Zoals je al kon lezen in mijn jaaroverzicht ging ik afgelopen zomer met een vriendin twee dagen naar Parijs. Het was regenachtig met af en toe wat zonneschijn. Omdat het een van de eerste keren van mijn vriendin in Parijs was, deden we vooral de highlights aan. Over veel zaken schreef ik al, maar ik ontdekte ook drie nieuwe plekjes, waarover ik vandaag graag wat meer vertel.
De Montparnasse toren
We sliepen in Graphik Montparnasse, een niet zo duur boutique hotel met fel gekleurde kamers en gangen gelegen in – je raadt het al – de wijk Montparnasse. Niet meteen het centrum van de stad, maar wel makkelijk bereikbaar met de metro.
En omdat we er natuurlijk vlakbij sliepen, boekten we last-minute toch nog een laatavond toegang tot de befaamde toren. Om jezelf van een plekje te verzekeren boek je best online, wij betaalden 21 euro per persoon. We reserveerden om 21u30, het laatste tijdslot van de dag.
Nadat de security je tassen controleert mag je in een lift, één van de snelste waar ik ooit in heb gezeten. Je gaat in 38 seconden (!) naar de 56ste verdieping waar je iets kan drinken in de bar en achter glas van het uitzicht kan genieten – een alternatief voor bij regenweer. Maar bij ons regende het niet meer en dus namen we nog enkele trappen naar helemaal bovenaan.
Het uitzicht is uiteraard prachtig, zeker in de avond kan je zo de Lichtstad in alle betekenissen van het woord bewonderen. De Eiffeltoren spot je meteen, net zoals het Louvre, het Pantheon, de Notre-Dame of in de verte de Sacre-Coeur. In het daglicht moet het een andere beleving zijn en kan je meer detail zien. Maar in het donker zie je de enorme hoeveelheid aan licht(vervuiling) en dat heeft wel iets rustgevend.
Geen goedkope activiteit, maar wel hét uitzicht van Parijs wat mij betreft. Ik zou nog eens terug willen, maar deze keer dan eens in de dag.
Een bezoekje aan het Pantheon
De tweede dag starten we in de jardin du Luxembourg, één van mijn favoriete plekken in de stad.
Van hieruit wandelden we naar het pantheon. Oorspronkelijk gebouwd als kerk, maar na de Franse Revolutie werd het in gebruik genomen als begraafplaats van grote Fransen. Boven de ingang van het Panthéon staat daarom de tekst Aux grands hommes la patrie reconnaissante, oftewel ‘Voor de grote mannen, het dankbare vaderland’. Mannen uiteraard, want we zijn de 18de eeuw.
Om binnen te gaan kan je op voorhand een ticket reserveren, dan mag je in de quick lane. Wij hadden geen ticket en schoven dus wel een half uur aan om binnen te kunnen. Een ticket kost 13 euro.
De buitenkant van het gebouw is in neoclassicistischestijl en moest gaan lijken op het pantheon in Rome, maar de koepel heeft meer weg van de St. Paul’s Cathedral in Londen. De Korinthische zuilen doen weer wel Romeins, of zeg maar Grieks, aan. En die zuilen komen ook in het interieur terug. Binnen springt onmiddellijk de grote koepel in het oog. De binnenkant is verder eerder neogotisch te noemen.
Onder de grote koepel vind je ook de slinger van Foucault. Door een gewicht aan een touw te hangen leverde Foucault het bewijs dat de aarde om de zon draait. Ik ben zelf niet zo’n natuurkundige, maar vond het wel boeiend om die slinger te zien bewegen.
De kerk is echt enorm groot en mooi. Ik hou wel van dit eerder sober, maar toch indrukwekkende interieur. Je kan daarnaast afdalen naar de crypte waar het echte mausoleum is. O.a. Voltaire, Rousseau, Zola, Hugo, Monnet en Dugas liggen er begraven. En toch ook vijf vrouwen die ik graag alle vijf bij naam noem: Marie Curie, Geneviève de Gaulle-Anthonioz, Germaine Tillion , Simone Veil en Joséphine Baker (nog maar sinds 2021). Grote vrouwen, ze bestaan dan toch ;).
Mooi gebouw dus, zeker een bezoekje waard.
Binnenkijken bij de Grote Moskee
Al wandelend door Quartier Latin waren we op weg naar de Grote Moskee, niet zover van Jardin des Plantes. Voor drie euro kan je het gebouw bezoeken. Het is de grootste moskee van Frankrijk en de op twee na grootste van Europa, de term Grande dus zeker waardig. De bouwstijl is Mujedar, wat ik herkende van Sevilla. Denk: tegeltjes, binnentuinen met fonteinen en een zeer versierde minaret.
We wandelden er even rond. Het was er best druk. Er is een afgesloten gebedsplek, maar de andere delen van het gebouw staan in het teken van het toerisme.
Zeker een bezoek waard. Ik ben een Mujedar fan en het feit dat het zonnetje er net doorkwam toen we door de tuin liepen was een geluksmomentje.
Wat we daarnaast nog deden
We wandelden van Trocadero helemaal naar de Tuilerieën en het Louvre zoals beschreven in deze wandeling (de Arc Du Triomphe lieten we wel achterwege).
Vanaf het Louvre wandelden we dan in de namiddag richting jardin du palais royal, île de la cité, door de straten van le Marais om uiteindelijk op Place Des Vosges te eindigen. Dat was ongeveer deze wandeling.
In maart 2019 trokken Leen en ik 5 dagen naar Parijs. Het was voor mij de eerste echte kennismaking met de lichtstad. Op onze laatste dag trokken we naar de wijk Belleville. Deze oude volkswijk in het 19de en 20ste arrondissement staat bekend om zijn alternatievere vibe en is heel erg in trek bij een jong hipster publiek. Er komen steeds meer hippe eetplekken bij en de straten worden opgefleurd door street art.
We namen de metro tot in buttes chamont en moesten immens veel trappen op om weer buiten te raken. We waren namelijk op weg naar het Parc des Buttes-Chamont dat op een heuvel ligt. Oorspronkelijk aangelegd in opdracht van Napoleon III door architect Hausmann omdat dit vroeger een nogal ongezellige plek was. Het is een park vol verborgen grotten, muren, bosjes en ook best wel veel trappen ;).
Het was vroeg en toch was er al heel wat leven in het park. Joggers, mensen die samen aan yoga deden, een koppeltje dat aan het ontbijten was. Wat vind ik het altijd zalig om in zo’n stadspark rond te lopen tussen de locals.
Het uitzicht op de Parijse skyline is ook zeker niet mis. Je kan helemaal aan de andere kant van de stad de Sacré-coeur zelfs spotten (niet op de foto hierboven, helaas ^^). Helemaal bovenaan in het park staat een soort kiosk.
We daalden weer af en wandelden doorheen de volkse straatjes naar het volgende park. We kwamen voorbij een lokaal marktje en vonden het verborgen straatje Ville de l’Ermitage.
