Close
Het is nogal wat dat thuiswerken

Het is nogal wat dat thuiswerken

Ondertussen zitten we al 37 ‘net niet lockdowns’ lang thuis achter onze computer in plaats van op kantoor. Onze collega’s zijn vervangen door huisdieren en we zetten nu zelf onze koffie. Wat voor verwarring zorgt op de wekelijkse terugkomdagen want daar sta je dan met je volle thermos te kijken naar dat sprankelende koffiemachine in de keuken van je werk.

Ik weet niet hoe het met jullie zit, maar dat thuiswerken zorgt bepaalde dagen voor nogal lachwekkende taferelen. En soms voor frustraties. Of berusting. En heel soms kan ik ook goed doorwerken en heb ik het gevoel dat het een echt productieve dag was.

Hoog tijd dus om eens een lijstje te maken van de dagelijkse thuiswerkstruggles die ik ervaar. Nu we zicht hebben op versoepelingen waarin thuiswerken niet langer verplicht, maar enkel nog aanbevolen is, zou het zo maar eens kunnen dat we dit ooit zullen lezen met een nostalgische glimlach op ons gezicht. Of ook niet en zullen we nog steeds blij zijn dat we daar vanaf zijn. Wie zal het zeggen?

Hopelijk zorgt dit lijstje voor wat herkenbaarheid.

  • Mijn dagplanning bestaat vooral uit het zorgvuldig in het oog houden of ik een bepaalde klant of collega deze week al heb gezien – in videocall he. Is het antwoord ja, dan moet ik dus een andere hoodie gaan zoeken. Ik kan toch moeilijk vijf dagen na elkaar dezelfde hoodie dragen (en met dezelfde mensen bellen)? Gelukkig is een videocall geurloos.
  • Ik pas me altijd aan aan de systemen die de klant gebruikt (Google Meet, Teams, Zoom, Slack). Ik heb ondertussen zoveel accounts dat ik er zelf nog amper aan uitkan. En dan kom je dus in de situatie dat je met iemand aan het bellen bent in tool één en wordt opgebeld in tool twee. Ik krijg bijna heimwee naar de telefoon. Bijna zeg ik u. Iedereen weet dat millennials bellen haten.
  • Dit is geen mop: een van mijn katten herkent het Google Meet geluidje (nog steeds de tool die ik het meest gebruik) als er iemand bij in een meeting komt (dit is zo’n hoge pingtoon) en miauwt dan standaard omdat ze weet dat ik ‘Hallo’ of ‘Goeiemorgen’ ga zeggen (en zij antwoordt). Zoooo lang zitten we dus al thuis.
  • Wanneer je dan toch eens die ene dag in de week naar kantoor gaat, na enkele weken overgeslagen te hebben, zijn er amper collega’s en de valt de elektriciteit uit in het midden van een klantenmeeting. Tof zenne :D.
  • Thuiswerken is ook voortdurend de afweging maken of je toch nog naar beneden kan voor een snack die je dan nog snel naar binnen moffelt terwijl de meeting eigenlijk al aan het beginnen is. Voor jullie getest: en meestal lukt dat wel ;).
  • Het is ook tussen de op elkaar volgende meetings even twee minuten ademhalen op het tussenscherm ‘er zijn al zoveel mensen in deze call’. Ik wacht vaak bewust nog even en oefen alvast een enthousiaste mimiek, ook al ben ik al meetingmoe.
  • Een meeting afsluiten blijft één van de meeste rare dingen die er zijn. Ik blijf zwaaien als een idioot en probeerde al allerlei afsluitende zinnen van ‘Ciao’, ‘Salut’ tot ‘Allez, dag dan he’.
  • Het is momenteel zo snel donker en soms zelfs de hele dag door zo’n grijs weer dat mijn bureaulamp een hele dag aanstaat (heel tof met die hoge energieprijzen). En ik ben er dus al in geslaagd om de achterkant van mijn scherm te verbranden door de lamp er te dicht op te zetten. En plastic dat heel warm wordt, dat kan stinken ze. Again: gelukkig is een videocall geurloos.

En kijk jij uit naar het einde van het thuiswerken? Of vind je het prima zo?

5 jaar aan het werk

5 jaar aan het werk

Ik moet eerlijk toegeven dat ik het dit jaar wat meer aan me heb laten voorbijgaan. Mijn werkverjaardag op 11 juli. Ik heb weliswaar een smakelijk presentje van mijn werkgever ontvangen in de brievenbus, maar door het thuiswerk is het moeilijk om dat met collega’s te delen natuurlijk.

Maar ik ben al vijf jaar professioneel aan de slag ondertussen en dat inspireerde om daarop eens terug te blikken. Ik gaf al regelmatig updates over mijn werkend leven in de rubriek working 9 to 5. En voor wie het niet weet, ik ben momenteel aan de slag als online strateeg in een Leuvens webbureau. Kortweg gezegd: ik bedenk digitale oplossingen voor organisaties die een positieve impact willen hebben op de samenleving. In de meest concrete vorm is dat meestal een website die ik help bedenken.

Het voelt helemaal niet aan alsof ik ‘al’ vijf jaar werk en dan nog eens vijf jaar op dezelfde werkplek. Eens te meer omdat ik het gevoel dat mijn job nog nooit drie maanden lang als hetzelfde heeft aangevoeld. Ik ben iemand die altijd wel een nieuwe uitdaging vind en die niet vies is om eens wat anders te proberen. Ook al is daarvoor nog geen proces of structuur. We work to make it work.

Als er iets is dat ik heb geleerd is dat groei in heel wat dingen zit en dat het vaak onzichtbaar is tot het moment dat je het ziet. Klinkt heel fluffy he 😁. Ik bedoel maar, soms kijk ik even achterom en sta ik versteld welke stappen ik heb gezet, terwijl ze op dat moment niet als grote stappen aanvoelden. Ik ben heel trots op het professioneel pad dat ik tot nu toe heb afgelegd, ook al is het allemaal anders verlopen dan ik ooit had gedacht (toen ik bij mijn huidige werkgever solliciteerde was dat met de intentie om na twee jaar ergens anders te gaan werken waar ik meer creativiteit kwijt kon). Ondertussen heb ik beseft dat die creativiteit ook in andere dingen zit en dat copywriter niet langer dé droom is. Ik ben veel meer op mijn best als ik vanuit mijn expertise mensen kan verder helpen door mee na te denken over hun ‘probleem’.

Het loopt vaak anders dan je denkt en dat is ok. Ik heb het gevoel nog altijd bij te leren, zowel inhoudelijk als ook persoonlijk. Mijn eigen ik is heel erg verboden met mijn job en ik durf te geloven dat mijn ik ook weerspiegeld wordt in mijn werkplek. Betrokken is hoe ik mezelf zou omschrijven. Ik weet graag wat er leeft en denk na over hoe onze organisatie en de mensen die er werken stappen vooruit kunnen nemen. Ik kan niet zoveel andere organisaties bedenken waar die betrokkenheid wenselijk is. En daarom kus ik opnieuw mijn pollekes.

Want zelfsturing (het principe waarbij je in teams zelf verantwoordelijk bent om je te organiseren zoals je wil en alles van a tot z op te volgen met de klant), het is niet eenvoudig. Ik zie regelmatig mensen binnenkomen en soms na een tijd terug vertrekken omdat de verantwoordelijkheid en de ontbrekende structuur te veel voor hen wordt. Bij mij lijkt die zelfsturing wel een soort automatisme. Al heb ik er zelf zeker ook mee gestruggled – denk ik, want ik heb hier geen echte herinneringen meer aan. Maar na 5 jaar zou ik niet meer terug kunnen naar een klassiek hiërarchisch bedrijf. De voordelen van zelfsturing wegen voor mij op tegen de nadelen.

Het is ook gek dat van die vijf jaar, we ondertussen al anderhalf jaar thuis zitten. Ik mis mijn collega’s en de werksfeer met momenten enorm. En voel aan dat die zelfsturing nog zwaarder valt voor de nieuwe collega’s van op afstand. Tegelijk besef ik ook dat elke dag in een kantoortuin zitten en heen en weer pendelen niet per se nodig zijn om je job goed te doen. En dat je niet voor elke kleine meeting klanten fysiek moet zien. Ik ga er dus vanuit dat thuiswerk en videocalls een onderdeel van het werkleven gaan blijven. Maar ik ben ook wel benieuwd hoe dat gaat zijn, dat hybride werken. Waarbij je nooit allemaal thuis bent, maar ook nooit allemaal op kantoor. Goede communicatie zal key zijn.

Ondertussen zijn we daarrond aan het experimenteren en ga ik twee à drie dagen per week naar kantoor. Er zijn terug lunches en koffiekoeken. Het is bijna weer zoals vroeger…

Soit, waarschijnlijk ben ik jullie aan het vervelen. Uiteindelijk is 5 jaar werken peanuts en heb ik nog een heel carrièrepad te gaan. Ik ben heel benieuwd waar me dat gaat brengen.

Hoe lang ben jij al aan het werk en ben je tevreden met waar je nu staat?

De ‘Lisa’ in mezelf

De ‘Lisa’ in mezelf

Op VTM is een nieuwe telenovella gestart. Dat is een soort modern sprookje met een coming of age verhaal dat zich richt op tieners en jongeren. Telenovella’s komen oorspronkelijk uit Zuid-Amerika en de bekendste van Vlaanderen is ongetwijfeld ‘Sara’.

