Close
Helen’s laatste ronde

Helen’s laatste ronde

Tijdens de laatste cross van het seizoen in Oostmalle is er traditioneel ook net iets meer aandacht voor zij die de fiets aan de haak slaan. Kevin Pauwels kreeg terecht veel aandacht (ik schreef eerder al eens hoe moeilijk zijn generatie het gehad heeft) en gaat voortaan als ex-crosser door het leven.

Maar Kevin was niet de enige voor wie het de laatste ronde was. Helen Wyman is vanaf deze maand niet langer een actieve veldrijdster. Een logische keuze, na een iets minder seizoen. En na een carrière als die van haar met overwinningen in nationale en Europese kampioenschappen en een paar fenomenale aankomsten op de Koppenberg. Maar Helen Wyman is zo een van die rensters waarvan je niet kan geloven dat ze er ooit mee stoppen. Alsof ze er altijd is geweest en ze er altijd zal zijn.

En dat is ook zo. Helens successen zullen niet stoppen. Helen blijft verrassen. Na een succesvolle eerste editie van een juniorencross voor meisjes in Loenhout zullen er volgend seizoen meerdere van die wedstrijden zijn binnen de DVV-verzekeringen trofee en krijgen de meisjes junioren ook een eigen trofee. Diezelfde meisjes rijden in 2020 ook hun eerste WK. Hoog tijd, als je weet dat er voor junioren mannen al regenboogtruien worden uitgedeeld sinds 1979.

Het is een beetje tegendraads, een Britse die in België aan de kar moet komen trekken om jonge meisjes een eigen koers te laten rijden. We kunnen nu al zeggen dat er in 2020 geen Belgische wereldkampioen zal worden bij de dames junioren, en de vijf jaren daarna waarschijnlijk ook niet. We hebben de boot gemist.

Helen stopt misschien als voltijds veldrijdster, maar niet als voltijds ambassadrice. Ze zal de jeugd begeleiden met evenveel passie als ze de afgelopen 15 jaar op de fiets zat. Helens succes zit in al die Britse jeugd die het zo goed doet. Of wat dacht u van Tomas Pidcock, Evie Richards en Ben Tulett?

Helens succes zit in haar eerlijkheid, in haar oprecht geloof in een droom en dat die droom voor iedereen werkelijkheid kan worden als je er meer hard genoeg in gelooft en openstaat voor de mensen rondom je. Ik kan het niet mooier verwoorden dan zijzelf:

“Wat ik wil overbrengen is dat onze levens bubbels zijn en dat we het soms moeilijk hebben om er buiten te kijken. Maar je kunt de bubbel ook uitbreiden. We leven in een ongelofelijke wereld, vol met bijzondere mensen die bereid zijn hun huis open te stellen en hun leven te delen met jou.”

(Uit de prachtige tekst waarmee ze haar afscheid aankondigde.)

Het was haar laatste ronde, maar zij zal nog vaak een nieuwe koers rijden. Samen met al die jonge vrouwelijke talentjes die ze begeleidt. En terwijl de eerste voorjaarsklassiekers hun nieuwe winnaar kennen, droom ik al van die eerste regenboogtrui in de nieuwe categorie daar in Dübendorf. Met Helen Wyman aan de zijlijn en een grote glimlach op haar gezicht.

De generatie die het niet waarmaakte

De generatie die het niet waarmaakte

Het viel me ineens op. Tijdens een samenvatting van de veldrit in Neerpelt. Niet, het publiek dat er niet stond. Want ja, vergane glorie die cross. Een gebrek aan toppers en geen echte live tv-uitzending (serieus Telenet, hoeveel volk kijkt er live via die betaalzender van jullie?) zorgen voor weinig animo naast het parcours.

Nee, er viel mij iets anders op. David Van Der Poel nam de kopstart met net daarachter Kevin Pauwels. De man die op voorhand heeft aangekondigd dat zonder goede resultaten dit zijn laatste seizoen zal zijn. De man die ik vergeten was. Het was precies de eerste keer dat hij mij opviel dit seizoen. Wat moet er door zijn hoofd gaan? Is hij al bezig met stoppen?

Kevin is 34. Een mooie leeftijd om te stoppen voor sommigen, maar nog niet echt de leeftijd om die fiets aan de haak te slaan, toch? Pauwels werd in 2002 wereldkampioen bij de junioren, in Zolder nota bene. Twee jaar later mocht hij als tweedejaarsbelofte opnieuw die regenboogtrui aan. De kleine zou sowieso wereldkampioen worden bij de profs, dat riep elke door zichzelf verklaarde ‘veldritexpert’ van de daken. Nys en Wellens konden niet eeuwig blijven domineren.

P1060621

En dat is van zovelen gezegd. De jeugd na Nys en Wellens, zij zouden het gaan maken. België zou die overheersing nooit meer afstaan. In de afgelopen 15 jaar zijn daar 5 renners in geslaagd: Boom, Albert, Stybar, Van Aert en Van Der Poel. De vraag is in welke mate je van die eerste drie kan zeggen dat ze ooit echt gedomineerd hebben. Daarvoor was hun aanwezigheid in de cross misschien net te kort. En geen van alle drie, neen ook niet Albert, hebben ooit een volledig seizoen gemaakt. 

Maar wat met al die andere leeftijdsgenoten? Ik heb het over al die (begin) dertigers die elke wedstrijd nog zouden moeten meestrijden. Hoeveel 30ers vind je aan de top momenteel? In de profselectie voor het EK in Rosmalen van afgelopen weekend is geen dertiger te bespeuren. Tim Merlier is met zijn 26(!) lentes de ouderdomsdeken van de groep.