Vervolgens arriveerden we aan het Parc De Belleville, aangelegd in de jaren ’80. Het is geen enorm groot park, maar wel met smaak uitgetekend en de bloesems stonden net in bloei toen wij er waren. De waterweggetjes die door het park lopen stonden jammer genoeg wel droog.
Boven het park vind je een aantal zuilen versierd met street art. Van hieraf heb je een prachtig uitzicht over hetpark en de stad. We bleven er even om foto’s te schieten.
Altijd de Time To Momo bij de hand 🙂 Foto @ditisleenWat een uitzicht!
Nadien verkenden we verder de straten van Belleville op zoek naar street art, ook iets waar deze wijk voor bekend staat.
Zo vonden we dit straatje vol graffiti.
We kwamen stilaan in de buurt van het Canal Saint-Martin. De hipsterbuurt van Parijs op dit moment. De hippe eettentjes en winkels schieten er als paddestoelen uit de grond. Het kanaal is 4km lang en de enorme gietijzeren bruggen en hun sluizen houden het waterniveau overal even hoog.
Wij schoven aan tafel bij Le Petit Cambodge voor een Cambodjaanse bowl met een Franse twist. Nadien haalden we nog een ijsje in de buurt en plaatsten we ons aan de oever van het kanaal.
Belleville heeft een authentieke en nog wat meer alternatieve vibe, die je ook in Kreuzberg in Berlijn vindt en soms nog in Shoreditch en Hackney in Londen. Gemixt met het hipstergehalte van Canal Saint-Martin bestempelde ik Belleville al snel tot mijn favoriete wijk. Tijdens een volgende trip naar Parijs wil ik er meer tijd doorbrengen.
Je combineert deze wijk makkelijk met een bezoek aan het kerkhof van Père Lachaise niet zo veel verderop. Maar wij moesten jammer genoeg diezelfde dag naar huis en dus namen we op Place de la République, waar dagelijks betogingen doorgaan, de metro naar onze airbnb om onze koffers te pakken.
Parijs is er op 5 dagen tijd toch in geslaagd om mijn hart te veroveren. De vooroordelen die ik had over de stad bleken zeker niet allemaal correct. Ik wil graag nog eens terug om over de brede boulevards te struinen en dan zal een bezoek aan Belleville ook zeker niet ontbreken op mijn lijstje!
Dit was het voorlopig laatste verslagje over Parijs. De vorige teruglezen?
Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.
In maart 2019 trokken Leen en ik 5 dagen naar Parijs. Het was voor mij de eerste echte kennismaking met de lichtstad. We zijn alweer aanbeland aan de vierde dag en na een heuse uitstap naar Versailles, begon de vakantie wat te wegen. We deden het vandaag dus wat ‘rustiger’ aan (20.000 stappen ipv. 30.000 bedoelen we daar mee ^^) en kozen ervoor om twee wandelingen uit Time To Momo te combineren in het centrum van de stad. En zoals je al kon lezen begon die dag aan palais Du Luxembourg en bracht de wandeling ons op de middag in de studentenwijk van Quartier Latin. Volgende stop: Île de la cité.
Het Île de la cité is een eiland in de Seine waar de allereerste nederzetting in Parijs is gesticht. Het bestaat uit het Île aux vaches en Île Notre-Dame, waar de bekende kathedraal zich bevind. Ondertussen zijn beide eilanden met elkaar verbonden via een brug waar heel wat mensen zatten te chillen in de zon en een straatmuzikant piano speelde.
Een straatmuzikant zorgt voor sfeer op de brug waar mensen genieten in de zon.
De Notre-Dame is hét iconische gebouw op het Île de la cité.
Wij stopten bij Berthillon, het beroemdste ijssalon van Parijs. Met rumijs waar ook echt alcohol in zit, zo wist Leen me toch te vertellen. Ik hield het bij de zoetere smaken. Foto @ditisleen
Hierna trokken we naar de Notre-Dame, waar enkele weken later de verwoestende brand zou toeslaan. We bezochten de kerk en ik schreef al eens een uitgebreid verslag over dat bezoek.
De kerk is momenteel gesloten en ik ben echt benieuwd naar wat ze er van gaan maken. Ik ben ook blij dat ik de ‘oude’ Notre-Dame nog heb kunnen bewonderen. Deze kerk is gesticht in de 11de eeuw en bevat glasramen uit de 14de eeuw. De kathedraal heeft nog opvallend veel Romaanse elementen, waardoor de rosettes.
Bon, we staken even de Seine over om de bekende boekenwinkel Shakespeare & Company te bezoeken. De droom van elke boekenliefhebber, alleen mag je er binnen jammer genoeg geen foto’s nemen.
Op het Île de la cité kan je nog enkele bekende gebouwen bezoeken zoals la conciergerie en de kerk Sainte-Chapelle, maar veel toeristen wandelen meteen door naar de bekende brug van Parijs: de pont Neuf. Wat er zo speciaal is aan die brug dat snap ik zelf niet helemaal, maar je moet er geweest zijn in Parijs, toch?
Uitzicht vanop Pont NeufInvader aan Pont Neuf
Hierna was het ons doel om de wijk Les halles et le Marais in te duiken, maar de vakantie begon door te wegen dus we deden het allemaal wat rustig aan. We zaten een tijd in de zon op een pleintje waar de jeugd petanque aan het spelen was. La vie à l’aise.
De eerste stop in Les Halles werd de kerk Saint-Eustache. Ik kende het gebouw niet, maar vond de kerk minstens even indrukwekkend als de Notre-Dame.
Saint Eustache werd gebouwd in een periode van ongeveer 100 jaar, tussen 1532 en 1637. Dit zorgde ervoor dat het bouwwerk de overgang van de gotiek naar de renaissance meemaakte. De kerk is gotisch in zijn basisstructuur, maar bevat ook meer uitbundige elementen. Binnen vind je in verschillende kapellen enkele kunstwerken, waaronder een religieuze triptiek van Keith Haring. Zeker het bezoeken waard, de toegang is gratis.
Les halles is een zeer levendige buurt, boordevol markten en winkels en gezellige pleintjes. Het bekendste gebouw is ongetwijfeld Centre Pompidou. Dit moderne kunstenmuseum kreeg bij opening in de jaren ’70 heel wat kritiek, maar is ondertussen een vaste waarde in het Parijse straatbeeld. Het museum zelf staat nog op het lijstje.
Bekende street art ‘Chuuut’ van Jef Aérosol op het plein aan Pompidou.
Wie toch op zoek is naar wat rust en stilte kan op zoek naar Jardin Anne Frank, achter het centre Pompidou. In dit parkje werd een stek van de kastanjeboom die Anne beschrijft in haar dagboek geplant.
Jardin Anne Frank
Van hieruit wandelden we in één rechte lijn naar het place des Vosges. Het wordt door velen het mooiste plein van Parijs genoemd en op een warme dag, zoals toen wij er waren, zit het er vol met jongeren op het gras van het rechthoekig plein, ingesloten door woonhuizen. Zowel kardinaal Richelieu als schrijver Victor Hugo woonden hier ooit. Je kan er even bekomen op één van de vele terrasjes.