De nieuwste telenovella heet ‘Lisa’ en de korte beschrijvingen gaat als volgt: “Lisa droomt van een carrière als creative in het hippe marketingbureau vlakbij haar huis. Maar durft ze ook? Want tot nu toe is ze nog nergens geraakt door haar extreme verlegenheid.”.

Ik heb de reeks nog niet gezien en denk ook niet dat ik dat ga doen. Elke dag een half uur vrijmaken voor zoiets dat lukt me toch niet. Ik wil dit jaar net minder tv kijken. Maar de beschrijving zorgde wel voor heel wat nostalgie. Want de 17-jarige Lisa uit de telenovella had even goed Annelies kunnen heten.

Toen ik 17 was droomde ik ook van een creatieve carrière in een hip reclamebureau. Mijn Lisa heette Nina, de rol die Lotte Heijtenis vertolkte in Dubbelleven. Een Eén-serie uit 2010 die ging over twee vrouwen die met dezelfde man getrouwd waren. Soit, Nina werkte in de serie in een reclamebureau en gaf daarbij presentaties om klanten en collega’s te overtuigen van haar ideeën. Ze leek me zo’n echte zakenvrouw. En dat wou ik ook dus ben ik gaan kijken naar studierichtingen waarmee je in de reclame kon belanden.

Uiteindelijk ben ik zo gestart aan de opleiding Communicatiewetenschappen waar ik ook met marketing, PR en heel wat andere gebieden kennismaakte. De reclamedroom was al minder prominent aanwezig. Maar nadat ik dat diploma kon afvinken, begon het toch terug te kriebelen en startte ik aan de Belgian Advertising School. Ik werkte daardoor een half jaar in een reclamebureau en leefde het leven van Nina. Brainstorms voor coole merken zoals Netflix met een creatieve directeur die je ideeën keurde en de klant die uit zijn selectie dan het saaiste idee koos (jep, want dat is de realiteit).

En oké, ondertussen zit ik niet meer in de reclame, maar in de webwereld en ben ik geen creatief maar een strateeg geworden, een van de andere twee profielen waarvoor je tijdens BAS wordt opgeleid. Een keuze waar ik helemaal achter sta. Maar ik doe nog wel altijd datgene waar mijn 17-jarige ik jaloers op zou zijn.

Ik ben net als Lisa introvert en verlegen als je me nog niet goed kent. De reclamewereld zit vol met extraverte mondige mensen die voor zichzelf durven opkomen. Dus ik kan me helemaal voorstellen hoe moeilijk Lisa het moet vinden om zich er tussen te worstelen. Maar ik heb zo’n gevoel dat het haar wel zal lukken. Het is ten slotte een telenovella, een modern sprookje. En sprookjes eindigen meestal goed, toch?

Wie weet hoeveel jonge meisjes zich gaan aangesproken voelen door deze serie? Ik hoop oprecht dat er ook veel jongeren door de huidige crisis voor verpleegster, dokter of lerares zullen gaan, maar laat die jonge Lisa’s maar komen naar onze sector. Ik kijk er naar uit!

Waarom heb jij voor je job gekozen?

Working 9 to 5 #4

Working 9 to 5 #4

Mijn laatste werkupdate dateert van anderhalf jaar geleden en daarin heb ik het vooral over de teambuildings, taart en goede werksfeer. Het voelt een beetje nostalgisch aan, want ondertussen zitten we al een maand of negen thuis te werken. Ik mis het op kantoor zijn wel, ook al omarm ik de voordelen van thuiswerk. Het voelt allemaal een beetje dubbel. Maar we slaan er ons goed door. En er is nog steeds een hoop werk. Daarvoor kussen we onze pollekes.

Ik hintte hier en daar al eens naar het feit ik begin november van team veranderde en dus vond ik het nog wel eens tijd voor een nieuwe update.

We gaan even terug naar januari 2020, wanneer het – zoals steeds eind december en begin januari – wat rustiger was en ik zelf het gevoel had dat ik altijd maar hetzelfde aan het doen was en daarin maar weinig aan het bijleren was. Mijn job in het marketingteam is heel gevarieerd en ik had juist een reeks super fijne groepsopleidingen gegeven. Maar net in die periode ging het vooral om campagnes opzetten, opvolgen en basis dingen instellen in Analytics. Ik had het gevoel ter plaatse te blijven trappelen.

Ik liet dat vallen aan een van de zaakvoerders die ook in het analyseteam zat en zo sprong ik bij op wat analyseprojecten voor een grote klant. Deze projecten namen een groot deel van het voorjaar in beslag, samen met the usual marketing dingen, een onverwachte focus op online events voor diezelfde grote klant én de omslag naar thuiswerk. Het werd een druk voorjaar met enkele strakke deadlines in april en mei. En wat overwerk, dat ook.

In juli vertrokken mijn twee marketingcollega’s voor enkele weken op vakantie en zat ik thuis met een rustige agenda – of zo leek het toch te gaan zijn. Wat aan de eigen website werken, de vaste projecten opvolgen en vooral eens op tijd stoppen. Maar midden juli ging bijna iedereen van het analyseteam ook op vakantie, waardoor er plots een grote offerte op mijn bord kwam. Als we die zouden winnen, zou ik dat project ook moeten trekken want alle andere collega’s waren al volzet. Het was toen de eerste keer dat de titel ‘online strateeg’ achter mijn naam kwam en dat zette me uiteraard hard aan het denken. Want het had niets te maken met het marketingteam en ik merkte op de wekelijkse meetings met dat team dat ik steeds meer op totaal andere projecten zat dan de collega’s. Ik was toen eigenlijk al twee jobs aan het combineren.

Toen de offerte binnen was en mijn eigen verlof in zicht kwam, besloot ik toch nog even te bellen met de zaakvoerder-analist om te praten over dat ik misschien wel andere dingen wil in mijn job. Het campagne en toolmatige werk is niet waar mijn hart ligt. Het vraagt te veel energie van mij om bij te blijven met de snelheid waaraan Google, Facebook en LinkedIn hun knoppen en algoritmes veranderen. Ik zei dat strategie en analyse wel iets is waarin ik interesse heb om te groeien – en dat ik dat al sinds januari aan het doen was. Eigenlijk werd toen de beslissing al min of meer genomen.

Het was een beetje het geluk bij een ongeluk dat intern alle teams herverdeeld zouden worden van skill-based naar mission-based teams. Iedereen kreeg de kans om aan te geven waarin hij/zij zichzelf nog een rol zag spelen. Al zouden er maar weinig mensen zoals ik echt van rol veranderen. Maar ik wachtte niet tot dat moment om mijn teamgenoten in te lichten. Zeker niet nadat één van hen net had aangekondigd dat ze het bedrijf zou verlaten voor haar droomjob. Voor mij was toen de cirkel wel een beetje rond. Het marketingteam zal altijd een soort kindje blijven, maar als er dan toch nieuwe collega’s zouden komen is het misschien wel eens tijd om voor mezelf te kiezen en naar een team te gaan waar ik nog heel wat kan leren. Tot vlak daarvoor was het nooit mijn plan geweest om marketing te ‘verlaten’, maar strategie wat on the side doen is eigenlijk niet mogelijk.

Enfin, ondertussen zit ik al een dikke drie maanden in het nieuwe strategieteam. In dit team bedenken we digitale oplossingen samen met de ontwikkelteams (van strategie naar prototype), maken we de offertes, doen we service design trajecten (hoe kan ik als organisatie mijn doelgroep beter ondersteunen?) en focussen we op de relatie met de klant. Ik loop momenteel nog even dubbel tussen de twee teams om de nieuwe marketingcollega’s op te starten en zal nog steeds intensief blijven samenwerken met mijn oude team op bepaalde projecten. Maar ik voel dat het wel de juiste keuze was.

Vooral de weken voor de switch had ik het moeilijk met alle veranderingen. Er zijn heel wat telefoontjes en traantjes aan de pas gekomen met beide zaakvoerders. Loslaten is nu eenmaal niet mijn sterkste kant ;). Je doet dan plots sollicitaties met nieuwe mensen voor een deel van je eigen job, en dat is raar. Maar tegelijk voel ik ook gewoon dat het eens aan anderen is om het marketingteam te trekken en verder uit te bouwen. En we hebben topmensen aangenomen, daar ben ik zeker van :).

Nu ik in november dat ene grote project tot een goed einde heb gebracht besef ik wel dat ik echt het gevoel had een meerwaarde te brengen in het project. Als strateeg kan ik daarnaast samenwerken met letterlijk elke collega en alle teams, afhankelijk van het project. En ook dat is een grote plus. Ik heb nog veel te leren. Zo moet ik ineens offertes maken voor andere mensen hun werk (developers, designers, analisten…) dus probeer ik goed af te stemmen met collega’s die daar meer ervaring in hebben. Maar dat klantgerichte en het idee van in het begin al te kunnen meedenken is wel iets waar ik blij van word.

Nu is het wachten tot we nog eens een teambuilding kunnen doen of samen taart eten.

Hoe gaat het met jou op je job?

8 opmerkingen die ik niet meer kan horen in een videocall

8 opmerkingen die ik niet meer kan horen in een videocall

Heel origineel is het niet. Maar kijk, komkommertijd. Na maandenlang thuiswerken denk ik dat ik al 200 uren heb versleten in één of andere videotool (volgens mij is dat zelfs een zware onderschatting). Het is zelfs zo erg dat ik op kantoor ben benoemd tot videotool-expert omdat ik voor een aantal projecten klanten heb moeten verder helpen met de opzet in Zoom, Skype, Team en noem maar op. Dus nu krijg ik van klanten zelfs al vragen over Zoom voor hun privé aperofeestje #lifegoals. En omdat we het niet altijd over mijn liefdesleven kunnen hebben in deze rubriek, zullen we het deze keer eens hebben over vervelende videogesprek-opmerkingen.