Er lijkt een generatie van de kaart geveegd. Maar kan je hen dat kwalijk nemen?

Toen ze bij de elite binnenstroomden kregen ze de moeilijke, de bijna onmogelijke, opdracht om te strijden tegen iconen. Sven Nys. Niels Albert. Zdenek Stybar. 7 wereldtitels in 6 woorden. Slokoppen is het correcte woord. Het lukte Pauwels om in 2011 zijn voet ernaast te zetten. Ze werden plots ‘de grote 4’ genoemd.

Wanneer deze toppers door allerlei omstandigheden van het terrein verdwenen (respectievelijk fin de carrière, hartproblemen en een overstap naar de weg) zouden hun gloriejaren echt aanbreken. Maar als zelfs de grootmeester in zijn laatste jaar moet wijken voor twee jonge veulens met bakken talent zag je het al aankomen. Net als de papa van Simba die de kudde antilopes hoorde aankomen en wist hoe laat het was (uit The Lion King), voelden ook zij de bui al hangen. Ze zouden vertrappeld worden.

Ze worden de tussengeneratie genoemd. Maar ze zijn helemaal nooit ergens tussen geweest. Er was geen jaar zonder Van Aert of Nys. Zonder Albert of Van Der Poel. Ze hebben altijd moeten vechten voor hun plaats. Ze hebben elkaar moeten vertrappelen voor een plek in de selectie van het WK. Het heeft hen kapot gemaakt. 

Pauwels en Meeusen (29, nog geen 30) mag je gerust de moedigen noemen. Ik ben eens even in de analen van hun hoogdagen tijdens de jeugd gaan kijken wie daar nog rondreed. Wie won er toen de prijzen bij elkaar?

Bart Aernouts, wereldkampioen junioren in 2000 (Sint-Michiels-Gestel). Geeft ondertussen al meer dan 2 jaar co-commentaar op Proximus en vult zijn dagen als brandweerman. Rob Peeters. Vorig jaar gestopt omdat hij crossen niet meer plezant vond. Philip Walsleben. Het Duitse talent die bij de jeugd geen wedstrijd verloor is gedesillusioneerd gestopt voor zijn 30ste. Radomir Simunek Jr. zal nooit zo’n carrière uitbouwen als zijn vader. Martin Bina, die andere Tsjech, die na een aantal mentale dipjes en een heroïsche wereldbekeroverwinning in Hoogerheide, compleet van de radar is verdwenen. Julien Taramarcaz verhuisde hebben en houden naar, jawel, Baal om bij een Belgische ploeg te kunnen rijden, maar zit ondertussen met zijn gezin opnieuw in Zwitserland. Thijs Van Amerongen, gestopt toen hij geen ploeg meer vond om hem te sponsoren, of rijdt hij toch nog ergens rond?

Ja makkelijk van mij he, de buitenlanders eruit halen? En Aernouts en Peeters zijn nu niet echt de grootste talentjes ooit geweest, ik geef het toe. Weet dan dat Joeri Adams ooit de hoop is geweest voor onze toekomst na zijn wereldtitel bij de junioren in 2007. Het loopt niet altijd zoals wij, of zijzelf, denken.

De cross is zo’n kleine wereld dat het dodelijk is voor wie net niet dat reuzetalent heeft. Alle respect voor Pauwels dat hij het week na week probeert. Maar die topcarrière en die derde wereldtitel in de hoogste categorie zal er niet komen. Een volwassen regenboogtrui zal daar in Kalmthout nooit aan de muur hangen. En hij is niet de enige voor wie die droom uitblijft.

Thibau Nys kan dan wel aanzien worden als een talent, maar hem een toekomstige kampioen noemen is een stap te ver. Hij zal sowieso deel uitmaken van de generatie die tegen Van Aert en Van Der Poel moet vechten, een even onmogelijke opdracht als die van Pauwels. Of wie weet ligt de weg naar succes wel net open na een overstap van beide toppers naar de weg of de mountainbike. Geen krantenkop die het ons nu al kan vertellen.

Want ook te vinden in de medaillelijst van een WK bij de junioren: Jaroslav Kulhavy, Peter Sagan en Julian Alaphilippe. Geen van hen heeft die trui toen mee naar huis gekregen, maar dat zal hen nu niet zoveel meer kunnen schelen.

Vind je de cross saai geworden door de dominantie van Van Aert en Van Der Poel?

Pauline

Pauline

‘Datgene wat ik al mijn hele leven het liefst doe, fietsen, is mijn grootste nachtmerrie geworden.’ Najaar 2016. Een zeer openlijke Pauline Ferrand-Prévot in tranen na de Olympische Spelen in Rio De Janeiro. Een verre ereplaats tijdens de Olympische wegrit en een opgave in de mountainbikewedstrijd 14 dagen later zorgde dat ze met veel twijfels de Braziliaanse grond verliet.

Het jaar daarvoor won ze in minder dan 365 dagen tijd de regenboogtrui op de weg, in het veld en op de mountainbike. Dat was ongeëvenaard. En dat zal het nog wel een tijdje blijven. Uiteraard werden de Spelen het nieuwe hoofddoel. Wie zou haar daar wat doen?

Rio dus. Daar waar ze enkele weken voor de wegrit nog in een hevige publiekelijke discussie verwikkeld raakte met toenmalig wereldkampioene Elizabeth Armistead, Deignan tegenwoordig. Armistead kwam in opspraak met haar whereabouts, maar daar werd door de UCI geen gevolg aangegeven. Pauline vond dit niet kunnen en reageerde openlijk, waarna Lizzie zo elegant was om Pauline te verwijten dat ze een affaire heeft met een getrouwde man.