Na een terrasje namen we de metro op la Place de la Bastille. Hier stond vroeger de beruchte gevangenis, maar die heeft plaatsgemaakt voor een operagebouw. Ondertussen is dit een groot verkeersplein met een gedenkzuil voor de Franse Revolutie.
En zo was het tijd voor de laatste avond in de lichtstad. Wij aten Mexicaanse taco’s bij Luz Verde, niet zo ver van onze AirBNB in Montmartre.
Wat is jouw favoriete wijk in Parijs?
Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.
In maart 2019 trokken Leen en ik 5 dagen naar Parijs. Het was voor mij de eerste echte kennismaking met de lichtstad. We zijn alweer aanbeland aan de vierde dag en na een heuse uitstap naar Versailles, begon de vakantie wat te wegen. We deden het vandaag dus wat ‘rustiger’ aan (20.000 stappen ipv. 30.000 bedoelen we daar mee ^^) en kozen ervoor om twee wandelingen uit Time To Momo te combineren in het centrum van de stad. En die zonovergoten dag startte aan het prachtige palais du Luxembourg.
Het palais du Luxembourg vind je in de prachtig jardin du Luxembourg en is gebouwd in de jaren 1600 in opdracht van Maria De Medici, gemalin van Henry IV. Het was na diens dood, Henry IV is vermoord door een radicale priester die vond dat hij de calvinisten te goed gezind was, dat Maria niet meer in het Louvre wou verblijven en dus maar dit bescheiden optrekje liet bouwen. Lang heeft ze er niet van kunnen genieten want Maria werd uiteindelijk verbannen door kardinaal Richelieu, die de touwtjes in handen had zolang Louis XIII nog niet oud genoeg was om te regeren. Tijdens de Franse Revolutie is het paleis even gebruikt als gevangenis. Vandaag is het eigendom van de Franse staat. Je kan het bij mijn weten niet bezoeken.
We zwierven wel een tijdje rond in de tuin, nadat we natuurlijk enkele typische foto’s namen voor het paleis in de ‘Luxembourg stoeltjes’. Het moet er zalig vertoeven zijn met een boek onder een lentezonnetje en ondertussen naar de voorbijgangers gapen. Ik denk dat dit wel eens een van mijn favoriete plekjes in Parijs kan zijn.
In de tuin vind je mooie marmeren beelden van enkele sterke vrouwelijke koninginnen en hertoginnen. Maria De Medici was een Florentijnse dus zie je heel wat Italiaanse invloeden terug in het paleis, de tuin, de beelden en de keuze van vrouwen die zo’n beeld hebben gekregen. Zo vond ik er Margaret Of Anjou, koningin van Engeland, en Valentina De Milan, hertogin van Orléans, terug.
Ok, ik ben enthousiast over deze plek, ik geef het toe. Vanaf de jardin du Luxembourg wandelden we richting pantheon. Een gigantisch gebouw op een verkeersplein. Oorspronkelijk bedoeld als een kerk is dit ondertussen een begraafplaats van heel wat Franse beroemdheden zoals Voltaire, Zola en Hugo.
Je kan het pantheon bezoeken tegen een kleine prijs, wij besloten niet naar binnen te gaan. Het was mooi weer en we hadden nog wat parken tegoed. Een beetje verborgen in een onopvallend straatje vonden we de Arènes de Lutèce. In de Romeinse tijd was dit een amfitheater en die vorm kan je nog steeds goed onderscheiden aan het ronde plein en de stenen trappen.
Op naar jardin des plantes. Dit is opnieuw een groot park met botanische tuinen, speeltuin, serres... Je vindt er ook het Muséum national d’Histoire naturelle. De serres kom je blijkbaar enkel binnen tegen betaling, dat is voor een volgende keer.
Vanaf de jardin des plantes stapten we de typische studentenwijk van Quartier Latin binnen. Het was voormiddag en dat gaf de kasseistraatjes een heel andere sfeer dan ’s avonds. De cafés zijn dicht, de studenten lagen waarschijnlijk nog te slapen (of aan het studeren, wie zal het zeggen?) en het was nog redelijk rustig in de straten.
Quartier Latin verwelkomt al sinds de 14de eeuw studenten. We aten een snelle pizza als lunch in een typisch studentenrestaurant (Leuven vibes!).
Typische pub, met the ‘white man’ van street artist Jérôme Mesnager
Van hieruit begaven we ons kriskras door de vele straatjes op weg naar Île de la Cité en de Notre-Dame (daarover kon je hier al lezen), en die wandeling is voor een volgende post :).
Wat is jouw favoriete park in Parijs?
Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.
In maart 2019 trokken Leen en ik 5 dagen naar Parijs. Het was voor mij de eerste echte kennismaking met de lichtstad. Eén van mijn wensen was om een dag uit te trekken voor het paleis van Versailles. Dat deden we op de derde dag en het weer zat gelukkig helemaal mee. Ik had op voorhand redelijk veel gelezen om ons bezoek zowel praktisch als inhoudelijk voor te bereiden en daarom zal dit ook best een uitgebreide post worden. Dus ga er even voor zitten.
Van Parijs naar Versailles
Versailles bereik je vanuit Parijs het makkelijkst met de trein (met de wagen kan natuurlijk ook). Hiervoor moet je vertrekken vanuit een RER C station. Dit is één van de vijf spoorlijnen die het centrum van de stad verbindt met de voorsteden en nummer C gaat dus tot in Versailles. Wij namen de metro tot in Javel, maar bekijk zeker welk RER C station het dichtst bij jouw vertrekpunt zit. Je moet een apart ticket kopen voor deze trein. Heen en terug komt dit op 7,10 euro. Ik herinner me nog dat het wat gedoe was met die ticketjes aan de automaat, maar uiteindelijk is het wel gelukt.
De treinrit duurt een twintigtal minuten (afhankelijk van het station waarin je vertrekt). De juiste halte voor het paleis van Versailles is “Versailles chateau rive gauche“. Bij het uitgang wandel je dan het blokje rond en je ziet het paleis meteen opdoemen. Uiteindelijk bleek het best eenvoudig om er te geraken, maar reken dat je heen (en dus ook terug) een uurtje kwijt bent met de metro, ticketten, trein en wandelen tot aan het paleis. Belangrijk om mee te nemen in je time management.
Inkom en wachtrijen
Versailles staat bekend om zijn lange wachtrijen aan de inkom. Wij hadden daar geen last van om een aantal redenen:
Het paleis opent om 10u. We waren er iets vroeger zodat we bij de eersten waren die binnen konden. Het is sowieso aangeraden om vroeg te komen, aangezien de bussen Japanners vaak vanaf 10u aan het paleis gedropt worden.
