Close
Met de Museumpas #9: Invader’s Rubikcubisme in het MIMA
cof

Met de Museumpas #9: Invader’s Rubikcubisme in het MIMA

Enkele weken geleden besloten we om nog eens een namiddag te spenderen in een museum. Ons oog viel op een dagje Brussel omdat we hadden gehoord dat een van onze favoriete street artists Invader er een tentoonstelling had in het MIMA.

Ik had nog nooit van het MIMA gehoord, maar het staat blijkbaar voor Millennium Iconoclast Museum of Art. In het museum vind je collecties hedendaagse kunst waarin interactie met het publiek vaak centraal staat. Nog tot en met 8 januari 2023 staat het MIMA volledig in het teken van het Rubikcubisme.

Je kent Invader van zijn gekleurde space invaders die je in grootsteden overal ter wereld in het straatbeeld kan tegenkomen, vaak onopvallend. De Franse street art kunstenaar doet dit niet helemaal legaal en zijn identiteit is nog steeds een geheim. Naast street art, maakt hij ook eigen werk en al enkele jaren staat de befaamde Rubik’s cube hierin centraal. Deze kunstvorm krijgt daarom de toepasselijke naam Rubikcubisme. Ook meneer Rubik, de Japanse bedenker van de breinbreker, is trouwens grote fan.

Aan de hand van echte Rubik’s cubes die hij met de hand draait en dan op de juiste positie legt creëert Invader een werk. Dat met het blote oog niet altijd makkelijk te begrijpen is, maar met je smartphone kijk je als het ware van verder naar het canvas en ontvouwt zich plots een bekend tafereel, zoals een portret van een bekend persoon, een beroemd schilderij, een albumhoes of een filmposter.

Dat je met je smartphone door de zalen loopt om de werken beter te begrijpen zorgt voor best wat interactie. Het was eens een andere manier om kunst te beleven. En ik heb heel wat respect voor het geduld dat hierin gestopt is om alle de kubussen net zo te laten uitkomen dat je plots een patroon ontdekt in al die gekleurde tegels.

Het MIMA is geen groot museum, maar het is heel slim ingericht voor deze tentoonstelling. Met felgekleurde muren die de werken goed doen uitkomen. Bovenaan kom je ook uit op het dakterras, met een mooi zicht op Brussel, en een grote Space invader in de muur. En jawel, je kan deze scannen met je space invader app en punten scoren (en tip: kijk ook beneden zeker even of je geen tweede werk vindt ;)).

De expo ‘Invader Rubikcubist’ loopt nog t.e.m. 8 januari 2023. Een volwassen ticket kost 12 euro, met de Museumpas heb je gratis toegang. Je bent ongeveer een dik uur zoet, het valt dus zeker te combineren met een terrasje of een tweede museum. In Brussel is er op dat vlak keuze genoeg.

Ik vind dit zeker een originele expo die heel toegankelijk is voor jong en oud. Dus stap een van de komende maanden even binnen in het MIMA als je de kans hebt.

Meer Museumpas tips?

Heb jij nog een leuke museum of expotip?

Met de Museumpas #8: LABIOMISTA in Genk
cof

Met de Museumpas #8: LABIOMISTA in Genk

Het was een tijdje geleden dat de Museumpas nog uit de portefeuille kwam (ondertussen is er ook een digitale versie met een app). Maar in het lange 21-juli weekend wilden we nog wel eens wat cultuur opsnuiven. En omdat het mooi weer was viel ons oog op LABIOMISTA, een park in Genk vol moderne kunst van Koen Vanmechelen.

Het park is makkelijk bereikbaar en heeft een ruime parking. Kinderen onder de 12 jaar zijn niet toegelaten en een dagticket kost 10 euro, daarin zit een audiogids inbegrepen.

De toegangspoort is dit zwarte gebouw ‘De Ark’. Eens binnen is de eerste stop de oude directeursvilla van de mijn – Villa OpUnDi. Een beschermd gebouw. In de villa ontdek je de geschiedenis van het terrein. In de jaren ’60 stond hier een mijn, die tegen het eind van het decennium zijn deuren sloot. Nadien was het park de thuisbasis van de Limburgse zoo, die in privéhanden was en zonder subsidies begin jaren 90 de boeken dicht moest doen. Nadien is het park een tijd aan de natuur teruggeven alvorens er werd nagedacht over een herbestemming bij Stad Genk. Sinds 2014 werkt Koen Vanmechelen aan LABIOMISTA, dat in 2019 opende.

In de villa zie je enkele werken gebaseerd op Ubunti maskers. En ook twee opgezette jachtluipaarden (‘Ecce animale’).

Na de villa OpUnDi, kom je aan The Battery. In dit gebouw werkt Koen Vanmechelen. Blikvanger zijn twee vogelkooien. Enerzijds The looking glass waarin vruchtenetende vogels (o.a. een reuzentoekan) uit alle werelddelen samen zitten. En anderzijds de arendskooi bovenop het gebouw met twee Steller arenden. Een allegorie op de jager en de prooi.

