Close
Londen #16: The British Museum & the V&A museum
cof

Londen #16: The British Museum & the V&A museum

In juni 2022 trok ik nog eens naar mijn favoriete stad Londen. Omdat ik al wel vaker over de Britse hoofdstad heb verteld, focus ik voor deze trip in mijn verslagjes op de nieuwe dingen die ik er heb gedaan.

Londen staat bomvol musea, vaak met een uitgebreide collecties en meestal gratis toegankelijk. Ik bezocht best al wat van die grote bekende musea (The National Gallery en The Portrait Gallery, Tate Modern, Museum of London en het Natural History museum). Voor deze vijfdaagse trip viel ons oog op The British Museum en ik wou ook heel graag naar het Victoria & Albert Museum. Ik kan nu al meegeven dat we verliefd werden op die laatste.

The British museum

Het leuke aan op vrijdagavond in Londen zijn is dat vele grote musea langer open blijven. Zo ook The British museum, dat zijn deuren open houdt tot 20u30. The British museum heeft een ontzettend uitgebreide collectie aan wat ik archeologische vondsten van over de hele wereld. De Egyptische mummies, rosetta’s stone en de artefacten uit de Sutton Hoo scheepsramp zijn wereldberoemd en kan je er allemaal gaan bekijken.

Het gebouw waarin het museum huist is ook een plaatje. Het doet denken aan een tempel uit de Oudheid. We liepen er binnen zonder plan en dat was dé fout die we maakten. Het museum is namelijk zo groot met zoveel zalen met telkens duizenden objecten dat de focus van ons bezoek ontbrak.

Uiteindelijk gingen we op zoek naar de Egyptische zalen en keken we naar de mummies. We belanden ook per toeval in de zaal met de steen van Rosetta. Ik zag op een bord dat er regelmatig gratis rondleidingen werden aangeboden, maar die waren niet op vrijdagavond. Het zou een les zijn die ik meenam naar de V&A.

Blikvanger is de prachtige koepel op het binnenplein, The Queen Elizabeth II Great court, die na restauratie opnieuw geopend werd in 2000.

Uiteindelijk liepen we er anderhalf uur rond en besloten we dan op zoek te gaan naar eten in Soho. We belanden opnieuw bij Pho voor een goede portie Aziatisch eten. The British museum viel zeker niet tegen, maar het zal niet mijn favoriete trekpleister worden bij een bezoekje aan Londen. Ik hou wel alle tijdelijke tentoonstellingen in de gaten want die zijn vaak de moeite, dus zo krijgt dit museum hopelijk eens een tweede kans.

Victoria and Albert Museum

Twee dagen later deden we van een rustige zondagochtend en namen we de metro naar Kensington South. Zo kom je bijna onmiddellijk uit op Museum Street waar je The Natural History Museum, The Science Museum en dus ook de V&A vredig naast elkaar kan vinden. De V&A was ons doel voor de voormiddag.

Bij binnenkomst zagen we op het bord met tours dat er binnen een half uur een gratis highlights tour was en we besloten die te volgen. Eerst namen we nog een kijkje in de zaal met beeldhouwkunst, waar ook een uitgebreide collectie van Rodin te vinden was. Ik was onmiddellijk positief verrast over het uitzicht van de museumzalen en de manier waarop alles tentoongesteld stond.

De Highlights Tour bleek een groot succes. Perfect voor een eerste kennismaking. In een kleine groep nam de gids ons mee langs een paar topstukken van het museum, tegelijk vertelde ze over de geschiedenis en de architectuur van het museum. De tour duurde in totaal een uur. Er was tijd voor vragen en grappige anekdotes.

Het museum is ontstaan nadat de collectie van The Great Exhibition in Hyde Park in de 19de eeuw georganiseerd door Prince Albert – de man van koningin Victoria – een permanent onderkomen zocht. De doelstelling van het museum is altijd educatie geweest.

Dat is ook de reden dat er twee zalen met cast courts zijn. Dit zijn namaak pleisterwerken (ook uit de 19de eeuw) van echte monumenten Zo staat de David van Michelangelo er en ook de graftombe van Eleanor Of Aquitaine kan je terugvinden. De casts zijn veelbesproken en een tijdje niet publiek zichtbaar geweest, voornamelijk omdat het niet gaat om de echte kunst. En dat vinden sommige experten niet kunnen.

Maar ondertussen zijn sommige echte werken vernield of in slechtere staat dan de namaak casts waardoor ze toch van onschatbare waarde zijn. Ik vond de cast courts misschien wel de leukste zalen om in rond te lopen.

Dit zijn wel echte beelden :).

Op de benedenverdieping is alles ingedeeld volgens fysieke locatie. Afrika, Amerika, Azië, het Midden-Oosten… Mijn favoriete highlight was Tipu’s Tiger. Deze werd meegenomen door de Engelse soldaten nadat het regime van Tipu viel. Verder is er een klein zaaltje met unieke juwelen, fotografie en ook heel wat schilderijen op de eerste verdieping. Te veel om in één keer te bekijken, maar dankzij de tour hebben we toch voldoende meegekregen.

In de prachtige binnentuin heb je ook een goed zicht op de architectuur van het oude gedeelte van het gebouw en kan je even uitblazen.

De voormiddag vloog voorbij waardoor we nadien niet lang meer in Kensington bleven. We liepen nog even Hyde Park in en gingen langs Kensington Palace met de mooie Sunken Garden.

Er staan nog heel wat andere Londense musea op de lijst, maar de V&A werd een nieuwe favoriet. The British Museum wil ik eens een nieuwe kans geven door er ook een tour te gaan volgen.

Wat is jouw favoriete museum in Londen?

Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.

Valencia #4: ciutat vella en de jardin botanico
oznor

Valencia #4: ciutat vella en de jardin botanico

In maart 2020 (jawel, vlak voor de eerste lockdown) vertrok ik voor 5 dagen naar Valencia. Ik deed hier al eens een uitgebreid verslag van hoe die reis is verlopen in tijden van corona. Vanaf de vierde dag sloten restaurants en bezienswaardigheden hun deuren. Gelukkig zaten wij op een Airbnb appartement waar we zelf ons potje konden koken. Valencia is en blijft een populaire citytripbestemming en de stad is dat ook helemaal waard volgens mij. We hebben uiteraard niet ons volledige lijstje kunnen afwerken, maar we hebben toch wel een aantal hele fijne dingen gedaan. En die tips deel ik graag met jullie.

Op onze derde dag stond de oude stad, of ‘ciutat vella’ in het Spaans, op het programma. Starten deden we met een bezoekje aan een van de mooiste treinstations die ik al heb gezien, het noordstation.

Estacion Du Nord en plaza de toros

De opvallende voorgevel van het noordstation met de arend on top.

De voorgevel valt meteen op. De arend bovenaan staat symbool voor snelheid, daarnaast zie je in de gevel het wapenschild van Valencia en enkele symbolen, waaronder sinaasappels, voor de landbouw. Maar de echte schoonheid van dit station schuilt binnen in de lokettenhal. Die hal is rijkelijk versierd met miniatuurtegeltjes, opnieuw vol symbolen die verwijzen naar de landbouw. Je vindt er ook de tekst ‘goede reis’ in verschillende talen.

Naast het treinstation vind je de inkom van het plaza de toros, een stierenarena in neoclassicistische stijl. De buitenkant telt vier verdiepingen met een zuilengallerij. Langs buiten best een mooi gebouw, dat tijdens de Fallas nog echt wordt gebruikt.

Ik ben zelf anti stierengevechten (of ander entertainment waarin dieren ‘gebruikt’ worden. Ik kan me daar echt kwaad om maken, maar dat is een ander verhaal :)). Dus voelde ik niet meteen de nood om binnen een kijkje te gaan nemen.

Torres de quart

We wandelden verder langs de buitenring van de oude stad richting de torres de quart. Eén van de twee nog authentieke stadspoorten die vroeger de oude stad omringden. De stadsmuur met de torens werd gebouwd in de 15de eeuw en ze werden ooit gebruikt als gevangenis. Voor slechts twee euro brachten we een bezoek aan deze torens. We waren er zo goed als alleen. Het was nog vroeg.

Jullie weten waarschijnlijk al wel dat ik een beetje een zwak heb voor oude kastelen en torens. De torres de quart zijn niet groot, maar de oude muren ademen geschiedenis. Helemaal vanboven heb je ook een mooi uitzicht op de binnenstad.

Uitzicht op de binnenstad vanop de torres de quart.

Jardin botanico

Op voorhand hadden we in de reisgids gelezen dat Valencia een mooie botanische tuin had waarin ook straatkatten worden opgevangen. Planten en katten, dat is zowat de ideale combinatie voor Leen en mij, dus ging de jardin botanico meteen op de must-see lijst. Voor 2,5 euro kan je er naar binnen.

De jardin botanico is deel van de universiteit van Valencia en bevat planten uit alle continenten. Al snel, kwamen we heel wat katten tegen die er lagen te zonnen op een bankje, of tussen de planten. Het domein van de botanische tuin is groot. Met enkele serres, een cactustuin, een kruidentuin… Voldoende om meer dan een dik uur rond te dwalen of even bij te komen op een bankje.

Mercat central

Na dit bezoek keerden we terug richting het stadscentrum. We wilden voor de middag nog even stoppen in de markthal, de mercat central. Ik moet eerlijk toegeven dat ik niet echt veel verwachtingen had op voorhand. Elke stad heeft wel een overdekte markthal, maar toen ik binnenstapte viel mijn mond open. Wat een prachtige binnenkant. Ik werd meteen verliefd op de koepel.

De Mercat central is de grootste overdekte markthal van Europa met meer dan 1.200 kraampjes. De markt werd in 1928 geopend in modernistische stijl en is gebouwd in ijzer, glas en keramiek. Onverwachte topper dit. Ik vind het zalig wanneer een stad me zo kan verrassen.

Na het zien van al dat eten, hadden we zelf ook wel honger gekregen. We zochten een plekje uit bij La Jungla, een vegan lunchtent in een gezellig straatje van de oude stad.

En wat we in de namiddag deden, dat is voor een volgende keer :).

Wat is jouw favoriete plekje van Valencia?

Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.

Roemenië #7: Sibiu

In juli 2019 maakte ik mijn voorlopig laatste echt grote (rond)reis. We gingen toen 7 dagen naar Roemenië, meer bepaald voor een roadtrip doorheen een deel van Transsylvanië. Ik schreef daarover al eens een uitgebreide gids. Roemenië is niet de meest typische reisbestemming. Maar het heeft wel alles te bieden: cultuur, natuur, steden, platteland, geschiedenis… en lekker eten.