We waren er in maart. Vanaf 1 april start het echte toeristische seizoen, wat wil zeggen dat het paleis langer open is, de fonteinen aan staan en er allerlei events zijn. In maart is het dus nog betrekkelijk rustiger. Volgens mij kan je ook perfect in het voorjaar of vroege najaar rustig genieten als je de fonteinen toch in actie wil zien. Maar in de zomermaanden moet je er sowieso rekening mee houden dat het heel druk kan worden.
We waren er op een weekdag (woensdag). Op maandag is Versailles gesloten, op dinsdag zijn alle musea in Parijs gesloten waardoor iedereen naar Versailles trekt en in de weekends is het sowieso drukker. Ga dus op een woensdag of donderdag naar Versailles en de kans op rust is een pak groter.
We kochten online een ticket. Maar vergis je niet: je gaat nog altijd moeten aanschuiven in een (lange) wachtrij. Het is gewoon een andere rij en die gaat iets sneller voorruit omdat er geen aankoop meer moet gebeuren telkens.
Versailles is gratis voor EU burgers onder de 26-jaar. Maar vergeet ook dit gratis ticket niet op voorhand online te bestellen! En ook als jongere moet je in de online wachtrij wachten (al doet de site uitschijnen dat je sneller binnen kan, dat is dus niet). Voor een volwassene raad ik aan om een passport ticket te kopen, dit geeft toegang tot het paleis, beide trianon estates en de tuinen. Dit ticket komt op 20 euro. Een ticket zonder de trianons kost 18 euro, en voor die 2 euro vind ik beide trianons echt wel een aanrader dus niet twijfelen om dat er bij te nemen. Een vergelijking van alle tickets vind je hier
Binnen moet je zowel bij het paleis als de trianons je rugzak steeds in een locker stoppen. In de tuinen mag je je rugzak wel bij je hebben en dus kan je perfect een picknickmeenemen. Dat is ook wel aangeraden omdat de eetgelegenheden op het domein uiteraard heel toeristisch zijn en het net leuk is om een plekje in de tuinen uit te zoeken. Als je alles redelijk gedetailleerd en rustig wil bezoeken zou ik zeker 6 uur uittrekken voor het volledige bezoek. Samen met de rit heen en terug is Versailles dus een echte daguitstap.
Het paleis van Versailles
Onder koning Louis VIII was Versailles een klein jachtslot. Zijn zoon Louis XIV, de later zonnekoning, breidde het paleis decennialang uit. Het was een constante bouwwerf waar duizenden arbeiders tegelijk aan werkten in povere arbeidsomstandigheden. Louis wou van Versailles het centrum van de wereld maken. En dat deed hij ook door alle nobelen te verplichten om in het paleis te komen wonen. Die edelen zaten er letterlijk opgehoopt zonder veel hygiëne, het stonk dus enorm in Versailles. Ook de twee volgende koningen, Louis XV (bekend van al zijn maîtresses zoals madame de Pompadour) en de gedoemde Louis XIV, verbleven in Versailles. Tijdens de Franse Revolutie werd het koningskoppel gedwongen in het Tuilerieënpaleis in Parijs te gaan leven en werd Versailles verlaten. Nadien verbleef Napoleon nog regelmatig in Le grand Trianon, maar zijn plannen om Versailles te verbouwen bleven uit. Onder koning Louis Philippe werd het paleis voor het eerst omgedoopt tot een museum.
Als je vroeg genoeg gaat kan je nog relatief profiteren van een leeg binnenplein en een niet te drukke spiegelzaal.
Voor een bezoek aan het paleis zijn er een aantal vaste routes die je moet volgen. Je krijgt ook een audiogids mee die inbegrepen zit in de prijs. Ze zijn altijd wel iets aan het renoveren, dus reken erop dat je misschien niet alles te zien krijgt. Zeker als je buiten het seizoen gaat. Tijdens ons bezoek waren de slaapvertrekken van Marie Antoinette en de galerij van de veldslagen niet toegankelijk. De kapel waren ze ook langs buiten aan het renoveren maar konden we wel binnenin bekijken.
Versailles is een plaatje. We wandelden zaal per zaal van de ene verbazing in de andere. Volledig beschilderde plafonds, veel bladgoud en marmer… het is een echt luxepaleis. Ik maakte dus vooral foto’s van de plafonds, wat ook weer handig is want dan staat er geen volk mee op :). Overal kom je de beeltenis van Louis XIV tegen. De koning was immer aanwezig.
De bekendste ruimte is natuurlijk de spiegelzaal en ik had zelf niet verwacht om er ook zo overdonderd door te zijn. Er zijn zoveel details om op te letten. De 73 meter lange zaal is de grootste ruimte van het paleis en bevat maar liefst 357 spiegelpanelen.
De route leidt verder ook nog naar de slaapkamer en enkele andere persoonlijke vertrekken van de koning. Louis XIV was de uitvinder van het Franse hofprotocol waarbij elke dag nobelen werden uitgekozen om ‘le petit et le grand lever’ bij te wonen en de koning kledingstukken aan te reiken.
Le roi governe par lui même, een inscriptie zodat niemand er zou aan twijfelen dat Louis XIV een absolute vorst is.
Na de vertrekken is het normaal tijd voor de galerij van de veldslagen, maar die moesten we dus overslaan. Je komt vervolgens in enkele zalen ingericht na de Franse Revolutie die van Versailles een chauvinistisch museum moesten maken.
Sommige toeristen razen door het paleis en laten daarom bepaalde zalen links liggen. Ik vond deze nochtans een echt pareltje.
In de mesdames-vleugel kan je nog enkele kamers bezichtigen van de zogenaamde mesdames, de dochters van Louis XV die ongetrouwd aan het hof verbleven. Ze waren vreselijk elitair en geen enkele Europese prins was goed genoeg voor hen. De kamers staan vol met schattig meubilair. De prinsessen brachten hun tijd door met muziek spelen, lezen en thee drinken. En Marie Antoinette op haar zenuwen werken, dat ook :).
Trek zeker een uur of drie uit om in het paleis zelf alles te bezichtigen. Uiteraard kan het korter, maar wij bekeken elke zaal en luisterden aandachtig naar de audiogids die best relevante informatie gaf. Ik ben zo iemand die alles op haar gemak gezien wil hebben, zeker in dit soort plekken. Het zijn de details en de achterliggende verhalen die het hem doen.
De tuinen
Voor sommigen zijn de tuinen van Versailles een nog groter hoogtepunt dan het paleis zelf. Versailles was een echt lusthof naar Romeinse normen ontworpen. Het staat daardoor vol met beelden en fonteinen die naar de Oudheid verwijzen. Voor 1 april kan je er geen werkende (lees spuitende) fonteinen bewonderen, maar dat deerde ons niet.
De grote fontein aan het paleis met zicht op het Grote Kanaal verderop.
De tuinen zijn opgedeeld in bosquets, kleine hofjes met elk hun eigen inrichting. Ze waren niet allemaal open voor publiek toen wij er waren, maar het was fijn verkennen.
Eén van de vele bosquets.De paardenfontein, o.a. bekend uit de intro van de serie Versailles, die trouwens een kijktip is om je bezoek aan Versailles voor te bereiden ;).