    • Op nummer één: ‘Sorry dat ik te laat ben, maar ik zat nog in een andere call’ of ‘Sorry, ik moet door naar een andere call’. Alleen al dat woord constant: call, call, call. En het feit dat het op een of andere manier oké is geworden om heel je agenda vol te plannen met op elkaar aansluitende online meetings. Fysiek loop je toch ook niet van de ene meeting room met klanten naar de andere? Ik snap dat voor interne meetings, en ik geef toe dat ik op dat vlak zelf ook schuldig ben. Maar ineens lijkt het alsof we belangrijke meetings er maar ergens tussendoor nemen, zo tussen de soep en de patatten. En met thuiswerken kan je dat spreekwoord zelfs letterlijk want de ‘calls’ zijn ook vaker laat in de namiddag.
    • ‘Zeg, hoe verandert ge zo uw achtergrond’. Om dan een half uur toe te kijken hoe een boomer zit te spelen met ruimte-achtergronden. Dat was leuk de eerste week van de lockdown, nu niet meer. Ruim gewoon de kamer waarin werk op zodat je die achtergrond niet moet veranderen.
    • ‘Ik stond nog op mute’. Dat hadden we allemaal door ja, want je mond bewoog en we hoorden je toch niet. Dus je moet dat niet meer zeggen, zeg maar gewoon wat je echt wilde zeggen opnieuw.
    • ‘Er zit precies zo wat ruis op de lijn’. Meestal ligt dit niet aan de persoon die dat zegt, maar vaak aan een van de collega’s die in een zwembad lijkt te wonen. Of een aquarium. Meestal is op mute zetten de oplossing. En anders: verhuizen.
    • ‘Zeg het nog is, want je viel even weg’. Dezelfde in een zwembad wonende collega’s hebben vaak wifi-problemen waardoor ze eruit zien als een geblokte schildpad en soms in de vreemdste posities blijven hangen. Alleen hebben die dat zelf vaak niet door omdat bij hen video en geluid wel perfect werkt. Dus ze hebben net een hele parlez gedaan die echt niemand heeft verstaan. En soms heb ik echt geen zin om het nog is te horen dus knik ik gewoon ja alsof ik het begrepen heb (oeps!).
    • ‘Amai ik zie er slecht uit’. Hier ben ik zelf keihard schuldig aan, want je wordt ineens zo vaak vergeleken met je eigen spiegelbeeld en vooral ’s morgens is dat gênant (want ik moet eerlijk toegeven dat ik minder tijd besteed in de badkamer tijdens thuiswerkdagen). Sowieso heb ik ook het gevoel dat mensen nu sneller iets zeggen over je uiterlijk of wat ze in de achtergrond zien dan ze zouden doen tijdens een fysieke meeting. Maar dat is misschien maar een idee.
    • ‘Sorry ik vond de link niet’ of ‘Ik zat te wachten in een andere link’. Soms ook omdat er pas een paar minuten op voorhand een link wordt gemaakt ofwel door ons ofwel door de klant. Dus het is altijd spannend via welk programma we gaan bellen. Tussen collega’s is er vaak ook verwarring omdat wij vergaderen via Google Meet maar onze interne chattool Slack ook videobellen toelaat. Dus soms zit ik te wachten in Meet terwijl een collega mij belt in Slack. De ultieme verwarring.
    • ‘Kan iedereen mijn scherm zien?’. Ja Jeanine, inclusief het gesprek dat je net had met Facebookvriend X en het spiegelbeeld van mijn spiegelbeeld aangezien je nu het tabblad van ons videogesprek aan het delen bent.

Ah ja en om aan te tonen dat ik misschien ook niet de leukste persoon ben om mee te videobellen… Toen ik deze GIF doorstuurde naar een collega (via Slack over iets totaal anders) zei hij dat een gemiddelde videocall met mij er zo uit ziet:

https://media.giphy.com/media/pZf1m5YcWL6w0/giphy.gif

Hiermee doelde hij op mijn katten die voortdurend rond mijn scherm zitten draaien, oeps 😀 (Voor de trouwe lezers: het is heel uitzonderlijk dat ik een GIF gebruik in een blogbericht, ik beloof dat ik er geen gewoonte van ga maken).

Herkenbaar? Wat kan jij niet meer horen tijdens een videogesprek?

Storytelling in mijn kindertijd

Storytelling in mijn kindertijd

Soms is het wel eens fijn om terug te gaan naar vroeger. Wat vond ik als kind leuk om te doen? En zegt dat iets over de persoon die ik geworden ben? Ik ging dus op zoek naar mijn favoriete speelgoed.

  • Met stip op nummer één: ik had de meest uitgebreide Playmobilcollectie van al mijn vriendinnetjes. Bijna elke Sinterklaas kreeg ik wel een nieuw setje erbij. Ik vond dat niet per se zo leuk omdat je alles in elkaar moest zetten (daar hielpen mijn ouders telkens bij). Nope, eens het in elkaar stond speelde ik hele scenario’s na. Vaak gezien op tv of uit een stripverhaal. Zo was mijn favoriete set van Playmobilmensjes een aantal kinderen die leken op de personages uit Jommeke. Ik speelde daarmee dus hun belevenissen na.
  • Sprookjesboeken en later strips. Toen ik heel jong was werd ik door mijn grootouders heel vaak voorgelezen uit sprookjesboeken. Ik kan me de tekeningen en verhalen nog steeds levendig voor de geest halen. Later las ik ze helemaal zelf. Vanaf mijn 10 jaar las ik geen boeken meer en ben ik totaal overgestapt op strips (Jommeke en Suske en Wiske voornamelijk). Ik had een hele boekenkast vol en verslond vaak strip na strip. Ik heb het gevoel dat ik nog altijd bepaalde verhalen van buiten kan aframmelen.
  • Ik had amper poppen en maar een paar barbiepoppen. Ik was helemaal niet bezig met de kleding, maar gebruikte de poppen opnieuw om verhalen te verzinnen of dingen na te spelen. Mijn poppen hadden een vaste naam en rol in de soap die ik voor hen verzon.
  • Ik had een aantal cassettes (voor de jongere lezers: de voorloper van de CD :D) met vertelverhalen op die ik vaak luisterde. Ik kon echt gewoon zitten en naar die sprookjes luisteren. Ik kende ze op de duur ook echt van achter naar voren.
  • Ik was helemaal niet zo’n buitenspeelkind, al is er altijd ruimte genoeg geweest. Ik zat liever binnen te kleuren, tekenen of met Playmobil te spelen.
  • Als ik bij vrienden ging spelen wilden die altijd buiten kampen bouwen, maar ik ben dus nooit van dat bouwen geweest. Ik speelde veel liever een scenario na. Ik had ook geen interesse in lego of knexx (bestaat dat nog?), tenzij er een set-up was en ik kon beginnen spelen met de mannetjes.
  • De tv-programma’s die ik keek werden heel hard beïnvloed door de toenmalige opkomst van Studio 100 (Plop, Samson & Gert, Wizzy & Woppy, Big & Betsy – oftewel de eerste vier programma’s waarrond Plopsaland werd gebouwd). Maar ik keek ook een sprookjesserie van de gebroeders Grimm en typische Ketnetprogramma’s zoals Beestenbos is boos, de Disneyseries die daar werden uitgezonden en Waterschapsheuvel (en nog iets met dieren op een eiland na een schipbreuk waarvan ik de titel totaal niet meer terugvind).
  • Ook mijn favoriete Disneyfilms draaiden vooral rond dieren: De Aristokatten, 101 Dalmatiërs en Lady & De Vagebond. Maar ook van Peter Pan & Alice in Wonderland heb ik de videocassette versleten. Vooral in die laatste twee zie je het magische droomelement terugkomen. Magisch realisme is nog steeds een genre waarin ik graag boeken lees.

Als je al deze zaken zou moeten samenvatten onder één noemer dan kom je uit bij verhalen. Ik speelde verhalen na of verzon ze ter plekke. En ik verslond heel wat verhalen of content, zowel op papier, via cassettes of op tv. En dan lijkt het helemaal niet zo toevallig dat ik vandaag een content marketeer, storyteller en copywriter ben.

Het enige wat wel afwezig is in mijn kindertijd is schrijven. Ik schreef eigenlijk geen verhalen uit op papier. Nochtans was ik echt wel vaak bezig met kleuren, tekenen en dingen uitscheuren uit tijdschriften om te bewaren.  Je zou denken dat ik dan toch ergens de pen heb opgenomen. Maar nope, schrijven deed ik blijkbaar niet.

Schrijven heb ik pas heb ontdekt rond mijn 18de en het is echt vorm beginnen krijgen een jaar of vijf geleden toen ik deze blog startte en mijn eerste stage deed als copywriter tijdens BAS.

Deze blogpost werden maanden geleden geschreven voor de hele COVID-19 crisis. Ondertussen merk ik dat ik in mijn job ook graag bezig ben met online strategie, vaak gebaseerd op heel specifieke tools en onderzoek. Maar de storyteller in mezelf zal niet snel verdwijnen.

Kan jij aan de hand van je kindertijd verklaren welke job je tegenwoordig uitoefent?

Thuiswerk als nieuwe ideaal?

Thuiswerk als nieuwe ideaal?