Ik vertelde vorige keer al dat we hadden besloten om een halve dag langer in Sibiu te blijven, onze laatste stop in Transsylvanië. Sibiu is één van de bekendere stadjes en raakt steeds meer in trek bij toeristen. Ryanair vliegt sinds de zomer van 2022 rechtstreeks(?) op Sibiu vanaf Charleroi. In Sibiu is best wat te doen, dus dat wordt een lange post.

Piata Mica en Piata Mare

Piata Mare met links het stadhuis en rechts de romaanse kerk.

Het historische centrum van Sibiu wordt gedomineerd door twee grote mooie pleinen: het Piata Mica en Piata Mare. Rondom het Piata Mica zitten heel wat eettentjes, we ploften ’s middags neer bij Kulinarium voor een pizza. Nadien wandelden we rond op de pleinen en bezochten we de Romaanse kerk.

De Romaanse ‘Holy Trinity Church’
Piata Mica met in het midden de The council tower.

Naast de toren van het stadhuis uit de 13de eeuw die je trouwens ook kan beklimmen (deden we niet), trekt op het Piata Mica ook de ‘brug der leugens’ de aandacht van vele toeristen. De legende gaat dat wie over de voetgangersbrug loopt en een leugen vertelt de brug zal doen instorten.

Brukenthal museum

In de namiddag stond een bezoek aan het Brukenthal museum op de planning. Dat is één van de belangrijkste kunstmusea van Roemenië.

Brukenthal museum

Het museum is gevestigd is een 18de eeuws stadspaleis op het Piata Mare waarvan ene heer Brukenthal de eigenaar was en een collectie aanlegde. Je mag geen foto’s nemen in het gebouw en moet kiezen tussen de verschillende onderdelen. Zo is er een collectie Europese kunst met o.a. een Jan Van Eyck en Titiaan, maar ook een Roemeense collectie. Wij kozen voor de Europese route en betaalden 20 lei per persoon.

Foto van het middenplein van het Brukenthal museum

Ik vond dit echt een ferm museum om te bezoeken. De kunst hangt in de authentieke zalen van het paleis, inclusief origineel meubilair. De vloer kraakt van het kan niet meer, waardoor je je bewust wordt van elke beweging. De muren van de verschillende kamers waren felgekleurd en staken goed af tegen de glinsterende lusters die er aan het plafond hingen. Jammer dat ik geen foto’s kan tonen, maar dit is echt wel een aanrader, één van de mooiste kunstmusea die ik al gedaan heb.

Lutherse en orthodoxe kerkenpracht

Op het Piata Albert Huet vind je een Lutherse kerk met een prachtig felgekleurd dak. De kerk zou vanbinnen ook de moeite zijn, maar was helaas gesloten wegens renovatie.

Ik ben echt verliefd geworden op het dak van deze kerk.

Naast een Romaanse en Lutherse kerk, staat er in Sibiu ook een grote orthodoxe kathedraal. Je merkt dus opnieuw dat Transsylvanië een smeltkroes van culturen en religies bevat. We namen binnen een kijkje en mijn mond viel open van de pracht van dit gebouw.

Het mooiste straatje van de stad

Volgende stop was wat in de reisgids omschreven stond als ‘het mooiste straatje van de stad’. Het heet strada Cetatii en ligt naast een leuk parkje dat aan de oude Saksische stadsmuren grenst.

In het parkje kan je wandelen op de ‘walk of fame’, met sterren op het asfalt.

Een door street art opgevrolijkte elektriciteitskast in het park.

Huizen met ogen

Sibiu staat ook bekend als de Roemeense stad waar de daken ogen hebben. Het kan er in de zomer namelijk heel warm worden (hebben wij zelf kunnen ervaren) en daarom zijn er ventilatiedakvensters op zolder. En die zien er uit als ogen.

Ik voel me bekeken :D.
Mooi oud huis met ogen, aan de voet van de ‘bridge of lies’.

Eettips en enkele koffiebarretjes

Het centrum van Sibiu is zeker niet groot en in anderhalve dag waren we zowat overal wel een keer of twee geweest. We ploften dus iets vaker neer op een terras om iets te drinken. Je vindt er ook steeds meer echte hippe koffiebars.

  • Op het Piata Mica kan ik naast Kulinarium, ook kofffie bij NOD aanraden.
  • Andere koffieplekjes zijn Flow Roasting (ook heerlijke biologische wijn en ze zitten in een leuk middeleeuws straatje) en Archiva de Cafea si ceai (van dezelfde eigenaars).
  • Het gezelligste eetplekje van de hele reis, was de Italiaan Max, een paar straten uit het centrum van Sibiu. Op het cosy binnenplein geniet je van verse pasta of pizza. Zeker een stop waard.
  • Op onze laatste middag in de stad aten we in de schaduw van Lutherse kerk een wienerschnitzel bij cafe Wien.

Na Brasov was Sibiu zeker mijn favoriete stop van de hele vakantie. De moeite waard voor een korte citytrip en zeker ook een goede uitvalbasis voor Transsylvanië.

Na anderhalve dag in Sibiu stapten we weer in de auto richting Boekarest, waar we nog een kleine 24 uur doorbrachten alvorens het vliegtuig naar huis te nemen. Dit is dus de laatste post over mijn vakantie naar Roemenië. Een land dat zoveel te bieden heeft en waar ik zeker nog naar terug wil keren.

Vorige posts lezen?

Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.

Heb ik je overtuigd om Roemenië op je bucket list te zetten?

Bilbao #1: casco viejo
rhdr

Bilbao #1: casco viejo

In augustus 2022 trokken het lief en ik voor 6 dagen naar Spaans baskenland. We verbleven in de bruisende stad Bilbao om gezapig te citytrippen en combineerden dit met uitstappen naar San Sebastian en de kasteelrots San Juan de Gaztelagutxe.

Bilbao bleek een gevarieerde stad met een nog authentiek Spaanse vibe, en toch ook anders dan het zuiden van dat land. De Basken hebben zo hun eigen tradities en gewoontes. Er is een heel moderne wijk rond het Guggenheim en een ouder stadscentrum, genaamd Casco Viejo. Daarnaast zijn er nog heel wat leuke plekken en musea. Ik doe wijk per wijk verslag.

Zicht vanuit het parque Etxebarria op o.a. de Zuriburi brug

Maar eerst even wat praktische dingen:

  • We vlogen met Brussel Airlines rechtstreeks op de kleine luchthaven van Bilbao. Eens aangekomen kan je een bus (lijn A3247) nemen tot in het centrum van de stad (voor 3 euro pp).
  • We sliepen in hotel Ercilla de Bilbao. Befaamd om zijn dakterras en dat is zeker de moeite! Ook de kamers zijn ruim, wat wel fijn was voor zo’n langere trip. We kregen zelfs een gratis upgrade omdat we zo lang bleven. Vanaf het hotel is alles op wandelafstand te bezoeken, enkel het oude centrum is wat verder stappen (maar doenbaar)
  • De meeste wandelingen zijn ontleend aan de Time To Momo reisgids. Vooral de route in San Sebastian volgden we helemaal en vond ik ook echt een mooie wandeling.

Eens aangekomen en ingecheckt, stopten we in de buurt voor een lunch en besloten we meteen het historische centrum, casco viejo in te wandelen.

Teatro Arriaga

We wandelen casco viejo binnen langs de brug die uitgeeft op het Teatro Arriaga. Het theater heeft een neobarokke bouwstijl en zou vooral van binnen indrukwekkend zijn, maar je kan het niet bezoeken. Je moet dus naar een voorstelling (en mijn Baskisch is daarvoor niet goed genoeg). Het gebouw lijkt al wat ouder te zijn, maar is pas in de jaren ’80 volledig heropgebouwd, na zware overstromingen die het vorige theater vernietigden. Mooi gebouw!

Parque Etxebarria

Voor we het centrum indoken besloten we eerst naar boven te wandeling richting het parque Etxebarria. Hier stond vroeger een ijzerfabriek waar alleen nog een oude schoorsteen aan doet herinneren. Nu geniet je er van een mooi uitzicht op de stad. Er stond ook een kermis op het moment dat wij er waren.

Uitzicht vanaf het park

We liepen het park langs de andere kant weer naar beneden, langs een stuk oude muur. En met zicht op dit kleurrijke schattige straatje.

Een Instagramwaardigstraatje

Dat we uiteraard ook even moesten inwandelen.

Verder afdalend kom je langs de ‘Arco del Triunfo de Mallona’.

Om uiteindelijk te eindigen op een groot plein, het Miguel Unamuno Oroitarria. Hier kan je het archeologisch museum en het vasco museum (over de Baskische geschiedenis) vinden. Beiden bezochten we niet.

Casco viejo staat bekend om zijn zeven parallelle straatjes, onderling verbonden met nog kleinere steegjes. Hoewel het niet groot is, kan je er dus best in verdwalen. Maar alle wegen leiden uiteindelijk naar plaza Nueva. Een ruim plein met zuilen in neoclassicistische stijl waar je allemaal pintxosbarretjes kan vinden. Over pintxos en enkele lekkere bars om ze te eten later meer ;).

Plaza Nueva

Een andere plek waar je telkens weer op uitkomt als je in de straatjes begint rond te dolen is de Santiagokathedraal. Deze neogotische kathedraal maakt deel uit van de route naar Santiago De Compostela. Je kan de kerk bezoeken voor 6 euro per persoon.

Bij je bezoek krijg je ook een audiogids, maar die vond ik persoonlijk niet zo geweldig. Het is wel een mooie kerk en vooral het klooster met een patiotuintje vond ik super rustgevend om even rond te lopen.

Bezoek je de Santiagokathedraal dan is je toegangsticket ook geldig om de andere bekende kerk van Bilbao in Casco Viejo te bezoeken: de San Anton kerk. We bezochten deze een dag later, opnieuw met audiogids. Het is deze kerk die samen met de bijhorende brug staat afgebeeld op het wapenschild van de stad Bilbao.

San Anton kerk naast de mercado de la Ribera

Je vindt de San Anton kerk naast het meest bezochte gebouw van casco viejo: de mercado de La Ribera. Een grote overdekte markthal, met prachtige glas-in-loodramen. Naar het schijnt, want hoewel we er zeker drie zijn binnengewandeld was het marktgedeelte nooit open op die momenten en hebben we de ramen dus nooit gezien. Een reden om terug te gaan dus. Vanop het terras heb je wel een mooi uitzicht op de rivier Nervion.

De zon gaat onder achter de kleurrijke huizen

Aan een rivier in de stad is het sowieso altijd mooie plaatjes schieten.

Een mooi street art werk langs de rivier

Aan de overkant van La Ribera vonden we trouwens opnieuw van die overdekte zuilen (zuilen zijn overal in deze stad) met mooie kunstwerken op het plafond, verwijzend naar de Santiago route die pelgrims afleggen.