Le petit trianon en le hameau de la reine
Veel minder toeristen brengen een bezoek aan de trianons, het is er dus rustiger dan in het hoofdpaleis.
Het is een hele wandeling naar de andere kant van het domein, maar iets na de middag (na een deugdoende picknick in een bosquet) kwamen we aan bij le petit trianon. Dit optrekje werd gebouwd door Louis XV voor zijn maîtresse madame de Pompadour. Maar het werd vooral favoriet bij koningin Marie Antoinette. In le petit trianon kwam Marie Antoinette tot rust ver weg van alle hofetiquette. Het was haar eigen optrekje, compleet met opnieuw een prachtige romantische tuin.
Le petit trianon is smaakvol en minder kitscherig ingericht dan het hoofdpaleis.
Nog wat verder in die tuin vind je le hameau de la reine. Een soort Bokrijk dat Marie Antoinette liet bouwen om boerin te kunnen spelen… Ik moet je niet vertellen dat ze best wat kritiek over zich heen kreeg voor deze wat vreemde uitgave. Een watermolen, moestuin, bakkerij, stallen voor de dieren….. Hier speelde Marie Antoinette het gewone leven na, terwijl in Parijs kinderen verhongerden.
Le grand trianon
Le grand trianon was dan weer het optrekje van de koning. Vooral de Zonnekoning sliep er vaak met zijn maîtresse Madame De Montespan. Ook Napoleon verbleef er regelmatig en verkoos het boven het grote kasteel verderop. Het is eigenlijk een paleis op zich te noemen. Toen wij er waren konden we maar de helft bezoeken omdat de rest gerestaureerd werd. Dat vond ik wel jammer, want ik vond het interieur best mooi.
We zetten onze wandeling verder opnieuw richting het hoofdpaleis om nog enkele andere bosquets te ontdekken. Zorg er zeker voor dat je stevige wandelschoenen aandoet want je legt best wat kilometers af op het domein. Voor het bezoek aan de tuinen en de twee trianons moet je opnieuw een uur of drie uittrekken. En dan nog zul je niet alles gezien hebben, je kan er makkelijk meerdere dagen doorbrengen.
Het park is immens groot en gratis toegankelijk dus ooit wil ik er wel eens een langere wandeling langs het Grote Kanaal doen.
Of een boottochtje op het kanaal, dat kan ook.
Ik vond Versailles een super ervaring. Ik ben natuurlijk heel erg into de geschiedenis en bezoek altijd graag paleizen. Maar Versailles is wel echt een unieke bestemming en op een weekdag in maart valt het erg mee qua drukte. Ook in het stadje Versailles zelf kan je zeker wat tijd doorbrengen, dat staat voor een volgende keer op de planning. Nu waren we best moe van al dat stappen en namen we opnieuw de RER C trein naar Parijs.
Ben jij al eens in het paleis van Versailles geweest?
Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.
In maart 2019 trokken Leen en ik 5 dagen naar Parijs. Het was voor mij de eerste echte kennismaking met de lichtstad. Op dag 2 verkenden we in de voormiddag Montmartre en Batignolles, in de namiddag deden we een andere wandeling uit Time To Momo: madeleine en opéra (route 2) die ons ook helemaal tot aan het louvre zou brengen.
Omdat we niet zo’n shopping queens zijn, pasten we de wandeling wel wat aan. Wij begonnen de namiddag aan laMadeleine. Een 19de eeuwse glorietempel die Napoleon naar Romeins model liet bouwen. Oorspronkelijk bedoeld als monument voor gevallen soldaten, maar uiteindelijk is het een kerk geworden. Wij namen ook (gratis) een kijkje binnenin. Ik vond het er vooral vrij donker en kil. Niet mijn type kerk.
Madeleine is niet te verwarren met het pantheon van Parijs, dat is een totaal ander gebouw. Beiden doen denken aan het pantheon in Rome.
Van hieruit wandelden we naar het shoppinghart van de stad met als doel het opéragebouw en galeries Lafayette. Die laatste stond niet in onze reisgids, maar is een geheime tip van Leen :).
L’opéra Garnier vanop de grond.
L’opéra Garnier is gebouwd door, jawel, Garnier en bevat een mix aan verschillende bouwstijlen. Het staat op een vrij druk kruispunt, maar laat je niet in bedotten: dit gebouw is enorm groot. Je krijgt het niet in zijn geheel op de foto, of toch niet vanop de grond ;).
Galeries Lafayette is een verborgen parel voor de architectuurliefhebber en voor wie houdt van een prachtig uitzicht over Parijs. Langs de buitenkant ziet het eruit als een standaard winkelcentrum, maar binnenin springt de indrukwekkende glas-in-lood koepel meteen in het oog.
Naast de prachtige koepel, kan je ook via de lift naar het dak van het gebouw. En daar krijg je niet alleen een mooi uitzicht, laar ook meteen een tweede kans om het operagebouw op foto te krijgen.
Opéra Garnier vanop het dak van galeries Lafayette.
In dit deel van de stad zie je enorm goed dat het in de 19de eeuw allemaal opnieuw is heraangelegd door baron Haussmann. De brede winkelboulevards zijn typisch Parijs maar zijn minder mijn ding. Je vindt hier ook veel ‘verborgen’ passages, dit zijn met glas overkoepelende winkelgalerijen. Wij wandelen door de galerie Vivienne, een van de mooiste.
Wandel je deze galerij tot het einde uit, dan ben je meteen bij le jardin du Palais Royal. Bekend om zijn zwart-witte Instagramwaardige pilaren, maar vooral de tuin zelf ging met mijn hart lopen. Het is een van de mooiste plekjes van Parijs wat mij betreft, zeker in het voorjaar met de bloesems.
We liepen er een hele tijd rond. Het moet zalig zijn om hier op een bankje een boek te lezen.
De zwart witte pilaren, getiteld Les deux plateaux, zijn van de hand van David Buren. Onder de zuilengalerij vind je allerlei kleine winkeltjes. Het Palais Royal is zoals de naam het zelf al zegt een oud koninklijk paleis maar niet toegankelijk voor toeristen. Er huist nu het Franse Ministerie van Cultuur, de Franse Raad van State en Grondwettelijke Raad.
Wij profiteerden ook van deze populaire selfiespot. Foto @ditisleen
Niet ver van het Palais Royal vind je het bekendste en meest bezochte museum van de wereld: het Louvre. Je kan er drie dagen in rondwandelen heb ik me laten vertellen. Wij hadden een ander museum op het oog, maar wilden natuurlijk een blik werpen op de bekende glazen piramide.
Op het moment dat wij er waren was het hele binnenplein met ijzeren hekken omringd en lag er een soort installatie voor 500 jaar Da Vinci als ik me niet vergis. er waren ook kleinere ‘fake’ piramides opgezet. Het moet ’s avonds een prachtige lichtshow opgeleverd hebben, maar het was tegelijk ook wel wat jammer dat we niet over het hele plein konden wandelden. Na heel wat proberen lukte het ons om de perfecte piramide foto te nemen waarbij mijn vinger naar de top wijst. De aanwijzigingen van Leen waren dan ook perfect ;).