Op 10 maart was ik voor het laatst op kantoor. Ik had in de namiddag een meeting in Brussel samen met een collega voor de opstart van nieuw project. Langs de klantzijde zou een man of 8 aansluiten. Een goedgevulde zaal. Het was er warm en duf, dus hadden we de airco opgezet. We gingen uiteraard met de trein, want we moesten echt in het centrum van Brussel zijn. En treinen naar Brussel zijn druk. Op elk uur van de dag.

’s Avonds wandelde ik terug naar kantoor en wenste mijn collega (toevallig ook zaakvoerder) me een goede reis (hoe het me in Valencia is vergaan lees je hier). We hadden het niet over een mogelijke crisis en planden de week na mijn verlof al heel wat zaken in. Het lijkt allemaal zo bizar. Dat een aantal dagen later het kantoor zou sluiten en we op telewerk zouden overstappen. Dat we een dikke twee maand verder nog altijd maar bij uitzondering naar kantoor gaan.

Ik zit in de luxepositie, als marketeer in een succesvol webbureau, dat thuiswerken überhaupt mogelijk is. Onze hele werking zit in de cloud. Geef mij internet en ik kan werken. Meer heb ik niet nodig. Daarnaast zitten we ook nog eens in de luxepositie dat het in de digitale sector nu drukker is dan ooit, omdat letterlijk elk bedrijf de omslag moet maken. En ten derde zijn we al een best volwassen bureau qua klantenportefeuille waardoor heel wat mensen hun weg vinden naar ons om hun digitale vragen aan te stellen.

Driedubbele luxe noem ik dat. Ik heb heel wat vrienden die in gelijkaardige agencies werken en die wel een paar weken tijdelijk werkloos hebben thuisgezeten, of die ineens gratis webinars doen in de hoop toch maar wat klanten binnen te halen. Terwijl mijn collega’s en ik niet weten wat eerst doen. Het is in het voorjaar altijd druk, nu is het best pittig druk. Maar ik klaag niet. Ik doe mijn job nog steeds graag en deze crisis zorgt net voor heel wat interessante projecten en samenwerkingen.

Maar bon thuiswerk dus. Hoe gaat dat nu? We mochten voor de crisis ook al thuiswerken. Geen vaste dag per week, maar eerder wanneer de agenda het toeliet om eens een hele dag geconcentreerd te kunnen doorwerken. Ik maakte daar eerlijk gezegd weinig gebruik van, tenzij om een bepaalde reden bv. omdat ze voor de bouw iets kwamen doen waarvoor ik best thuis was of ik met de auto naar een klant moest. Ik vond van mezelf dat ik thuis te snel raakte afgeleid.

Ik kan me op het werk vaak wel concentreren (ook al is er in de kantoortuin heel wat lawaai en geroezemoes). Daarnaast heb ik ook gewoon een functie waarbij ik vaak moet overleggen met collega’s en klanten en dat is handiger op kantoor, toch?

Vandaag lees ik allerlei doemberichten over hoe ‘dit nieuwe normaal’ de doodsteek zou zijn voor kantoren, en dan vooral kantoortuinen waar iedereen allemaal samen in één grote open ruimte zit. Bedrijven zoals Shopify en Twitter hebben nu al hun werknemers laten weten dat ze thuis, of toch remote, zullen moeten werken tot en met 2021. De kantoren blijven gesloten. Iedereen thuis aan het werk lijkt wel het nieuwe ideaal.

Ik vind dat persoonlijk verre van ideaal. Naast het feit dat je zo geen scheiding meer hebt tussen werk en privé en er ook geen vaste kantooruren meer zijn (waardoor je continue bereikbaar lijkt, ik werk daardoor veel langer dan anders) stelt dit ons nog voor heel wat andere uitdagingen.

Wat met mensen in een klein appartement die eigenlijk helemaal geen ruimte hebben om een ergonomische bureau neer te planten? Ik zit zelf in een donkere hoek van mijn slaapkamer op mijn oud studiebureau te werken. Zonder groot scherm of tussenstukken. Mijn nek zit al wekenlang vast, mijn ogen doen pijn van al dat niet natuurlijk licht en zo kan ik nog wel doorgaan. Stel ze verplichten mij om nog voor een lange tijd thuis te werken zal ik moeten investeren in een wifi-versterker, schermen, tussenstukken… Ik zal zelfs op zoek moeten naar een andere plek om te werken in een huis waarin elke ruimte al een functie heeft. Gaat de werkgever dit allemaal betalen?

Ik heb daardoor vooral het gevoel dat de Shopify’s van deze wereld willen besparen op allerlei kosten door iedereen thuis te zetten. Kantoorruimte huren is duur. Iedereen remote laten werken, al dan niet met een minimale vergoeding, is een pak goedkoper veronderstel ik (voor zover ik daar een zicht op heb).

En wat met gezinnen waarbij meerdere mensen in huis moeten thuiswerken? En zo op elkaars lip leven? Wat met het feit dat mensen minder bewegen door altijd thuis te zitten? Is het wel goed voor je brein om zo versnipperd te werken, waarbij je tussen twee intensieve videocalls door nog snel even de was insteekt? Is dit echt hoe wij het nieuwe ideaal zien? Of is dit een burnoutmachine?

Ik kan eigenlijk niet wachten om terug naar kantoor te gaan. Ik ben als introvert heel graag thuis en kan perfect mijn werk uitvoeren vanachter mijn donkere bureau. Maar het zal nooit de experience van een kantoor gevuld met collega’s kunnen vervangen. De deur ’s morgens achter mij sluiten om naar kantoor te vertrekken biedt een enorme structuur die ik nu mis.

Los daarvan zie ik het ook niet zitten om de komende tijd mijn klanten alleen maar online te blijven zien. Er zijn heel wat goede tools online beschikbaar, maar niets kan een goede fysieke workshop of opleiding vervangen. Ik ben zo’n typische voeler. Ik probeer tijdens vergaderingen aan te voelen hoe anderen reageren op wat ik zeg. Lichaamstaal lezen. Blikken vangen. Gezichten aflezen. Allemaal dingen die ik nu al enorm hard mis tijdens mijn honderden calls per week.

Ondertussen ben ik het ook wel beu om iedereens kinderen en huisdieren altijd op de achtergrond te zien. Ik wil gewoon naar kantoor. Als binnenkort kinderen in een kampbubbel mogen van 50 personen, mogen wij met ons dertig dan ook niet gewoon in onze bubbel? Pretty please?

Dat thuiswerken het nieuwe ideaal wordt, dat hoop ik dus van harte niet. Dat heel wat bedrijven nu eindelijk hebben ingezien dat thuiswerken niet een verborgen vorm van verlof nemen is en dat ze nu meer vertrouwen krijgen in hun werknemers, daar sta ik wel volledig achter. Zelfs bij ons zie je die evolutie, thuiswerken bleef toch altijd een slechte naam hebben en dat is nu wel aan het verdwijnen. Dat we dus zullen evolueren naar een samenleving waarin het de norm is om minstens 1 dag per week van thuis te werken, is helemaal oké voor mij. Dat zou al heel wat files en drukte verminderen. Maar elke dag thuiswerken? That’s a no for me.

Zou jij ervoor kiezen om elke dag van thuis te werken? Of toch liever naar kantoor?

Working 9 to 5 #3

Working 9 to 5 #3

Ik schrijf regelmatig wel eens postjes met verwijzingen naar mijn job, zoals deze, maar mijn laatste echte werkupdate dateert van twee jaar geleden. Toen vierde ik mijn eenjarig jubileum en was er veel gaande als ik dat zo teruglees. Sommige dingen kloppen nog steeds, maar het merendeel is alweer volledig veranderd. Constante verandering is de enige constante hé.

Ondertussen werk ik 3 jaar bij Statik. En voel ik de nood om er nog eens over te schrijven. Want de afgelopen maanden waren heel zwaar en zat ik soms met twijfels. Zit ik hier op mijn plaats? Ben ik nog voldoende aan het groeien? Waar wil ik staan over enkele jaren? En vooral: doe ik het nog graag genoeg om elke ochtend mijn bed uit te komen?

Jes, deze verwende millennial vindt werkplezier en ontwikkeling van mezelf als persoon heel belangrijk, misschien wel belangrijker dan al de rest.

IMG_5218.jpg
Photo by @jonasdenil

Ik zou kunnen vertellen over de vele gesprekken die ik al gehad heb, want dat er iets moet veranderen is wel duidelijk. Er zit veel bij mij, ook veel gedoe dat energie vraagt en waar ik amper iets voor terugkrijg. Ik heb werk genoeg, leuk werk. Maar soms kan ik daar maar weinig tijd aan besteden. Resultaat: stress en het gevoel van niets af te krijgen. En dan begin ik weer te twijfelen. Het feit dat het thuis druk is met #projecthuis zorgt dat er weinig ruimte is voor relativering. En dat er wel eens heel wat emoties kunnen oplaaien tijdens een gewone werkdag.

Maar ik ga het niet over die gesprekken hebben. Want die lopen goed. En we zien wel hoe het verder gaat. Sowieso is er bij mij nog wel een mindswitch te maken. Ik heb enorm veel moeite met delegeren en een (te?) groot verantwoordelijkheidsgevoel waardoor ik de dingen die niemand wil doen toch maar ga doen, want ze moeten gedaan worden. En dat klopt niet. Allez, ze moeten wel gedaan worden. Maar ze moeten vooral eerst verdeeld worden.

Ik ga het hebben over dat gevoel dat afgelopen week weer fel opkwam. Ik organiseerde nog eens een teambuilding na het werk. Normaal gebeurt er elke maand wel iets, vaak gewoon op kantoor, maar nu was het al enkele maanden geleden. Eigenlijk waren we sinds het Statikweekend niet meer weg geweest met een grote groep. Het weekend waar ik wekenlang achter de schermen hard voor werkte, heel wat stress voor had en dat helemaal is meegevallen, gelukkig! Ook al hadden we stormweer in maart.