En zo hebben we de hoogtepunten van dit oude stadsdeel casco viejo gehad. Het is de meest levendige wijk, met een leuke mix van toeristen en Basken. We hebben er bijna elke avond doorgebracht in een van de barretjes.

Ben jij al in Bilbao geweest?

Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.

Parijs #8: Belleville en Canal Saint-Martin

In maart 2019 trokken Leen en ik 5 dagen naar Parijs. Het was voor mij de eerste echte kennismaking met de lichtstad. Op onze laatste dag trokken we naar de wijk Belleville. Deze oude volkswijk in het 19de en 20ste arrondissement staat bekend om zijn alternatievere vibe en is heel erg in trek bij een jong hipster publiek. Er komen steeds meer hippe eetplekken bij en de straten worden opgefleurd door street art.

We namen de metro tot in buttes chamont en moesten immens veel trappen op om weer buiten te raken. We waren namelijk op weg naar het Parc des Buttes-Chamont dat op een heuvel ligt. Oorspronkelijk aangelegd in opdracht van Napoleon III door architect Hausmann omdat dit vroeger een nogal ongezellige plek was. Het is een park vol verborgen grotten, muren, bosjes en ook best wel veel trappen ;).

Het was vroeg en toch was er al heel wat leven in het park. Joggers, mensen die samen aan yoga deden, een koppeltje dat aan het ontbijten was. Wat vind ik het altijd zalig om in zo’n stadspark rond te lopen tussen de locals.

Het uitzicht op de Parijse skyline is ook zeker niet mis. Je kan helemaal aan de andere kant van de stad de Sacré-coeur zelfs spotten (niet op de foto hierboven, helaas ^^). Helemaal bovenaan in het park staat een soort kiosk.

Foto @ditisleen

We daalden weer af en wandelden doorheen de volkse straatjes naar het volgende park. We kwamen voorbij een lokaal marktje en vonden het verborgen straatje Ville de l’Ermitage.

Vervolgens arriveerden we aan het Parc De Belleville, aangelegd in de jaren ’80. Het is geen enorm groot park, maar wel met smaak uitgetekend en de bloesems stonden net in bloei toen wij er waren. De waterweggetjes die door het park lopen stonden jammer genoeg wel droog.

Boven het park vind je een aantal zuilen versierd met street art. Van hieraf heb je een prachtig uitzicht over het park en de stad. We bleven er even om foto’s te schieten.

Altijd de Time To Momo bij de hand 🙂 Foto @ditisleen
Wat een uitzicht!

Nadien verkenden we verder de straten van Belleville op zoek naar street art, ook iets waar deze wijk voor bekend staat.

Zo vonden we dit straatje vol graffiti.

We kwamen stilaan in de buurt van het Canal Saint-Martin. De hipsterbuurt van Parijs op dit moment. De hippe eettentjes en winkels schieten er als paddestoelen uit de grond. Het kanaal is 4km lang en de enorme gietijzeren bruggen en hun sluizen houden het waterniveau overal even hoog.

Wij schoven aan tafel bij Le Petit Cambodge voor een Cambodjaanse bowl met een Franse twist. Nadien haalden we nog een ijsje in de buurt en plaatsten we ons aan de oever van het kanaal.

Belleville heeft een authentieke en nog wat meer alternatieve vibe, die je ook in Kreuzberg in Berlijn vindt en soms nog in Shoreditch en Hackney in Londen. Gemixt met het hipstergehalte van Canal Saint-Martin bestempelde ik Belleville al snel tot mijn favoriete wijk. Tijdens een volgende trip naar Parijs wil ik er meer tijd doorbrengen.

Je combineert deze wijk makkelijk met een bezoek aan het kerkhof van Père Lachaise niet zo veel verderop. Maar wij moesten jammer genoeg diezelfde dag naar huis en dus namen we op Place de la République, waar dagelijks betogingen doorgaan, de metro naar onze airbnb om onze koffers te pakken.

Parijs is er op 5 dagen tijd toch in geslaagd om mijn hart te veroveren. De vooroordelen die ik had over de stad bleken zeker niet allemaal correct. Ik wil graag nog eens terug om over de brede boulevards te struinen en dan zal een bezoek aan Belleville ook zeker niet ontbreken op mijn lijstje!

Dit was het voorlopig laatste verslagje over Parijs. De vorige teruglezen?

Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.

Valencia #3: Stad van de Kunst en Wetenschappen in het Turiapark

In maart 2020 (jawel, vlak voor de eerste lockdown) vertrok ik voor 5 dagen naar Valencia. Ik deed hier al eens een uitgebreid verslag van hoe die reis is verlopen in tijden van corona. Vanaf de vierde dag sloten restaurants en bezienswaardigheden hun deuren, gelukkig zaten wij op een airbnb appartement waar we zelf ons potje konden koken. Valencia is en blijft een populaire citytripbestemming en de stad is dat ook helemaal waard volgens mij. We hebben uiteraard niet ons volledige lijstje kunnen afwerken, maar we hebben toch wel een aantal hele fijne dingen gedaan. En die tips deel ik graag met jullie.

In de voormiddag van onze tweede dag verkenden we de oude visserswijk Cabanyal, gingen we naar het strand en de haven om zo na een lange wandeling én een stop voor pizza in het Turiapark uit te komen. Het Turiapark is aangelegd in een oude bedding van de vroegere rivier Turia en doorkruist de oude stad. Het park is 9 kilometer lang met 18 bruggen en zit vol met leuke plekjes om te ontdekken of gewoon te chillen.

De Assut de l’Or Bridge op de achtergrond met ‘Agora’ en links opzij het wetenschapsmuseum.
Foto @Ditisleen

We wandelen het park binnen langs de Assut de l’Or Bridge (op de foto hierboven). Het Turiapark is vooral bekend omdat je er het futuristische Ciutat de les Arts i les Ciències (alles klinkt mooier in het Spaans!) kan terugvinden.

L’hemisferic

De Stad van de Kunst en de Wetenschappen is van de hand van de Spaanse architect Santiago Calatrava die in 1989 aan de bouw begon en hiervoor twee decennia nodig had. De ‘Stad’ bestaat uit zes gebouwen. De cinema ‘L’Hemisferic’, een grote stadstuin genaamd ‘L’Umbracle’, Het wetenschapsmuseum, een operagebouw, L’Oceanografic, het grootste aquarium van Europa, en Agora (een ontmoetingsplaats, niet open voor publiek).

L’umbracle

Het was extreem rustig bij deze top bezienswaardigheid (dankzij corona dus hé). We konden eenvoudig foto’s nemen zonder veel toeristen op. In de stadstuin zaten enkele mensen te lezen. De meeste gebouwen leken niet open. Het aquarium zou een aanrader zijn, maar is ook best duur en we hadden vooral zin om de gebouwen van buiten te bekijken.

Want de architectuur is redelijk speciaal en door alle geometrische vormen kan je leuke foto’s nemen. Aan de Valencia-letters waren we zelfs een hele tijd alleen…

Ik vind het altijd een beetje bizar als een stad bewust ergens speciale gebouwen gaat neerzetten om toeristen te lokken. Maar langs de andere kant vond ik het ook gewoon echt heel mooi om hier eens door te wandelen. Het contrast met het oude stadscentrum is groot. Het hele park is sowieso mooi onderhouden en het past wel in het concept van de Turiatuin.

Hoog tijd om wat verder het park te verkennen. We kwamen joggers tegen, mensen met buggy’s, fietsers, er zaten locals op het gras of een bankje een boek te lezen of te picknicken. Dit is echt het groene hart van de stad.

Op veel plekken loopt nog wat water door het park. Overblijfselen van de vroegere rivier?

De reisgids gaf aan om langs de ponte de las flores (de bloemenbrug) het park uit te gaan. De bloemenbrug viel echter immens tegen aangezien de bloemen waren afgesloten met ijzeren hekken. Bizar. Ook de bankjes mogen wel eens opnieuw geschilderd worden.

Ponte de las flores

We hadden er ondertussen een redelijk pittige wandeling opzitten en dus zochten we het avondeten dichter bij onze Airbnb. In Russafa, de opkomende wijk vol leuke koffiebarretje en eetplekjes, waren we op zoek naar lekkere paëlla (het gerecht van Valencia natuurlijk). Die vonden we bij Masusa, een kleine maar gezellige paëllabar in het hart van de wijk. Omdat de traditionele Valenciaanse paella met konijn en vis is (twee dingen die ik niet eet), bestelden we een veggie paella voor twee. En dat smaakte fameus!

Heb jij het wetenschapspark al eens bezocht? Ben jij fan van dit soort moderne architectuur?

Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.

Parijs #7: van Île de la cité naar places des  vosges

Parijs #7: van Île de la cité naar places des vosges

In maart 2019 trokken Leen en ik 5 dagen naar Parijs. Het was voor mij de eerste echte kennismaking met de lichtstad. We zijn alweer aanbeland aan de vierde dag en na een heuse uitstap naar Versailles, begon de vakantie wat te wegen. We deden het vandaag dus wat ‘rustiger’ aan (20.000 stappen ipv. 30.000 bedoelen we daar mee ^^) en kozen ervoor om twee wandelingen uit Time To Momo te combineren in het centrum van de stad. En zoals je al kon lezen begon die dag aan palais Du Luxembourg en bracht de wandeling ons op de middag in de studentenwijk van Quartier Latin. Volgende stop: Île de la cité.

Het Île de la cité is een eiland in de Seine waar de allereerste nederzetting in Parijs is gesticht. Het bestaat uit het Île aux vaches en Île Notre-Dame, waar de bekende kathedraal zich bevind. Ondertussen zijn beide eilanden met elkaar verbonden via een brug waar heel wat mensen zatten te chillen in de zon en een straatmuzikant piano speelde.

Een straatmuzikant zorgt voor sfeer op de brug waar mensen genieten in de zon.

De Notre-Dame is hét iconische gebouw op het Île de la cité.

Wij stopten bij Berthillon, het beroemdste ijssalon van Parijs. Met rumijs waar ook echt alcohol in zit, zo wist Leen me toch te vertellen. Ik hield het bij de zoetere smaken.
Foto @ditisleen

Hierna trokken we naar de Notre-Dame, waar enkele weken later de verwoestende brand zou toeslaan. We bezochten de kerk en ik schreef al eens een uitgebreid verslag over dat bezoek.

De kerk is momenteel gesloten en ik ben echt benieuwd naar wat ze er van gaan maken. Ik ben ook blij dat ik de ‘oude’ Notre-Dame nog heb kunnen bewonderen. Deze kerk is gesticht in de 11de eeuw en bevat glasramen uit de 14de eeuw. De kathedraal heeft nog opvallend veel Romaanse elementen, waardoor de rosettes.