Ook het Louvre is een vroeger koninklijk paleis. Het oorspronkelijke gebouw werd deels verwoest in de Honderdjarige Oorlog. Wat later liet Catherine De Medici aan de Tuilerieën een ander paleis optrekken (ondertussen ook verdwenen). Bedoeling was om dat paleis met het Louvre te verbinden, maar toen Louis XIV zijn oog liet vallen op Versailles werden die plannen vergeten. Na de Franse Revolutie werd het Louvre een museum.
Van aan het Louvre wandel je zo de tuilerieën binnen. Je wandelt onder Arc de Triomphe du Carrousel, opnieuw opgericht door Napoleon om de slag bij Austerlitz te gedenken (net zoals de Arc Du Triomphe). We hadden al heel wat kilometers afgelegd, maar eigenlijk nog niks bezocht. De dag voordien waren we al in de Tuilerieën geweest en hadden we het oranjeriemuseum gespot.
Waterlelies van Monet
In dit kleine museum vind je een groots werk van Monet: zijn waterlelies. En als grote fan van het impressionisme wou ik dat gezien hebben. Ik kon als min 26-jarige gratis naar binnen, een volwassen ticket kost 12,50 euro.
Op de benedenverdieping draait alles om Monet en zijn waterlelies. De grote doeken hangen er in twee witte zalen, steeds per 4 met een doek aan elke muur. Je mag er foto’s nemen, maar het is niet altijd eenvoudig om de gigawerken aantrekkelijk op de gevoelige plaat vast te leggen. Ik heb er best lang naar zitten kijken, de details zijn prachtig.
In de kelder hangen nog veel meer, voornamelijk impressionistische, werken en is er ook plaats voor een tijdelijke tentoonstelling. Ook hier is de opstelling steeds mooi met voldoende licht en ruimte tussen de werken.
Op een dik uurtje ben je wel rond en heb je alles gezien. Wij waren er tot vlak voor sluitingstijd, waardoor de zalen van Monet niet meer vol toeristen zaten en we dus rustig de werken konden bestuderen. Goede timing dus!
Het was een goedgevulde dag die startte in Montmartre en eindige met Monet. We hadden de avond ervoor al gereserveerd bij het veganistische restaurant brEAThe. We schoven de voetjes onder tafel en genoten van een plantaardig driegangenmenu. Het was mijn eerste keer in een vegan restaurant, maar naar brEAThe zou ik zeker nog terugkeren. Het was heerlijk. Aanrader!
Wat is jouw favoriete museum in Parijs? Of welk museum staat nog hoog op je wensenlijstje?
Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.
Vorige keer vertelde ik alles over onze eerste goedgevulde dag in Parijs (maart 2019) waarbij we al meteen een aantal top bezienswaardigheden zagen. Na een deugddoende nacht en een snel ontbijt op onze AirBNB, waren we klaar om twee nieuwe wijken te ontdekken.
En we startten bij de wijk waarin we sliepen: Batignolles en Montmartre (wandeling 1 uit Time To Momo). Montmartre is vooral bekend van de Sacré-coeur en om zijn artistieke karakter. Wij begonnen onze dag echter in het minder bekende en rustig gedeelte van de wijk.
We startten onze wandeling bij Le mur des je t’aime in het park achter la place des Abbesses. Op deze muur staat 331 keer ‘ik hou van jou’ in alle talen en dialecten van de hele wereld. Meer ‘stad van de liefde’ wordt Parijs niet.
Het was nog vroeg en dat droeg zeker en vast bij aan de sfeer. Montmartre is een oude volkswijk met schattige kleine straatjes vol kasseien. En hier en daar vind je ook heel wat subtiele street art terug (Invader loert er om elke straathoek!).
Met deze moest ik echt enorm hard lachen :D. In my defense, het was nog vroeg.
Ook windmolens waren vroeger bepalend voor het karakter van de wijk. Le moulin de la galette is nog één van die oude schattige molens die zijn overgebleven uit de 16de eeuw. Het restaurant eronder zou ook een aanrader zijn volgens de reisgids.
Het meest bizarre kunstwerk van allemaal is ongetwijfeld de Passe-muraille van Jean Marais. Deze man die door de muur loopt, vind je niet ver van de molen en wordt vaak overgeslagen door toeristen.
Nog een eerder hidden gem is het schattige doodlopende straatje Villa Leandre, dat we passeerden op weg naar het kerkhof.
Leen mee op de foto in haar knalgele sneakers 😍
Voor we naar de sacré-coeur en het meer toeristische deel gingen, wandelden we nog even bergaf naar het kerkhof van Montmartre. Minder bekend dan Père-Lachaise, maar minstens even mooi en ook hier liggen talrijke beroemdheden begraven.
Het speciale aan dit kerkhof is dat het zich onder een verkeersbrug bevindt. En dat zorgt toch wel voor een vreemd sfeertje. Bij binnenkomst kan je trouwens een kaart nemen van het kerkhof waarbij de bekende graven staan aangeduid, o.a. Emile Zola en Edgar Degas liggen er te ruste.
Ook het feit dat er straatnaambordjes staan was nieuw voor mij. We liepen wel even rond op het kerkhof, dat ook straatkatten opvangt. Zij lagen er te slapen tussen de graven.
Een ideale plek om wat stilte te vinden, te midden van de drukke stad.
Op naar boven nu. We passeerden nog place Dalida, opgedragen aan de bekende Franse zangeres. En stilaan kwam de koepel van de Sacré-coeur in zicht.
Nog even een tussenstop voor die andere trekpleister. Place du Tertre, waar schilders verzamelen en toeristen hun portret kunnen laten tekenen.
Hier merk je meteen dat het drukker wordt. We doken een aantal souvenirwinkeltjes binnen. Ik koop al eens graag wat ansichtkaarten :).
De Sacré-coeur basiliek werd in de 19de eeuw gebouwd om vergiffenis te vragen voor al het vergoten bloed tijdens de Frans-Duitse oorlog. Opgetrokken uit witte travertijn is het een opvallend bouwwerk op de heuvel van Montmartre.
Je kan gratis naar binnen. Al moet je soms even aanschuiven in de rij. Foto’s nemen zijn verboden. Ik herinner me vooral nog dat het binnen veel donkerder en groter was dan ik had verwacht.
Vanop de trappen heb je een prachtig uitzicht over de stad, al hing er toen wij er waren heel wat mist.
Ondertussen was het middag en hadden we een hongerke. We namen de trappen aan de zijkant van de basiliek die ons leidden naar l’été à pente douce. Een super kleurrijk terras met een verse kaart én voldoende opties voor vegetariërs. Aanrader!
Montmartre is zeker één van mijn favoriete wijken in Parijs. Heel wat toeristen doen enkel de Sacré-coeur en place du Tertre aan, maar voor mij waren het vooral de andere straatjes in de wijk die charmeerden. Dus neem zeker wat langer de tijd om rond te dwalen.