Daarna volg je een 1,7 km lang pad – het Cosmopolitan Culture Pad. Hier kom je langs drie dierenweides (met kippen, struisvogels, alpaca’s, dromedarissen…). Halverwege kan je afslaan richting ‘protected paradise’ waar je de kooi met zwarte ooievaars vindt.

Protected paradise

De audiogids geeft heel wat extra uitleg over de werken. Koen Vanmechelen geeft zelf veel duiding bij het idee achter de verschillende delen van het park. Je komt sowieso tijdens je wandeling een heel aantal werken tegen die je doen stoppen.

Uiteindelijk waren wij zo’n twee uur zoet in het park. Je kan achteraf ook iets eten of drinken in Nomadland. Dat deden we niet.

LABIOMISTA is een levende site en Vanmechelen werkt duidelijk nog aan uitbreiding en nieuwe werken. Het zal dus zeker de moeite zijn om over enkele jaren nog eens te komen kijken. Dit park maakt moderne kunst – wat overigens ook niet helemaal mijn ding is – toegankelijk voor een breed publiek. In combinatie met de natuur en de dieren zorgt het voor een fijne combinatie. Zeker de moeite!

Ben jij al eens in LABIOMISTA? Of heb je een ander Belgisch museum ontdekt deze zomer?

Met de museumpas #7: James Ensorhuis in Oostende

Eind februari waren we een aantal dagen aan het zeetje en aangezien de wind nogal fel waaide in de nadagen van de storm besloten we naar Oostende te trekken en onze Museumpas nog eens boven te halen. In Oostende heb je de keuze uit twee musea: het Mu.Zee dat moderne kunst huisvest of het James Ensorhuis over de gelijknamige schilder. Het James Ensorhuis is nog maar een jaar terug open nadat het volledig vernieuwd werd en dus was ik wel heel benieuwd. We reserveerden twee tickets op een regenachtige donderdagvoormiddag.

Het museum bestaat uit verschillende onderdelen. De ingang bevindt zich in een voormalig hotel. De vroegere eigenaren waren vrienden van Ensor. Hier vind je op het gelijkvloers de eerste zal en kan je de trap nemen naar 5 belevingsruimten. Daarna breng je een bezoek aan het James Ensorhuis zelf, waar de schilder de laatste 17 jaar van zijn leven woonde. Ten slotte kan je ook nog naar een tijdelijke expo in één ruime zaal.

In een ticket (10 of 12 euro voor een volwassene, afhankelijk van in welke periode je gaat) zit een audiogids inbegrepen en je krijgt ook een code om de James Ensorwandeling te doen in Oostende. Daarvoor moeten wij nog eens terug.

Het museum focust erg op het leven van de schilder en diens band met de stad Oostende. Er hangen in het hele huis enkel reproducties van werken en geen echte werken, tenzij in de exporuimte. Zijn echte werken hangen namelijk verspreid over de hele wereld en enkele kan je in het Mu.Zee wat verderop bewonderen. Dat zorgt er ook voor dat je in elke ruimte foto’s mag nemen.

In de eerste zaal krijg je een introductie tot de schilder en staat een mooie maquette van het huis dat je gaat bezoeken. Het werk ‘baden in Oostende’ staat er centraal en vertelt meer over de badcultuur in het begin van de 19de eeuw.

Ik vond het fijn dat het museum echt wel interactie probeerde op te roepen. Er staan regelmatig schermen waar je kan op klikken of swipen. De meeste schilderijen hangen er als een soort animatie waarop zaken bewegen en er staan verschillende maquettes. Waaronder een grote die het atelier van James nabootste.

En toen was het tijd voor een bezoek aan het James Ensorhuis zelf. Hij erfde het gebouw na de dood van zijn kinderloze nonkel die er een souvenirwinkel uitbaatte, net als James’ moeder. James behield de winkel maar deed hem nooit meer open. Hij wijdde zijn tijd volledig aan het schilderen. Heel wat van de voorwerpen uit de winkel inspireerden hem voor zijn werken.

James verhuisde dus pas op latere leeftijd naar dit gebouw. De meeste van zijn topwerken zijn een beetje verderop in Oostende gemaakt. Ensor woonde in dit huis tot aan zijn dood met zijn trouwe huisknecht Gust, die er dan weer mocht blijven wonen tot aan zijn dood.

De mooiste ruimtes in het huis zijn het groene en blauwe salon met heel wat gekke voorwerpen en felle fleuren. Die mogen jullie zelf gaan ontdekken want ik durfde toch geen foto’s nemen omdat er iemand stond die ons goed in het oog hield :). Beneden bezochten we nog de tijdelijke expo Ensor vs. Klee met schetsen van beide kunstenaars die duidelijk parallellen bevatten.

Ik had op voorhand verwacht meer echte werken van Ensor te zien te krijgen, maar ik vond het ook wel eens leuk om iets te ontdekken over zijn leven en de stad Oostende. Het museum is niet zo groot, op een anderhalf uur sta je weer buiten, maar ik zou het zeker wel aanraden.

Een paar huizen verderop in de straat vind je trouwens een street art werk van Sozyone geïnspireerd op Ensors werk.

Heb jij het Ensorhuis al eens bezocht? Of een werk van hem ergens gezien?

Andere museumtips en uitstapjes in België:

Met de Museumpas #6: het Rubenshuis in Antwerpen

Tijdens onze vakantie besloten we een dagje naar Antwerpen te gaan om ’s avonds te gaan eten met een vriendin die er woont. In de namiddag haalden we met plezier onze Museumpas nog eens boven. Er is best veel keuze in Antwerpen moet ik zeggen en daarom kozen we gewoon het bovenste resultaat van de website (lekker makkelijk) en dat is meteen ook het bekendste museum van ’t Stad (toch voor buitenlandse toeristen): het Rubenshuis.

Het Rubenshuis ligt pal in de stad, niet ver van de Meir en is dus makkelijk bereikbaar met de trein. Aan de overkant van het gebouw staat een soort glazen tickethuis met lockers en de museumshop.

Door corona kreeg je geen audiogids mee, maar een boekje met tekst bij bepaalde werken. Je reserveert best op voorhand want de kamers zijn niet zo groot en dus zijn de groepen per uur klein. Wij waren er op een doordeweekse dag en er hing een bord dat voor vandaag alles volzet was. Zoals gezegd: dit museum is best bekend en drukbezocht. En ik snap wel waarom: Rubens heeft er gewoond en gewerkt en er hangen heel wat unieke werken uit de 15de, 16de en 17de eeuw. En het gebouw zelf is een kunstwerk op zich.

Zo zonder audiogids en met een boekje merk je meteen dat lezen en kijken tegelijk best moeilijk is. Wij waren in totaal een uurtje zoet in het binnengedeelte. Het is er niet zo groot en de uitleg in het boekje is misschien wel wat beperkter dan het geval zou zijn met audiogis.

In elke ruimte van het voormalig huis, of zeg maar paleis, van Rubens hangen schilderwerken. Van hemzelf, maar vaak ook van vrienden of werken die Rubens zelf in zijn bezit had. Ik ben geen kenner van Rubens, maar vond het wel fijn om meer zicht te krijgen op zijn leven en de kunstenaars die hem beïnvloed hebben.

Blikvanger binnen was deze kamer met een buste van Seneca, ook zijn werkkamer waar enkele grote werken ophangen vond ik heel indrukwekkend. Mijn favoriet werk was ongetwijfeld de Titiaan die er hing, een Italiaanse schilder waar ik wel een boontje voor heb.

Het Rubenshuis heeft een mooi binnenplein en een smaakvol aangelegde tuin. Op het binnenplein vind je een portiek in Romeinse stijl. Een klein folieke van de heer Pieter Paul.

Het was geen geweldig weer (#zomer2021), maar we bleven nog wel even op een bankje zitten in de tuin.

Ik vond het op zich zeker een leuk bezoek. Ik had het alleen iets groter verwacht denk ik. Het Rubenshuis moet het vooral hebben van een vaste collectie, er is geen ruimte voor expo’s. Dit museum is perfect te combineren met andere bezienswaardigheden in Antwerpen. Ik ben heel blij dat ik er eens geweest ben, maar ik hoef er omwille van de vaste collectie niet meteen opnieuw naartoe.

Een volwassen ticket kost 8 euro, behalve op woensdag dan is het gratis voor iedereen (zeker op tijd reserveren!). Met een museumpas heb je altijd ‘gratis’ toegang.

Wat is jouw favoriete museum in Antwerpen?

Met de Museumpas #5: 900 jaar Norbertijnen in Parcum

Bijna een jaar. Zo lang duurde het voor ik mijn Museumpas nog eens kon bovenhalen. De vorige keer ging ik op mijn verjaardag naar het kasteel van Seneffe. Museumpas zorgde trouwens voor een prima communicatie tijdens de lockdown. Zo werd er automatisch een pauzeknop geactiveerd tijdens de verplichte sluiting en kon je op je eigen tempo opnieuw activeren. Ondertussen is een museumbezoek zeker en vast een coronaproof uitstapje. Je moet bijna overal een tijdslot reserveren zodat er nooit te veel volk tegelijk aanwezig is.

We besloten het niet te ver te zoeken en gingen eindelijk naar Parcum, het Leuvense museum voor religieuze kunst en cultuur in Abdij van het Park. En voor het eerst opent de abdij zijn hart voor bezoekers in de tentoonstelling ‘Als de bliksem, 900 jaar Norbertijnen’. De abdij viert dit jaar dan ook zijn 900ste verjaardag.

De abdij werd gesticht in 1121 als een religieuze orde van Norbertijnen. Zij waren volgers van de heilige Norbertus. De legende gaat dat Norbertus op een dag van zijn paard valt, getroffen door de bliksem. Hij beseft hierdoor dat hij zijn losbandig leven achter zich moet laten en wijdt zich vanaf dan volledig aan God.

De expo neemt je mee doorheen 9 eeuwen geschiedenis van de abdij. Met bloeiperiodes en verval, o.a. tijdens de reformatie en Franse Revolutie. Je krijgt een inzicht in de gebruiken en invloed van de orde, de dagelijkse gewoontes en rituelen van de bewoners en de rol van de verschillende ruimtes.

Blikvanger is de prachtige doorgang die uitkijkt op de binnentuin en net gerestaureerd is. Hier hingen in de 15de eeuw tientallen unieke glasramen die het leven van Norbertus uitbeeldden. Twintig onder hen zijn ondertussen teruggevonden en hangen opnieuw te schitteren aan de ramen.

Loop je de gang verder door, kom je in de refter waar vooral het barokke stucplafond in het oog springt. Via een prachtig staaltje reliëfkunst springt het laatste avondmaal er letterlijk uit. Een meesterwerk van kunstenaar Jan Christian Hansche. Het museum plaatste tactisch enkele spiegels zodat je de taferelen zonder nekpijn kan bewonderen.

Ook in de bibliotheek, uiteraard mijn favoriete ruimte, mocht Hansche zijn gang gaan. Hier zie je enkele taferelen uit het leven van Norbertus, maar ook de Heilige Augustinus kan je spotten. Het is de leer van Augustinus die nog steeds wordt gevolgd in de abdij. De audiogids is een echte aanrader, vooral omdat deze in combinatie met een lichtspel de specifieke elementen waarover wordt gesproken weet uit te lichten. Zo kijk je steeds naar het juiste tafereel op het plafond.

Verder zijn er nog heel wat andere schatten te bezichtigen. Muurtekeningen uit de 15de eeuw bijvoorbeeld. Of enkele unieke atlaskaarten die iets meer vertellen over de unieke economische positie en invloed van abdij. Het domein sterkte vroeger veel verder uit en in heel wat andere Vlaamse gemeenten vind je nog resten terug van die invloed.

Ook een besloten hofje dat de vrouwelijke Norbertijnen ooit hebben gemaakt is een ware parel. Niet oninteressant: tot in de 15de eeuw leefden er vrouwen én mannen in de abdij, wel met gescheiden leefruimtes. Het is pas daarna dat er enkel mannen nog een thuis vonden.

De tentoonstelling eindigt in de kerk, waar de Norbertijnen acht keer per dag gingen bidden, ook in het midden van de nacht. Ik vond dit echt een mooie opgezette tentoonstelling met een unieke blik achter de schermen van de abdij. De expo loopt nog tot 1 augustus 2021. Reserveren kan via de website.

Welk museum staat nog op jouw lijstje voor deze zomer?

Met de Museumpas #4: Chateau De Seneffe

Voor mijn 26ste verjaardag kreeg ik van het lief een Museumpas. Voor 50 euro per jaar (ondertussen 59 euro) kan je naar 165 musea in heel België zonder extra te betalen, enkel voor sommige tijdelijke tentoonstellingen betaal je de volle of zelfs een verminderde prijs. Veel tentoonstellingen zijn eigenlijk ook wel gewoon gratis voor Museumpashouders. Bovendien krijg je ook 5 nmbs-kortingstickets van 50%. Mooie deal toch?

Tijdens mijn vakantie waren we op zoek naar leuke daguitstappen in België. Zo kwam ik uit bij het chateau de Seneffe, net boven La Louvrière. Het is een 19de eeuws optrekje, nu ja ‘je’ ;), met tuinen om heerlijk in rond te struinen. In het kasteel huist een museum en dat was dan ook nog eens toegankelijk met de Museumpas—hoera! Wie mij kent weet dat ik best wel van kastelen en paleizen hou, het was dus snel beslist wat ik op mijn 27ste verjaardag wou doen.

Dat het die dag code geel zou worden hadden we natuurlijk niet kunnen voorspellen. Maar op woensdag 26 augustus reserveerden we twee tickets in het tijdslot van 10 uur via de website.

Wanneer je richting het domein loopt valt meteen op waarom dit het al eens vergeleken wordt met Versailles. Neen, dit paleis is echt mini in vergelijking met Versailles, maar de poort met gouden ornamenten doet er wel aan denken.

Zo erg blijkbaar dat ik een collega aan mij vroeg hoe het in Versailles en Parijs is geweest. Ze had een Instagram story van mij in Seneffe gezien en dacht dus dat ik effectief naar Versailles was geweest. Eentje waarmee ik haar nog een tijdje ga pesten ;).

Op de binnenkoer, die dringend aan renovatie toe is (het moet gezegd worden), vind je langs beiden kanten zuilen met renaissance elementen. Het hele paleis is opgetrokken in neoklassieke architectuur, typisch voor de 19de eeuw waarin er al eens dromerig werd teruggedacht aan de klassieke Oudheid.

Het paleis zelf is niet zo groot en bestaat uit twee verdiepingen. De voorkant is niet overdadig versierd en door de grijze steen lijkt het allemaal wat donker en sober. Zeker met het slechte weer op de foto’s :).

Binnen kan je het Museum voor Zilversmeedkunst bezoeken en is er een permanente tentoonstellingsplek op de eerste verdieping. We waren de eerste bezoekers om 10u en de dame achter de balie gaf ons iets om over onze schoenen te doen om de authentieke houten vloer te beschermen. Daarna mochten we beginnen aan de tentoonstelling.

We wisten eigenlijk niet wat te verwachten. Op de benedenverdieping kregen we de verschillende kamers te zien met steeds ook heel wat zilversmeedkunst. De teksten op de borden gingen over geen van beiden, maar gaven eerder een algemeen beeld van de maatschappij uit de 19de eeuw. Dus het was allemaal wat door elkaar. Ik stopte na een tijdje met lezen en probeerde mooie foto’s te maken van de vloer, muren en plafonds. Want die waren prachtig.

Je kon via een url wel een soort audiogids luisteren maar dat hebben wij niet uitgeprobeerd. De benedenverdieping is niet groot en dus namen we al snel de trap naar boven die blijkbaar gebruikt wordt voor tijdelijke tentoonstellingen. Momenteel loopt le triangle d’or. Je krijgt er een inzicht in de edelsmeedkunst en opnieuw in de verschillende rollen van de 19de eeuwse samenleving. We zagen enkele mooie dingen, maar de opstelling bleef wat verwarrend.

Uiteindelijk stonden we na een uurtje alweer buiten en hadden we geen andere bezoekers gezien. Misschien door het slechte weer of omdat het nog vroeg was op een doordeweekse dag? Toegang tot het museum kost 6 euro per persoon, dus dat valt reuze mee.

Ook in de tuinen zou het heel rustig zijn. Deze zijn elke dag gratis toegankelijk en op een mooie dag zal er wel wat volk rondlopen. Er zijn vijvers en fonteinen, een bos, weides met schapen en alpaca’s… Dus ook met kinderen is het er fijn vertoeven.

We liepen er nog wel even rond, maar door het slechte weer was het best fris. Wie iets wil eten of drinken kan in de oranjerie terecht dat is ingericht als restaurant.

Uiteindelijk vond ik het een beetje tegenvallen, vooral de binnenkant dan. Het is niet bepaald groot en ik had gehoopt iets meer te weten te komen over het paleis zelf en wie er gewoond heeft. De tuinen waren wel mooi, maar er stond maar weinig in bloei en het was eigenlijk gewoon slecht weer :D.

Toch vind ik het wel een nog vrij onbekende parel uit Wallonië én Chateau De Seneffe is dichtbij Villers-la-ville dus ideaal om de twee te combineren op één dag.

Meer Museumpas tips? Of op zoek naar uitstappen in België?

Ben jij al eens naar het kasteel van Seneffe geweest?

Met de Museumpas #3: Rodin, Meunier en Minne én een ode aan de cultuursector
mde

Met de Museumpas #3: Rodin, Meunier en Minne én een ode aan de cultuursector

Voor mijn 26ste verjaardag kreeg ik van het lief een Museumpas. Voor 50 euro per jaar (ondertussen 59 euro) kan je naar 165 musea in heel België zonder extra te betalen, enkel voor sommige tijdelijke tentoonstellingen betaal je de volle of zelfs een verminderde prijs. Veel tentoonstellingen zijn eigenlijk ook wel gewoon gratis voor Museumpashouders. Bovendien krijg je ook 5 nmbs-kortingstickets van 50%. Mooie deal toch?

Maar het is natuurlijk geen normaal jaar geworden. In maart moesten alle musea sluiten door COVID-19. Ondertussen is de overgrote meerderheid weer open, zij het met verminderde capaciteit en aangepaste richtlijnen. Sommige toptentoonstellingen (zoals Van Eyck in Gent) gaan niet meer door.

Voor ik vertel wat ik van de tentoonstelling in Museum M vond, wil ik graag nog even iets zeggen. Ik hou van de cultuursector. En dat zijn niet alleen musea, maar ook cultuurcentra, concertzalen, kunstgalerijen, theaters, dansgezelschappen, optochten… Bij uitbreiding zijn natuurlijk ook boeken, films en tv series cultuur. Cultuur ontspant en verrijkt je tegelijkertijd. Het doet je zorgen vergeten en je komt met nieuwe inspiratie buiten. Ik ben ervan overtuigd dat het je een beter mens maakt.

Maar ze kregen het al hard te verduren. Verminderde subsidies sinds januari. En dan COVID-19. Mijn hart bloedt. Zeker omdat ik werk in een agency dat ooit begonnen is met het bouwen van websites puur voor de cultuursector. Ik praat dus regelmatig met mensen uit deze mooie maar moeilijke wereld.