Bon, we staken even de Seine over om de bekende boekenwinkel Shakespeare & Company te bezoeken. De droom van elke boekenliefhebber, alleen mag je er binnen jammer genoeg geen foto’s nemen.

Foto @ditisleen

Op het Île de la cité kan je nog enkele bekende gebouwen bezoeken zoals la conciergerie en de kerk Sainte-Chapelle, maar veel toeristen wandelen meteen door naar de bekende brug van Parijs: de pont Neuf. Wat er zo speciaal is aan die brug dat snap ik zelf niet helemaal, maar je moet er geweest zijn in Parijs, toch?

Uitzicht vanop Pont Neuf
Invader aan Pont Neuf

Hierna was het ons doel om de wijk Les halles et le Marais in te duiken, maar de vakantie begon door te wegen dus we deden het allemaal wat rustig aan. We zaten een tijd in de zon op een pleintje waar de jeugd petanque aan het spelen was. La vie à l’aise.

De eerste stop in Les Halles werd de kerk Saint-Eustache. Ik kende het gebouw niet, maar vond de kerk minstens even indrukwekkend als de Notre-Dame.

Saint Eustache werd gebouwd in een periode van ongeveer 100 jaar, tussen 1532 en 1637. Dit zorgde ervoor dat het bouwwerk de overgang van de gotiek naar de renaissance meemaakte. De kerk is gotisch in zijn basisstructuur, maar bevat ook meer uitbundige elementen. Binnen vind je in verschillende kapellen enkele kunstwerken, waaronder een religieuze triptiek van Keith Haring. Zeker het bezoeken waard, de toegang is gratis.

Les halles is een zeer levendige buurt, boordevol markten en winkels en gezellige pleintjes. Het bekendste gebouw is ongetwijfeld Centre Pompidou. Dit moderne kunstenmuseum kreeg bij opening in de jaren ’70 heel wat kritiek, maar is ondertussen een vaste waarde in het Parijse straatbeeld. Het museum zelf staat nog op het lijstje.

Bekende street art ‘Chuuut’ van Jef Aérosol op het plein aan Pompidou.

Wie toch op zoek is naar wat rust en stilte kan op zoek naar Jardin Anne Frank, achter het centre Pompidou. In dit parkje werd een stek van de kastanjeboom die Anne beschrijft in haar dagboek geplant.

Jardin Anne Frank

Van hieruit wandelden we in één rechte lijn naar het place des Vosges. Het wordt door velen het mooiste plein van Parijs genoemd en op een warme dag, zoals toen wij er waren, zit het er vol met jongeren op het gras van het rechthoekig plein, ingesloten door woonhuizen. Zowel kardinaal Richelieu als schrijver Victor Hugo woonden hier ooit. Je kan er even bekomen op één van de vele terrasjes.

Na een terrasje namen we de metro op la Place de la Bastille. Hier stond vroeger de beruchte gevangenis, maar die heeft plaatsgemaakt voor een operagebouw. Ondertussen is dit een groot verkeersplein met een gedenkzuil voor de Franse Revolutie.

En zo was het tijd voor de laatste avond in de lichtstad. Wij aten Mexicaanse taco’s bij Luz Verde, niet zo ver van onze AirBNB in Montmartre.

Wat is jouw favoriete wijk in Parijs?

Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.

Valencia #2: El Cabanyal, het strand en de haven

In maart 2020 (jawel, vlak voor de eerste lockdown) vertrok ik voor 5 dagen naar Valencia. Ik deed hier al eens een uitgebreid verslag van hoe die reis is verlopen in tijden van corona. Vanaf de vierde dag sloten restaurants en bezienswaardigheden hun deuren, gelukkig zaten wij op een airbnb appartement waar we zelf ons potje konden koken. Valencia is en blijft een populaire citytripbestemming en de stad is dat ook helemaal waard volgens mij. We hebben uiteraard niet ons volledige lijstje kunnen afwerken, maar we hebben toch wel een aantal hele fijne dingen gedaan. En die tips deel ik graag met jullie.

Na een eerste dag in Valencia waarin we vooral de wijk El Carmen verkenden tijdens een street art wandeling, stond vandaag een lange wandeling op het programma wat meer buiten het stadscentrum.

Startpunt: de oude visserswijk El Cabanyal, niet ver van het strand. We gingen er met de metro naar toe via lijn 5 (de groene lijn) en stapten af in Maritims Serrano.

Ook hier valt de straatkunst van vooral lokale kunstenaar Lemon op.

El Cabanyal is een charmante visserswijk die aan het heropwaarderen is. Maar dat loopt niet zonder slag of stoot. De wijk is in een soort politieke impasse beland waarbij de politiek ook al geopperd heeft om alles plat te leggen om er een toeristenbolwerk van te maken, maar daar is niet iedereen mee akkoord (gelukkig!) en dus gebeurt er al jaren niets.

Je merkt wel dat dit een armere, vervallen wijk is. Er hangt daardoor een echt local sfeertje. Zo wandelden we over een overdekte markt waar heel wat oudere dames hun inkopen aan het doen waren.

Tegelijk vind je er ook van die charmante kleine lage vissershuisjes, vaak betegeld met wat mozaïek. Als je hier ’s avonds komt zou je er ook heel wat lekkere lokale eetplekjes treffen.

El cabanyal geeft de sfeer weer van een ouder Valencia. Ik ben heel benieuwd om er ooit eens terug te keren om te ontdekken wat de tijd met deze wijk heeft gedaan. Want de toekomst is er dus nog heel onzeker politiek gezien.

Van El Cabanyal is het maar een korte wandeling naar het strand met de grote boulevard (of dijk zoals wij het hier in België zouden noemen). Het weer was echter niet denderend, er hing heel wat mist.

Valencia is één van die unieke bestemmingen waar je een citytrip en een strandvakantie kan combineren. Al was dat laatste midden maart nog niet zo’n optie. 🙂

Na een verplichte foto bij de Middellandse Zee, wandelden we de boulevard af richting de haven. Het was echt ontzettend rustig in dit deel van de stad. We kwamen amper mensen tegen.

Ook de haven was gekleed in de mist die dag. Er lagen een aantal grotere schepen en er waren mensen aan het kajakken in het kanaal.

Eén van de architecturele pareltjes in de haven is het opmerkelijke Veles e ventes, het symbool van de koninklijke jachthaven.

De horizontale ‘plafonds’ zorgen voor voldoende schaduw op de terrassen, vanwaar je een zicht hebt op de volledige jachthaven en het strand. Helemaal vanboven heb je een uitkijkpunt over het kanaal.

Van de haven begonnen we aan een serieuze wandeling richting het Turiapark. We passeerden hierbij heel wat lokale straten, maar verder was er weinig te zien. We ploften neer bij Al solito posto, niet ver van het park. Het is een heerlijke Italiaan waar je terecht kan voor een pizza of pasta met een goed glas wijn. Aanrader!

In de namiddag stond het bekende Ciutat de les Arts i les Ciències op het progamma, maar dat is voor de volgende keer.

Wat is jouw favoriete bestemming om het strand en een citytrip te combineren?

Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie

Parijs #6: Palais Luxembourg en Quartier Latin

In maart 2019 trokken Leen en ik 5 dagen naar Parijs. Het was voor mij de eerste echte kennismaking met de lichtstad. We zijn alweer aanbeland aan de vierde dag en na een heuse uitstap naar Versailles, begon de vakantie wat te wegen. We deden het vandaag dus wat ‘rustiger’ aan (20.000 stappen ipv. 30.000 bedoelen we daar mee ^^) en kozen ervoor om twee wandelingen uit Time To Momo te combineren in het centrum van de stad. En die zonovergoten dag startte aan het prachtige palais du Luxembourg.

Het palais du Luxembourg vind je in de prachtig jardin du Luxembourg en is gebouwd in de jaren 1600 in opdracht van Maria De Medici, gemalin van Henry IV. Het was na diens dood, Henry IV is vermoord door een radicale priester die vond dat hij de calvinisten te goed gezind was, dat Maria niet meer in het Louvre wou verblijven en dus maar dit bescheiden optrekje liet bouwen. Lang heeft ze er niet van kunnen genieten want Maria werd uiteindelijk verbannen door kardinaal Richelieu, die de touwtjes in handen had zolang Louis XIII nog niet oud genoeg was om te regeren. Tijdens de Franse Revolutie is het paleis even gebruikt als gevangenis. Vandaag is het eigendom van de Franse staat. Je kan het bij mijn weten niet bezoeken.

We zwierven wel een tijdje rond in de tuin, nadat we natuurlijk enkele typische foto’s namen voor het paleis in de ‘Luxembourg stoeltjes’. Het moet er zalig vertoeven zijn met een boek onder een lentezonnetje en ondertussen naar de voorbijgangers gapen. Ik denk dat dit wel eens een van mijn favoriete plekjes in Parijs kan zijn.

Foto @ditisleen

In de tuin vind je mooie marmeren beelden van enkele sterke vrouwelijke koninginnen en hertoginnen. Maria De Medici was een Florentijnse dus zie je heel wat Italiaanse invloeden terug in het paleis, de tuin, de beelden en de keuze van vrouwen die zo’n beeld hebben gekregen. Zo vond ik er Margaret Of Anjou, koningin van Engeland, en Valentina De Milan, hertogin van Orléans, terug.

Foto @ditisleen

Ok, ik ben enthousiast over deze plek, ik geef het toe. Vanaf de jardin du Luxembourg wandelden we richting pantheon. Een gigantisch gebouw op een verkeersplein. Oorspronkelijk bedoeld als een kerk is dit ondertussen een begraafplaats van heel wat Franse beroemdheden zoals Voltaire, Zola en Hugo.

Je kan het pantheon bezoeken tegen een kleine prijs, wij besloten niet naar binnen te gaan. Het was mooi weer en we hadden nog wat parken tegoed. Een beetje verborgen in een onopvallend straatje vonden we de Arènes de Lutèce. In de Romeinse tijd was dit een amfitheater en die vorm kan je nog steeds goed onderscheiden aan het ronde plein en de stenen trappen.

Op naar jardin des plantes. Dit is opnieuw een groot park met botanische tuinen, speeltuin, serres... Je vindt er ook het Muséum national d’Histoire naturelle. De serres kom je blijkbaar enkel binnen tegen betaling, dat is voor een volgende keer.

Vanaf de jardin des plantes stapten we de typische studentenwijk van Quartier Latin binnen. Het was voormiddag en dat gaf de kasseistraatjes een heel andere sfeer dan ’s avonds. De cafés zijn dicht, de studenten lagen waarschijnlijk nog te slapen (of aan het studeren, wie zal het zeggen?) en het was nog redelijk rustig in de straten.

Quartier Latin verwelkomt al sinds de 14de eeuw studenten. We aten een snelle pizza als lunch in een typisch studentenrestaurant (Leuven vibes!).

Typische pub, met the ‘white man’ van street artist Jérôme Mesnager 

Van hieruit begaven we ons kriskras door de vele straatjes op weg naar Île de la Cité en de Notre-Dame (daarover kon je hier al lezen), en die wandeling is voor een volgende post :).

Wat is jouw favoriete park in Parijs?

Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.

Londen #14: Natural History Museum

Ik schreef de vorige keer over die ene koude dag dat we op pad waren met de Statikbende in Londen. Na een niet zo’n goede nacht, waren het lief en ik de eersten aan het ontbijt. Met wat alcohol in het bloed voel je blijkbaar die oude airco minder fel, aldus de collega’s die wat langer hadden doorgezakt ;). We zagen de meeste collega’s daardoor pas ’s avonds terug in de trein, aangezien we op tijd de metro namen om nog iets van de dag te maken.

Het was echt koud en ze voorspelden heel wat regen. We gingen dus op zoek naar een binnenactiviteit. Ik denk dat het uiteindelijk Leen was die graag naar het Natural History Museum wilde. Het is één van de meestbezochte musea in Londen, en gratis voor iedereen. Het is vooral bekend als kindvriendelijk museum omdat er dino’s te bekijken zijn en ook andere opgezette dieren. Voor een gevarieerde groep brengt het dus ieder wat wils, hoewel ik nu niet meteen stond te popelen. Tot ik er binnen was. Voor mij was dit museum een complete positieve verrassing!

Het Natural History Museum ligt in de wijk South Kensington op Exhibition Road. Ernaast en ertegenover zijn het Science Museum and het Victoria & Albert Museum te vinden. Het gebouw dateert uit de 19de eeuw en is een mix van allerlei bouwstijlen (Romaans, Neogotiek & Victoriaans).

Je komt binnen in het nieuwe stuk van het gebouw, waar een dinoskelet je al meteen opwacht. Het museum is vrij groot en opgedeeld in 4 kleuren/themagebieden, waarvan zoölogie het bekendste is. Wij namen de vrij spectaculaire roltrap naar boven voor het stuk over aardbevingen en orkanen (de rode zone). In dit stuk van het museum is er minder ruimte en staat alles wat dicht bij elkaar waardoor je al snel een druk gevoel krijgt.

Maar eens we in het ‘oude’ gebouw kwamen viel mijn mond steeds meer open van het gebouw zelf en begon ik minder aandacht te besteden aan de tentoonstelling.

Dit is volgens mij de groene zone met mineralen en fossielen.

En dan kom je in de grote hal. Met het skelet van een blauwe vinvis aan het plafond. Velen noemen dit Hogwarts in het echt. Ik ben geen Harry Potter mens, maar dit is effectief één van de mooiste ruimtes die ik ooit heb gezien.

Het zit hem ook vooral in de details, op je plafond vind je botanische bloemen, aapjes en andere dieren.

Ik keek mijn ogen uit en het was echt moeilijk om alles goed op foto vast te leggen. Ik zou zeggen, ga er gewoon zelf eens naar binnen!

Hierna was het aanschuiven bij de dino’s waar een vast parcours is gemaakt langs alle skeletten, met als hoogtepunt een reconstructie van een bewegende Tyrannosaurus Rex. We gingen nog een aantal andere gangen in met opgezette dieren, maar ik vind dat ergens ook wat eng :D. Ik vind dit absoluut een aanrader om te bezoeken, ook zeker met kinderen.

Wanneer je buitengaat en via Exhibition Road omhoog wandelt, passeer je langs de Royal Albert Hall (voor de gelegenheid met kerstboom) en kan je zo via het Albert Memorial naar Hyde Park. Wij namen aan de andere kant van het park de metro naar Shoreditch voor de lunch. Ondertussen begon het te regenen.

Pizza East stond al even op mijn lijstje en ze hebben ook vegan opties voor ons Leen. Dus voila het resultaat was deze smakelijke lunch. Pizza East is echt super groot, maar toch is het in enkele ogenblikken na openingstijd vol. Het is een populaire zaak, dus wees er op tijd bij (of reserveer op voorhand). Voorlopig de beste pizza die ik al in Londen heb gegeten.

Foto @ditisleen

We wandelden nog in de regen naar Old Spitalfields Market omdat die overdekt was. We bekeken nog wat kraampjes en dan was het stilaan wel tijd om onze bagage weer op te pikken aan het hotel en naar huis te vertrekken.

Het is ondertussen van december 2018 geleden dat ik nog in Londen was, met dank aan covid. Ik kijk er zo naar uit om weer de Eurostar op te stappen.

Wat is jouw favoriete Londens museum?

Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.

Valencia #1: street art in Carmen
oznor

Valencia #1: street art in Carmen

In maart 2020 (jawel, vlak voor de eerste lockdown) vertrok ik voor 5 dagen naar Valencia. Ik deed hier al eens een uitgebreid verslag van hoe die reis is verlopen in tijden van corona. Vanaf de vierde dag sloten restaurants en bezienswaardigheden hun deuren, gelukkig zaten wij op een airbnb appartement waar we zelf ons potje konden koken. Valencia is en blijft een populaire citytripbestemming en de stad is dat ook helemaal waard volgens mij. We hebben uiteraard niet ons volledige lijstje kunnen afwerken, maar we hebben toch wel een aantal hele fijne dingen gedaan. En die tips deel ik graag met jullie.

Van de de luchthaven naar het centrum

Op woensdag 11 maart vlogen we vanaf Zaventem met Ryanair naar de luchthaven van Valencia. Van daar kan je heel makkelijk de metro nemen naar het centrum. Een metropasje kost 1 euro, nadien kan je het opladen met geld (beetje zoals de Oyster Card in Londen). Voor een enkele metrorit van de luchthaven naar het centrum betaal je 3,90 euro. We stapten uit aan Xativa (dat is aan het mooie noordstation) en gingen inchecken op ons appartement. Omdat we te vroeg waren dronken we al iets op een lokaal pleintje bij een café waar ze niet zo goed Engels spraken. Maar er was zon en een blauwe lucht, heerlijk!

Street art in El Carmen

Vandaag stond er een street art wandeling op de planning. We hadden een plekje gereserveerd bij Free tour Valencia. Afspraak op het Plaza de la Virgen, het grote plein in het oude stadscentrum met zicht op de kathedraal. Als late lunch aten we churros op een bankje in de zon. We namen ook alvast enkele foto’s op het plein. Je ziet allerlei gele dranghekken staan in de achtergrond. Die waren er net als de churroskraampjes speciaal voor Las Fallas, het grootste festival van de stad. Dat zou een week nadien starten, maar een paar uur later kregen we te horen dat het voor het eerst sinds WOII werd afgelast omwille van de coronacrisis. De eerste van vele alarmbellen tijdens de vakantie. Soit, vandaag scheen de zon en gingen we op zoek naar street art.

Plaza de la Virgen

Op het afgesproken uur maakten we kennis met onze gids Valentina. Zij is duidelijk heel gepassioneerd door street art en verhuisde naar Valencia voor de liefde. El carmen is één van de oudste wijken van de stad en heeft al heel wat watertjes doorzwommen. Dat mag je best letterlijk nemen want de wijk is volledig overstroomd toen de rivier Turia buiten zijn oevers trad in 1957. Veel huizen werden nooit opgeknapt en daarom was dit een armere buurt in de afgelopen decennia. Recent is de heropwaardering begonnen en is het één van de meer sfeervolle wijken van de stad. Ook met dank aan de straatkunst natuurlijk.

En Valentina zou ons twee uur lang door de straten loodsen, op zoek naar mooie werken.

De eerste stop was een lange street art muur waar een fotograaf een aantal van zijn foto’s heeft laten schilderen door graffiti artiesten. Bovenstaande foto met het kussend koppel is beroemd op Instagram en het bijgeloof zegt dat als je ervoor zou kussen met je partner je eeuwig samen zou blijven. Je vindt deze werken in de Carrer de Moret (ook werk van Deih die niet op deze foto staat trouwens).

Smalle straatjes zijn typerend voor El Carmen. Eén van mijn favoriete Valenciaanse artiesten werd Chikitine, herkenbaar door zijn fantasyfiguren met meerdere ogen. Maar ook onze eigen Leuvense Bisser kwamen we tijdens de wandeling tegen, omdat Valentina wist dat we van België waren natuurlijk.

Andere herkenbare artiesten waren Lemon (bandietenmannetjes met hartjes en spuitbussen), Barbi (roze figuren) en Julia Loos die overal zwarte katten plaatst. Onderstaande foto is een werk van Disneylexa die zeer vrouwelijke werken maakt geïnspireerd op Zuid-Amerika. Je ziet er ook de Lemon-mannetjes op terugkomen.

Heel wat wereldbekende street artists vinden hun roots in Valencia. Voornamelijk door de XLF-crew die opkomende artiesten een kans geeft. Deih, die vaak fantasywerken maakt en we ook tegenkwamen tijdens de wandeling, is een voorbeeld van een artiest die ondertussen internationale faam kent. En dan hebben we mijn favoriet Julieta die kleurrijke en dromerige werken maakt van jonge meisjes. Dit werk heet ‘in between dreams’.

Ondertussen heeft deze Julieta ook twee werken in Leuven gemaakt en trekt ze dus de wereld rond. Ze heeft het echt wel geschopt tot mijn top drie geliefde street artists.

Naar het einde van de wandeling toe, al wat verder van het centrum weg, kwamen we bij twee grote muren terecht. Eentje bij een gemeenschapstuintje en een ander bij een basketpleintje (waar je ook nog een Bisser kan spotten trouwens).

De Griekse figuren die je hieronder afgesneden ziet op de foto is een werk van Pichiavo, die je ook in andere wereldsteden kan ontdekken. Je herkent ook een Julieta en Barbi konijntjes als je goed kijkt op deze muur. Je vindt deze muur op het placa de la Botxa.

Dit was het eindpunt van de meer dan twee uur durende wandeling. Ik heb al best wat street art wandelingen gedaan maar dit was by far één van de beste. Valentina had duidelijk heel wat expertise en doordat verschillende artiesten terug kwamen begon je zelf patronen te zien. Het hoeft jullie dus niet te verwonderen dat Carmen zichzelf snel bombardeerde tot mijn favoriete wijk van de stad.

We gaven Valentina nog een fooi (in ons geval 10 euro per persoon, maar je bent helemaal vrij om zelf een bedrag te kiezen) en zochten ons terug een weg naar het centrum. We ploften neer bij een tapaszaak in een straat achter het plaza de la virgen. Bar El Almudin is zeker en vast een aanrader voor gevarieerde tapas en goede wijn. Daarvoor ga je naar Spanje toch?

