Close
Over onze drang naar optimalisatie en non-fictie

Over onze drang naar optimalisatie en non-fictie

Ik las afgelopen week een interessante opinie in De Volkskrant. Over hoe jongeren nog altijd willen lezen en het een nuttige bezigheid vinden, maar het toch steeds minder doen.

Eigenlijk gaat het artikel niet eens over lezen, maar over hoe de maatschappij erop gericht is om elke minuut productief door te brengen. En hoe daardoor fictie als minderwaardig wordt gezien. Het zijn non-fictie boeken boordevol productiviteits- en zelfhulptips of die de volledige geschiedenis van de mensheid samenvatten, die de bestsellerlijstje toppen en op ieders koffietafel prijken.

Ik hoorde een collega ooit zeggen dat hij enkel non-fictie leest omdat fictie lezen volgens hem tijdverspilling is. Maar eigenlijk leest hij amper, zelfs non-fictie. Want hoe we het ook draaien of keren: non-fictie vraagt wel heel wat mentale ruimte van onszelf en dat is niet simpel in een wereld vol vluchtige Whatsappjes en podcasts die we proberen te combineren met andere zaken om toch maar geen minuut verloren te laten gaan.

En dus luidde het advies van het artikel als volgt ‘Wat je moet hebben gelezen? Niks, als je maar niet stopt met lezen. Als je maar gestaag doorleest, kom je alles wel een beetje tegen.’

Of hoe je meer kan leren van 30 stationsrommantjes op een jaar dan van twee bestseller non-fictieboeken. Fictie heeft de kracht je mee te slepen en in de schoenen van een personage te plaatsen. Dat zorgt voor empathie en onbewust steek je daar heel wat van op.

Het gaat niet om wat je leest, als je maar leest. En dat is waar het misloopt bij de jeugd. Als ze dan eindelijk tijd hebben gevonden om te lezen, willen ze iets waardevols lezen. Iets waarmee ze kunnen uitpakken. En dan raken ze niet verder dan de eerste hoofdstukken in dat klassieke werk van Dostoyevsky of blijkt ‘not giving a fuck’ toch eerder vol holle clichés te zitten dan ‘lifechanging’ te zijn.

Ik ben zelf al eens in de val getrapt. Wanneer dat knagende gevoel dat ik meer non-fictie moet lezen weer de kop opsteekt. Al die historische avonturenverhalen, allemaal goed en wel. Maar moet ik eens niet echt iets bijleren? Dus dan kocht ik non-fictieboeken. Om ze nooit open te slaan. Of om ze teleurgesteld dicht te slaan als ik toch aan het einde ben geraakt.

Ik lees graag omdat het me uit de realiteit van de dag haalt. Want in die realiteit draait alles al rond productiviteit. We zijn gewoon voorgeprogrammeerd om artikels aan te klikken die ons de beste tips en hacks beloven. En dus verkopen de bijhorende boeken ook. Maar of ze mensen nu echt het plezier geven om te lezen, daar twijfel ik zwaar aan.

We leven in een wereld waarin de zoektocht naar optimalisatie het plezier doodt. Alles moet sneller en beter. Maar plezier en vertragen zijn nu net grote voordelen van lezen. Dat boek moet niet uitgelezen zijn in 4 uur zoals onze e-reader voorspelt. En dat moeten we onze jongeren ook meegeven. Laat hen die chicklit lezen of dat fantasyboek met die rare cover. Als ze maar lezen.

Het maakt niet uit wat je leest, zolang je maar leest.

Lees jij vaak non-fictie?

0 thoughts on “Over onze drang naar optimalisatie en non-fictie

  1. Ik ben het hier zo hard mee eens. Ik lees nog altijd veeeeel meer fictie dan non-fictie en ik heb dat nog maar zelden tijdverspilling gevonden. Want soms zijn er boeken die iedereen goed lijkt te vinden en die ik dan ook maar lees en maar niks vind. Tegenwoordig slaag ik er wel in om dan gewoon te stoppen in een boek.
    Ik heb ook fictieboeken als mintstens evenveel inzichten gehaald dan uit non-fictie en het is volgens mij ook nog eens goed als ontspanning en om je creativiteit aan te wakkeren.

  2. Absoluut mee eens! Ik lees niet vaak non-fictie. Als ik aan lezen denk, dan denk ik eerst aan een verhaal en aan personages en je daarin verliezen, automatisch maak ik eerst die connectie.

