Het viel me ineens op. Tijdens een samenvatting van de veldrit in Neerpelt. Niet, het publiek dat er niet stond. Want ja, vergane glorie die cross. Een gebrek aan toppers en geen echte live tv-uitzending (serieus Telenet, hoeveel volk kijkt er live via die betaalzender van jullie?) zorgen voor weinig animo naast het parcours.
Nee, er viel mij iets anders op. David Van Der Poel nam de kopstart met net daarachter Kevin Pauwels. De man die op voorhand heeft aangekondigd dat zonder goede resultaten dit zijn laatste seizoen zal zijn. De man die ik vergeten was. Het was precies de eerste keer dat hij mij opviel dit seizoen. Wat moet er door zijn hoofd gaan? Is hij al bezig met stoppen?
Kevin is 34. Een mooie leeftijd om te stoppen voor sommigen, maar nog niet echt de leeftijd om die fiets aan de haak te slaan, toch? Pauwels werd in 2002 wereldkampioen bij de junioren, in Zolder nota bene. Twee jaar later mocht hij als tweedejaarsbelofte opnieuw die regenboogtrui aan. De kleine zou sowieso wereldkampioen worden bij de profs, dat riep elke door zichzelf verklaarde ‘veldritexpert’ van de daken. Nys en Wellens konden niet eeuwig blijven domineren.
En dat is van zovelen gezegd. De jeugd na Nys en Wellens, zij zouden het gaan maken. België zou die overheersing nooit meer afstaan. In de afgelopen 15 jaar zijn daar 5 renners in geslaagd: Boom, Albert, Stybar, Van Aert en Van Der Poel. De vraag is in welke mate je van die eerste drie kan zeggen dat ze ooit echt gedomineerd hebben. Daarvoor was hun aanwezigheid in de cross misschien net te kort. En geen van alle drie, neen ook niet Albert, hebben ooit een volledig seizoen gemaakt.
Maar wat met al die andere leeftijdsgenoten? Ik heb het over al die (begin) dertigers die elke wedstrijd nog zouden moeten meestrijden. Hoeveel 30ers vind je aan de top momenteel? In de profselectie voor het EK in Rosmalen van afgelopen weekend is geen dertiger te bespeuren. Tim Merlier is met zijn 26(!) lentes de ouderdomsdeken van de groep.
Er lijkt een generatie van de kaart geveegd. Maar kan je hen dat kwalijk nemen?
Toen ze bij de elite binnenstroomden kregen ze de moeilijke, de bijna onmogelijke, opdracht om te strijden tegen iconen. Sven Nys. Niels Albert. Zdenek Stybar. 7 wereldtitels in 6 woorden. Slokoppen is het correcte woord. Het lukte Pauwels om in 2011 zijn voet ernaast te zetten. Ze werden plots ‘de grote 4’ genoemd.
Wanneer deze toppers door allerlei omstandigheden van het terrein verdwenen (respectievelijk fin de carrière, hartproblemen en een overstap naar de weg) zouden hun gloriejaren echt aanbreken. Maar als zelfs de grootmeester in zijn laatste jaar moet wijken voor twee jonge veulens met bakken talent zag je het al aankomen. Net als de papa van Simba die de kudde antilopes hoorde aankomen en wist hoe laat het was (uit The Lion King), voelden ook zij de bui al hangen. Ze zouden vertrappeld worden.
Ze worden de tussengeneratie genoemd. Maar ze zijn helemaal nooit ergens tussen geweest. Er was geen jaar zonder Van Aert of Nys. Zonder Albert of Van Der Poel. Ze hebben altijd moeten vechten voor hun plaats. Ze hebben elkaar moeten vertrappelen voor een plek in de selectie van het WK. Het heeft hen kapot gemaakt.
Pauwels en Meeusen (29, nog geen 30) mag je gerust de moedigen noemen. Ik ben eens even in de analen van hun hoogdagen tijdens de jeugd gaan kijken wie daar nog rondreed. Wie won er toen de prijzen bij elkaar?
Bart Aernouts, wereldkampioen junioren in 2000 (Sint-Michiels-Gestel). Geeft ondertussen al meer dan 2 jaar co-commentaar op Proximus en vult zijn dagen als brandweerman. Rob Peeters. Vorig jaar gestopt omdat hij crossen niet meer plezant vond. Philip Walsleben. Het Duitse talent die bij de jeugd geen wedstrijd verloor is gedesillusioneerd gestopt voor zijn 30ste. Radomir Simunek Jr. zal nooit zo’n carrière uitbouwen als zijn vader. Martin Bina, die andere Tsjech, die na een aantal mentale dipjes en een heroïsche wereldbekeroverwinning in Hoogerheide, compleet van de radar is verdwenen. Julien Taramarcaz verhuisde hebben en houden naar, jawel, Baal om bij een Belgische ploeg te kunnen rijden, maar zit ondertussen met zijn gezin opnieuw in Zwitserland. Thijs Van Amerongen, gestopt toen hij geen ploeg meer vond om hem te sponsoren, of rijdt hij toch nog ergens rond?
Ja makkelijk van mij he, de buitenlanders eruit halen? En Aernouts en Peeters zijn nu niet echt de grootste talentjes ooit geweest, ik geef het toe. Weet dan dat Joeri Adams ooit de hoop is geweest voor onze toekomst na zijn wereldtitel bij de junioren in 2007. Het loopt niet altijd zoals wij, of zijzelf, denken.
De cross is zo’n kleine wereld dat het dodelijk is voor wie net niet dat reuzetalent heeft. Alle respect voor Pauwels dat hij het week na week probeert. Maar die topcarrière en die derde wereldtitel in de hoogste categorie zal er niet komen. Een volwassen regenboogtrui zal daar in Kalmthout nooit aan de muur hangen. En hij is niet de enige voor wie die droom uitblijft.
Thibau Nys kan dan wel aanzien worden als een talent, maar hem een toekomstige kampioen noemen is een stap te ver. Hij zal sowieso deel uitmaken van de generatie die tegen Van Aert en Van Der Poel moet vechten, een even onmogelijke opdracht als die van Pauwels. Of wie weet ligt de weg naar succes wel net open na een overstap van beide toppers naar de weg of de mountainbike. Geen krantenkop die het ons nu al kan vertellen.
Want ook te vinden in de medaillelijst van een WK bij de junioren: Jaroslav Kulhavy, Peter Sagan en Julian Alaphilippe. Geen van hen heeft die trui toen mee naar huis gekregen, maar dat zal hen nu niet zoveel meer kunnen schelen.
Vind je de cross saai geworden door de dominantie van Van Aert en Van Der Poel?