog steeds bezig is met deze wijk te herwaarderen met oog op toerisme. Het Titanic Quarter over enkele jaren bezoeken zal dus sowieso weer een andere ervaring zijn. Er zijn ook veel leuke bankjes en wat grasvlakte waar het bij mooi weer leuk vertoeven moet zijn. Zoals je ziet aan de foto’s was dat niet het geval toen wij er waren. Dit was onze enige dag echt ‘slecht weer’ van de hele vakantie :).

Meer Belfasttips komen er zeker nog aan! Zegt de stad jou iets?

Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.

Rome #5: het oude Rome en het verborgen Domus Aurea

In een ver ver verleden (2014) trok ik al eens een paar dagen met een vriendin naar Rome. Enkele jaren later deelde ik mijn tips en belevenissen in 4 korte blogposts, die blijkbaar – ik had dat ook niet verwacht – nog steeds best informatief zijn. Daarom start ik vandaag dus met #5.

In november 2023 kreeg het lief een tripje naar Rome cadeau van het werk (voor zijn 10de werkverjaardag), als collega en lief had ik zelf de trip in elkaar mogen steken. En man, wat was ik vergeten hoe een geweldige stad Rome was! Ja, het is er altijd druk, ook in november, maar je kan heel snel weer de hoek om een rustig straatje inwandelen waar je alleen bent. Ook dat is Rome.

Vandaag vertel ik jullie wat meer over onze eerste dag in Rome, met vooral veel wandelen door het Oude Rome en een onvergetelijk bezoek aan het Domus Aurea.

Slapen in Monti

We vlogen met Brussels Airlines op de Fiumicino luchthaven en namen de trein naar het Termini station (voor 14 euro per persoon) van waaruit we te voet verder konden. Wij sliepen in Monti First, in een oud theater dat is omgebouwd tot enkele hotels in de wijk Monti (achter het Colosseum en heel dicht bij de Trevifontein). Dit hotel had ik eerlijk gezegd puur gekozen voor de locatie, qua budget zat ik wat beperkt in de keuze. Er was dus zeker niets mis met de slaapplek, maar een volgende keer zou ik wat anders uitkiezen.

Altaar van het vaderland

Ook vlakbij het hotel staat het Altaar Des Vaderlands, of de bruidstaart zoals de Romeinen het lachwekkend noemen. Sinds de vorige keer dat ik er was is het monument bezoeken éénrichtingsverkeer geworden en zit er nu een bar met terras op de plek waar je een mooi uitzicht hebt over het Forum Romanum. Dat vond ik best jammer, maar het uitzicht over de markten van Trajanus blijft een favoriet.

De Zuil van Trajanus links en de markten rechts

Ondertussen zit er ook een museum in het gebouw dat we niet bezochten, maar er wel leuk uitzag. Sowieso passeer je nu ook langs enkele traphallen binnen en dan valt de grootsheid van het gebouw nog meer op.

De via dei fori imperiali is een brede boulevard die het Forum Romanum scheidt van het forum van Augustus en de markten van Trajanus en die helemaal tot aan het Colosseum leidt. Het hart van het oude Rome zeg maar, maar de boulevard werd dan weer aangelegd door Mussolini om zijn fascistische troepen over te laten marcheren – een bewuste keuze want de letterlijke overblijfselen van Rome als wereldrijk moesten de soldaten inspireren.

Wij wandelden even mee over de boulevard om dan af te slaan naar de wijk Monti voor de lunch. We aten een typische Romeinse pizza met dunne korst bij ‘Alle carette‘.

Domus aurea

Nadien wandelden we niet naar het Colosseum, maar wel richting het Oppiopark bergopwaarts. Daaronder licht namelijk het domus aurea, oftwel ‘Het gouden huis’ van keizer Nero. Een ondergronds complex dat pas in de 20ste eeuw is uitgegraven en sinds 2014 open is voor publiek.

Je kan het enkel bezoeken met een gids, dus boekten we op voorhand de Engelse tour van 14u. Het is even zoeken naar ingang, Google Maps brengt je naar een andere kant (je plant je route best naar dit punt). Het Domus Aurea werd ons getipt door een vriendin die ieder jaar naar Rome gaat met haar klasgroep als leerkracht. Het is nog niet gekend bij het brede publiek en dat zag je ook aan de kleine groep die zich om 14u verzamelde.

Het verhaal van dit complex gaat als volgt: na de verwoestende brand van Rome stichtte keizer Nero een nieuw paleizencomplex dat grofweg liep van de Oppioberg tot helemaal aan de Palatijn. Het was een complex van verschillende gebouwen, tuinen en patio’s. Waar vandaag het Colosseum staat was een enorm waterbassin. Na Nero’s dood (en het einde van de Juliaanse dynastie) probeerden zijn opvolgers alle sporen te wissen. Ze haalden al het waardevolle materiaal uit het complex en begonnen het te begraven door er aarde in te gooien. In de loop der tijd werden er ook nieuwe gebouwen (zoals dus het Colosseum) bovenop gezet.

In de 16de eeuw (de renaissance) werden ondergronds enkele gangen ontdekt en enkele bekende schilders (o.a. Raphaël) daalden neer om de schilderingen te gebruiken als inspiratie voor hun werken. Maar door de eeuwen heen raakten veel zaken in verval en werd het te gevaarlijk om er rond te lopen. Het is een aantal keer terug opengesteld voor het publiek. Sinds 2014 kan je de huidige kamers bekijken. Vandaag zijn ze nog steeds bezig met het Oppiopark zo te verbouwen dat ze meer ruimtes kunnen restaureren.