Maar soit, een maand op voorhand prikten we een datum om te gaan suppen. Voluit: Stand Up Paddleboarden. Rechtstaand peddelen op een plank dus feitelijk. Op vraag van twee specifieke collega’s die dat heel graag eens wilden doen bokste ik zo’n avond in elkaar.

IMG_20190626_195754 (1).jpg

En kijk, soms heb je gewoon enorm veel geluk want in de laatste week van juni was er die hittegolf en dat bleek de perfecte setting om op het water te staan en er af en toe eens af te vallen. Met meer dan 15 collega’s amuseerden we ons enkele uurtjes als kleine kinderen op zo’n plank. We deden een estafettewedstrijd. Er werd iets gedronken en vooral veel gelachen. En het was toen dat ik dat gevoel weer kreeg: we zijn toch een toffe bende.

Ik heb zeker niet met iedereen individueel een hele sterke band. Eigenlijk klik ik vooral met de wat oudere garde, en dan bedoel ik niet in leeftijd, maar in jaren dienst. Ik heb een goede band met zowel de developers als de mensen van analyse. Ook al zijn de karakters wel heel verschillend.

En ja, we doen veel minder van dit soort zaken samen. Maar eigenlijk is die sfeer wel elke dag aanwezig. We stoppen zo vaak in het midden van de dag om taart te eten voor iemands verjaardag of gin tonics (met meer tonic dan gin hoor) te drinken omdat iemand geslaagd is voor zijn avondschool. Of er wordt gewoon veel gezeverd op vrijdagnamiddag. Maar door alle drukte ontgaat het me soms wat. Dan wil ik gewoon rustig kunnen doorwerken. En rustig is niet per se het eerste woord dat op onze open office van toepassing is.

Maar ik werk wel in een unieke omgeving, met een heel eigen cultuur. Een cultuur die ik nog nergens anders heb teruggevonden. En ik kom best wel in wat bedrijven. Ik geloof sowieso niet in het feit dat het gras is groener is ergens anders. Elke werkplek heeft zijn voordelen en zijn uitdagingen. En van mijn uitdagingen wil ik de komende tijd werk maken, om dat takenpakket wat meer af te stemmen op wat ik echt wil. Met die fijne collega’s, die goede sfeer en toch ook af en toe die broodnodige rust.

Hoe gaat het met jou op werkvlak?

Over onze kantoortuin en mijn zaagcactus

Over onze kantoortuin en mijn zaagcactus

Mijn vorige werkupdate was misschien niet zo positief. Ik vertelde hoe ik mij moest aanpassen aan de veranderende groepsdynamiek door alle nieuwe mensen. En dat is nog steeds zo, want ook in 2019 zijn er alweer twee nieuwe collega’s bijgekomen. Daarnaast had ik het ook al eens over mijn twijfels of ik niet op sommige vlakken kenmerken van hoogsensitiviteit vertoon en dat werken in een kantoortuin of open office daardoor niet evident was.

Vandaar dat ik wel eens even een post wil wijden aan mijn relatie met onze kantoortuin. Toen ik 2,5 jaar geleden begon met werken vond ik zo’n open office echt heel fijn. Het zorgt voor een dieper contact met je collega’s. Je bent namelijk in dezelfde ruimte, maakt veel meer praatjes en het zorgt voor verbinding. Die verbinding had ik nodig na BAS, waar ik me een jaar lang niet zo oké voelde in de groep. Die verbinding zorgde er ook voor dat ik me snel thuis voelde.

Maar niet alles is rozengeur en maneschijn natuurlijk, ondertussen besef ik dat er ook nadelen zijn verbonden aan deze indeling. Vroeger zat ik op een hoek van de lange tafel die ons bureau doorkruist, vandaag zit ik in het midden. Meer mensen rondom mij en dat betekent ook meer lawaai. Daarnaast zit ik ondertussen in het meest extraverte team van allemaal (het strategieteam) en dat zijn de mensen die in de buurt zitten. Daarvoor zat er een developmentteam in de buurt en dat is toch wel iets anders ;). Vroeger waren er plaatsen over aan tafel, nu zitten we gewoon vol. Dus again, meer geluid. Was vroeger dan alles beter? Neen, dat is wat kort door de bocht.

Ik krijg nog steeds energie van de mensen rondom mij en vind het heerlijk dat er zoveel ruimte is voor smalltalk en verbinding. Maar ik leer mezelf elke dag beter kennen. Ik vertoon op het werk hoogsensitieve eigenschappen. Ik hoor namelijk alles. Ik luister onbewust heel wat gesprekken mee en dat leidt af. En hoe ouder ik word, hoe gevoeliger ik word voor geluid, zo blijkt.

Voor mijn 25ste verjaardag kreeg ik van enkele collega’s een zaagcactus. Als grapje uiteraard. (Dat is een plant ja en die staat mooi op mijn bureau, nog steeds, hij leeft nog, ik kan blijkbaar toch voor een plant zorgen. Oké oké, het is een collega die hem water geeft. Eigenlijk doe ik helemaal niks daarvoor. Maar hij leeft nog!). En soms komt die innerlijke zaagcactus in mij naar boven. Dan moet ik vragen of het wat stiller kan. Dan zijn er zoveel gesprekken, is er zoveel geroezemoes en wil ik nog dingen gedaan krijgen. Dan moet ik streng zijn. En soms vind ik dat heel erg, ik mag dan een van de weinige introverten zijn in mijn team (we zijn met 4 op een totaal van 9 nochtans), ik ben niet op mijn mondje gevallen. Soms moet er gewerkt worden. Maar het is vervelend om anderen hun smalltalk af te nemen.

Uiteindelijk ben ik dan toch gezwicht voor een koptelefoon. Niet geluidsbestendig, maar gewoon eentje om af en toe muziek te spelen en zo het geroezemoes te sussen. Ik was lang tegen een koptelefoon omdat ik in de flow van het kantoor wou zijn. Maar het woog te zwaar op mij. Ik kon het even niet meer.

Werk dan van thuis hoor ik je denken? Ik doe dat regelmatig, maar al na één dag mis ik de sfeer op kantoor enorm. Het is soms echt nodig om even te kunnen doorwerken, maar elke week een dag thuiswerken zou mijn ding niet zijn. Privé en werk gescheiden houden is dan ook niet zo evident.

Toch wil ik niet naar een systeem waarbij iedereen een eigen kantoor heeft of elk team apart zit. We zijn exploratief aan het kijken naar een nieuwe locatie en ergens heb ik schrik dat de indeling helemaal anders gaat zijn. Ik zou het nog altijd fijn vinden mochten alle teams vrij dicht bij elkaar zitten, maar dan in een iets meer geluidsisolerende ruimte ofzo. Dat in combinatie met wat meer plekjes om je terug te trekken zoals een buiten en wat verborgen hoekjes en kantjes zou voor mij helemaal werken.

Ik hou enorm van de sfeer op kantoor, ik hou ook enorm van mijn collega’s, extravert of niet. Maar ik besef dat ik sneller overprikkeld ben dan iemand anders en dat zorgt ervoor dat ik de laatste tijd iets anders moet tewerk gaan. Nog evenveel smalltalk, maar iets meer focus af en toe. En meer muziek in mijn leven, dat is zeker niet slecht.

Ik ben dus duidelijk nog op zoek naar een evenwicht. Mijn zaagcactus heeft water nodig, maar niet te veel want het blijft een cactus. Hetzelfde gevoel heb ik bij een kantoortuin, ik vind het fijn en heb het soms nodig, maar het mag niet te veel worden. Met mate, zoals alles in het leven.

Werk jij in een kantoortuin?

How I work

How I work

Het is een dankbaar onderwerp in blogland. Je werkroutines, handige tools en apps delen met je lezers. Ik zag het onder andere bij Evi en ook Talitha deed een gastblog bij Evi waarin ze haar werkroutines deelt. Eigenlijk is het vooral iets waar ik zelf nog niet vaak heb over nagedacht dus leek het me wel eens een uitdaging om dit op een rijtje te zetten.

How I work

  • Huidige job: online marketeer (dat is toch mijn jobtitel, eigenlijk doe ik nog veel meer dan dat ^^) bij het webbureau Statik.
  • Huidige Smartphone: door omstandigheden een Nexus 5X, maar ik ben vooral fan van de budgettoestellen van Huawei. Kwaliteit zonder dat je je blut hoeft te betalen.
  • Huidige laptop: Macbook Pro van het werk. Het enige Appletoestel dat ik in huis heb (en dat is oké).

img_0001

Zonder welke apps/tools/software kun jij niet werken en waarom?

Google Calendar gebruik ik uiteraard voor afspraken en af te stemmen met collega’s, maar eigenlijk gebruik ik het ook voor mijn eigen planning. Collega’s durven al eens klagen dat er veel in de agenda staat, maar eigenlijk zijn dat soms ook gewoon werkblokken om iets gedaan te krijgen. Niet doorvertellen hé, anders plannen ze mijn tijd vol met meetings ;).