  3. Hier wordt meer fictie dan non-fictie gelezen. Fictie zorgt voor totale ontspanning, terwijl non-fictie bedoeld is om bij te leren, en je dat niet zomaar even vijf minuten tussendoor doet. In tijden van mentale onrust lees ik vrijwel enkel fictie. Meestal is het ook zo dat ik fictie op mijn nachtkastje heb liggen, en dat de non-fictieboeken beneden blijven liggen.

  4. De laatste tijd meer en meer. Al wissel ik wel af hoor: overdag tijdens de lunchpauze vaak non-fictie. ’s Avonds dan fictie, want dat helpt net ietsje beter om te ontspannen 🙂

  5. Voor mij is lezen ook vooral fictie en me verliezen in een verhaal. Heel af en toe lees ik een non-fictieboek waar ik al veel goeds over heb gehoord (zoals onlangs met ‘De meeste mensen deugen’), maar het vraagt inderdaad veel meer van je dan een fictieboek. Ik vind het leuk als tussendoortje, maar blijf toch vooral fan van fictie.

  6. Wat een boeiend artikel van De Volkskrant (die heeft de krant wel vaker, heb ik al gemerkt). Ik lees beide, maar hoofdzakelijk fictie. Non-fictie lees ik wanneer er een onderwerp is waar ik meer van wil weten of ik een boek tegenkom dat me echt boeiend lijkt. Zowel bij fictie als non-fictie lees ik nooit een boek omdat je dat zou “moeten gelezen hebben”. Integendeel, dergelijke hypes zorgen er bij mij eerder voor dat ik dat boek net niet kies. Ik ben er zelf ook helemaal van overtuigd dat je als persoon meer leert en ontwikkelt door fictie te lezen dan zelfhulpboeken. Een andere, indirectere manier van leren misschien, maar wel eentje waar jij uit haalt (soms onbewust) waar jij iets aan hebt en waarbij je verschillende inzichten zelf combineert. Lezen is denken met andermans hoofd, zei Arthur Schopenhauer, en dat zorgt voor meer inzicht in anderen en jezelf, en daardoor ook meer empathie en begrip.

    Wanneer ik een fictieboek gelezen heb waar ik echt helemaal “in” zat, dan vind ik het soms moeilijk om meteen in een ander verhaal te stappen. Dan is een non-fictie boek er tussen vaak ideaal, maar dus enkel als ik er eentje op mijn lijst heb staan die ik echt graag wil lezen. 

  7. Fictie tijdverspilling! Wie was dat! Phoe! Ik heb meer bijgeleerd over de Tweede Wereldoorlog dankzij fictie, dan met die saaie non-fictieboeken vol cijfers en data. Oké, wel vooral over de mensen achter/in de oorlog en niet zozeer over het oorlog voeren zelf maar daar waren verschillende musea dan weer wel goed als aanvulling.
    Voor non-fictie heb ik zelden de ruimte. Ik heb er wel een paar liggen die ik ooit eens wil lezen, maar het komt er niet van.
    Ik verslond als kind alle boeken die ik tegenkwam. Moest eerder naar de 14+ afdeling switchen omdat ik alles op de 12+ al gelezen had (of toch hetgeen me interesseerde). (Het was een kleine dorpsbib he, en ik las toen makkelijk 100 boeken op een jaar, of meer, weet ik veel, toen hield ik dat allemaal nog niet bij :p) Toch heerlijk om aan het saaie leven van alledag (school, bah!) te ontsnappen en op avontuur te trekken! Dat kun je niet met tv kijken… o nee echt niet te vergelijken. En non-fictie dat was in die tijd de encyclopedie :p
    Spijtig dat de jeugd het wat afleert, hoewel ik de indruk heb dat er véél meer fantasie-jeugdboeken zijn (zoals dat van die muis? Stilton?) dan in mijn tijd, toen het vooral verhalen uit het leven gegrepen waren, of de Griezelbus, of ooo Anthony Horowitz! En young adults bestonden al helemaal niet. 14+ en daarna was het direct volwassenen. Wel blij dat die gap is opgevuld trouwens.

    1. Met historische fictie moet je gewoon altijd goed blijven beseffen dat niet alles exact zal kloppen maar de weergave van het gewone leven en de emoties die erbij komen kijken dat zo’n boek jou kan geven, zal non-fictie nooit klaarspelen. Young adults zouden mijn middelbare schoolcarrière een andere wending gegeven kunnen hebben, helaas bestond het toen nog niet (en Harry Potter heb ik helemaal gemist). Twilight heb ik nog net meegemaakt maar toen was ik al 17-18 ofzo en ik ben er niet aan begonnen.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *