De nooit eindigende maand januari is nu toch voorbij. Een maand die voelt als een levensechte gewaarwording van wat Herman Van Veen beschrijft in zijn ‘Opzij, opzij’. We moeten rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en weer doorgaan. We kunnen nu niet langer blijven staan.
Ik hoor en lees overal mensen die moe zijn, die ziek zijn, die licht en zonneschijn missen, die te weinig rust nemen, te veel verplichtingen hebben, drukte op het werk. En dan staat ook de wereld nog eens fameus in brand. Letterlijk en figuurlijk (kijk alleen maar naar de VS). Als we er wetenschappelijk naar kijken zitten we momenteel in ’the time of the monsters’, de eindeloze leegte tussen de oude en nieuwe wereld. Een leegte die vreemde gezichten trekt bv. op vlak van politieke macht.
Hoe dan ook. Iedereen gaat er op zijn manier mee om. Ieder van ons voelt zich met momenten vastzitten in die rat race. Ik ook. Hoewel ik dit jaar wat minder last lijk te hebben van het weer, voel ik die constante druk. Er zijn wat meer (al dan niet sociale) plannen deze keer. Meestal lig ik een maand lang te stinken in de zetel (full hibernation modus). Dit jaar iets minder en dat is goed want mijn voornemen was ‘meer doen, minder denken’. En toch is er die druk. Om meer tijd te maken voor X, om eens werk te maken van Y, om na te denken (altijd maar dat denken) over Z. Om het beter te doen dan gisteren (waarom zelfs?).
Is dat eigen aan de winter? Is dat eigen aan de start van het nieuwe jaar? Of aan de maatschappij die we met zijn allen gecreëerd hebben? Ik weet het niet. Ik weet alleen dat ik duidelijk niet de enige ben.
Misschien moeten we met z’n allen afspreken dat Van Veen fundamenteel ongelijk had. Het zinnetje ‘We kunnen nu niet langer blijven staan’ schrappen. Blijven staan en gewoon zijn is in deze wintermaanden veel beter dan al dat rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en weer doorgaan. Toch?
Van dat rennen, springen en vliegen heb ik gelukkig niet zoveel last gehad deze maand. Het is wel een trend in de maatschappij, het zo druk mogelijk hebben en meehollen in een verzengend ritme. Ik doe er zo weinig mogelijk aan mee, want mijn lichaam kan dat niet aan, maar dat is soms gemakkelijker gezegd dan gedaan.
Ik neem me dat inderdaad ook altijd voor, maar je wordt er soms zo in meegesleurd.
YES!! Ik sluit me helemaal aan bij de winter gebruiken om stil te staan en naar binnen te keren. Echt, meedoen aan de ratrace in de westerse wereld waarin we leven is mij te uitputtend.
Erg he, wat we onszelf aandoen.
Ik zou heel graag gewoon blijven staan en zijn, maar dat hoofd he – waar zit de uit-knop? 🙂