Na het eten daalden we alle trappen weer af en kwamen we beneden aan de basiliek uit. Op naar de volgende wijk: madeleine en opera. Maar dat is voor een volgende keer!
Wat is jouw favoriete niet-toeristische plekje in Parijs?
Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.
Het is eigenlijk schandalig dat er over onze citytrip naar Parijs in maart 2019 nog steeds geen verslag online kwam. Behalve deze ode aan de Notre-Dame toen die een paar weken na ons bezoek deels afbrandde. Maar COVID-19 zorgde voor een eind aan al dat reisplezier en om die reden had ik ook echt geen zin om reisverslagjes te schrijven of te publiceren. Maar dat wil nu terug oppikken door over mijn twee vakanties in 2019 te schrijven en eerst is Parijs dus aan de beurt.
Op woensdag 27 maart stonden Leen en ik zeer vroeg op om de Thalys te nemen naar het Gare Du Nord in Parijs. Ik had eigenlijk helemaal niet door hoe snel je daar kon zijn. Ik was namelijk nog niet echt in Parijs geweest, op één daguitstap in het derde middelbaar na waarbij we de Eiffeltoren vanuit de bus zagen.
We sliepen trouwens in een gezellige AirBNB in de Batignolleswijk tussen Montmartre en het centrum. Met een bakker op de hoek van het straat en dicht bij leuke eetplekjes voor ’s avonds. Perfect!
Op onze eerste dag liet ik me voornamelijk door Leen, ultieme Parijsliefhebster, meenemen naar de belangrijkste bezienswaardigheden in de Franse hoofdstad. We baseerden ons hiervoor op wandeling 5 in de Time To Momo. Uiteindelijk hebben we op een halve dag meer dan 30.000 stappen verzet dus ik zou je aanraden om voor deze wandeling wel echt een hele dag uit te trekken mocht je nog een extra museum willen meepikken ofzo.
We namen de metro tot aan Trocadero waar we meteen een prachtig zicht kregen op, jawel, de Eiffeltoren. Zeker boven aan het neoklassieke Palais de Chaillot is het uitzicht de moeite, en dat kan je merken aan alle Instagramfoto’s die er gemaakt werden, zelfs bij bewolkt weer zoals toen wij er waren.
Palais Du Chaillot
De Eiffeltoren hoeft natuurlijk geen introductie. Ik vind het zeker een indrukwekkend bouwwerk om van beneden te bekijken. Een bezoek helemaal naar boven zag ik echt niet zitten – ik heb dieptevrees en dat speelt vooral op op gammele constructies. Ik had graag onder het bouwwerk door gelopen, maar toen wij er waren was dit afgesloten met hekken, jammer.
Zicht vanop het Palais Du Chaillot. De fonteinen van Trocadero stonden nog droog.Ik deel niet zo heel vaak selfies maar deze vind ik wel leuk :).
Vanaf de Eiffeltoren wandelden we langs de Seine op weg naar de Pont Alexandre III, een van de bekendere bruggen van Parijs. Met gouden beelden op de pilaren is dit een elegante en koninklijke brug gebouwd voor de wereldtentoonstelling in 1900.
Pont Alexandre III
Ondertussen hadden we honger gekregen natuurlijk en ploften we uiteindelijk neer bij Malabar, een piepklein restaurant niet ver van de Tour Eiffel dat Leen zich nog herinnerde van vroeger. Typisch Frans en dus deden we mee. Want het is nooit te vroeg voor wijn als je op vakantie bent, zeker niet van die goede Franse ;).
Vanaf ons lunchplekje zagen we de gouden koepel van Les Invalides al opdoemen. De kanonnen zijn typerend voor het legermuseum dat er nu huist, maar Les Invalides is ooit gebouwd om gewonde soldaten te verzorgen én Napoleon ligt er begraven in de crypte.
Kanonnen kijken zal voor een andere keer zijn, wij besloten een bezoek te brengen aan het Rodinmuseum, dat zich niet ver van Les Invalides bevindt. Voor mij de eerste keer dat ik kennismaakte met deze kunstenaar en met beeldhouwkunst in het algemeen. Een ticketje kost 12 euro, wie 26 jaar of jonger is mag gratis naar binnen.
Je komt binnen via het nieuwere gedeelte van het museum waar zijn schetsen tentoongesteld worden, daarna kom je in de ruimte tuin waar je zijn grote werken zoals ‘De Denker’, ‘De hellepoort’ en ‘De burgers van Calais’ kan bewonderen.
De burgers van CalaisDe hellepoort, geïnspireerd door Dante’s Inferno
In het huis (dat overigens het hele jaar door heel warm is – het was er in maart al zweten) kan je wat kleinere werken bekijken zoals ‘De Kus’ en ‘De kathedraal’. Ik vond het allemaal heel aangenaam ingericht met de tuin als hoogtepunt. Het weer begon op te klaren en het was heerlijk om er rond te wandelen. Een museum dat ik zeker nog eens opnieuw zou doen.
Vanaf het Musée Rodin keerden we terug naar de Seine en wandelden we voorbij Musée D’Orsay dat voor een volgende keer zal zijn.
Musée D’Orsay met beeld van een olifant.
We staken de Seine over via de voetgangersbrug Léopold Sedar Senghor en kwamen zo in Jardin les Tuileries terecht. Vroeger deel van de tuinen die bij het gelijknamige Tuilerieënpaleis hoorde.
Jardin les Tuileries
We kwamen alvast voorbij het Oranjeriemuseum dat we de volgende dag zouden bezoeken. Maar vandaag was het doel duidelijk: we wilden de Champs-Elysées afwandelen richting Arc Du Triompe.
Daarbij verlieten we de tuilerieën via het Place de la Concorde. Dit is nu een zeer druk verkeersplein met moderne reclameborden, maar in de 18de eeuw was dit het toneel van de Franse Revolutie. Het is hier dat koning Louis XVI, zijn vrouw Marie-Antoinette en velen anderen hun hoofd verloren onder de guillotine. Na staat er een Egyptische obelisk in het midden van het plein. De mooie fonteinen stonden jammer genoeg droog.
Zicht op Champs-Elysées vanaf Place de la Concorde
We liepen langs de befaamde Champs-Elysées en begonnen spontaan het lied van Joe Dassin te zingen. We maakten nog even een tussenstop bij Le Grand Palais (te herkennen aan zijn grote glazen koepel) en Le Petit Palais. Beide kunstmusea, maar vooral ook prachtige gebouwen die meteen in het oog springen wanneer je langs de Seine wandelt.
Voorkant van Le Petit Palais, een bezoek zal voor een andere keer zijn.
Loop je verder langs deze ‘paleizen’ kom je opnieuw aan Pont Alexandre III met zicht op de Eiffeltoren. Maar wij maakten nog even rechtsomkeer terug naar de Champs-Elysées. En toen kwamen we almaar dichter bij de Arc Du Triomphe, ons eindpunt voor vandaag.