Blikvanger is de hexagone eetzaal met een groot gat dat als koepel om licht binnen te laten. De gids gaf zo veel mogelijk uitleg over hoe de ruimtes eruit gezien zouden hebben. Ook al weten we vandaag nog steeds niet zeker voor wat dit deel van het complex zou zijn gebruikt geweest. Waarschijnlijk was dit deel het gastencomplex.

Op het einde van de rondleiding mag je gaan zitten en krijg je een VR-bril op om een reconstructie te bekijken. Ik ben normaal echt geen VR-fan, maar de reconstructie van de pracht en praal van de kamers en de tuinen is zo mooi gedaan dat ik letterlijk tranen in mijn ogen kreeg. Ik was geëmotioneerd en alle uitleg van de gids werd nu ook visueel getoond in de film.

Zowel ik (een echte Latinist) als het lief (heeft totaal niets met de Romeinen) waren onder de indruk van ons bezoek aan het domus aurea. Het was voor ons zelfs het hoogtepunt van de vakantie. Mocht je dus eens wat anders willen dan het Forum of het Colosseum, boek dan zeker deze tour!

Van het Colosseum, over Circus Maximus naar de Aventijn

Na de afdaling van het Oppiopark kom je meteen het Colosseum tegen. We wandelden er langs richting Circus Maximus, een grote open ruimte waar vroeger paardenrennen werden gehouden en waarop de keizer en zijn familie vanuit hun verblijven op de Palatijn konden uitkijken.

Ons doel was het meepikken van de zonsondergang vanuit het Parco Savello (of de Gardini degli Aranci) op de Palatijn. Dat was 10 jaar geleden mijn favoriete plek geworden in Rome, maar nu vond ik het er verschrikkelijk. Verschrikkelijk druk vooral. Het was drummen om het uitzicht te kunnen bewonderen, laat staan rustig een foto te nemen. Misschien is het er overdag rustiger, maar wij gingen snel verder.

Het uitzicht vanaf het Parco Savello

Het uitzicht was ook minder spectaculair dan ik had onthouden. Tip: na het parco Savello en de kerk Santa Sabina heb je nog een mini parkje dat naar het zelfde uitzichtpunt leidt en waar veel minder volk is.

Om de rust te vinden doken we de kerk Santa Sabina in, vlak naast het park. Rome telt vele kerken, maar ik vind deze echt een hele mooie. Geen overdadige elementen, want de kerk staat er al sinds de 5de eeuw en is gebaseerd op de Romeinse basilica. Veel classicistische elementen dus.

Iets verderop vind je het sleutelgat van het klooster van de ridderorde van Malta waar je een mooi zicht op de koepel van de Sint-Pieter hebt, maar er stond een immense rij. Instagram ruined everything zeg maar ^^. Ik denk dat ik een volgende keer de Aventijn oversla.

Op de terugweg passeerden we nog langs het theater van Marcellus, gebouwd ter ere van de neef van keizer Augustus die normaal troonopvolger zou zijn geworden, maar onverwacht jong stierf.

Voor het diner doken we het historische centrum in en zetten we ons op het terras van Maccheroni. Een plek die ik pas na enige tijd herkende en jawel, hier was ik 10 jaar geleden ook al een heerlijke pasta komen eten. Nog steeds een aanrader. Als dessert haalden we een heerlijk ijsje bij Gelateria de San Crispino om de hoek van de Trevifontein. Heel originele smaken ook. Ik had gember met kaneel en dat was zoooo lekker.

Et voila, zo was ons eerste dag Rome alweer voorbij. Wat is jouw favoriete plek in de Eeuwige Stad?

Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.

cof

Firenze #4: Ponte Vecchio en het Uffizi

In maart 2023 trokken Leen en ik eindelijk nog eens op citytrip. We kozen voor Firenze – de hoofdstad van Toscane, van de Italiaanse renaissance en van pasta, pizza en gelato. Cultuur meets lekker eten, de ideale combo.

Voor onze derde dag hadden we alvast op voorhand tickets gereserveerd voor het Uffizi, het grootste kunstenmuseum van Italië met heel wat meesterwerken uit de renaissance.

Ponte Vecchio

Maar voor we daar naar binnen gingen, passeerden we eerst nog die andere topbezienswaardigheid: de ponte Vecchio. Het is de bekendste brug van de stad. De ponte Vecchio kende zijn hoogdagen in de 15de eeuw wanneer Firenze een belangrijke handelsstad was. Op de brug zaten toen vooral slagerijen die hun vleesafval onmiddellijk in de Arno konden dumpen. De stank moet niet te harden geweest zijn. Later kwamen er goudsmeden in de plaats van de slagers.

De hangende werkplaatsen zijn nog steeds te zien en ook de stalletjes worden vandaag nog bewoond door juweliers – wel van de toeristische soort. Zijn de winkels open, is het er altijd druk. Kom je er ’s morgens vroeg of ’s avonds laat, dan valt dat veel beter mee.

Vanop de brug heb je ook een mooi uitzicht op het Uffizi. Wij gingen er redelijk vroeg om foto’s te schieten. De vorige dag waren we er in alle drukte gepasseerd en dat vond ik nogal ‘veel’. Is dit de allermooiste brug die ik ooit heb gezien? Neen, maar het is wel een iconisch plaatje van deze stad, dus zeker het passeren waard.

Uffizi

De Galleria degli Uffizi is na de Vaticaanse musea het meest bezochte kunstenmuseum van Italië. In opdracht van Cosimo I de Medici werd in de 16de eeuw gestart met de bouw. Eind 16de eeuw opende de tweede verdieping ook al als museum – wat enorm ‘vroeg’ was en weer aantoont dat de Medici familie kunst voor een breder publiek toegankelijk wilde maken.

Het is er altijd druk. We reserveerden op voorhand onze tickets voor een vroeg tijdslot. Je moet dan enkel even in de rij om ze in te wisselen voor een echt ticket. Wij bestelden trouwens online het passe-partout ticket van 38 euro, waarmee we naast het Uffizi ook het Pitti paleis en de Boboli Gardens binnen mochten. Dus bekijk even of dat ook voor jou wat euro’s kan schelen. Het Uffizi alleen kost in het hoogseizoen 25 euro en daarbuiten (in de winter) 12 euro.

Spot de drukte

Uffizi bestaat uit twee verdiepingen met kunst. Op de tweede verdieping begint je bezoek en hangen de grote Renaissance meesters. Denk Botticelli, Da Vinci, Lippi… Het is er altijd megadruk. Zeker bij de Botticelli’s. En ik ben een enorme fan van die man. Oa. La primavera en De Geboorte Van Venus zijn er te zien. Maar nadat ik die werken had bewonderd, maakte ik me met plezier uit de voeten – wat een drukte.

Het hele Uffizi is wel een plaatje. De plafonds en de uitgestalde beeldhouwwerken maken het echt een mooi bezoek. Druk of niet druk. En ben je een paar zalen verder van de bekende werken, dan kan je echt wel gemakkelijk een rustig plekje vinden.

Wie nog meer rust wil, neemt best de lange route waarbij je ook de benedenverdieping bezoekt. Daar zijn de kamers wat traditioneler ingericht en de grote massa passeert er niet. Je vindt er nochtans werken van Rubens, Rembrandt, Caravaggio, Titiaan…

Ik maak ook altijd graag foto’s van mensen voor een schilderij

Daar hangt ook het werk waarvoor Leen en ik misschien nog wel het meest kwamen: Judith slaying Holofernes, een doek van de 17de eeuwse vrouwelijke schilder Artemisia Gentileschi. Het werk is opvallend bloederig en de vrouwen kijken niet weg van het schouwspel. Ze zijn bewuste actoren in het geheel. Een meesterwerk vind ik zelf – zeker als je Artemisia’s eigen verhaal (ze werd jong verkracht) kent.

De rijkdom aan werken van het Uffizi maken het één van de meest prestigieuze kunstmusea ter wereld, maar ook één van de drukste. Dat is altijd een beetje het jammere aan de populariteit: dit museum trekt een brede massa aan die niet altijd echt voor de kunst komt, maar eerder om het af te vinken van de lijst. Toch vond ik het fijn om dit museum gedaan te hebben en kon ik voldoende rust vinden om werken te bekijken.

Het museum is fijn ingericht en biedt alles wat je moet hebben. Ze zouden enkel kunnen overwegen wat minder volk per uur binnen te laten. Maar dat kan je ook van het Louvre en de Vaticaanse musea zeggen.

Na ons bezoekje aan het Uffizi aten we alvast een ijsje bij Eduardo, vlak aan de Duomo. Het plekje stond in de Time To Momo dus daarom durfden we het aan zo dicht op een bezienswaardigheid – ik had o.a. heerlijk kaneelijs. En oeps, dit was nog in de voormiddag! Niet veel later ploften we neer bij Il Pizzaiuolo voor – je raadt het nooit – een pizza als lunch. Het is een meer klassieke Italiaan die wat verder van de gebaande paden ligt en daardoor vind je er rust tussen de locals. Iets wat we na het Uffizi wel verdiend hadden.

En wat we na het eten deden, kom je een volgende keer te weten :).

Wat is jouw favoriete kunstenmuseum?

Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.

Bilbao #6: Vizcayabrug in Portugalete

In augustus 2022 trokken het lief en ik voor 6 dagen naar Spaans baskenland. We verbleven in de bruisende stad Bilbao om gezapig te citytrippen en combineerden dit met uitstappen naar San Sebastian en de kasteelrots San Juan de Gaztelagutxe.

Tijdens onze laatste volle dag in Bilbao hadden we nog wat tijd over en besloten we de metro te nemen voor een kort uitstapje naar de Vizcayabrug die op de Unesco werelderfgoedlijst staat. Mooie, speciale bruggen krijgen altijd snel een plekje in mijn hart dus ik vond het wel de moeite om eens dichterbij kennis te maken.

Hoe geraak je?

Er zijn ongetwijfeld verschillende opties: met de fiets of zelfs per boot? Maar wij namen dus de metro tot in het station Areeta. Van daaruit is het nog een kleine 5 minuten recht op recht wandelen tot aan de brug. Je betaalt 1,90 voor een enkeltje met de metro.

De Vizcayabrug

De Vizcayabrug, ook wel puente colgante genoemd, is de oudste zweefbrug ter wereld die het stadje Portugalete verbindt met Getxo over de rivier Nervion. Het is enige manier om over te steken in de weide omgeving.

De brug is van 1883 en gebouwd door Alberto Palacio (zalig toch als je zo heet?), een leerling van Gustave Eiffel himself.

De brug is enkel over te steken in de hangende gondel die zowel mensen als hele voertuigen naar de overkant brengt. Nog steeds kan je elke 8 minuten een gondel nemen. Daar had ik niet zo veel zin in, want ik heb het niet op hangende wiebelende dingen. Al moet ik toegeven dat het er best stevig en stabiel uitzag.

De grote rode metalen constructie doet wel wat aan de Eiffeltoren denken en het is ook gewoon best indrukwekkend om dit enorme gevaarte bezig te zien om die ene -relatief kleine- gondel telkens naar de overkant te brengen.

De zweefbrug is bedacht om het drukke scheepvaartverkeer eind 19de eeuw niet te veel te storen. Een gewone oversteekbrug (is dat een woord?) zou ervoor zorgen dat deze voortdurend naar omhoog moest en dat schepen dus ook moesten wachten.

Je zou een bezoek aan deze brug kunnen combineren met een halve dag in Getxo, waar je het strand op kan of in het haventje kan rond wandelen. Wij namen alweer de metro terug naar Bilbao.

Is het de moeite waard? De puente colgante stond niet vooraan op mijn Bilbaolijstje, maar we waren er lang genoeg om het mee te pikken. Het is in ieder geval een bijzonder zicht zo’n zweefbrug en als je van bruggen of metalen constructies houdt zeker interessant. Je bent er vanuit de stad ook zo snel met de metro dat het zonde zou zijn om het over te slaan.

Wat is de meest speciale of mooiste brug die jij al eens gezien hebt? Bij mij is de Kettingbrug in Boedapest een grote favoriet.

Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.

Parijs #9: 3 nieuwe favorieten

Zoals je al kon lezen in mijn jaaroverzicht ging ik afgelopen zomer met een vriendin twee dagen naar Parijs. Het was regenachtig met af en toe wat zonneschijn. Omdat het een van de eerste keren van mijn vriendin in Parijs was, deden we vooral de highlights aan. Over veel zaken schreef ik al, maar ik ontdekte ook drie nieuwe plekjes, waarover ik vandaag graag wat meer vertel.

De Montparnasse toren

We sliepen in Graphik Montparnasse, een niet zo duur boutique hotel met fel gekleurde kamers en gangen gelegen in – je raadt het al – de wijk Montparnasse. Niet meteen het centrum van de stad, maar wel makkelijk bereikbaar met de metro.

En omdat we er natuurlijk vlakbij sliepen, boekten we last-minute toch nog een laatavond toegang tot de befaamde toren. Om jezelf van een plekje te verzekeren boek je best online, wij betaalden 21 euro per persoon. We reserveerden om 21u30, het laatste tijdslot van de dag.

Nadat de security je tassen controleert mag je in een lift, één van de snelste waar ik ooit in heb gezeten. Je gaat in 38 seconden (!) naar de 56ste verdieping waar je iets kan drinken in de bar en achter glas van het uitzicht kan genieten – een alternatief voor bij regenweer. Maar bij ons regende het niet meer en dus namen we nog enkele trappen naar helemaal bovenaan.

Het uitzicht is uiteraard prachtig, zeker in de avond kan je zo de Lichtstad in alle betekenissen van het woord bewonderen. De Eiffeltoren spot je meteen, net zoals het Louvre, het Pantheon, de Notre-Dame of in de verte de Sacre-Coeur. In het daglicht moet het een andere beleving zijn en kan je meer detail zien. Maar in het donker zie je de enorme hoeveelheid aan licht(vervuiling) en dat heeft wel iets rustgevend.

Geen goedkope activiteit, maar wel hét uitzicht van Parijs wat mij betreft. Ik zou nog eens terug willen, maar deze keer dan eens in de dag.

Een bezoekje aan het Pantheon

De tweede dag starten we in de jardin du Luxembourg, één van mijn favoriete plekken in de stad.

Van hieruit wandelden we naar het pantheon. Oorspronkelijk gebouwd als kerk, maar na de Franse Revolutie werd het in gebruik genomen als begraafplaats van grote Fransen. Boven de ingang van het Panthéon staat daarom de tekst Aux grands hommes la patrie reconnaissante, oftewel ‘Voor de grote mannen, het dankbare vaderland’. Mannen uiteraard, want we zijn de 18de eeuw.

Om binnen te gaan kan je op voorhand een ticket reserveren, dan mag je in de quick lane. Wij hadden geen ticket en schoven dus wel een half uur aan om binnen te kunnen. Een ticket kost 13 euro.

De buitenkant van het gebouw is in neoclassicistische stijl en moest gaan lijken op het pantheon in Rome, maar de koepel heeft meer weg van de St. Paul’s Cathedral in Londen. De Korinthische zuilen doen weer wel Romeins, of zeg maar Grieks, aan. En die zuilen komen ook in het interieur terug. Binnen springt onmiddellijk de grote koepel in het oog. De binnenkant is verder eerder neogotisch te noemen.

Onder de grote koepel vind je ook de slinger van Foucault. Door een gewicht aan een touw te hangen leverde Foucault het bewijs dat de aarde om de zon draait. Ik ben zelf niet zo’n natuurkundige, maar vond het wel boeiend om die slinger te zien bewegen.