Die getrouwde man is trouwens Julien Absalon, tweemalig Olympisch en vijfmalig Wereldkampioen in de cross-country mountainbike. Een levende legende. Ik ben 24 en heb nooit anders geweten dan dat Absalon wereldbekerwedstrijden wint. Straffer dan Nys, dat staat vast. Helemaal niet zo dom van Pauline om zo’n man aan de haak te slaan. Het maakt haar alleen maar beter.

Tot hier is het dus allemaal een sprookje. En toen kwamen die fatale Spelen. Je zou denken dat ze de maanden nadien, na die nachtmerrie-uitspraak, niets meer van zich laat horen. Maar dan ken je Pauline niet. Een tijdje later plaatste ze een foto van haar nieuwe hondje. Ze heeft het hondje Rio genoemd. Rio. Relativeren dat kan de kleine blonde française als geen ander. Pauline had toen al lang mijn hart gestolen, maar dat hondje bezorgt me nog steeds een lach op mijn gezicht wanneer ze weer eens foto van hem post.

Ik maakte met haar kennis toen ze opdook in het veld. Ik die al jaren fan was, en dat nog steeds ben van Marianne Vos (die toen een blessure had en die winter niet zo geweldig zou presteren). Na Pauline’s eerste wedstrijd was ik al verloren. Amper een jaar ouder dan mezelf (ze nog steeds maar 25!), een prachtige stijl op de fiets en altijd die innemende glimlach. Ze reed een prachtig WK in Tabor en terwijl onze Sanne in de coulissen stond te wenen om een gemiste kans, straalde zij op dat podium. Sanne kon die dag niet dezelfde klasse opbrengen als het Franse talent. Gegokt en verloren, Sanne. Geen schande om van een iemand als Pauline te verliezen. Jouw tijd zou nog komen.

thumb_P1100657_1024
Pauline tijdens de opwarming van de wereldbekercross in Zolder (2017). Mijn eerste keer dat ik haar live aan het werk zag.

Ik bleef haar volgen. Op sociale media is Pauline gelukkig diezelfde innemende persoonlijkheid. Ze is niet het type renster om enkel haar overwinningen te posten. Dat hebben de dames sowieso veel minder dan de heren. Ze toont hoe ze echt is, ze doet zich niet anders voor. Een jaar na Tabor kwam ze niet in het veld wegens de voorbereidingen voor de Spelen, het jaar nadien ook niet, want niet bekomen van de pijnlijke naweeën van diezelfde Spelen. Ik leefde met haar mee. Het was pijnlijk om die gewonnen regenboogtrui in Tabor nooit één keer in het veld te mogen aanschouwen.

Deze zomer stond Pauline er terug. Nog niet helemaal op haar oude topniveau, maar ze reed wel netjes tussen de toppers. Op het WK in Bergen pareerde ze een eerste belangrijke versnelling van de Nederlandse dames. De tweede beslissende versnelling miste ze. Een week daarvoor haalde ze een tweede plaats op het WK Mountainbike. Net als Julien trouwens. Aan zilver geen gebrek ten huize Absalon – Ferrand-Prévot.

Ik durfde niet meer hopen dat ze opnieuw in het veld zou verschijnen. Maar stiekem bouwde ze ook in deze discipline aan haar comeback. En toen was ze daar plots en niet zomaar om zich te amuseren. Een vierde plaats in Essen en winst in de moeder van alle crossen, Overijse. Haar blonde vlecht onder de modder, de tegenstand door de vele valpartijen ook, maar Pauline’s lach blijft stralen. Of ze het WK gaat rijden? ‘Peutêtre’.

Wees maar zeker dat ze rijdt in Valkenburg. Geen enkele kampioen, ook vrouwen niet, laat een titel liggen. En dat ze kans maakt daar bestaat geen twijfel over. Marianne en Sanne gaan hun werk hebben aan haar. En ik zit als supporter met een luxeprobleem.

Ja, ik ben supporter van een française. Pauline is de naam. U leert maar best een mondje Frans om die dubbele achternaam van haar uit te spreken. Dat gaat nog van pas komen.

Een ode aan het vrouwenveldrijden

Een ode aan het vrouwenveldrijden

We schrijven 2000. Het zijn wereldkampioenschappen in het Nederlandse Sint-Michielsgestel. Een WK dat geschiedenis zal schrijven. Richard Groenendael wint bij de profs en de Belgische ploeg maakt er een zooitje van. Met twee wenende Belgen op het podium spant dit WK de kroon in de categorie drama. Maar het allerbelangrijkste aan die wereldkampioenschappen in 2000 hebben we niet allemaal onthouden.

In 2000 organiseerde de UCI voor het eerst een wereldkampioenschap voor vrouwen. Dames die graag in de modder, sneeuw en koude rijden, dat klinkt misschien een beetje vreemd. Maar het was eindelijk een erkenning in deze door mannen gedomineerde sport. Hanka Kupfernagel wint uiteindelijk die eerste regenboogtrui in een vrouwenmodel. Het zou niet haar laatste wereldtitel worden. En als we vroeger waren gestart met kampioenschappen te organiseren zou ze er nog veel meer verzameld hebben. Hanka werd het eerste icoon in deze sport en organiseert ondertussen met succes een wereldbekermanche. De cross in het Duitse Zeven zal namelijk ook in 2017-2018 deel uitmaken van de wereldbeker.

Na 2000 ging het gewoon verder: Kupfernagel, Leboucher, van den Brand, Leboucher, Kupfernagel, Vos, Salvetat, Kupfernagel, Vos, Vos, Vos, Vos, Vos, Vos, Ferrand-Prévot, de Jong en nu Cant. Dat zijn ze allemaal. De vrouwelijke wereldkampioenen in het veld. Kende u ze vanbuiten? Sinds vorig jaar is er daarnaast – eindelijk – een manche voor dames beloften, dus kunnen we ook Richards en Worst in de bloemetjes zetten.

p1060391

En ja, er zijn jaren geweest dat deze categorie pover was om naar te kijken. Dat je blij was wanneer Marianne Vos even opdook, zo tussen haar vakantie en wegprogramma door. Om haar klasse te demonstreren. Maar alles heeft tijd nodig. 16 jaar later zijn alle crossen van de vrouwen in België – het crossland bij uitstek – live op TV te volgen. De Vlaming kan dit bovendien best smaken. Er keken 1 miljoen (!) mensen naar de Belgische titelstrijd tussen Cant en Verdonschot. 16 jaar na Sint-Michielsgestel stond er voor het eerst – of toch dat ik mij kan herinneren – een massa volk langs de kant daar in Luxemburg op een zaterdag met de vrouwen als hoofdaffiche.

De eerste tekenen van erkenning zijn er dus. Afgedwongen door de dames zelf. Want we praten alsmaar door en door over dat ene duel tussen Van Aert en Van Der Poel. We hopen op een spannende laatste ronde. Wel, bij de vrouwen is dat ondertussen bijna een zekerheid. Het loont om die televisie twee uurtjes vroeger al op te zetten. Om wat vroeger in de kou te gaan staan langs een parcours. Het vrouwenveldrijden maakt reclame voor zichzelf. Dat moeten ze wel, van de UCI en de pers gaat het namelijk niet komen.

We spreken allemaal van een grote vooruitgang in het vrouwenveldrijden. Daar zijn we blij om. Maar we moeten eerlijk zijn: dit had vroeger moeten gebeuren. En we moeten nog eerlijker zijn: we zijn er nog helemaal niet. We staan nog onderaan een stijle trap. België stuurde slechts één meisje naar het WK beloften. Als crossland bij uitstek kunnen en moeten we beter doen.

Wegrensters als de Jong en Brand rijden ondertussen meer dan een half seizoen in het veld – met succes. Ook de vrouwelijke topploeg op de weg, Boels-Dolmans, heeft met Majerus en Brammeier rensters in de cross. Olympisch kampioene Van Der Breggen tweette een foto waarop ze samen met de wereldkampioene Dideriksen al breiend naar een wereldbeker veldrijden zat te kijken. Marianne Vos geeft haar comeback nog meer kleur met haar overwinningen in de cross. Ellen Van Loy doet me steeds opnieuw glimlachen met haar humor en zelfrelativering. En zo kan ik nog een tijdje doorgaan.

Beste meisjes, dames, vrouwen in het veld. Het zijn jullie die elke dag opnieuw bikkelhard werken om een hoog niveau te halen. Al dan niet gecombineerd met een andere job. Door jullie inspanningen is de sport zo populair geworden. Jullie die zo eerlijk, open en grappig communiceren op sociale media. Bij jullie geen gezever over parcoursen en jankers. Jullie antwoorden wel met de pedalen in de koers. Jullie maken de sport groots. Doe alsjeblieft zo verder.

Mijn respect voor jullie is oneindig. Ik maak met veel plezier een hele diepe buiging. Bedankt en tot ziens, daar ergens ter velde.

Pont-château

Pont-château

Dit weekend vinden de Europese kampioenschappen veldrijden plaats in het Franse Pont-château. Het EK heeft, zoals in alle sporten, een beetje een merkwaardige reputatie. De waarde ervan is niet echt duidelijk, daarvoor bestaat het nog niet lang genoeg. Desalniettemin staat er wel een trui op het spel. En of je die nu mooi vindt of niet: een trui toevoegen aan je palmares, daar droomt iedere renner van.

Maar voor de echte veldritliefhebber is het EK in Pont-château vooral een terugkeer naar de plek waar al eerder een belangrijke cross is gereden. In 2004 om precies te zijn. Ergens eind januari. Jawel, een wereldkampioenschap.

Ik kan ze me allemaal voor de geest halen, de WK’s van de laatste 2 decennia. Maar er zijn er maar enkele waarbij het spannend was tot in de laatste ronde. Waarbij elk miniscuul foutje werd afgestraft. Waarbij het hart van iedere supporter een paar tellen te veel sloeg en de hartslag van de renners ver over de limiet ging.

Er is er maar één WK waarbij het spannend was tot de laatste seconde, tot in de laatste 20m. Het was een Belgisch onderonsje, een toenmalige clash tussen de oude en de nieuwe generatie. Tussen de man van het jaar en de man die er elk WK opnieuw stond. Met een duizelingwekkende sprint werd het parcours van Pont-château onsterfelijk.

mathieu
Mathieu Van Der Poel in De kuil van Zonhoven – oktober 2016

Een parcours dat allesbehalve spectaculair genoemd kon worden. Ook vandaag strijden ze op quasi datzelfde rondje. Je zou het zelfs saai kunnen noemen. En zonder regen zal het snel zijn, heel snel, te snel. Maar de inzet is wel opnieuw een trui…

De omloop van Pont-château bewijst dat je niet altijd een prachtig parcours nodig hebt om een fantastische wedstrijd te krijgen. Pont-château zal door het WK van 2004 voor altijd iets mythisch hebben. Voeg daar vandaag de onderlinge strijd tussen Van Der Poel en Van Aert aan toe. Hoe dicht zij bij elkaar liggen. Het kan niet misgaan!