De Arc ligt ook op een druk kruispunt, maar je kan de voetgangerstunnel nemen, waarin ook een metrohalte huist, handig! Boven kom je dan op het eilandje van de Arc. Op het moment dat wij er waren, was er net een oorlogsherdenking bezig en dus konden we er niet helemaal onder.
Ik keek mijn ogen uit! Ik moet toegeven dat ik er niet veel van had verwacht. Maar ik vind het echt oprecht een prachtig monument, misschien omdat we er later op de dag waren en de zon al begon onder te gaan waardoor het licht een prachtig kleur had. Wie zal het zeggen? Ik vind dit zeker een aanrader!
De Arc Du Triomphe is gebouwd in de 19de eeuw in opdracht van Napoleon om de slag bij Austerlitz te gedenken. Je kan ook naar boven met uitzicht over de Champs-Elysées maar dat hebben we niet gedaan (was al gesloten door de herdenking).
En zo namen we doodmoe de metro naar huis, want eigenlijk hadden we al belachelijk veel gestapt en gezien én dat op een halve dag. We aten dicht in de buurt van onze Airbnb Libanees bij Chez Sofia. Het was best lekker maar nog vroeg op de avond voor de Fransen dus we zaten er een beetje alleen.
Deze wandeling is zeker een aanrader voor wie een eerste keer in Parijs is, of wie graag één of meerdere musea meepikt, want ik heb er terloops een aantal vermeldt, maar uiteraard zijn we er nog wel een paar gepasseerd. Op vlak van musea biedt Parijs voor ieder wat wils!
Wat is jouw favoriete plek in Parijs?
Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.
Aan mijn normaal tempo zou de eerste post over mijn vijfdaagse citytrip naar Parijs vorige maand ergens deze zomer online komen. Als alles goed gaat ten minste. De Notre Dame, die we pas de vierde dag bezochten zou dan ergens binnen anderhalf tot twee jaar zijn gloriemomentje krijgen op deze blog.
Maar toen was er die brand. Nu een dikke week geleden. Twee weken nadat ik me stond de vergapen aan de prachtige glas-in-lood rosettes en de hoge gotische zuilen. En dus krijgt de Notre-Dame wat ze verdient. Een eigen ode.
Het was een prachtige zaterdag. We slenterden met ons lekker Berthillon-ijsje over het Ile-De-La-Cité. Ik was deze keer echt eens mijn oriëntatie kwijt en was ervan overtuigd dat de Notre-Dame zich aan de andere kant van het eiland bevond. Maar ineens verscheen ze daar.
We gingen dichterbij. Steeds meer toeristen. En bloesems. Er zitten mensen achter de kerk in het parkje tussen de bomen te genieten van het zonnetje met het zicht op de Seine.
Aan de zijkant nog meer bloesems. Ze geven het gebouw net dat beetje extra.
De zijkant is Leen haar favoriet. Je hebt langs buiten een prachtig zicht op de Romaanse elementen. En één van de rosettes.
Stilaan komt de voorkant met de twee iconische klokkentorens in zicht. Meer bloesems. Witte deze keer.
Aan de voorkant wemelt het van de mensen. Ik neem foto’s in de hoogte en probeer de hele gevel erop te krijgen.
“Wil je naar binnen?” vraagt Leen. Ze ziet een rij staan en twijfelt daardoor. “Ik wil graag naar binnen” zeg ik. “Het is gratis, we zijn hier nu toch en de rij gaat goed vooruit. Volgens mij is het niet zo druk. Gewoon eventjes binnen kijken?”. Leen capituleert, want zelf is ze toch ook wel nieuwsgierig naar de binnenkant.
Vijf minuten later staan we binnen. We zijn niet alleen, maar het valt mee. Een kerk als deze krijg je moeilijk representatief op de foto. Leen brandt ondertussen een kaarsje voor haar dierbaren. Ik staar naar het plafond. Zo hoog. Met enkel daarboven ramen. En toch valt hier licht binnen.
Ik heb nog niet veel verteld over de geschiedkundige en architecturale waarde van dit gebouw. De Notre-Dame is een gotische kerk. Maar het gaat om vroeggotiek. Voor gotiek was er de Romaanse bouwstijl, dit zijn vaak donkere kerken. Met gotiek probeerden men indertijd (voor de Notre-Dame hebben we dan over de 11de eeuw!) meer licht en ruimtegevoel binnen te brengen.
De Romaanse stijl is vooral behouden in de rosettes. Maar de echte waarde van deze glasramen zit hem in het glas zelf. Elke kerk is onderhevig aan restauratie en probeert zo goed mogelijk oude elementen te behouden. In het geval van glas is dit heel moeilijk. Maar “the rose windows” in de Notre-Dame bevatten nog steeds 14de eeuws glas. Niet volledig, maar stukjes. Dat vind je bijna nergens meer ter wereld. Een vroeggotische kerk uit de 11de eeuw met glas uit de 14de eeuw. Laat even bezinken hoe speciaal dit is.
De rosettes waren onmogelijk goed op foto te krijgen. Leen en ik doen samen een poging of 65. Dit is het beste wat ik uit mijn camera krijg. En het doet het raam oneer aan.
Dit is the north rose die dateert uit 1250!
We lopen de kerk helemaal rond. Er is ondertussen een misviering bezig. Onderweg kom ik bordjes tegen die de geschiedenis van de kerk uit de doeken doen. Het is er veel te druk om iets te kunnen lezen. Er stond waarschijnlijk dat de kerk te prooi viel aan de beeldenstorm tijdens de Hugenotenvervolging in de 17de eeuw. Er zal ook te lezen geweest zijn dat de kerk geleden heeft tijdens de Franse Revolutie en zelfs geneutraliseerd werd. Misschien ook wel dat Napoleon er terug een kerk van maakte, Victor Hugo er in 1830 een boek over schreef en dat doorheen de 19de eeuw er allerlei restauraties plaatsvonden om de kerk weer zijn vroegere glorie te geven. Het is tijdens die restauraties dat de torenspits werd opgebouwd, naar model van de middeleeuwen. De torenspits die bij de brand moedeloos in elkaar zakte.
We kwamen buiten na een half uurtje. Leen zei dat ze blij was dat we binnen zijn geweest. We nemen nog een selfie met de voorkant (die zal ik jullie besparen ;)). Wat verder aan de Seine doet een laatste foto-opportuniteit zich voor.
De Notre-Dame zal weer opstaan. Misschien in zijn herkenbare vorm, misschien lichtelijk anders. Maar de Notre-Dame zal altijd een belangrijke plek zijn voor Parijzenaars en mensen over de hele wereld die de lichtstad bezoeken. Laten we ons niet beetnemen door discussies over geloof, geld van miljonairs dat beter aan armen wordt besteed en politici die de ramp aangrijpen voor hun eigen propaganda.
De Notre-Dame bracht die rampzalige maandagavond heel wat mensen samen. Dat was in de 11de eeuw al het doel van de kerk en dat zal altijd haar doel blijven. ❤️