Toen Museumpas mij in mei vroeg te kiezen tussen de Museumpas twee maand verlengen of deze twee maanden cadeau te geven aan de sector twijfelde ik geen moment. Omgerekend is twee maand een euro of 8. Die ik trouwens al had uitgegeven en meer dan dubbel heb terugverdiend door de musea die ik bezocht. Dus het is maar een kleine geste, maar alle beetjes helpen.

Ik wil niet echt nergens naartoe door dit neer te schrijven. Ik hoop gewoon oprecht dat mensen, ook in deze rare tijden, aan cultuur blijven doen. Met of zonder mondmasker en online reserveren. Dus als je nog staycation ideeën zoekt, hier vind je heel wat inspiratie voor een museum dichtbij huis of wat verder weg.

Ik trok op vrijdag 10 juli, de dag voor de mondmaskerplicht inging, naar Museum M voor die ene tentoonstelling die wel kon doorgaan: Rodin, Meunier en Minne.

Rodin, Meunier en Minne in M

Auguste Rodin, Constantin Meunier en Georges Minne waren drie beeldhouwers die voor hun werken inspiratie haalden uit de middeleeuwen. Ze zetten zich hierbij af tegen de klassieke beeldhouwkunst die teruggreep naar de renaissance en de Oudheid. Dat zijn vaak perfecte werken van Goden of helden. Maar dit trio keek liever naar de schilderijen  uit de donkerste geschiedenis. Christusbeelden waarvan je de pijn en het lijden van zijn gezicht kan aflezen bijvoorbeeld. Die pijn zie je terug in hun werken zoals ‘de mijnwerker’ van Meunier of ‘de verloren zoon’ van Minne.

In deze kleinschalige tentoonstelling worden enkele werken van de drie beeldhouwers naast een middeleeuws werk uit de M-collectie geplaatst zodat je de parallellen goed kan zien. Voor Rodin leenden ze werken van het Rodinmuseum in Parijs dat ik in 2019 bezocht (een bezoek dat wel een bepaalde indruk op me had achtergelaten). Het werk van Meunier en Minne, nochtans twee Belgen, kende ik eigenlijk totaal niet.

mde
‘de burgers van Calais’ – Rodin

Overall vond ik deze tentoonstelling heel origineel opgesteld maar nogal klein. Ik had er denk ik iets meer van verwacht. In de laatste zaal zie je enkele stukken van de burgers van Calais van Rodin. Voor de levensgrote versie in Parijs ben ik lang blijven staan, maar deze kleine afgeleiden in een andere opstelling konden me iets minder bekoren.

Maar het M blijft een mooi museum. We liepen door de andere korte tentoonstellingen om uiteindelijk bij Rodin uit te komen. Het oude gedeelte van het gebouw blijft mijn favoriet, met zicht op de museumtuin.

rhdr

Rodin, Meunier en Minne loopt nog maar tot 30/08 in Museum M . Je moet online een tijdslot reserveren. Voor augustus zijn er nog plaatsen beschikbaar.

De expo over Stephan Vanfleteren in het FOMU is verlengd tot 13/09, ik schreef over mijn pre-covidbezoek in deze post. Ook Keith Haring in Bozar werd verlengd tot 21/07, maar is ondertussen afgelopen (en werd een van de meest succesvolle tentoonstellingen van Bozar ooit). In het museum Hof van Busleyden in Mechelen kan je wel nog permanent terecht, meer daarover in dit bericht. Voila, meteen nog wat inspiratie erbij.

Heb jij een museumbezoek op de planning staan?

Met de Museumpas #2: Stephan Vanfleteren – ook online
cof

Met de Museumpas #2: Stephan Vanfleteren – ook online

Voor mijn 26ste verjaardag kreeg ik van het lief een Museumpas. Voor 50 euro per jaar kan je naar 165 musea in heel België zonder extra te betalen, enkel voor sommige tijdelijke tentoonstellingen betaal je de volle of zelfs een verminderde prijs. Veel tentoonstellingen zijn eigenlijk ook wel gewoon gratis voor Museumpashouders. Bovendien krijg je ook 5 nmbs-kortingstickets van 50%. Mooie deal toch?

Net zoals de vorige keer schrijf ik een postje met mijn ervaringen, want een museumbezoek daar word ik rustig van en ik kom terug met bakken inspiratie.

Deze post werd geschreven voor de COVID-19 crisis. We bezochten de tentoonstelling in februari.

Stephan Vanfleteren in het FOMU

Het Antwerpse fotomuseum vind je op de Waalse Kaai. Een fotografiemuseum bezoeken, ik doe het eigenlijk zelden. Op citytrip kies ik dan eerder voor kunst- of geschiedenismusea, al is het fotomuseum in Stockholm een zware aanrader. Omdat de expositie rond Stephan Vanfleteren nogal gehyped werd, vonden we het tijd om naar Antwerpen te trekken.