En verder ook wel de rest van de Google bazaar: Drive voor bestanden, Photos gebruik ik privé heel vaak. Google docs, sheets en slides zijn super handig en zorgen ervoor dat Word en Excel nooit meer in huis komen (klanten die nog wel in Word werken en waarvan ik de documenten dus niet kan openen zijn de nagel aan mijn doodskist grr). En mijn G-mail waar ik inbox zero op toepas. We gebruiken op het werk ook nog een programma voor gedeelde mailboxen van waaruit ik vaak mail. Maar ik haat dat programma (echt een grote haat!), dus laat ik die mails ook toekomen in mijn persoonlijke van waaruit ik alles beheer. Maar voor het archief is zo’n gedeelde mailbox natuurlijk handig, bij vertrek of verlof van een collega.

Voor het bloggen gebruik ik de WordPress app op mijn telefoon en blogs volgen doe ik op Bloglovin of diezelfde WP app. Met het instellen van mijn nieuwe gsm heb ik het aantal apps bewust beperkt gehouden. Waardoor ik enkel de standaard social media shizzle actief gebruik. Zelfs Snapchat staat er ondertussen niet meer op. Misschien word ik toch nog volwassen.

Ik ben wel aan het experimenteren met Google Keep voor notities. Tot nu toe vind ik het vooral heel handig dat je notities makkelijk kan delen of de teksten kan verzenden naar een andere app. Sowieso de beste notitieapp die ik al geprobeerd heb!

Hoe ziet je bureau uit?

We hebben op het werk twee lange tafels in onze open office. En in ons team heerst er sinds kort de regel van clean desk en flex desk wat wil zeggen dat je ’s avonds je spullen opbergt en je bureau leegmaakt. Ik doe mee aan het opruimen, maar kies toch meestal hetzelfde plaatsje uit. Ben er best aan gehecht om mijn spulletjes en kastje bij mij te hebben. Maar ik functioneer an sich op elke plek, of dat maak ik mezelf toch graag wijs.

Ik heb een pennenhouder, fake cactusplantje en een knuffelmascotte van een veldritploeg op mijn bureau staan voor de gezelligheid. Meer niet eigenlijk. Er liggen vaak ook papieren all over the place en mijn uitgelezen bibboeken zwerven rond. Maar zoals ik al zei: dat proberen we te verminderen met onze clean desk policy.

Thuis schrijf ik nog zelden aan mijn schoolbureau op de kamer, zeker in de zomer. Vaak blog ik vanuit mijn bed, de zetel of aan de keukentafel.

Wat is je beste tijdbesparende shortcut/lifehack?

Jezelf kennen en weten wanneer je wel/niet productief bent bespaart sowieso tijd. Verder kan ik me echt ergeren wanneer ik een collega iets vraag dat 2 seconden duurt en ik ze dat op hun online to-do-list app zie zetten. Euhm ik vraag het nu? Doe dat even gewoon. Ik geloof dat je zaken die maar 2 minuten duren best meteen doet, dan zijn ze uit je systeem en van je lijstje. Dat geeft meer rust. Alleen oppassen dat je niet heel de dag door kleine dingen aan het doen bent, dan blijven de grote taken liggen. Met dat laatste struggle ik wel soms, want als mensen aan mijn bureau komen staan heb ik de neiging om alles te laten vallen en hen verder te helpen. En er zijn dagen dat ik veel volk zie.

Wat is je favoriete to do list manager?

Pen en papier. Echt al die apps die ik al geprobeerd heb… Het werkt niet voor mij. Aan de mailtjes die ik in mijn actionmap laat staan hangen meestal ook een to do vast dus dat geeft een goed beeld. En verder zet ik to do’s vaak ook in mijn agenda.

Is er naast je telefoon en computer een gadget waar je niet zonder kan?

Euhm de radio in mijn auto? Nee serieus, eigenlijk niet. Ik ben verknocht aan die smartphone en laptop maar dat is het zo wel. Geen tablet, geen fitbit, andere sporttrackers of weet ik veel wat.

In welke alledaagse bezigheid ben jij beter dan de rest? Wat is je geheim?

Veel projecten tegelijk managen. Het was van moetes de laatste maanden. En het geheim is gewoon: rustig blijven en prioriteiten stellen.

En eerlijk duurt het langst. Ik probeer in meetings nooit een mooier plaatje te schetsen dan wat realistisch is. Kunnen we een mooier plaatje creëren op het einde van het verhaal? Zoveel te beter. Underpromise, overdeliver. Ik ben ook vrij direct en ook dat wordt geapprecieerd door de klant. Ik denk dat ik best goed ben in het uitbouwen van een langetermijnrelatie met een klant. Vertrouwen kweken. En dat vind ik ook echt heel fijn. Soms moet je dan beslissingen nemen die op korte termijn weinig opleveren, maar op lange termijn voor iets moois kunnen zorgen. En ik krijg gelukkig de vrijheid ‘van boven’ om die zaken zelf in handen te nemen. Ik doe eigenlijk mijn eigen goesting wat op mijn leeftijd best uniek is.

IMG_4398.jpg
Foto’s door huisfotograaf Snerk One

Waar luister je naar terwijl je werkt?

De gekke uitspraken van collega’s en het lawaai op de speelplaats naast ons kantoor. Ja, je hoort het (pun intended), ik zet geen muziek op en ook geen hoofdtelefoon. Ik ben graag in de sfeer van het kantoor. Zij het een rustige dag waarop iedereen geconcentreerd is (het kan soms echt stil zijn bij ons). Zij het een rumoerige vrijdag. Meegaan met de flow. En ja, sommige dagen kan ik daar wat minder tegen (wanneer ze op de speelplaats kinderen een blokfluit geven bijvoorbeeld), dan zal ik me wel terug trekken. Of heel hard zagen daarover ^^.

Wat ben je op dit moment aan het lezen?

The three musketeers van Alexandre Dumas. Een klassieker vol ironie. I like!

Ben je eerder een introvert of een extrovert?

Ik ben duidelijk een introvert. Al zit ik ergens naar het midden toe op de schaal. Ik kan mezelf dus heel erg pushen naar extravert, wat zeker van pas komt in mijn klantgerichte job. En introverten zijn naar het schijnt betere verkopers omdat ze meer vertrouwen wekken bij (potentiële) klanten. Ik heb die introverte kant dus helemaal aanvaard en ben ervan overtuigd dat het me helpt in mijn job.

Hoe ziet je slaaproutine eruit?

Ik probeer voor 23u in bed te liggen, elke dag. Dat is zowat de enige routine die ik heb. Dat en wat hersenloos scrollen op mijn telefoon. Ik weet het, het is slecht om dat te doen. Blauw licht enzo. Maar ik kan het niet laten. Verder ben ik best een goede slaper, tenzij in stressperiodes, dan duurt het al eens wat langer voor ik de slaap vat.

Wat is het beste advies dat je ooit kreeg? 

Fake it till you make it. Klinkt hard. Maar je kan echt meer dan je denkt. Het maakt echt niet uit of het de eerste keer is dat je dit doet. Laat dat gewoon niet merken en doe wat jij denkt dat goed is. En dan komt alles meestal effectief goed. Iedereen expert weet je wel.

Is er iets dat je hieraan wilt toevoegen dat ook interessant kan zijn voor je lezers? 

Doe iets met passie en overtuiging of begin er niet aan.

En help elkaar. Wat betreft hulp vragen: kijk eerst even zelf of je er niet uitkomt (niets zo hatelijk als mensen die nooit zelf iets uitzoeken). Zo niet vraag dan zeker hulp. Blijven zitten met een probleem helpt niemand verder en zorgt op lange termijn sowieso voor meer problemen. En als je uitleg krijgt maar het dan nog niet begrijpt. Dat is niet erg. Durf dat toegeven. Want opnieuw: het helpt je geen zak verder als je dankuwel zegt en dan nog even vast zit als 10 minuten eerder. Wees niet te mooi om iemand aan de arm te trekken. Dat heb ik echt moeten leren.

Wat zijn jouw werkroutines? En zijn er apps of gadgets die ik echt moet leren kennen?

Iedereen expert

Iedereen expert

Regelmatig probeer ik een aantal carrièretips of werkinzichten met jullie te delen. Tips om je productiviteit te verbeteren bv. Dit was alweer even geleden en eigenlijk is er één inzicht dat voor mezelf altijd terugkomt. Dat me steeds een schop onder mijn kont geeft en mijn zelfvertrouwen in mijn job verhoogt. En dat inzicht is eigenlijk vrij eenvoudig.

Iedereen heeft een unieke expertise.

Dat stemmetje

Ik geef regelmatig opleidingen en workshops aan klanten. Soms heb ik die mensen nog niet gezien en spreken we af via mail. En dan begint daar een klein stresskonijntje in mijn hersencellen rond te huppelen: wat als die persoon een pak ouder is, al jaren werkt en dus veel meer weet van marketing dan ik? Of nog erger: wat als die persoon teleurgesteld is dat hij zo’n jong meisje voor zich krijgt met amper twee jaar werkervaring?

Vervelend dat je op zo’n moment je eigen zelfvertrouwen ondermijnt. Ik bereid mijn workshops altijd grondig voor en probeer mij zo goed mogelijk in te leven in de sector van de klant en de mogelijke uitdagingen waar ze voor staan. Ik weet dus best wel dat ik iets nuttig te vertellen heb, maar dat stemmetje dat is er altijd.

Dat stemmetje heeft nog nooit gelijk gekregen. Ja, de ene workshop merk ik dat mensen al wat meer opsteken dan de andere. Omdat het niveau van de persoon voor me kan verschillen. Maar in het slechtste geval heb ik die persoon dan de bevestiging gegeven dat hij/zij goed bezig is en hier en daar een nieuw idee aangereikt. Inspireren, dat is uiteindelijk mijn doel, veel meer dan een vastomlijnd plan voor te leggen à la ‘Zo moet het, en niet anders!’. Dus word ik steeds warm bedankt en verlaten zowel de klant als ik de zaal met een glimlach.