Ben jij al eens in Valencia geweest? Zie jij zo’n street art wandeling zitten?

Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie

Meer street art?

Parijs #5: dagtrip naar Versailles

In maart 2019 trokken Leen en ik 5 dagen naar Parijs. Het was voor mij de eerste echte kennismaking met de lichtstad. Eén van mijn wensen was om een dag uit te trekken voor het paleis van Versailles. Dat deden we op de derde dag en het weer zat gelukkig helemaal mee. Ik had op voorhand redelijk veel gelezen om ons bezoek zowel praktisch als inhoudelijk voor te bereiden en daarom zal dit ook best een uitgebreide post worden. Dus ga er even voor zitten.

Van Parijs naar Versailles

Versailles bereik je vanuit Parijs het makkelijkst met de trein (met de wagen kan natuurlijk ook). Hiervoor moet je vertrekken vanuit een RER C station. Dit is één van de vijf spoorlijnen die het centrum van de stad verbindt met de voorsteden en nummer C gaat dus tot in Versailles. Wij namen de metro tot in Javel, maar bekijk zeker welk RER C station het dichtst bij jouw vertrekpunt zit. Je moet een apart ticket kopen voor deze trein. Heen en terug komt dit op 7,10 euro. Ik herinner me nog dat het wat gedoe was met die ticketjes aan de automaat, maar uiteindelijk is het wel gelukt.

De treinrit duurt een twintigtal minuten (afhankelijk van het station waarin je vertrekt). De juiste halte voor het paleis van Versailles is “Versailles chateau rive gauche“. Bij het uitgang wandel je dan het blokje rond en je ziet het paleis meteen opdoemen. Uiteindelijk bleek het best eenvoudig om er te geraken, maar reken dat je heen (en dus ook terug) een uurtje kwijt bent met de metro, ticketten, trein en wandelen tot aan het paleis. Belangrijk om mee te nemen in je time management.

Inkom en wachtrijen

Versailles staat bekend om zijn lange wachtrijen aan de inkom. Wij hadden daar geen last van om een aantal redenen:

  • Het paleis opent om 10u. We waren er iets vroeger zodat we bij de eersten waren die binnen konden. Het is sowieso aangeraden om vroeg te komen, aangezien de bussen Japanners vaak vanaf 10u aan het paleis gedropt worden.
  • We waren er in maart. Vanaf 1 april start het echte toeristische seizoen, wat wil zeggen dat het paleis langer open is, de fonteinen aan staan en er allerlei events zijn. In maart is het dus nog betrekkelijk rustiger. Volgens mij kan je ook perfect in het voorjaar of vroege najaar rustig genieten als je de fonteinen toch in actie wil zien. Maar in de zomermaanden moet je er sowieso rekening mee houden dat het heel druk kan worden.
  • We waren er op een weekdag (woensdag). Op maandag is Versailles gesloten, op dinsdag zijn alle musea in Parijs gesloten waardoor iedereen naar Versailles trekt en in de weekends is het sowieso drukker. Ga dus op een woensdag of donderdag naar Versailles en de kans op rust is een pak groter.
  • We kochten online een ticket. Maar vergis je niet: je gaat nog altijd moeten aanschuiven in een (lange) wachtrij. Het is gewoon een andere rij en die gaat iets sneller voorruit omdat er geen aankoop meer moet gebeuren telkens.

Versailles is gratis voor EU burgers onder de 26-jaar. Maar vergeet ook dit gratis ticket niet op voorhand online te bestellen! En ook als jongere moet je in de online wachtrij wachten (al doet de site uitschijnen dat je sneller binnen kan, dat is dus niet). Voor een volwassene raad ik aan om een passport ticket te kopen, dit geeft toegang tot het paleis, beide trianon estates en de tuinen. Dit ticket komt op 20 euro. Een ticket zonder de trianons kost 18 euro, en voor die 2 euro vind ik beide trianons echt wel een aanrader dus niet twijfelen om dat er bij te nemen. Een vergelijking van alle tickets vind je hier

Binnen moet je zowel bij het paleis als de trianons je rugzak steeds in een locker stoppen. In de tuinen mag je je rugzak wel bij je hebben en dus kan je perfect een picknick meenemen. Dat is ook wel aangeraden omdat de eetgelegenheden op het domein uiteraard heel toeristisch zijn en het net leuk is om een plekje in de tuinen uit te zoeken. Als je alles redelijk gedetailleerd en rustig wil bezoeken zou ik zeker 6 uur uittrekken voor het volledige bezoek. Samen met de rit heen en terug is Versailles dus een echte daguitstap.

Het paleis van Versailles

Onder koning Louis VIII was Versailles een klein jachtslot. Zijn zoon Louis XIV, de later zonnekoning, breidde het paleis decennialang uit. Het was een constante bouwwerf waar duizenden arbeiders tegelijk aan werkten in povere arbeidsomstandigheden. Louis wou van Versailles het centrum van de wereld maken. En dat deed hij ook door alle nobelen te verplichten om in het paleis te komen wonen. Die edelen zaten er letterlijk opgehoopt zonder veel hygiëne, het stonk dus enorm in Versailles. Ook de twee volgende koningen, Louis XV (bekend van al zijn maîtresses zoals madame de Pompadour) en de gedoemde Louis XIV, verbleven in Versailles. Tijdens de Franse Revolutie werd het koningskoppel gedwongen in het Tuilerieënpaleis in Parijs te gaan leven en werd Versailles verlaten. Nadien verbleef Napoleon nog regelmatig in Le grand Trianon, maar zijn plannen om Versailles te verbouwen bleven uit. Onder koning Louis Philippe werd het paleis voor het eerst omgedoopt tot een museum.

Als je vroeg genoeg gaat kan je nog relatief profiteren van een leeg binnenplein en een niet te drukke spiegelzaal.

Voor een bezoek aan het paleis zijn er een aantal vaste routes die je moet volgen. Je krijgt ook een audiogids mee die inbegrepen zit in de prijs. Ze zijn altijd wel iets aan het renoveren, dus reken erop dat je misschien niet alles te zien krijgt. Zeker als je buiten het seizoen gaat. Tijdens ons bezoek waren de slaapvertrekken van Marie Antoinette en de galerij van de veldslagen niet toegankelijk. De kapel waren ze ook langs buiten aan het renoveren maar konden we wel binnenin bekijken.

Versailles is een plaatje. We wandelden zaal per zaal van de ene verbazing in de andere. Volledig beschilderde plafonds, veel bladgoud en marmer… het is een echt luxepaleis. Ik maakte dus vooral foto’s van de plafonds, wat ook weer handig is want dan staat er geen volk mee op :). Overal kom je de beeltenis van Louis XIV tegen. De koning was immer aanwezig.

De bekendste ruimte is natuurlijk de spiegelzaal en ik had zelf niet verwacht om er ook zo overdonderd door te zijn. Er zijn zoveel details om op te letten. De 73 meter lange zaal is de grootste ruimte van het paleis en bevat maar liefst 357 spiegelpanelen.

De route leidt verder ook nog naar de slaapkamer en enkele andere persoonlijke vertrekken van de koning. Louis XIV was de uitvinder van het Franse hofprotocol waarbij elke dag nobelen werden uitgekozen om ‘le petit et le grand lever’ bij te wonen en de koning kledingstukken aan te reiken.

Le roi governe par lui même, een inscriptie zodat niemand er zou aan twijfelen dat Louis XIV een absolute vorst is.

Na de vertrekken is het normaal tijd voor de galerij van de veldslagen, maar die moesten we dus overslaan. Je komt vervolgens in enkele zalen ingericht na de Franse Revolutie die van Versailles een chauvinistisch museum moesten maken.

Sommige toeristen razen door het paleis en laten daarom bepaalde zalen links liggen. Ik vond deze nochtans een echt pareltje.

In de mesdames-vleugel kan je nog enkele kamers bezichtigen van de zogenaamde mesdames, de dochters van Louis XV die ongetrouwd aan het hof verbleven. Ze waren vreselijk elitair en geen enkele Europese prins was goed genoeg voor hen. De kamers staan vol met schattig meubilair. De prinsessen brachten hun tijd door met muziek spelen, lezen en thee drinken. En Marie Antoinette op haar zenuwen werken, dat ook :).

Trek zeker een uur of drie uit om in het paleis zelf alles te bezichtigen. Uiteraard kan het korter, maar wij bekeken elke zaal en luisterden aandachtig naar de audiogids die best relevante informatie gaf. Ik ben zo iemand die alles op haar gemak gezien wil hebben, zeker in dit soort plekken. Het zijn de details en de achterliggende verhalen die het hem doen.

De tuinen

Voor sommigen zijn de tuinen van Versailles een nog groter hoogtepunt dan het paleis zelf. Versailles was een echt lusthof naar Romeinse normen ontworpen. Het staat daardoor vol met beelden en fonteinen die naar de Oudheid verwijzen. Voor 1 april kan je er geen werkende (lees spuitende) fonteinen bewonderen, maar dat deerde ons niet.

De grote fontein aan het paleis met zicht op het Grote Kanaal verderop.

De tuinen zijn opgedeeld in bosquets, kleine hofjes met elk hun eigen inrichting. Ze waren niet allemaal open voor publiek toen wij er waren, maar het was fijn verkennen.

Eén van de vele bosquets.
De paardenfontein, o.a. bekend uit de intro van de serie Versailles, die trouwens een kijktip is om je bezoek aan Versailles voor te bereiden ;).

Le petit trianon en le hameau de la reine

Veel minder toeristen brengen een bezoek aan de trianons, het is er dus rustiger dan in het hoofdpaleis.

Het is een hele wandeling naar de andere kant van het domein, maar iets na de middag (na een deugdoende picknick in een bosquet) kwamen we aan bij le petit trianon. Dit optrekje werd gebouwd door Louis XV voor zijn maîtresse madame de Pompadour. Maar het werd vooral favoriet bij koningin Marie Antoinette. In le petit trianon kwam Marie Antoinette tot rust ver weg van alle hofetiquette. Het was haar eigen optrekje, compleet met opnieuw een prachtige romantische tuin.

Le petit trianon is smaakvol en minder kitscherig ingericht dan het hoofdpaleis.

Nog wat verder in die tuin vind je le hameau de la reine. Een soort Bokrijk dat Marie Antoinette liet bouwen om boerin te kunnen spelen… Ik moet je niet vertellen dat ze best wat kritiek over zich heen kreeg voor deze wat vreemde uitgave. Een watermolen, moestuin, bakkerij, stallen voor de dieren….. Hier speelde Marie Antoinette het gewone leven na, terwijl in Parijs kinderen verhongerden.