Eigenlijk kende ik weinig van Stephan zijn repertoire. Ik kende de rauwe portretten van BV’s en de Rode Duivels in zwart-wit en daar stopte het. De tentoonstelling is chronologisch opgebouwd en zoomt ook in op zijn foto’s tijdens journalistieke reizen naar Rwanda, Congo & Afghanistan. Op het einde krijg je dan de bekende portretten.

cof

Er is ook nog een tweede verdieping waarin je heel wat spullen uit Stephan’s archief te zien krijgt. Maar die opstelling was niet zo praktisch, het was er druk en ik heb weinig zin (en geduld 😏) om aan te schuiven dan.

Het museum zelf zit in een mooi gebouw en de beschikbare ruimte wordt zo goed mogelijk gebruikt. Van mij mocht het allemaal nog wat lichter en ruimer, maar daar is het gebouw nu eenmaal niet op voorzien. Door de zondagse drukte (deze tentoonstelling is heel populair) werd het soms wat vol allemaal. Ik vind fotografie altijd nog wat mooier tot zijn recht komen wanneer er veel ruimte is.

Ik zou zeker terugkeren naar het FOMU wanneer een volgende expo mij aanspreekt, want het was een ontzettend fijn bezoek. De normale toegangsprijs voor een volwassene is 10 euro, met de Museumpas is het gratis. De expo over Stephan Vanfleteren was verlengd tot 10/04/2020, maar is door de coronacrisis nu gesloten en de kans dat ie weer open gaat is volgens mij klein (tenzij musea op 18 mei groen licht krijgen en het FOMU besluit om te openen met deze tentoonstelling).

Gelukkig ook online

Maar niet getreurd! Het FOMU bleef niet bij te pakken zitten en zette de populaire tentoonstelling om naar een virtuele rondleiding. In 6 episodes leidt een gids je doorheen de werken van Vanfleteren en geeft de nodige uitleg. Zo kan je op je eigen tempo aan cultuur doen, volledig vanuit je luie zetel. Hier vind je de virtuele rondleiding.

FOMU is niet het enige museum dat virtuele tours aanbiedt, Museumpas zet nog 8 andere Belgische musea op een rijtje waar je terecht kan, en ook internationaal is er een ruim aanbod. Zelf heb ik nog maar weinig tijd gehad om zo’n tour te volgen, maar het staat nog op mijn lijstje :).

En de museumpas zelf? Die wachten even af en bekijken de mogelijke compensatie die ze kunnen geven aan hun abonnees, want de pas is uiteraard momenteel onbruikbaar. Ik ga er vanuit dat het abonnement verlengd worden, dat zou de mooiste oplossing zijn voor iedereen. Ik had ook net voor de crisis al een Museumpas aangekocht voor 2021 omdat er een promotie was. Dus ik ben blij dat ik ze op deze manier toch nog hebben kunnen steunen. Want in de cultuursector, daar gaan harde klappen vallen. Mijn hart bloedt nu al.

Heb jij al zo’n virtuele rondleiding gevolgd? Mis jij museumbezoekjes? Of mis je net andere dingen?

Museumpas #1: Busleyden, Brancusi & Keith Haring

Voor mijn 26ste verjaardag kreeg ik van het lief een Museumpas. Voor 50 euro per jaar kan je naar 165 musea in heel België zonder extra te betalen, enkel voor sommige tijdelijke tentoonstellingen betaal je de volle of zelfs een verminderde prijs. Veel tentoonstellingen zijn eigenlijk ook wel gewoon gratis voor Museumpashouders. Bovendien krijg je ook 5 nmbs-kortingstickets van 50%. Mooie deal toch?

Sowieso vind ik een museum bezoeken ontzettend fijn en ontspannend. Ik kom er echt tot rust en keer meestal geïnspireerd weer naar huis. Maar een museum bezoeken, dat komt er toch vooral op vakantie van, in het buitenland. Via de Museumpas hoop ik dus heel wat pareltjes in België te ontdekken en wat vaker te genieten van de voordelen van zo’n bezoekje.

Ik vond het wel een leuk idee om telkens na een aantal bezoekjes een post te schrijven met mijn ervaringen. Zo kunnen jullie inspiratie opdoen voor een volgende museumbezoekje (al dan niet met Museumpas).

Museum Hof Van Busleyden – Mechelen

Tijdens een mooie herfstzondag trokken we naar Mechelen voor een bezoekje aan dit museum. Het stond al eeuwen op mijn lijstje omdat ik er ten tijde van BAS elke dag voorbij liep als ze het aan het renoveren waren. Het museum was toen gesloten voor het publiek en ik was echt benieuwd wat ze er van zouden maken.

img_20191027_145941

Het gebouw is een echte blikvanger en dateert vanuit de periode dat Mechelen de hoofdstad van de Bourgondische Nederlanden was. Voornamelijk onder Margareta Van Oostenrijk. Het is wel door de jaren heen heel erg uitgebreid en gerenoveerd dus helemaal waarheidsgetrouw is het niet (je leert binnen ook heel wat over het gebouw zelf).