Expertise en anciënniteit

Waarom ben ik dan altijd zo verdomd gestresseerd voor die eerste minuten? Waarom heb ik zoveel schrik om te falen? Het slaat op niets. Ik denk dat het te maken heeft met mijn gevoel rond expertise. Expertise lijkt in onze wereld vaak verboden met jaren ervaring. Anciënniteit is nog steeds een belangrijke factor in promoties en loononderhandelingen. En eerlijk gezegd: dat slaat op niets. Iemand die al 10 jaar voor hetzelfde merk in een afgesloten kantoor nieuwsbrieven zit te tikken weet minder van marketing dan iemand die op een dag soms 3 verschillende klanten voor zich krijgt met uiteenlopende problemen.

En toch hebben we beiden een zeer waardevolle expertise. Ik zal nooit zo goed worden in het samenstellen van nieuwsbrieven als hij, maar zal hem wel heel wat tips kunnen geven om de inhoud van de nieuwsbrief te verbeteren door inzichten die ik heb opgedaan bij gelijkaardige of net verschillende merken.

Iedereen heeft een expertise die voor een ander op een bepaald moment super relevant en waardevol kan zijn. En die is niet te tellen in jaren. Nah!

Persoonlijke ervaring

We hebben allemaal die unieke invalshoek. Niet omdat we een aantal jaren theorie hebben zitten studeren uit een stoffig handboek. Neen, die invalshoek komt uit onszelf. Uit onze ervaring. Persoonlijke ervaring, maar vooral ook het feit dat dit niet de eerste keer is dat je het doet. Het is niet je eerste klant of je eerste nieuwsbrief. En ook al is het deze keer een totaal andere case, sector en weet ik wat allemaal, een case oplossen is niet de eerste keer. Zelfs wanneer het wel je eerste case is, heb je een expertise die degene voor je mist. Je hebt cases bestudeerd in je les of tijdens je stage. Je hebt artikels gelezen… Je hebt een soort gut feeling. Kortom: je bent er mee bezig.

Je mag dan nog het gevoel hebben dat je niets kan of niets weet. Je bent wel elke week 38 uur of meer bezig met je job. Dat is vaak 38 uur meer dan degene voor je. Je hebt sowieso al dingen gezien, meegemaakt, desnoods gehoord, die je kan aanwenden.

En iemand stapt naar jou omdat hij die expertise niet heeft. Dat is ook een mooie. Niemand vraagt in principe hulp voor iets waarvan hij vindt dat hij er fantastisch goed in is. En hij vraagt het aan jou omdat hij denkt dat jij iets te vertellen hebt. En dat heb je, geloof me nu maar.

Stap voor stap wordt dat stemmetje het zwijgen opgelegd. En soms vind ik een workshop van mezelf wel eens wat minder en pak ik het de volgende keer anders aan. Er zijn altijd onderwerpen die me minder liggen. Maar die meerwaarde voor de klant die is er. En dat geeft zoveel voldoening.

Vind jij soms dat je niet genoeg ervaring of expertise hebt? Hoe ga je daar mee om?

Over sandwiches, boterhammen en feedback

Over sandwiches, boterhammen en feedback

Op een bitterkoude maar zonnige vrijdag trokken we met heel het team naar een boot (want: neem mensen uit dagelijkse omgeving en ze zouden openlijker zijn) voor een dagje teambuilding. Best uniek dat we met zijn allen op een werkdag, wel ja, niet aan het werk gingen. Dat het geen fun zou worden wisten we. We zouden echt wel aan onze samenwerking werken (met al dat werken in deze zinnen ^^). Maar fun is het altijd bij ons, dus het werd een toffe dag. En het zette me ook weer aan het denken. En dat is altijd gevaarlijk voor wat je hier te lezen krijgt ^^.

Sandwiches

Vlak na de middag begonnen we namelijk aan een stukje over feedback. En onze coaches pakten dit vrij theoretisch aan. Ze maakten komaf met de onderverdeling positieve en negatieve feedback en doopten dit om tot waarderende en confronterende feedback. De eerste frons op mijn voorhoofd was hiermee een feit want je kan een aap een ring aan doen, het blijft geen aantrekkelijk ding. Confronterende feedback klinkt misschien beter, het blijft iets waar niemand dol op is. What’s in a name?

De tweede frons kwam er toen ze expliciet zeiden dat de sandwichmethode bullsh** was, om daarna een andere methode op te hemelen, die wat mij betreft niet zoveel beter is. Voor wie de sandwichmethode niet kent: hierbij ga je een negatieve boodschap indekken door ervoor en erna iets positief te zeggen. Voorbeeld: je bent een super leuk persoon MAAR je werk zuigt kei en kei hard, maar je hebt wel je best gedaan. Ik overdrijf hier echt enorm, maar je snapt mijn punt wel. Het beleg wordt wat gemaskeerd door het broodje, vandaar de sandwich.

De sandwichmethode komt niet echt authentiek over werd er gezegd. Je meent het? Mijn mond viel niet echt open van verbazing. Ik die zelf ontzettend direct kan zijn, ook in feedback, besef echt wel dat direct negatief doen niet altijd goed overkomt. Maar onoprecht positief komt naar mijn bescheiden mening nog veel slechter over. Bij mij weet je ten minste dat ik meen wat ik zeg. I don’t pretend.

Boterhammen

Maar dus brachten ze een andere methode aan. De EN-EN methode. Hierin zeg je de confronterende feedback, maar je toont ook meteen een blijk van waardering voor de persoon en de relatie die je met hem/haar hebt. Typevoorbeeld: ik waardeer onze relatie heel erg en ik hoop dat wat ik ga zeggen dit niet stuk maakt, maar je werk zuigt echt hard. Of: Ik apprecieer je inzet en jou als persoon heel erg, maar het resultaat is echt niet wat het moet zijn.

Waarom dit de en-en methode heet, is mij een raadsel want in de praktijk grijp je snel naar het zo niet positieve woordje maar. Ik zou dit eerder de boterhammethode noemen. Je zegt iets positief samen met iets negatiefs. Resultaat: een stukje brood minder dan bij de sandwich en nog altijd niet veel oprechter toch? Ok, het gaat er hier om dat je appreciatie en waardering toont en dat je bijna letterlijk zegt dat je iemand niet wil kwetsen. Maar je kan jezelf toch niet wijsmaken dat dit de negatieve feedback minder kwetsend maakt? Het is een mooiere manier om het te zeggen, maar mooi is ook maar mooi.

Feedback blijkt moeilijker dan gedacht

Wat ik vooral jammer vind is dat feedback nog altijd zo moeilijk ligt anno 2018. Ikzelf heb best wel nood aan feedback, maar merk dat ik die zelf amper krijg en als ik er krijg is het positieve – excuseer mij waarderende – (en jullie weten hoe slecht ik met complimenten om kan gaan).  Want dat krijgen mensen wel makkelijk over hun lippen, het is namelijk geen risico om een compliment te geven. Zelf geef ik weinig feedback, omdat complimenten geven ook niet makkelijk is én omdat ik mensen niet wil kwetsen. Als het dus om iets niet super belangrijks gaat zal ik eerder mijn mond houden. Jammer hé, al die gemiste kansen? Directe feedback kan je echt als persoon doen groeien. En persoonlijke groei daar zijn we allemaal naar op zoek. Waarom helpen we elkaar dan niet?

Feedback lijkt dus geen simpel thema en ik begrijp ook wel waarom de coaches het op deze manier hebben aangepakt. Ik wil hun werkwijze niet afkraken (al kwam er een derde frons toen ze tips gaven voor introverten om om te gaan met zowel positieve als negatieve feedback, als mede introvert in een groep vol introverten vond ik dit wat vreemd, alsof we een andere soort zijn en alsof de reactie op feedback en introvertheid met elkaar te maken hebben, ik denk dat confronterende feedback voor iedereen moeilijk is, intro- of extravert, maar bon ik wijk af). Ik vond het gewoon opvallend hoe moeilijk zo’n thema dat makkelijk lijkt kan zijn, in theorie én praktijk.

Geef of krijg jij veel feedback? Hoe ga je daar mee om?

Working 9 to 5 #2

Working 9 to 5 #2

Het oorspronkelijke plan achter deze categorie was om jullie regelmatig op de hoogte te houden over hoe het gaat op werkvlak. Mijn eerste update werd dan ook veel gelezen, maar eigenlijk heb ik sinds september 2016 geen grondige update meer met jullie gedeeld. Foei, Annelies! Nu mijn eenjarig ‘jubileum’ op het werk een feit is, werd het dan toch nog eens tijd, want na een jaar is er natuurlijk wel wat veranderd.

Ik vertelde dus al dat ik aan de slag ben als content marketeer in een Leuvens webbureau. Wel, dat is nog altijd mijn kerntaak. Vragen die over alles wat in de ruime zin met content marketing te maken hebben komen bij mij terecht. Samen met meer algemene marketingzaken zoals een analyse van de website en het opmaken van een marketingplan.

Als marketeer ben je met een project van a tot z bezig, wat wil zeggen dat je ook het contact met de klant verzorgt, meetings doet, budgetten opstelt en opvolgt, etc. Je bent degene die zowel de dankuwel krijgt als de klaag e-mail over wat er allemaal fout loopt. Maar over het algemeen valt dat allemaal goed mee, ik investeer graag tijd en moeite om een goede relatie op te bouwen met klanten en hun business leren te begrijpen. In het begin dacht ik dat ze moeilijk zaken zouden aannemen van iemand jonger, maar uiteindelijk zitten zij met een specifiek probleem waarvoor ze een extra partij inschakelen en is het aan mij om met mijn ‘expertise’ hen te helpen.

