Het is weer zover. De eerste bladeren verkleuren en laten daarna kale boomtoppen achter. Het wordt kouder en natter. We halen die kleurrijke sjaal en muts weer boven. En we zitten sneller bij de dokter met een stevige verkoudheid dan we gehoopt hadden.
Ik heb best wel al heimwee naar de zomer, maar toch trek ik vandaag met veel plezier die muts over mijn hoofd en zet ik die verkoudheid even opzij. Want vandaag trek ik naar ‘de kuil’. In minder dan 5 jaar tijd een echt begrip geworden in het veldrijden.
De cross in Zonhoven wil maar één ding zeggen: zand. Massa’s zand. Van dat zand dat hoe droger, hoe moeilijker ligt om door te rijden (en laat het nu net niet veel geregend hebben ^^). En dan heb je de kuil. Geliefd door het publiek, gevreesd door de renners. Metershoog en vooral heel stijl. Je moet hier als crosser maar liefst twee keer per ronde induiken en weer uit klauteren.
Daar bovenaan in dat mulle zand heb je als veldrijder maar één keuze: niet denken, maar durven! Naar beneden, zonder omkijken, op gevaar van eigen leven en onder het kabaal van al die supporters. Oorverdovend naar het schijnt. Alsof je een Olympische arena betreedt.
En ja, het lukt menig renner niet om heelhuids beneden te raken. ‘Ooooh’ klinkt het dan als een Mexican wave door het publiek. En ben je wel goed beneden geraakt, dan moet het zwaarste nog komen. Naar boven. Voetje per voetje. Pijnlijk voor de enkels. Dat beseffen ook de supporters wanneer ze een cross en enkele pinten later de warmte van de feesttent willen opzoeken.
Na een uur heb je hier sowieso een verdiende winnaar. De sterkste. En de rest? Die baalt dat ze weer een jaar zullen moeten wachten om deze oh zo mooie cross op hun palmares te schrijven. Want als je in Zonhoven hebt gewonnen, ben je een topper. Het geeft je talent dat klein beetje meer glans.
Ze zeggen altijd dat het veldritseizoen pas begint op 1 november. Op de Koppenberg in Oudenaarde. Laat ons zeggen dat dit niet meer klopt. Nee, de echte cross start wanneer in de eerste ronde daar in die kuil in Zonhoven duizenden supporters hun keel openzetten. Een klassieker in wording. Of is het dat al?