Le grand trianon

Le grand trianon was dan weer het optrekje van de koning. Vooral de Zonnekoning sliep er vaak met zijn maîtresse Madame De Montespan. Ook Napoleon verbleef er regelmatig en verkoos het boven het grote kasteel verderop. Het is eigenlijk een paleis op zich te noemen. Toen wij er waren konden we maar de helft bezoeken omdat de rest gerestaureerd werd. Dat vond ik wel jammer, want ik vond het interieur best mooi.

We zetten onze wandeling verder opnieuw richting het hoofdpaleis om nog enkele andere bosquets te ontdekken. Zorg er zeker voor dat je stevige wandelschoenen aandoet want je legt best wat kilometers af op het domein. Voor het bezoek aan de tuinen en de twee trianons moet je opnieuw een uur of drie uittrekken. En dan nog zul je niet alles gezien hebben, je kan er makkelijk meerdere dagen doorbrengen.

Het park is immens groot en gratis toegankelijk dus ooit wil ik er wel eens een langere wandeling langs het Grote Kanaal doen.

Of een boottochtje op het kanaal, dat kan ook.

Ik vond Versailles een super ervaring. Ik ben natuurlijk heel erg into de geschiedenis en bezoek altijd graag paleizen. Maar Versailles is wel echt een unieke bestemming en op een weekdag in maart valt het erg mee qua drukte. Ook in het stadje Versailles zelf kan je zeker wat tijd doorbrengen, dat staat voor een volgende keer op de planning. Nu waren we best moe van al dat stappen en namen we opnieuw de RER C trein naar Parijs.

Ben jij al eens in het paleis van Versailles geweest?

Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.

Berlijn #4: van de rauwe wijk Kreuzberg naar Eastside Gallery

Berlijn #4: van de rauwe wijk Kreuzberg naar Eastside Gallery

Berlijn is nooit echt een stad geweest die me veel zei. Ja, het is een geschiedenisrijke stad, maar oorlogsgeschiedenis is niet echt mijn dada. Niet dat het me niet boeit, want het is te belangrijk om nooit te vergeten, maar het is gewoon niet mijn interesseveld. Toen het lief in september 2018 op conferentie ging naar de Duitse hoofdstad besloot ik toch drie daagjes aan te sluiten (met dank aan Ryanair werd dat zelfs nog een extra nacht 😒).

Na heel wat oorlogsgeschiedenis en een wandeling door Mitte besloten op we op onze laatste dag naar Kreuzberg te trekken. Een wijk wat verder weg van het centrum, bekend om zijn street art en opkomende hipsterplekken. In die zin wordt de wijk vaak vergeleken met Shoreditch in Londen, maar ik vond dat er toch een totaal andere sfeer hing.

We ontbeten trouwens nog wel in Mitte, bij de hipstertent Commonground en ik vond het er eigenlijk wel tof. We trokken nog eerst naar het gedenkstatte van de Berlijnse muur voor we de metro naar Kreuzberg namen. Dus uiteindelijk hadden we nog een halve dag om er te spenderen.

Kreuzberg

Waar Shoreditch al een heel toeristische wijk is en je er zeker op zondagen over de koppen loopt, ben je in Kreuzberg als toerist in de minderheid tussen alle locals en -ook te vermelden- drugsdealers.

Want enkele weken later kwam Kreuzberg alweer slecht in het nieuws omdat de politie drugsdealers had opgepakt in Gorlitzer park. Het is een rauwe arme buurt, ook al vragen ze enkele straten verder miljoenen voor een optrekje omdat ze de buurt aan het herwaarderen zijn. In die zin moet je in bepaalde delen van Kreuzberg ’s avonds zeker oppassen en is het niet meteen een wijk om te verblijven.

P1140546

Klinkt allemaal heel negatief, maar als ik terugdenk aan Berlijn heb ik de beste herinneringen aan Kreuzberg. Ik vond het er echt heel chill. We aten de beste pizza ooit en wandelden in alle rust langs kunstwerken op straat. Ik heb me er geen moment onveilig gevoeld. Ik had op voorhand enkele straten opgezocht met heel wat street art werken en ook de app street art cities hielp ons navigeren.

P1140522

Als eerste passeerden we langs Victor Ash’s beroemde werk ‘Astronaut Cosmonaut’. Het staat ondertussen al meer dan 10 jaar op een muur in de Mariannenstrasse.

Tussendoor passeer je ook heel normale straten met soms felle graffiti en tags, maar soms ook het doodnormale leven zoals een school waar kinderen op de speelplaats spelen. Ik wil maar zeggen dat je niet te snel conclusies moet trekken als je de foto’s ziet.

P1140533

P1140547

De Skalitzer Strasse staat bekend om heel wat street art en op het kruispunt met de Oranienstrasse vind je er zelfs een gigantisch werk van onze Belgische trots uit Gent: ROA. 

P1140540

De onderkant zat jammer genoeg bedekt achter werken. Het zijn niet meteen gelukkige dieren die ROA hier afbeeldt. Maar ik ben fan van zijn werk en de boodschap die hij wil brengen. Ons menselijk stedelijk leven heeft een impact op de dieren die er leven, en die impact is meestal niet zo positief.

Ondertussen hadden we honger en de Time To Momo bracht ons naar pizzeria Zola. Het is wat zoeken naar de ingang. Je moet langs wat gebouwen door voor je op het rustig binnenplein een plaats kan uitzoeken op het terras. We hadden pas veel later door dat Zola in de top vijftig van beste pizzeria’s van Europa te vinden is. En jawel, het is één van de beste pizza’s die ik ooit heb gegeten en spotgoedkoop. We zaten echt tussen de locals te genieten van de zon. Zware aanrader! Ik keer er sowieso naar terug.

Dat Zola net op deze plek is gevestigd is geen toeval. De straten rondom het pittoreske landwehr canal zijn ze aan het herwaarderen. Hier zitten gezinnen te picknicken of lezen hipsters een boek aan de oever.

P1140562

Na een deugddoende lunch keerden we terug naar het rauwe deel van de wijk en wandelden we door Gorlitzer park, het park waar dus drugsdealers zouden huizen. We zagen er op dat moment veel politie, maar blijkbaar kon je er gratis je fiets laten graveren, dus er was niets aan de hand :D.

P1140575

We liepen nog langs wat werken, waarvan deze van Natalia Rak favoriet bleek. Zij is een Poolse straatkunstenares met vaak kleurrijke werken die bloemen bevatten. Dit werk heet ‘Tommorow never come’ en is gemaakt voor het Berlin mural fest in 2018.

P1140600

Hierna zakten we neer bij koffiebar Five Elephant, zij hebben verschillende vestigingen in Berlijn. Koffie en een stuk taart, meer hoeft vakantie niet te zijn soms.

In plaats van de metro terug te nemen besloten we nog een heel stuk door te wandelen en voor we het wisten staken we de spree over langs de Oberbaumbrucke. Dit is de mooiste brug van Berlijn in neogotische stijl.

P1140631

Steek je die brug over, dan kom je aan Eastside Gallery, waar het langste stuk van de Berlijnse muur is blijven staan. In 1990 hebben hier 118 kunstenaars hun visie op vrijheid op de muur geschilderd en deze straatkunst is nog steeds zo goed als in tact. Er waren ook plots veel meer toeristen. Eastside Gallery staat natuurlijk in elke reisgids.

P1140637

Hierna was het tijd om de koffers te pakken en naar de luchthaven te vertrekken. Mijn eerste kennismaking met Berlijn was kort, maar divers. Het is een stad met zoveel gezichten. Ik heb heel veel zin om nog een aantal keer terug te keren en alle gezichten te ontdekken. En nog eens pizza te gaan eten in Kreuzberg, een wijk die sowieso elke keer een ander uitzicht zal hebben.

Dit is mijn voorlopig laatste post over Berlijn, lees zeker ook mijn andere verslagjes:

Wat is jouw favoriete plek in Berlijn?

Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.

Parijs #4: madeleine, opéra, Louvre en de oranjerie

In maart 2019 trokken Leen en ik 5 dagen naar Parijs. Het was voor mij de eerste echte kennismaking met de lichtstad. Op dag 2 verkenden we in de voormiddag Montmartre en Batignolles, in de namiddag deden we een andere wandeling uit Time To Momo: madeleine en opéra (route 2) die ons ook helemaal tot aan het louvre zou brengen.

Omdat we niet zo’n shopping queens zijn, pasten we de wandeling wel wat aan. Wij begonnen de namiddag aan la Madeleine. Een 19de eeuwse glorietempel die Napoleon naar Romeins model liet bouwen. Oorspronkelijk bedoeld als monument voor gevallen soldaten, maar uiteindelijk is het een kerk geworden. Wij namen ook (gratis) een kijkje binnenin. Ik vond het er vooral vrij donker en kil. Niet mijn type kerk.

Madeleine is niet te verwarren met het pantheon van Parijs, dat is een totaal ander gebouw. Beiden doen denken aan het pantheon in Rome.

Van hieruit wandelden we naar het shoppinghart van de stad met als doel het opéragebouw en galeries Lafayette. Die laatste stond niet in onze reisgids, maar is een geheime tip van Leen :).

L’opéra Garnier vanop de grond.

L’opéra Garnier is gebouwd door, jawel, Garnier en bevat een mix aan verschillende bouwstijlen. Het staat op een vrij druk kruispunt, maar laat je niet in bedotten: dit gebouw is enorm groot. Je krijgt het niet in zijn geheel op de foto, of toch niet vanop de grond ;).

Galeries Lafayette is een verborgen parel voor de architectuurliefhebber en voor wie houdt van een prachtig uitzicht over Parijs. Langs de buitenkant ziet het eruit als een standaard winkelcentrum, maar binnenin springt de indrukwekkende glas-in-lood koepel meteen in het oog.

Naast de prachtige koepel, kan je ook via de lift naar het dak van het gebouw. En daar krijg je niet alleen een mooi uitzicht, laar ook meteen een tweede kans om het operagebouw op foto te krijgen.

Opéra Garnier vanop het dak van galeries Lafayette.

In dit deel van de stad zie je enorm goed dat het in de 19de eeuw allemaal opnieuw is heraangelegd door baron Haussmann. De brede winkelboulevards zijn typisch Parijs maar zijn minder mijn ding. Je vindt hier ook veel ‘verborgen’ passages, dit zijn met glas overkoepelende winkelgalerijen. Wij wandelen door de galerie Vivienne, een van de mooiste.

Wandel je deze galerij tot het einde uit, dan ben je meteen bij le jardin du Palais Royal. Bekend om zijn zwart-witte Instagramwaardige pilaren, maar vooral de tuin zelf ging met mijn hart lopen. Het is een van de mooiste plekjes van Parijs wat mij betreft, zeker in het voorjaar met de bloesems.

We liepen er een hele tijd rond. Het moet zalig zijn om hier op een bankje een boek te lezen.