Voor de volledigheid: in 2004 won Bart Wellens met nog geen halve seconde voor op Mario De Clerq. Sven Vanthourenhout kwam als derde over de meet. Geen van deze renners zal vandaag de koers bepalen. Maar neem het van mij aan dat ze met veel nostalgie en trots zullen terugdenken aan die ene wedstrijd, wanneer de winnaar van vandaag over diezelfde eindmeet rijdt.

P.S. ook vorig jaar schreef ik over het EK.

De kuil

De kuil

Het is weer zover. De eerste bladeren verkleuren en laten daarna kale boomtoppen achter. Het wordt kouder en natter. We halen die kleurrijke sjaal en muts weer boven. En we zitten sneller bij de dokter met een stevige verkoudheid dan we gehoopt hadden.

Ik heb best wel al heimwee naar de zomer, maar toch trek ik vandaag met veel plezier die muts over mijn hoofd en zet ik die verkoudheid even opzij. Want vandaag trek ik naar ‘de kuil’. In minder dan 5 jaar tijd een echt begrip geworden in het veldrijden.

De cross in Zonhoven wil maar één ding zeggen: zand. Massa’s zand. Van dat zand dat hoe droger, hoe moeilijker ligt om door te rijden (en laat het nu net niet veel geregend hebben ^^). En dan heb je de kuil. Geliefd door het publiek, gevreesd door de renners. Metershoog en vooral heel stijl. Je moet hier als crosser maar liefst twee keer per ronde induiken en weer uit klauteren.

p1020485

Daar bovenaan in dat mulle zand heb je als veldrijder maar één keuze: niet denken, maar durven! Naar beneden, zonder omkijken, op gevaar van eigen leven en onder het kabaal van al die supporters. Oorverdovend naar het schijnt. Alsof je een Olympische arena betreedt.

En ja, het lukt menig renner niet om heelhuids beneden te raken. ‘Ooooh’ klinkt het dan als een Mexican wave door het publiek. En ben je wel goed beneden geraakt, dan moet het zwaarste nog komen. Naar boven. Voetje per voetje. Pijnlijk voor de enkels. Dat beseffen ook de supporters wanneer ze een cross en enkele pinten later de warmte van de feesttent willen opzoeken.

Na een uur heb je hier sowieso een verdiende winnaar. De sterkste. En de rest? Die baalt dat ze weer een jaar zullen moeten wachten om deze oh zo mooie cross op hun palmares te schrijven. Want als je in Zonhoven hebt gewonnen, ben je een topper. Het geeft je talent dat klein beetje meer glans.

Ze zeggen altijd dat het veldritseizoen pas begint op 1 november. Op de Koppenberg in Oudenaarde. Laat ons zeggen dat dit niet meer klopt. Nee, de echte cross start wanneer in de eerste ronde daar in die kuil in Zonhoven duizenden supporters hun keel openzetten. Een klassieker in wording. Of is het dat al?

p1020406

Merci Sven

Merci Sven

Pontchateau 2004. Het is de eerste cross waar ik nog levendig herinneringen aan heb. Niet aan heel de cross trouwens, want na één ronde was de kans op een wereldtitel al voorbij voor Sven Nys. En zat mijn aandacht als 11-jarige waarschijnlijk alweer terug bij de nieuwste CD van K3.  Toen om iets na 16u Bart Wellens in een duizelingwekkende sprint Mario De Clercq versloeg zat Sven Nys al teleurgesteld in de camper…

En toen moest de grootste teleurstelling uit zijn carrière nog komen. De wereldbeker in Pijnacker enkele weken later zou van hem de renner maken die we allemaal kennen. De Kannibaal die niets of niemand ontziet. De Kannibaal die dit weekend officieel een punt zet achter zijn meer dan 20-jarige carrière. Met een tweevoudig feestje in het Sportpaleis. Grote kampioenen, grote gebaren en een nog groter applaus.

En een feestje dat was het! Als een ware gladiator opende Sven Nys met een ererondje doorheen het Sportpaleis. Meer dan 16.000 mensen legde de handen op elkaar. Nog één keer ‘strijden’ met 10 veldrittoppers, filmpjes van vrienden, familie en ex-collega’s, een eigen lied en één geweldige speech.

Die speech kwam er op vraag van hemzelf. En hoe hard dit feestje ook een eerbetoon was aan de renner en mens Nys… Hij maakte er onmiddellijk een eerbetoon van voor de cross en voor al die mensen die zich inzetten voor deze sport. Sven Nys is een ambassadeur pur sang en hij zal dat blijven. Wanneer Mario De Clerq tijdens de show wordt uitgejoeld, pakt Nys het publiek gewoon netjes terug. “Ik wil ook  Mario bedanken want zonder Mario De Clerq zou de cross niet zijn wat ze nu is”. Boeroepers hebben altijd ongelijk, maar wanneer de keizer van de cross ze op hun plaats zet, hebben ze zin om in een hoekje van schaamte te kruipen. Sven Nys is een icoon, maar nog meer een ambassadeur. Deze kleine sport heeft immers meer nood aan ambassadeurs dan aan iconen.

De naam van je eigen dorpje verschillende keren horen galmen door de boxen van Vlaanderen’s grootste concertzaal. Het is een unicum. “De kannibaal van Baal, de supportersploeg uit Baal, de Balenberg”. Het was even niet enkel mijn achtertuin, maar een stukje crossgeschiedenis.

Merci Sven. Tot binnenkort, ergens op de top van de Balenberg. In onze achtertuin.

Fotoreeks: Superprestige Middelkerke
Cross en de zee, ideale combinatie.

Fotoreeks: Superprestige Middelkerke

Afgelopen weekend trotseerde ik de koude en de regen om nog één keer te gaan supporteren voor de Kannibaal (en zijn collega’s). Altijd een vreemd gevoel om vlakbij de zee een cross te gaan kijken. Ondanks de bevroren ledematen was het toch weer de moeite! Hieronder enkele regenachtige kiekjes.

Zolder
Zolder bij valavond.

Zolder

Eigenlijk wilde ik deze post ‘oranje’ noemen. Omdat onze noorderburen zo snoeihard uithaalden gisteren. Omdat ook ik dacht dat het jongetje van 21 met al zijn klasse zijn wereldtitel zou verlengen. Maar oranje is geen goede titel voor het verhaal wat ik wil vertellen.

Ik noem deze post Zolder. Zolder, wat ken ik je goed. Jij, die elke tweede kerstdag tot een feest weet te maken. Ik ken elke meter, weet elke bocht liggen. En toch stond ik daar niet in die gevaarlijke afdaling. Maar ik was er wel. In gedachten. In gedachten deden mijn enkels alweer pijn van urenlang in een scheve houding te staan en hadden mijn voeten het ijskoud.

Zolder, wat heb je me teleurgesteld. Je hebt me zelfs een beetje pijn gedaan. Ik was gisteren mijn kluts helemaal kwijt. Niet dit. Niet in mijn Zolder. Maar vandaag heb je me verrast. Je hebt me opgebeurd, op het puntje van mijn stoel gezet. Je hebt me opnieuw verliefd doen worden. Zolder, wat ben je mooi.

Toen Wout Van Aert om iets na 16u als eerste over de finish reed, besefte ik dat het niet Zolder was die me heeft teleurgesteld. Het zijn mensen die dat hebben gedaan. Mensen zoals jij en ik die ook fouten maken. Dat is menselijk en dat verdient begrip.

Hoe kan je het in godsnaam een Thalita De Jong kwalijk nemen dat ze heeft gewonnen? Een meisje dat zo getalenteerd, zo ontwapenend is? Een meisje dat met haar klasse doet denken aan Vos. Marianne Vos die op haar beurt zo ontwapenend zat te supporteren voor haar ploeggenote, terwijl ze zelf baalde dat ze er niet bij was. Natuurlijk is ‘ons’ meisje daar niet blij mee en huilde ze bittere tranen. Maar deze teleurstelling moet snel weggespoeld worden, er zijn ergere dingen.

Een meisje van 19 dat heel de sport bezoedeld heeft bijvoorbeeld. Ik wil hier geen uitspraken over doen. Bewust of niet, waarheid of leugen. Het feit is dat het een domper zet op alle vreugde. Mechanische fraude heet dit dan. Een primeur voor jou, mijn beste Zolder. Een bondscoach in tranen en de geruchtenmolen met dat irritante wijzende vingertje naar nog meer renners. Het is nog te vroeg voor mopjes, maar van mij mogen ze er snel zijn. Deze kleine sport heeft relativering nodig en humor is de beste troost.

En dan waren er nog de supporters. Met tientallen waren ze afgezakt naar het circuit van Terlaemen. En ze riepen tot ze geen stem meer hadden. Jammer genoeg riepen ze soms de foute dingen en gooiden ze met de foute dingen. Zolder heeft bij mij altijd de reputatie gehad van één van de crossen met het meest faire publiek. Jammer dat dit dan anders blijkt op het moment dat heel de wereld meekijkt. Gelukkig zijn Mathieu en Lars volwassen en nuchter genoeg om hier mee om te gaan.

Velen zullen deze wereldkampioenschappen slapstick noemen. Een brommertje, een te vroeg juichende Tsjech, een akkefietje met een schoen,… Laten we het woord slapstick vergeten jongens. Laten we deze wereldkampioenschappen plaatsen in het genre drama. Een goed drama doet je schrikken en maakt je daarna aan het huilen. Maar een goed drama brengt aan het einde ook verlossing en laat je toch nog genieten. Die verlossing kwam vandaag, met twee geweldig spannende wedstrijden en mooie winnaars.

Proficiat Jens Dekker, Evie Richards, Thalita De Jong, Eli Iserbyt en Wout Van Aert met jullie wereldtitels!

Zolder, wat ben je mooi. Tot op 26 december 2016!

P.S. Het WK van 2002 is 14 jaar geleden. Zullen we anders binnen 14 jaar een nieuwe afspraak maken? In 2030? En moeten de kampioenen die dan zullen heersen nog geboren worden? 

Fotoreeks: Grote prijs Sven Nys
Een nog leeg en mistig parcours om 10u ’s morgens.

Fotoreeks: Grote prijs Sven Nys

Op één kilometer van mijn deur ligt de Balenberg. Het is er meestal rustig, behalve op 1 januari. Dan zakt er heel wat volk naar de Balenberg voor de Grote Prijs Sven Nys. Dit jaar zelfs immens veel volk, meer dan 12.000 feestvierders! De laatste GP Sven Nys mét Sven Nys was een vrij warme editie met toch veel modder. Het winterzonnetje zorgde ervoor dat ik enkele sfeerrijke plaatjes kon schieten.

De laatste keer
Een nog leeg en mistig parcours om 10u ’s morgens.

De laatste keer

Beste Sven,

Het was de laatste keer. De laatste keer die boomstammen, die ellendig lange trap, die beklimming van de Balenberg, jouw Balenberg, en dan die ene gevaarlijke afdaling waar je ook nog eens je broek scheurde. Het was de laatste keer dat je aan de start stond van jouw Grote Prijs. De laatste keer dat we geen commentaar nodig hadden om te weten waar de renners zich bevonden. Het geroep was overdonderend genoeg, overal waar jij passeerde. Meer dan 12.000 mensen waren naar de Balenberg gekomen, vooral voor jou, het was waanzinnig.

Voor velen is 1 januari een dag van ontkateren, van opnieuw veel eten en van familie. In Baal worden de nieuwjaarswensen traditiegetrouw geuit in de modder en de koude. Ontkatert wordt er nog niet, integendeel. Ik kan me geen andere nieuwjaarsdag voorstellen. Gelukkig is dat ook niet nodig, want er komt een volgende, zonder de kannibaal, maar met alle toppers aan de start en een ploegleider, die er 12 keer won, aan de kant.

Uiteraard won de kroonprins de race, wie houdt hem tegen in de modder? Maar jij werd er tweede en je mocht dat podium op. Je kon je supporters geen mooier nieuwjaarscadeau geven. De massa vierde je tweede plaats als een overwinning en scandeerde merci Svenneke. Had jij ook zo’n kippenvel?

Het is nog niet voorbij, het is pas voorbij wanneer je de streep over bent in Oostmalle. Wanneer het sportpaleis twee dagen lang op zijn grondvesten heeft gedaverd. Maar het was de laatste keer in Baal, daar waar de toekomst lonkt. Het Sven Nys Cycling Center is in volle opbouw en voor jou wordt er een ereplaats voorbehouden. Als je daar dan binnenkort achter je bureau zit en je kijkt naar jouw Balenberg en je luistert eens even heel goed. Heel aandachtig. Dan zal je ze nog horen roepen. Merci Svenneke. Merci Svenneke. Merci. Kippenvel voor altijd.

Eén van je ontelbare supporters,

Annelies

Fotoreeks: Wereldbeker Zolder
Zolder bij valavond.

Fotoreeks: Wereldbeker Zolder

Gisteren ging ik naar de wereldbekerwedstrijd in Zolder waar een schitterende Mathieu Van Der Poel de wedstrijd won. Zoals steeds heb ik dan mijn (kleine) camera mee. Meestal doe ik niet zo veel met mijn kiekjes, maar nu heb ik een kleine fotospecial gemaakt met een selectie van de mooiste plaatjes. Kijk maar even mee!

Ik vind sportfotografie echt heel moeilijk, maar door mijn passie voor de cross ben ik er wel graag mee bezig en probeer ik de renners zo goed mogelijk op beeld te laten plakken ;). Tips om hierin te verbeteren zijn altijd welkom.

Sterretjes
Van Der Haar met de kannibaal in zijn wiel.

Sterretjes

Nee, ik ga het niet hebben over Twitter die deze week zijn sterretjes in hartjes veranderde. Ik ga het hebben over andere sterretjes. Over de sterretjes in het veldrijden. De cross telt vele stercoureurs maar allemaal zien ze momenteel de sterretjes voor hun ogen vliegen. Dat is de schuld van één man. Nu ja, van een jongetje van nauwelijks 21 jaar.

8/10. In acht van de tien wedstrijden waaraan Wout Van Aert deelnam reed hij als eerste over de streep. Dat zijn de feiten. Wat de feiten niet weergeven is dat hij die acht wedstrijden heeft gewonnen met overmacht. Met belachelijk veel overmacht. Las Vegas, Neerpelt, Erpe-Mere, Gieten, Ronse, Kruibeke, Zonhoven, de Koppenberg,… Toegegeven, hij smeet niet elke keer met minuten maar het oogde allemaal zo vlotjes, zo gemakkelijk.

Oké, behalve dat ene moment in Ronse waar Wout tot een paar ronden voor het einde niet de sterkste in koers leek. Dat was hij waarschijnlijk ook niet, maar hij was wel de slimste. Hij reed weg waar niemand volgde en kwam uitgeteld over de meet. Toen leek het mogelijk om de heerschappij te doorprikken. En dat deed Lars Van Der Haar de week erna in zijn Valkenburg.

Maar die nederlaag in Valkenburg betekende niet dat de zegereeks ten einde was. Lars versloeg Wout nog wel in Boom maar de demonstraties van Van Aert in Zonhoven en Oudenaarde waren fenomenaal. Op de mythische Koppenberg, het echte begin van het seizoen, had niemand een antwoord op die ene moordende versnelling. Hij finishte ruim een halve minuut voor de rest.

Van Der Haar is in de vorm van zijn leven. Nys is terug op niveau. Pauwels is goed, Meeusen begint onder de mensen te komen. Er staat bovendien een hele horde jonge renners te springen om het beste van zichzelf te geven met Sweeck, Merlier en de kleine Vanthourenhout op kop. En toch zien ze allemaal sterretjes. Ze zien hem vertrekken en weten dat het weer voorbij is. Op maandag dan maar terug de fiets op en hopen dat je dit weekend beter kunt of dat hij minder goed is. Het is de enige manier… (En laat ons niet vergeten dat er thuis nog een jongetje staat te trappelen om ook eens een cross te rijden en Van Aert alle kleuren van de regenboog te laten zien.)

Als al de rest nu al weken sterretjes ziet, wie houdt hem dan tegen in Huijbergen om de sterretjes te plukken? Want dat is de inzet komende zaterdag op het Europees kampioenschap. Een blauwe trui met sterretjes. Ik zie hem al schitteren. Of toch niet?

Wat ‘mijn botten’ over mij vertellen

Wat ‘mijn botten’ over mij vertellen

Woensdagavond 23 september. Het startpunt van een nieuw hoofdstuk. Het hoofdstuk #BAS1516. De ingrediënten: een jeugdhuis ergens in Vlaanderen, 25 nieuwsgierige jonge getalenteerde mensen, twee lectoren en veel drank. We hebben gebabbeld, we hebben gelachen, maar we hebben vooral nog veel meer gezeverd.

Onmiddellijk aan de praat raken met 24 individuen die je niet kent, dat is ferm uit mijn comfort zone. Gelukkig (?) moesten we een voorwerp meenemen om ons voor te stellen. Eén voorwerp om uit te leggen wie Annelies is. Geen gemakkelijke opgave!

En dus nam ik mijn knalrode katchou botten mee. Dat leverde wel wat vreemde blikken op moet ik zeggen ;).

P1020159 (2)

Mijn botten staan voor één van mijn grootste passies: het veldrijden. Ik gebruik mijn laarzen ook eigenlijk alleen maar om naar de cross te gaan, zo’n acht tot tienmaal per seizoen. Gezien het (regenachtige) weer in België geen overbodige luxe, het hoort er gewoon bij. Het veldrijden is dus de meest obvious link tussen mezelf en mijn katchou botten.

Maar zeggen mijn rubberen laarzen ook iets over mijn persoonlijkheid? Jazeker! Zoals je ziet zijn het felrode laarzen en dat verwijst naar mijn kleurrijke kledingstijl. Ik ben gewoon een kleurrijk meisje en zal altijd het positieve in dingen zien. Daarnaast staan botten ook voor iemand die van aanpakken weet. Als ik iets doe, dan ga ik er volledig voor. Ten slotte sta je met je botten letterlijk dicht bij en vaak zelfs in de grond. Dat verwijst naar het feit dat ik redelijk down-to-earth ben. Ik ben een zeer realistisch persoon en ben niet snel tevreden. Ik ben dus absoluut geen zweverig type.

Door de voorwerpenronde wist je toch al meteen iets over elkaar en was het dus makkelijker om een ijsbreker te vinden. De kennismaking is eigenlijk nog best vlot verlopen. We waren immers allemaal wat zenuwachtig en onzeker, maar we hebben er samen drie hele fijne dagen van gemaakt. Ik ben helemaal klaar om met dit team aan de slag te gaan!

Zo zie je maar. Mijn botten vertellen meer over mij dan je denkt ;).

Bijna (maar nog niet helemaal…)
De staat van het parcours…

Bijna (maar nog niet helemaal…)

We schrijven begin september. Op het journaal zijn huilende kindjes met veel te grote boekentassen te zien. En ongeruste moeders. De hervorming van het secundair onderwijs is opnieuw een hot topic. De kusthoreca is voor het eerst in jaren tevreden. Het was een prachtzomer. Laundry Day warmt zich op voor wat één van de laatste grote festivals van de zomer zal zijn. Maar over iets wordt nog niet gepraat. Nog niet. Het is nog te vroeg.

Ik kan het alvast ruiken. Zelfs een beetje proeven. Het is aantocht. Maar het is nog te vroeg. De zon schijnt nog, sommige bloemen staan nog in bloei. Te vroeg. In Amerika en China kan het al, in België nog niet. Geduld, Annelies. Geduld.

Ik ben een zomermeisje. Ik hou van de lange warme dagen waarin mensen buiten komen en gewoon gezellig wezen. Ik hou van terrasjes en van languit liggen in parken. Ik hou van gratis festivals en al die andere dingen die bij vakantie horen. Ik hou van de zomer.

Maar diep vanbinnen hou ik ook van de koude en de modder. Diep vanbinnen wil ik mijn botten alvast klaarzetten. Ik wil renners zien afzien in die kou en in die modder. Ik wil naar buiten kunnen gaan met mijn muts scheef op mijn hoofd en met een niet bij de muts passende sjaal om mijn nek staan roepen naar lichamen die zichzelf afbeulen in een modderig veld. Of in een zandvlakte. Of op gevaarlijk glad ijs. Om de week erna, wanneer het nu toch echt wel te koud is om buiten te komen, met een tas thee en een haardvuur dichtbij diezelfde groep lichamen zichzelf opnieuw te zien afbeulen. Deze keer horen ze me niet maar ik roep naar het scherm alsof ze dat wel doen.

Voor sommige zal het het eerste profseizoen ooit zijn. Voor hem is het het laatste. Het is het seizoen waarin de tussengroep voor de laatste keer gekneld zit tussen jong en oud. Voor je het weet zal die tussengroep zelf behoren tot de categorie oud. De jeugd moet bevestigen. Zij staan te trappelen om zich te bewijzen. Hij wil nog één keer genieten. Nog één keer schitteren in zijn speeltuin.

Het wordt een pracht van een veldritseizoen. Ik kan het ruiken, proeven en al vaag voelen. Maar voorlopig enkel nog huilende kindjes met veel te grote boekentassen in beeld. Nog even geduld. Nog heel even.

Tot die dag aan de overkant van de grote plas. Tot Las Vegas op woensdag 16 september.