Er zijn 6 interactieve stukken in het museum, van A tot F. De rode draad zijn de Bourgondiërs, een tijd waarin nieuwe ideeën werden uitgewisseld (renaissance & humanisme). En die dialoog wil het museum blijven aangaan, dus de link naar de huidige maatschappij wordt voortdurend gelegd.

Hoewel het gebouw dus veel geschiedenis heeft, is het binnen ook allemaal heel mooi en modern gerenoveerd. Het is echt een pareltje voor wie geïnteresseerd is in architectuur. Het is niet super groot, ik denk dat wij anderhalf uur binnen waren en we hebben wel echt alles rustig bekeken. Ook voor kinderen kan het interessant zijn denk ik, er is een kinderroute. Eentje om nog wel eens naar terug te keren!

Toegang: 12 euro voor een volwassene
Gratis toegankelijk met de Museumpas
Website

Brancusi in Bozar

Op een regenachtige Decembervrijdag trokken we naar Brussel. Bozar, Paleis voor Schone Kunsten, combineert deze maand twee toptentoonstellingen die we wilden zien. Dus kon de regen ons niet deren.

img_20191213_103236

In het kader van Europalia staat dit jaar alles in het teken van Roemenië, en dat is nu toevallig het land waar het lief iets mee heeft. Brancusi is een Roemeense beeldhouwer die onder meer Rodin als leermeester heeft gehad. Hij zette zich echter al vroeg af tegen de traditie en begon zonder voorbereiding uit zijn materiaal te houwen. Het is de eerste keer dat er zo’n uitgebreide tentoonstelling over Brancusi loopt in Europa. En dat hebben we geweten want het was over de koppen lopen.

img_20191213_121502

Zijn ‘slapende muze’ is wereldberoemd, maar ik vond zijn ‘de kus’ en ‘het gebed’ de mooiste werken. Voor Brancusi betaal je 17 euro aan de kassa als volwassene (of gratis met Museumpas) en je krijgt er een interessante audiogids bij.

Na het Rodinmuseum in Parijs was dit de tweede keer dat ik naar een tentoonstelling over beeldhouwkunst ben geweest en eigenlijk vind ik dat ook best interessant. Brancusi loopt nog maar tot 12 januari, dus snel zijn is de boodschap.

img_20191213_121524

Ik nam ook nog deze foto van de andere tentoonstelling over Roemenië ‘perspectives‘ (in de prijs inbegrepen). Het gebouw van Bozar is toch ook echt een pareltje.

Keith Haring in Bozar

Eentje waar heel wat campagnebudget op zit en ongetwijfeld heb je er dus al van gehoord. Deze maand is er een tentoonstelling over Keith Haring geopend in Bozar. Je weet wel, die gast met zijn felgekleurde mannetjes die de kunst naar de straat en merchandiseshops bracht. De tentoonstelling opent dan ook met een indrukwekkende spiegelmuur ‘art is for everybody’.

img_20191213_114305

Toegang tot Keith Haring kost 18 euro per persoon, je kan veel zeggen, maar goedkoop is de Bozar niet. Deze keer geen audiogids maar een boekje met veel informatie en uitgebreide borden in de zalen. De tentoonstelling is mooi opgemaakt, de muren zijn zo geverfd dat ze het thema van de zaal of de kleuren van de werken prachtig doen uitkomen.

img_20191213_115655

Alleen had ik er toch meer van verwacht. Ik heb best wat bijgeleerd over het leven van Keith en zijn toch wel vaak activistische boodschappen in zijn werken. Ik vind zijn stijl ook echt mooi. Maar ik vond het soms wat chaotisch, de overgang tussen de verschillende zalen wat bruut en ik had misschien meer werken in zijn echt bekende stijl verwacht?

Keith Haring loopt nog t.e.m. 19 april in Bozar en is volledig gratis met Museumpas. Op de website van Bozar en Museumpas staat trouwens dat je per dag maar een tentoonstelling mag bekijken met Museumpas (daar hadden we zelf overgelezen blijkbaar), maar wij hebben zonder problemen allebei mogen bezoeken. De mevrouw in kwestie heeft er namelijk niks van gezegd.

Deze drie tentoonstellingen zouden me zonder Museumpas al 47 euro hebben gekost, om naar Brussel te gaan gebruikten we ook een nmbs-kortingscode die me nog eens 6 euro minder deed betalen. M.a.w. na twee maanden heb ik mijn Museumpas al terugverdiend. Als dat geen goede deal is zeg!

Wat is jouw favoriete museum in België?

Disclaimer: ik, of het is te zeggen, het lief, kocht de Museumpas volledig op eigen houtje met zijn eigen centjes. Het klopt dat ze op mijn hoofdberoep de website van Museumpas gebouwd hebben en dat ik zo al heel vroeg met dit product in contact kwam. Maar er werden geen Museumpassen uitgedeeld en zelf heb ik eigenlijk nooit op dat project gewerkt, het lief ook niet trouwens. Dus niks sponsored, gewoon een enthousiaste fan die haar musea-ervaringen wil delen ;).