Dat brengt me bij een tweede soort werk: het geven van opleidingen en workshops. Meestal gaat dit om workshops op maat waarbij je in een aantal sessies gaat kijken om de onlinemarketingstrategie (ja, dat is 1 woord) uit te werken of te optimaliseren. Soms gaat het ook om grotere sessies voor een groep van klanten over een bepaald onderwerp. Stiekem vind ik dit één van de leukste aspecten aan mijn job, omdat je directe interactie hebt met je klant(en) en meteen ziet dat je hen echt wel helpt.

Naast het pure inhoudelijk werk doen wij binnen het team ook aan sales. Potentiële klanten benaderen, salesgesprekken, offertes maken etc. Niet meteen het allerleukste aan de job, maar wel noodzakelijk en opnieuw kom je met heel wat mensen in contact.

img_0001

Sinds een maand komt daar nog bij dat ik project manager van het team ben geworden. Concreet wil dit zeggen dat ik verantwoordelijk ben voor allerlei praktische zaken zoals facturatie, maar verder is het vooral mijn taak om het team wat te trekken en de overige teamleden te begeleiden en ervoor te zorgen dat zij goed kunnen focussen op hun inhoudelijk werk. Daarnaast kom ik nu ook meer in contact met de andere teams en ben ik aanwezig bij allerlei interne meetings. Aan deze functie moet ik echt nog aan wennen en ga ik hopelijk de komende maanden in kunnen groeien!

Als team zijn wij ook verantwoordelijk voor de eigen online marketing (dat moet ook nog gebeuren natuurlijk). Ik heb mij heel erg gesmeten op de nieuwe website, die ondertussen een aantal maanden online staat. Dat was een werk van lange adem en is nog steeds een job zonder eind. We hebben een bedrijfsblog en nog een heel aantal andere pagina’s die regelmatig nieuwe content vragen. Ik schrijf dus af en toe stukken en ben copywriter van dienst bij eventuele vragen van klanten.

Ten slotte help ik momenteel elke vrijdag het supportteam. Klanten die hun website bij ons hebben en daar een probleem of vragen bij hebben help ik verder. Dit is heel leerrijk om te zien wat voor soort vragen er binnenkomen. Ik kom op deze manier ook met elke andere collega in contact en zo leer je wel met iedereen samenwerken. Het enige nadeel aan support is dat klanten soms echt heel onvriendelijk of ongeduldig kunnen zijn. Mails die op vrijdag om half 5 binnenkomen met als onderwerp ‘dringend’. Tja, dan moet je even kalm blijven.

Als ik dat hier zo allemaal lees is het wel een hele boterham. Ik vind het wel fijn dat mijn job zo gevarieerd is. Ik behoor ondertussen tot het groepje multifunctionele werknemers 🙂 en gelukkig wordt er steeds op voorhand gepolst of ik een bepaalde extra functie wel zie zitten. Support is iets tijdelijk en het project management gedeelte is compleet nieuw (nu ja ik was ook wel al project manager tijdens mijn stage bij Seven, maar hier is de invulling een beetje anders). Ik zie wel weer ik uitkom zeker?

Beetje ironisch ook dat deze post net nu online komt, ik geniet deze week namelijk van een weekje vakantie. Dat was alweer veel te lang geleden, mijn lichaam had het wel even gehad met de drukte en het vroege opstaan.

Zou jij mijn job graag doen denk je? 

Het verhaal van de tabbladen

Het verhaal van de tabbladen

We schrijven een standaard dag op het werk. Een collega komt aan mijn bureau iets vragen. Zoals altijd open ik een nieuw tabje in mijn browser en dan volgt de opmerking. “Maar Annelies, je hebt 100 tabs (dit is een overdrijving, dat is wat mensen doen in zo’n situatie ^^) openstaan. Je moet dat dichtdoen als je dat niet meer nodig hebt hé”. En mijn antwoord luidde “Ja, maar ik heb dat allemaal nog nodig.” En toen werd het stil.

Een beetje ironisch allemaal want ik gaf in het verleden al eens tips om productiever te werken. En voor alle duidelijkheid: het open hebben staan van te veel tabbladen is NIET goed voor de productiviteit. Net zoals mijn computer op dat moment vastloopt, flipt mijn brein gewoon helemaal bij het steeds voller worden van die dekselse balk bovenaan mijn scherm.

Het klopte wel wat ik toen zei. Ik moest met elk tabblad nog iets doen (en standaard staan er sowieso een 6tal tabbladen – mailboxen, project management tool, Drive voor bestanden,…) altijd open. Het is door regelmatig te switchen van ‘project’ doorheen de dag – iemand komt iets vragen, een mail van een klant,… dat alle die verschillende vensters uiteindelijk naast elkaar belanden. Maar het is zoals het Inbox-Zero-principe zegt bij een gelezen mail die in de inbox blijft staan omdat je er nog iets mee moet doen: dat geeft stress. Nodeloze stress.

p1060260

Meer info over Inbox Zero, wat voor mij wel echt de manier is om stressloos met mijn mailbox om te gaan, vind je trouwens in deze post.

Eigenlijk staan die tabbladen vandaag wat symbool voor de mentale situatie waarin ik me bevind. Het is al eens chaotisch hierboven. Dit bericht illustreert perfect wat ik bedoel. Nogmaals: het gaat goed met mij, het is gewoon even een fase waar ik doormoet. Op het werk zijn er – zoals altijd – weer wat dingen aan het veranderen en het ziet er naar uit dat dit ook voor mijn hoofd een verbetering zal worden. Een dingetje minder op mijn piekerlijstje!

En eigenlijk is het simpel, ik moet gewoon sneller en vaker die tabs sluiten. Ik heb hier ondertussen al twee werkdagen goed opgelet: de eerste dag verliep goed en was het aantal tabbladen – naast de standaard van 6 vaste dus – verminderd naar een 5tal. 11 in totaal dus, kon ik best mee leven. De tweede dag was enorm chaotisch op het werk en dat resulteerde dan ook in een nieuw tabbladenrecord.

Langs de ene kant moet ik hier dus gewoon wat opletten, maar langs de andere kant horen al die tabbladen ook wel bij de aard van mijn job. Ik kan nu eenmaal niet 4 uur met hetzelfde document bezig zijn zonder onderbroken te worden. Dat zorgt voor variatie en is fijn, maar soms ook vervelend en stresserend.

Herkenbaar? Of ben jij net een pro in het managen van je tabbladen? 

Flashback

Flashback

Het moet zo’n dikke drie maand geleden zijn dat mijn team op het werk de boodschap kreeg dat we er enkele weken later een stagiaire zouden bij krijgen. De ene zou dit fijn vinden, de andere misschien een blok aan het been. Voor mij was het vooral confronterend, in positieve zin dan wel. Het was nog geen jaar geleden dat ik zelf ‘de stagiaire’ was. Ik ben het zelfs drie keer geweest.

Vooral mijn laatste stage zal mij voor altijd bijblijven. Ik was daar namelijk 5 maand en ik ben nog steeds dankbaar hoe veel moeite en energie mijn toenmalige collega’s in me hebben gestoken om me zaken bij te brengen. Ik werd bij zo goed als alles actief betrokken. Door hen was ik klaar voor het werkveld, had ik genoeg zelfvertrouwen om te gaan solliciteren. Zoals altijd zijn het de mensen die een stage of een job fijn en leerrijk maken.

Maar nu moest ik dus, samen met mijn team, zelf de rol van stagebegeleidster op mij nemen. Had ik haar wel iets te leren? Uiteindelijk zit ik nog geen jaar in het vak. Ik begon er dus eigenlijk aan met een klein hartje. En nu haar laatste stagedag erop zit, denk ik dat we er allebei veel van geleerd hebben.

IMG_4593
Een namiddag samen op straat werken voor de Internationale dag van het straatkind

Want ja, ik had haar wel effectief zaken te vertellen en te leren. En dan besef je ineens hoe hard je zelf gegroeid bent in een aantal maanden. Het is bij mij een beetje aangekomen als een mokerslag. Want ik heb nog zoveel te leren. Ik kan nog zoveel dingen niet. Maar wat ik dan wel allemaal doe, is blijkbaar niet zo vanzelfsprekend als ik zelf zou denken.

Op mijn 21ste kon ik die zaken namelijk allemaal zelf nog niet. Ik zat toen nog op de unief, met mijn neus in de boeken. Ik vond de universiteit trouwens wel echt een fijne ervaring om te groeien als persoon (zoals je in dit bericht kon lezen), maar echt praktijkgericht was het natuurlijk niet. Ik had nog geen feeling met klanten of commercieel denken. Dus vier jaar unief hebben mijn leven en mentaliteit wel degelijk in sneltempo veranderd. Maar dat anderhalf jaar erna nog veel meer. Aan een snelheid die ik zelf amper kan vatten. En dit is nog maar het begin.

Niemand is ooit klaar voor volwassenheid, maar langzaam kruipt die je leven toch geniepig binnen. En ja, ik heb mijn best gedaan onze stagiaire iets bij te brengen. Net zoals ik destijds overal werd bij betrokken. Maar we hebben evengoed onnozel zitten doen samen. Of tegen elkaar zitten klagen en zagen. Want ook dat is deel van het (werk)leven. En die drie maand zijn voorbij gevlogen.

Wat heb jij het laatste jaar allemaal bijgeleerd?