De kerk is echt enorm groot en mooi. Ik hou wel van dit eerder sober, maar toch indrukwekkende interieur. Je kan daarnaast afdalen naar de crypte waar het echte mausoleum is. O.a. Voltaire, Rousseau, Zola, Hugo, Monnet en Dugas liggen er begraven. En toch ook vijf vrouwen die ik graag alle vijf bij naam noem: Marie Curie, Geneviève de Gaulle-Anthonioz, Germaine Tillion , Simone Veil en Joséphine Baker (nog maar sinds 2021). Grote vrouwen, ze bestaan dan toch ;).

Mooi gebouw dus, zeker een bezoekje waard.

Binnenkijken bij de Grote Moskee

Al wandelend door Quartier Latin waren we op weg naar de Grote Moskee, niet zover van Jardin des Plantes. Voor drie euro kan je het gebouw bezoeken. Het is de grootste moskee van Frankrijk en de op twee na grootste van Europa, de term Grande dus zeker waardig. De bouwstijl is Mujedar, wat ik herkende van Sevilla. Denk: tegeltjes, binnentuinen met fonteinen en een zeer versierde minaret.

We wandelden er even rond. Het was er best druk. Er is een afgesloten gebedsplek, maar de andere delen van het gebouw staan in het teken van het toerisme.

Zeker een bezoek waard. Ik ben een Mujedar fan en het feit dat het zonnetje er net doorkwam toen we door de tuin liepen was een geluksmomentje.

Wat we daarnaast nog deden

  • We wandelden van Trocadero helemaal naar de Tuilerieën en het Louvre zoals beschreven in deze wandeling (de Arc Du Triomphe lieten we wel achterwege).
  • Vanaf het Louvre wandelden we dan in de namiddag richting jardin du palais royal, île de la cité, door de straten van le Marais om uiteindelijk op Place Des Vosges te eindigen. Dat was ongeveer deze wandeling.
  • We spendeerden een namiddag in een uitgeregend Montmartre.

Heb jij een favoriete plek in Parijs?

Londen #19: The Wallace Collection, Primrose Hill & The Canal Walk (+ nieuwe eettips)

Het moet 2017 geweest zijn toen ik voor de eerste keer in Londen was. Het museum ‘The Wallace Collection’ stond toen al hoog op mijn te bezoeken lijstje. Maar het kwam er niet van, en tijdens de volgende bezoekjes ook niet. Toen we in juni 2023 voor een conferentie voor het werk opnieuw in de Britse hoofdstad waren en we één hele dag hadden om te plannen besloot ik dat het hoog tijd was om er nu toch eens binnen te springen.

The Wallace Collection, in het hart van Marylebone

Het statige Marylebone, net onder Regent’s Park, met zijn chique huizen, dure boetieks, bekend van Baker Street (Sherlock Holmes) en Madame Tussauds. Onbekend terrein voor mij, maar ik vond het er heerlijk om in de straten rond te lopen.

Op naar The Wallace Collection dan maar. Het is een nationaal museum en dus is de permanente collectie gratis te bezoeken. Je hoeft daardoor niet op voorhand te reserveren (tenzij je een tijdelijke expo wil bezoeken). Je vind The Wallace Collection in Hertford House, de vroegere familieresidentie van de markiezen van Hertford. Het is Sir Richard Wallace uit deze familie die alle kunst verzamelde en uiteindelijk ook schonk aan de Britse staat.

Langs de buitenkant is het een statig gebouw, maar eens binnen waan je je in een paleisachtig interieur. Alleen al voor de verschillende kamers is een bezoek de moeite waard.

Er hangt heel wat kunst aan de muren, voornamelijk uit de 17de tot de 19de eeuw. Zo kan je er o.a. Canaletto, Velazquez, Murillo, Rubens en Rembrandt spotten. Maar het is meer dan een kunstenmuseum: je vindt er een hele collectie exotische wapens, prachtig servies en andere decoratieve kunst. Een een mooie binnentuin om iets te drinken.

We pikten ook de drukbezochte tijdelijke expo over honden portretkunst mee. Daarvoor hebben ze beneden aan de binnentuin een extra modern gebouw neergezet. Zeker de moeite om te checken welke expo’s er zijn op het moment dat jij bezoekt. En naar schilderijen van honden kijken was super cute :).

Dit museum moet niet onderdoen voor The National Gallery of de V&A, maar is minder bekend en daarom is het er ook iets rustiger om rond te lopen. Ik had dit meer dan terecht op mijn te bezoeken lijst gezet. Ik vind dit echt een aanrader en het staat bij mij nu zeker in de top 5, misschien zelfs top 3 van Londense favoriete musea. (Mijn andere favorieten zijn The V&A en The National Portrait Gallery).

Daunt books

Vlakbij het museum vind je één van de mooiste boekenwinkels van de stad: Daunt Books. Ik was er nog nooit geweest, dus ik vond het fijn om even tussen de rekken te snuisteren. Ze hebben ook een uitgebreide collectie reisboeken die per land gesorteerd staan.

Koffiestop? Saint Espresso zit niet ver van de ingang van Regent’s Park.

Regent’s Park en Primrose Hill

Regent’s Park is voor mij het meest statige park van Londen. En ook enorm groot. Ik ben vooral fan van de inner circle met Queen Mary’s rozentuin en ook wel van het feit dat er altijd bij de minste zon mensen in het gras of op één van de vele bankjes aan het chillen zijn.

Deze keer wilde ik graag helemaal naar de bovenkant van het park om Primrose Hill te beklimmen met een zicht op de skyline van Londen. En dat was een goede keuze, want het uitzicht is er wel degelijk de moeite.

The canal walk

Afdalen deden we via The Canal Walk waarbij we langs het water wandelden. Zo kwamen we uit in Camden, maar daar was het op zaterdag letterlijk over de koppen lopen. Het was me dus veel te druk. We deden dan maar verder met onze Canal Walk tot in King’s Cross.

Coal Drops Yard

In de wijk King’s Cross – die veel meer is dan het treinstation Saint Pancras – vind je Gasholder Park waar industriële gasholders nu omgetoverd zijn tot wooncomplexen en eentje dus ook tot een publiek park.

En ook de gebouwen van Coal Drop’s Yard, vandaag een winkelcentrum, hadden vroeger een industrieel verleden, maar nu kan je er veel hippe winkels en restaurants vinden. Op het grote plein Granary Square zat het vol mensen die van de zon genoten. Wij keken er ook een tijdje naar de mensen en wandelden door Canopy Market, een overdekt marktje waar we churros aten. Om nadien weer de metro naar ons hotel te nemen. En zo kwam er een eind aan een mooie zonnige dag.

Eettips

We verbleven wel langer dan één dag in Londen in 2023, maar deden weinig nieuwe dingen die op ons deze blog hun plekje nog niet hadden. Wel gingen we bij veel nieuwe plekken eten en daar kwamen enkele aanraders uit:

  • Wie fan is van Mexicaans eten moet absoluut naar Mestizo. Zij zitten een beetje in een buitenwijk naast Camden, maar zijn goed bereikbaar met de metro en het eten is echt wel authentiek. Heel lekker en niet duur.
  • Pizzafans of fans van het betere Italiaanse eten vinden hun gading bij O’VER, wij gingen naar de kleine vestiging bij Borough Market (je moet wat chance hebben dat er nog een plekje vrij is). Niet goedkoop deze, maar hele lekkere pizza.
  • Gloria, is één van de Big Mamma Group restaurants in Londen. Deze zit in hartje Shoreditch en heeft een leuke inrichting. De pasta met truffel voor twee personen die ze uit een kaaswiel komen serveren is de moeite. Net als de gigantische desserts. Big Mamma is altijd een goed idee. Reserveren op voorhand ook.
  • Qua Londense keten ploffen wij vaak neer bij een vestiging van Wahaca (modern Mexicaans streetfood) en Honest burgers. Altijd lekker!

En wat is jouw favoriete plek of eettip in Londen?

cof

Firenze #3: San Marco en de Duomo

In maart 2023 trokken Leen en ik eindelijk nog eens op citytrip. We kozen voor Firenze – de hoofdstad van Toscane, van de Italiaanse renaissance en van pasta, pizza en gelato. Cultuur meets lekker eten, de ideale combo.

Nadat we een voormiddag in de voetstappen van de Medici stapten in de San Lorenzo wijk, bleek er nog veel meer te ontdekken in deze buurt. En de Duomo stond uiteraard ook hoog op de lijst.

Mercato central

De mercato central is de overdekte markthal van Firenze zoals je ze wel vaker in het zuiden van Europa kan vinden. Struin door de versmarkt of geniet er van een lunch op de eerste verdieping. Rondom het gebouw staat er bijna dagelijks een leermarkt – van het toeristische type – handtassen, portefeuilles, en al wat je in leer zou kunnen maken, wordt er verkocht. Ik probeer zelf het bezit van leer zoveel mogelijk te vermijden dus ik kocht er alleen leuke postkaartjes.

Ondertussen konden we wel een lunch gebruiken. De Momo leidde ons naar SimBIOsi, een kleine pizzeria met een grote houtoven en goede biologische wijn. Als ik naar één plek terug wil voor het eten, is het zeker deze plek. Een aanrader om op je lijstje te zetten dus.

Dessert haalde we aan de overkant bij het ijszaakje Mysugar en – amai!- ook dat ijs was goddelijk. Ik hou zo van Italië.

Ietwat verborgen omdat het wat verder uit het centrum is, ligt het Chiostro dello scalzo. Je wordt er verwelkomd door een non en mag dan gratis deze kloostergang bezoeken. De muren bevatten fresco’s in zwart-witte tinten die het levensverhaal van Johannes De Doper vertellen. Bijzonder!

De kloostergang is wel enkel open in de voormiddag en op weekdagen. Hou daar dus rekening mee in de planning. Plannen in Italië met hun vreemde openingsuren is sowieso een must. Iets dat we leerden toen we voor de gesloten deuren van zowel de botanische tuin (enkel in het weekend) en Museo di San Marco (enkel voormiddagen) stonden. Daarvoor moet ik dus nog eens terug, maar misschien is het wel open als jij er bent?

Op naar de Duomo dan maar! De Santa Maria del Fiore – kortweg Duomo – is hét iconische gebouw van de stad. In de 13de eeuw begon de bouw en het is vooral de enorme koepel ontworpen door Brunelleschi in opdracht van de Medici’s die de aandacht trekt. Ik heb al veel grote kerken gezien, maar door de manier waarop deze is neergezet – naast gewone rijhuizen – lijkt het echt een immens gebouw. Wat het ook is, maar er zijn nog grotere kerken (waaronder de Sint-Pieter in Rome).

De kerk zelf is gratis te bezoeken, maar er staat wel altijd een wachtrij. Pas trouwens op dat je in de juiste wachtrij staat want daarnaast zijn er nog 5 andere rijen voor betalende bezienswaardigheden: zo kan je de koepel én de klokkentoren beklimmen, is er een museum over de Duomo (dat naar het schijnt wel echt de moeite is) en ook de Battistero kan je bezoeken. Hier vul je alleen al een volledige dag mee als je al deze dingen zou doen.

De Battistero is de doopkapel en heeft enorme bronzen deuren. Die staat aan de overkant van de kerk. De voorgevel van de Duomo is trouwens veel later gezet dan de koepel. De giotto of klokkentoren staat ernaast en lijkt deel uit te maken van de kerk, maar eigenlijk staat die toren ook apart.

Hoe mooi gedecoreerd de kerk er vanbuiten ook uit ziet, binnen is het interieur veel soberder. Enkel de koepel is volledig beschilderd met fresco’s van Vasari die het Laatste Oordeel afbeelden. Ze laten best wat volk binnen en niet iedereen is even stil – dat is zacht uitgedrukt – maar wij wandelden wel even rond en bekeken vooral de koepel in detail.

De Duomo is zo’n indrukwekkend gebouw dat je het vanaf bijna elke straathoek in Firenze te zien krijgt. Het is er dan ook altijd druk, al viel dat in maart beter mee dan ik had gedacht.

Hierna gingen we uitgebreid aperitieven (dat hoort erbij als je in Italië bent). En we aten opnieuw pizza (oeps ^^) bij Berbere in San Frediano – die pizzadeeg maken op basis van zuurdesem. Heel lekker! En zo kwam er een einde aan onze tweede dag in Firenze.

Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.

rhdr

Londen #18: Greenwich

In juni 2022 trok ik nog eens naar mijn favoriete stad Londen. Omdat ik al wel vaker over de Britse hoofdstad heb verteld, focus ik voor deze trip in mijn verslagjes op de nieuwe dingen die ik er heb gedaan.

En voor de trip van 2022 is dit het voorlopig laatste berichtje. Op onze voorlaatste dag wilden we graag een nieuwe wijk/plek verkennen. Het was stralend juniweer en de keuze viel op Greenwich, waar verschillende musea te bezoeken zijn en ons ook een prachtig uitzicht werd beloofd.

Hoe geraak je in Greenwich vanuit Londen?

Er zijn verschillende manieren om in Greenwich te geraken: per metro, per boot, of met de DLR (de Docklands Light Railway). Aangezien wij dichtbij The Tower sliepen kozen we om aan Tower Gateway de DLR te nemen, via een korte overstap konden we dan uitstappen aan het station Cutty Sark. Dat is echt vlakbij de belangrijkste bezienswaardigheden.

De gewone metro (jubilee line) viel voor ons af omdat je dan eerder aan de O2 arena aankomt en het water nog over moet. De boot wilden we graag terug nemen, maar het was chaos aan de loketten -inclusief wachtrij- dus we namen opnieuw de DLR terug. De DLR betaal je gewoon met je Oyster Card. Ben je niet in de buurt van The Tower, dan kan je in het metrostation Bank ook op diezelfde DLR stappen.

In Greenwich is best veel te doen. Je vermaakt je er al snel een volledige dag. We bezochten The queen’s house en de Old Royal Naval College met painted hall, maar er is dus nog veel meer keuze. Ik lijst de belangrijkste zaken even op.

The queen’s house

Inigo Jones is de architect van dit witte optrekje dat is gebouwd in opdracht van James I voor zijn vrouw Anna Van Denemarken. Het was het eerste classicistische gebouw in het Verenigd Koninkrijk.

Het is ook Anna die ervoor heeft gezorgd dat de Old Royal Naval College vandaag de dag zo’n speciale tweelingenstructuur heeft. Zij wou namelijk niet dat het nieuwe gebouw haar het zicht op de Thames afnam en dus moest er een doorgang blijven. Deze unieke structuur maakt dat de Naval College UNESCO beschermd is geraakt omdat het uniek in de wereld is. Bedankt daarvoor Anna.

Alleen heeft Anna zelf nooit van The queen’s house kunnen genieten. Ze was al overleden voor de bouw voltooid raakte. Haar opvolgster, de française Maria Henrietta, was daardoor de eerste koningin die er haar intrek nam. Maar ook dat was van korte duur. Haar man was de befaamde Charles I, die werd onthoofd door Oliver Cromwell en zijn volgers.

Vandaag is The queen’s house een kunstmuseum. Het is gratis te bezoeken, gewoon even reserveren op voorhand. Wij waren er bij opening en er was nog niemand.

Het eerste deel van de kunstcollectie is meestal een tijdelijke expositie, voor je naar de meer permanente collectie gaat. De middelste kamer heeft niet alleen een magnifieke vloer en hoog plafond, maar ook een prachtig uitzicht op The Thames. Elke ruimte vond ik mooi opgebouwd en de inkleding is in elke zaal wel wat anders.

