In april 2024 trokken Leen en ik naar de Italiaanse stad Napels voor onze jaarlijkse citytrip. Napels wordt ook wel de buik van Italië genoemd, ze zijn er blijkbaar zot van kerststallen en er is altijd wel ergens een hoek van waaruit de Vesuvius opdoemt. Napels is veelzijdig, Napels is luid, Napels is vuil en Napels voelt nog heel echt. Het werd een fijne kennismaking met deze zonnige stad.
Na een dag in de wijk Vomero en een uitstap naar Pompeii, trokken we nu echt naar het historische (en toeristische) hart van de stad. Het centro storico is uniek, in die zin dat de indeling nog net zo is zoals in de tijd van de Grieken. En dit maakt dat het is uitgeroepen tot Unesco werelderfgoed. Chique!
Grofweg concentreert het historische centrum zich rond de Spaccanapoli, een twee kilometer lange straat die het centrum doorkruist. Aan het begin van deze straat vind je onze eerste stop: de chiesa del Gesu Nuovo. Een kerk met een wel heel bijzondere gevel en een barokke interieur.

De voorgevel dateert van het Sanseverinopaleis dat hier eerst stond en heeft allemaal kleine rustieke piramides die blijkbaar een ding waren tijdens de Renaissance. Ik vind het maar speciaal :).
De Gesu Nuovo (‘Nieuwe Jezus’) is een van de grootste en belangrijkste kerken van de stad. Binnen valt meteen het prachtige interieur op, dat zelfs een beetje doet denken aan de Sint-Pieter in Rome door de felle koepel. Toegang tot de kerk is trouwens gratis. Wij liepen er wel even rond om alles in ons op te nemen. Weetje: er kwam tijdens WOII een bom terecht op de kerk die wel wat schade aanbracht maar gelukkig nooit echt tot ontploffing kwam.


Op het pleintje voor de kerk vind je de obelisk van de Onbevlekte Maagd en ook de ingang naar het Complesso Monumentale de Santa Chiara. Voor 7 euro per persoon mag je het klooster, de kerk en het museum bezoeken. In Vomero waren we al eerder verliefd geworden op zo’n klooster dus we haalden snel die portefeuille boven.
De kerk stamt uit de 14de eeuw, maar werd wel volledig verwoest door een WOII bombardement. In het museum zie je foto’s van de verwoesting. Maar ondertussen is de kerk herbouwd in gotische stijl zoals het gebouw ooit was bedoeld, met een uniek houten plafond en toch nog wel een zijkapel met wat barokke elementen. Het zorgt voor een sober interieur, helemaal anders dan de Gesu Nuovo die er pal tegenover staat.

De kloostertuin is wel gespaard gebleven van het bombardement en is helemaal niet zo sober te noemen. Er is versiering met kleurrijke tegels rondom de hele patio aangebracht. Het was hier een nonnenklooster en de tuin werd aangelegd in de 18de eeuw.

De zuilen en tegels in de tuin zijn allemaal versierd met bloemenmotieven en de zuilengalerij rondom heeft fresco’s met taferelen uit het Oude Testament. Het deed me op sommige momenten denken aan de Plaza de Espana in Sevilla.


Je mag trouwens niet op de zuilen gaan zitten, want je ziet al wat schade van de toeristen die dat wel hebben gedaan. Dit klooster is één van de bekendere trekpleisters dus je bent er niet alleen. Tegelijk is het ook wel een rustpunt, weg van de drukke spaccanapoli straat.


Naast de kerk en het klooster is er ook een klein museum over de geschiedenis van het klooster en kan je wandelen rond de archeologische opgravingen die ze er aan het doen zijn. Want net zoals overal in Napels zit er ook hier een hele stad onder de grond: overblijfselen uit Griekse en Romeinse tijd.


Links: Romeinse opgravingen. Rechts: de kerststal
En je ziet er opnieuw een kerststal, deze keer kon ik wel een deftige foto nemen. De presepe is een miniatuurtafereel over de geboorte van Jezus in de stal in Bethlehem. Die Napolitanen zijn toch echt kerstgek.
Na dit bezoek wandelden we verder door het centrum en volgden daarbij de Time To Momo reisgids die ons opnieuw naar een kerk wees: die van Santa Luciella. Maar toen we daar aankwamen zagen we slechts een kleine deur en aan het onthaal zeiden ze dat de kerk enkel via een Italiaanse tour te bezoeken was. Maar we konden aansluiten en kregen een Engels infoblaadje. We betaalden 6 euro per persoon.
Wat we niet wisten is dat de Santa Luciella kerk bedolven is geraakt onder een aardbeving in 1980 en dat vrijwilligers sinds 2016 de kerk hebben uitgegraven en deels terug hebben open gesteld. De kerk dateert uit de 14de eeuw en is gewijd aan Santa Lucia. Van de kerk zelf is maar één mini ruimte toegankelijk vandaag en dan de ingang naar de crypte.
Wat we ook niet wisten is dat er een grote legende rond het kerkje hangt: in de crypte is namelijk een schedel met oren aan gevonden. Een schedel met nog oren aan, ja je leest het goed. De crypte is ooit een begraafplaats geweest en is vandaag een soort bedevaartsoord waar mensen dingen komen neerleggen wanneer er iets mis is met één van hun zintuigen (Santa Lucia is blijkbaar de heilige van het zicht).


Links: crypte met schedels en offeringen. Rechts: schedel met oren, net Gollem!
Zou ik het aanraden om te bezoeken? Ik weet het niet zo goed, want het is wel een van de meer bijzondere dingen die ik in Napels heb gezien. En de inkom die je betaalt gaat naar de restauratie die nog volop bezig is. Wie weet is een bezoek aan deze kerk over enkele jaren wel weer heel anders.


Links: interieur piepkleine kerkruimte Santa Luciella. Rechts: drukte in de Spaccanapoli.
Ondertussen was het zeer druk geworden in het centrum. We sloegen de Via San Gregorio Armeno over, die staat bekend als de kerststraat van Napels, waar je dus kerststalpoppetjes en miniaturen zou kunnen kopen. Al zouden heel veel winkels ondertussen importeren uit China en is er van echte ambacht niet zoveel sprake meer. Het was er over de koppen lopen, dus we zochten stilaan naar een lunchplek.
Eerst passeerden we nog langs de Santa Maria delle Anime del Purgatorio ad Arco (wat een naam zeg!), waar er schedels buiten aan de ingang staan die je blijkbaar moet aanraken voor geluk. En de Italianen deden dat ook echt. Die schedels, het is naast kerststallen een terugkerend dingetje in Napels. Verder is het een mooie barokke kerk. De entree is gratis.


Links: schedel aan de ingang, Rechts: interieur van de Santa Maria Purgatorio ad arco.
Nu begon het te regenen en dus doken we Pizzeria I Decumandi binnen. Eten in het toeristisch centrum is altijd wat moeilijker, maar deze stond in de reisgids. Zeer grote en goedkope Napolitaanse pizza in een typisch Italiaanse zaak. Was het de beste pizza van de vakantie? Neen, maar er was ook helemaal niets mis mee.


Links: foto van pizza met hand om de grootte aan te duiden. Rechts: random straatje.
Et voila, dat was deel 1 van onze dag in het historische centrum. Veel kerken dus, Napels is heel religieus en dit maakt nu eenmaal deel uit van hun erfgoed. Wordt vervolgd!
Waar at jij ooit de beste pizza?
Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.