De zwart witte pilaren, getiteld Les deux plateaux, zijn van de hand van David Buren. Onder de zuilengalerij vind je allerlei kleine winkeltjes. Het Palais Royal is zoals de naam het zelf al zegt een oud koninklijk paleis maar niet toegankelijk voor toeristen. Er huist nu het Franse Ministerie van Cultuur, de Franse Raad van State en Grondwettelijke Raad.

Wij profiteerden ook van deze populaire selfiespot. Foto @ditisleen

Niet ver van het Palais Royal vind je het bekendste en meest bezochte museum van de wereld: het Louvre. Je kan er drie dagen in rondwandelen heb ik me laten vertellen. Wij hadden een ander museum op het oog, maar wilden natuurlijk een blik werpen op de bekende glazen piramide.

Op het moment dat wij er waren was het hele binnenplein met ijzeren hekken omringd en lag er een soort installatie voor 500 jaar Da Vinci als ik me niet vergis. er waren ook kleinere ‘fake’ piramides opgezet. Het moet ’s avonds een prachtige lichtshow opgeleverd hebben, maar het was tegelijk ook wel wat jammer dat we niet over het hele plein konden wandelden. Na heel wat proberen lukte het ons om de perfecte piramide foto te nemen waarbij mijn vinger naar de top wijst. De aanwijzigingen van Leen waren dan ook perfect ;).

Foto @ditisleen

Ook het Louvre is een vroeger koninklijk paleis. Het oorspronkelijke gebouw werd deels verwoest in de Honderdjarige Oorlog. Wat later liet Catherine De Medici aan de Tuilerieën een ander paleis optrekken (ondertussen ook verdwenen). Bedoeling was om dat paleis met het Louvre te verbinden, maar toen Louis XIV zijn oog liet vallen op Versailles werden die plannen vergeten. Na de Franse Revolutie werd het Louvre een museum.

Van aan het Louvre wandel je zo de tuilerieën binnen. Je wandelt onder Arc de Triomphe du Carrousel, opnieuw opgericht door Napoleon om de slag bij Austerlitz te gedenken (net zoals de Arc Du Triomphe). We hadden al heel wat kilometers afgelegd, maar eigenlijk nog niks bezocht. De dag voordien waren we al in de Tuilerieën geweest en hadden we het oranjeriemuseum gespot.

Waterlelies van Monet

In dit kleine museum vind je een groots werk van Monet: zijn waterlelies. En als grote fan van het impressionisme wou ik dat gezien hebben. Ik kon als min 26-jarige gratis naar binnen, een volwassen ticket kost 12,50 euro.

Op de benedenverdieping draait alles om Monet en zijn waterlelies. De grote doeken hangen er in twee witte zalen, steeds per 4 met een doek aan elke muur. Je mag er foto’s nemen, maar het is niet altijd eenvoudig om de gigawerken aantrekkelijk op de gevoelige plaat vast te leggen. Ik heb er best lang naar zitten kijken, de details zijn prachtig.

In de kelder hangen nog veel meer, voornamelijk impressionistische, werken en is er ook plaats voor een tijdelijke tentoonstelling. Ook hier is de opstelling steeds mooi met voldoende licht en ruimte tussen de werken.

Op een dik uurtje ben je wel rond en heb je alles gezien. Wij waren er tot vlak voor sluitingstijd, waardoor de zalen van Monet niet meer vol toeristen zaten en we dus rustig de werken konden bestuderen. Goede timing dus!

Het was een goedgevulde dag die startte in Montmartre en eindige met Monet. We hadden de avond ervoor al gereserveerd bij het veganistische restaurant brEAThe. We schoven de voetjes onder tafel en genoten van een plantaardig driegangenmenu. Het was mijn eerste keer in een vegan restaurant, maar naar brEAThe zou ik zeker nog terugkeren. Het was heerlijk. Aanrader!

Wat is jouw favoriete museum in Parijs? Of welk museum staat nog hoog op je wensenlijstje?

Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.

London #13: disastrous Londen walk

London #13: disastrous Londen walk

In 2018 ging ik zo vaak op vakantie dat ik nog steeds niet over alles iets geschreven heb. Onze werkgever deed er nog een bonusreisje bovenop toen we in december 2018 twee dagen naar Londen mochten. Een maand eerder trokken het lief en ik ook al naar Londen (al die verslagjes staan ondertussen online) en dus keerde ik wel heel snel terug naar mijn favoriete stad. Normaal gezien zou ik in 2020 opnieuw naar Londen zijn gegaan, maar nu begint het stilaan door te dringen dat het waarschijnlijk nog wel even zal duren voor ik weer aan de oevers van de Thames kan wandelen.

Op vrijdag 14 december 2018 vertrokken we heel vroeg met de Eurostar naar Londen. Het leek wel een schoolreisje. Vandaag zouden we allemaal samen doorbrengen. Eerst gingen we onze bagage droppen bij het Point A hotel in Shoreditch. Het is een soort boutique hotelketen en op zich was alles zeker in orde, maar ik heb er echt vreselijk geslapen. We kregen de airco maar niet af waardoor het ijskoud was in de kamer (het was dan ook december!) én de badkamer had een glazen deur. Dus als iemand ’s nachts naar toilet gaat is iedereen wakker want het licht schijnt dan vrij fel in je gezicht. Soit, de ligging kon wel niet beter. Midden in Shoreditch, één van mijn favoriete Londense wijken. En het ontbijt was super lekker, maar komt wel met een meerkost.

Over een bezoek aan St. Pauls kan je meer lezen in deze post.

We namen de metro richting St. Pauls om de Millennium bridge over te steken. De eerste stop was het uitzicht vanop Tate Modern.

Verplichte foto wanneer ik op de Millennium bridge ben 😀

Om in Tate Modern op het uitzichtpunt te raken, moet je naar het andere zijgebouw om daar de lift te nemen tot op het 7de (denk ik). We raakten al snel de helft van de groep kwijt die al naar beneden was, dus heel veel tijd was er niet om lang van het uitzicht te genieten. Londen ❤️ Ik mis het zo.

In een overvolle lift namen we nog een groepsselfie (Is dat een woord? Een gewone foto dus eigenlijk :p). Ondertussen moesten we ons reppen naar het middageten. We hadden gereserveerd in een pub in het zakelijke centrum achter St. Pauls. Terug de Thames over dus. The pub heette ‘the slaughtered lamb‘ en was zeker gezellig (en rumoerig, we waren dan ook met dik 20 personen). Ik had ondertussen koud en honger dus ik herinner me vooral nog dat ik blij om een bord met frieten voor mijn neus te hebben staan.

In de namiddag had ik voorgesteld een begeleide wandeling te doen. Ik was hierover terecht gekomen op de site van Londen walks. Ik koos voor de wandeling disastrous London aangezien de omschrijving me wel trok.

“Bloody, Flaming, Poxy London. Plague, Fire & Revolution. The Black Death. Churchyards brimming with bodies. The harvest of Death. The zombie apocalypse – but for real. What changes? Everything. We start at an ancient Carthusian priory built next to a plague pit so the brothers could pray for the tormented souls of the dead. We visit an execution spot. But not just any execution spot – THE execution spot – Protestants (yep, the big reboot) and Mel Gibson (ahem). We visit the site of revolt – in effect tour a battlefield – a poll tax – not Maggie – this is 1381, a Lord Mayor, a king, a revolutionary. Spoiler alert. It ends badly. Fast forward to 1666 and the Great Fire (we’ll see several pre-fire structures), the Duke of York and 100 men, poised, a last stand – Cock Lane (yep, it’s exactly what it says on the tin) and then a peek at London’s great phoenix, St. Paul’s, raised from the ashes in all its glory.”

Klinkt toch goed hé? Afspraak voor deze wandeling was aan het metrostation van ‘the Barbican’ waar we even rondliepen. Daarna liepen we naar Charterhouse square, een park gehuisvest op de grootste plague pit van Londen blijkbaar.

Aan het park staat Charterhouse priory, in Tudorstijl gebouwd, dat nu heel hoog op het lijstje staat om te bezoeken. En waar je dus ook wat meer te weten komt over de periode van de pest.

St Bartholomew-the-Great

We wandelen o.a. nog naar Smithfield, een vroegere executieplaats. En naar het schattige kerkje St Bartholomew-the-Great. Het is één van de oudste kerken in Londen en we mochten gratis naar binnen. De kerk is het decor van verschillende films en tv series (o.a. Four weddings and a funeral, The other Boleyn girl, maar ook Avengers). Er waren nog heel wat andere stops, maar ik wil natuurlijk ook niet alles verklappen ;).

Ik vond de wandeling heel interessant, maar het nadeel voor de groep was dat deze zich opnieuw afspeelde rond the barbican en St. Pauls (het eindpunt), daar waren we in de voormiddag dus net geweest. Voor sommigen was het hun eerste keer in Londen en dan was dat misschien net wat jammer. En ander nadeel is dat deze wandeling ook twee oude pubs aandoet waar je even naar binnengaat en ze verwachten dat je iets drinkt. En dat je dus met een andere wandeling misschien net iets meer hebt gezien.

Ik heb best wat bijgeleerd en een aantal plekken opgeschreven die ik de volgende keer in meer detail wil bezoeken. En een volgende keer kies ik zeker opnieuw voor een andere wandeling van London Walks. Het aanbod is enorm groot.

Op het einde van de wandeling gaat het over The great fire of 1666 en dan moet je het natuurlijk hebben over St. Pauls

’s Avonds aten we iets in Shoreditch, daar is zowat elk restaurant een aanrader. Wij hadden gereserveerd in een apart zaaltje bij Andina. Het is een Peruviaans restaurant dat inzet op food sharing. Ik had nog nooit Peruviaans gegeten, maar blijkbaar is ceviche een typisch gerecht daar en ik eet eigenlijk geen vis. Ook koriander wordt vaak gebruikt in het eten, en ik kan er best tegen, maar voor sommigen collega’s smaakte daardoor alles naar zeep. Enfin, er waren zeker ook hele lekkere dingen, maar voor mijn smaak was het allemaal wat te speciaal :). Gelukkig zat de rest zo vol dat ik een extra portie dessert scoorde #prioriteiten.

De groep trok nog het nachtleven in en zou ferm verloren lopen (dat verhaal gaat nog altijd mee). Ik trok met het lief en enkele andere collega’s naar the city voor de kerstlichtjes. Het was niet mijn idee, maar er hing toen nog de Bohemian Rhapsody verlichting in Carnaby Street ;). En Londen in kersttijd, zelfs als niet kerstfan moet ik toegeven dat het wel iets heeft.

De volgende dag konden we vrij besteden en zouden we naar het Natural History Museum trekken, maar dat is voor een volgende post.

Hou jij van begeleide wandelingen tijdens een citytrip?

Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.