Topstuk uit de collectie is het Armada Portret van Elizabeth I. Het is een schilderij vol progandasymboliek dat The virgin queen heel bewust heeft laten opmaken. Hoewel ik een echte Tudorfan ben, is Elizabeth I niet mijn favoriete figuur. Maar het Armadaportret is wel by far mijn favoriete beeltenis van Elizabeth (en zij heeft er veel). Ik stond er dus wel een tijdje naar te kijken om alles in mij op te nemen. Alleen al voor dit schilderij is een bezoek de moeite waard.

Iets minder een kunstfanaat? Dan ben je misschien wel geïnteresseerd in The tulip’s stairs. Dit is de eerste op zichzelf staande draaitrap die ooit in het Verenigd Koninkrijk is gebouwd. Er is ook in de jaren 60 een foto genomen waarop een geest zou te zien zijn.

The queen’s house was helemaal mijn ding, maar dat kon je al wel voorspellen denk ik :). Op een dik uurtje ben je er rond. Dit is echt nog niet zo’n toeristische trekpleister als vele andere gratis musea in en rond Londen. En dus heb je het met momenten helemaal voor jezelf.

Old Royal Naval College

Op bovenstaande foto zie je heel goed de tweelingkoepels met achteraan in het midden The queen’s house. Op deze site stond oorspronkelijk een Tudorpaleis waarin zowel Henry VIII, Mary I en Elizabeth I zijn geboren. Maar dat paleis raakte in verval. Uiteindelijk waren er plannen door vooral Charles II om iets met de site te doen. Het begon met de bouw van een koninklijk ziekenhuis voor scheepvaarders. Uiteindelijk was het Christopher Wren die het plan uittekende voor het huidige gebouw. Wat later werd het de meest prestigieuze maritieme school van Europa. Vandaag huist er o.a. nog een muziekschool.

Een bezoek aan de site is gratis. Er is een bezoekerscentrum met heel wat uitleg over de historiek van de gebouwen. Enkel voor the painted hall moet je betalen en dat kan ik alleen maar aanraden.

Je kan de Old Royal Naval College herkennen uit heel wat tv-series en films zoals The Crown, Poldark, Pirates of the Caribbean, Cinderella, Thor, Lara Croft…

The painted hall

Het is eigenlijk ongelofelijk dat the painted hall niet bekender is en niet op de cover van elke reisgids over Londen staat. Toegang kost 12,50 pond per persoon. Daarin zit een audiogids inbegrepen, of je kan aansluiten bij een begeleide tour. En naast de painted hall tour, kan je ook een algemene tour volgen over ‘500 years of history’.

Adembenemend is het correcte woord.

The painted hall werd in de 18de eeuw bedacht en geschilderd door James Thornhil in opdracht van het koningskoppel William en Mary. Het is uiteindelijk na hun dood en die van Queen Anne, dat de eerste koning van de Hanover dynastie, George I, de hal verder laten afwerken. En daardoor werd het een soort propagandawerk voor die nieuwe dynastie, die onder vuur stond.

Het is eigenlijk echt onmogelijk om de pracht van deze ruimte te beschrijven. En het feit dat dit allemaal zo bewust in elkaar is gestoken is nog meer verbazingwekkend. Onze tourgids wees ons soms op de kleinste details die meer vertelden over het doel van de beschilderingen. The painted hall is als het ware echte koninklijke propaganda en het doel ervan is om je mond te doen openvallen, en daar zijn ze wel in geslaagd.

Wij sloten wat later ook nog aan bij de 500 years of history tour waarbij een gids ons nog wat meer vertelde over de Old Royal Naval College en we ook in de kapel van de school mochten. Ik vond het dus zeker de moeite om voor the painted hall een ticketje te kopen.

Greenwich park & Royal Observatory

Greenwich park is een groene ader in Groot-Londen. Hier kan je heerlijk picknicken. Of omhoog wandelen naar de Royal Observatory. Het is even een klim, maar je wordt beloond met een mooi uitzicht op The queen’s house, the Old Royal Naval College, Canary Wharf en in de verte the city of Londen.

Uitzicht vanop de Royal Observatory

Ook de nulmeridiaan loopt door het park en je kan een klein stukje vinden dat niet deel is van het observatory museum.

Op de nulmeridiaan

Het Royal Observatory zelf is ontworpen door Wren en het planetarium zou ook een bezoek waard zijn. Dat is voor een volgende keer.

National Maritime museum

Nog een gratis museum. Over scheepvaart. We zijn er zelf niet meer geraakt, maar het staat wel nog op het lijstje voor een volgend bezoek aan Greenwich. Zou ook een aanrader zijn om met kinderen te doen. En scheepvaart is wel een thema dat me sowieso boeit.

Cutty Sark

De Cutty Sark is de enige overgebleven theeklipper ter wereld. Het schip is van Schotse makelij, stamt uit de 17de eeuw en werd gebruikt om thee te voeren vanuit China naar Europa. Van buitenaf heb je alvast een goed zicht op hoe immens het is, maar je kan het schip ook bezoeken. Ideale kinderactiviteit lijkt me, al is de toegang best prijzig. Wij lieten het dus aan ons voorbij gaan.

Naast al deze bezienswaardigheden kan je ook het kleine centrum van Greenwich in wandelen. Er zijn verschillende pubs om iets te eten en soms staat er ook een street food markt. Koffie en ontbijt vonden wij bij 15 grams coffee en een lekker ijsje bij Dark Sugars.

Ik ben redelijk zeker dat ik op een dag terugkeer naar Greenwich!

Ben jij al eens in Greenwich geweest?

Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.