Begin november 2017 ging ik 4 dagen de winterzon opzoeken in het Spaanse Sevilla. Je leest het goed: dit is de eerste post die ik hiervoor publiceer. Ik ben altijd super enthousiast over mijn tripjes en dat is met Sevilla zeker niet anders. Ik had niet echt verwachtingen van deze stad waardoor ik omver werd geblazen door de schoonheid, gezelligheid, palmbomen, het eten <3. Maar dat maakt het ook net zo moeilijk om er iets over neer te schrijven. Want er is zoveel te vertellen. Enfin, ik heb besloten om het voorlopig even omgekeerd aan te pakken en jullie als eerste te vertellen over onze laatste dag in de Andalusische hoofdstad. Omdat het kan ^^.
Toen hadden we namelijk een concreet doel: het koninklijk paleis bezoeken. En dat paleis is een mooie samenvatting van alles wat we daarvoor al hadden gezien: mujedararchitectuur, patio’s en mooie tuinen vol fonteinen en tegeltjes.
Een stevig ontbijt
Bij een bezoek aan het paleis hoort natuurlijk een koninklijk ontbijt (binnenkopper dit ^^). Niet ver van de ingang bevind zich een leuk pleintje in een smal eeuwenoud steegje. Bij Salt & Sugar is het al zoetigheden wat de klok slaat, maar wij kozen voor iets gezonder (vers fruit met yoghurt en toch ook een versgebakken koekje voor onderweg). Je moet er wel vroeg bij zijn om één van de weinige plekjes te bemachtigen.
Het Alcazar
Het Alcazar van Sevilla is nog steeds een officiele koninklijke residentie, wat wil zeggen dat de Spaanse koning en koningin er af en toe hun intrek nemen in voor het publiek afgesloten vertrekken. Het paleis werd in de 10de eeuw gebouwd en doorheen de eeuwen verbouwd waardoor het ondertussen een mix van allerlei architecturale stijlen is. Het paleis is, samen met de kathedraal en het Archivo des Indias, ook Unesco beschermd. En nog een weetje: in het paleis werden enkele scènes van Game Of Thrones opgenomen.
Je vindt het paleis naast de twee andere beschermde monumenten in de middeleeuwse wijk Santa Cruz. Als je niet veel tijd hebt in de stad is deze wijk de place to be. Het is bijgevolg ook de meest toeristische wijk.
Aangezien we op onze laatste dag tegen een uur of 5 op de luchthaven moesten zijn wisten we dat we dat we geen gigantische wandeling meer konden maken en best een grote bezienswaardigheid hielden voor deze laatste voormiddag. Wat we op voorhand niet hadden bedacht is dat het op zaterdag nog wel een pak drukker zou zijn in het centrum en dat er dan ook heel wat Spanjaarden de meest toeristische ‘attractie’ zouden bezoeken.
Enfin, we hadden geen tickets op voorhand en dus was het even aanschuiven. Met even bedoel ik een 20tal minuten. Dat viel op zich wel mee. Weet dus dat online tickets bestellen een goed idee is als je de wachtrij wil vermijden 😉 Tickets kosten 9,50 euro. Ik vind dit een zeer schappelijke prijs.
Wij – lees twee vrouwen die echt elk hoekje en kantje gezien wilden hebben en er uitgebreid foto’s van wilden nemen en even in op een bankje in één van de tuinen uitgerust hebben – deden er meer dan 3 uur over om alles gezien te hebben. Een normaal persoon waarschijnlijk iets minder :p. Meer reken sowieso een kleine 2 uur als je ook door de tuinen wil wandelen.
Moors meets katholiek
Eens je de poort doorloopt kan je links en rechts enkele kleinere gebouwen met patio’s bezoeken. Rechtdoor loop je het moorse paleis in mujedarstijl binnen. Mujedar is een architectuurstijl die een combinatie is van Katholieke en moorse elementen. Lees: tegelmozaïeken (moors) en heel veel overdadigheid (katholiek). De Mujedarstijl is trouwens enkel te vinden in dit deel van Andalusië.
Dit is bij uitstek het meest weelderige gedeelte van het paleis met de ambassadeurszaal met indrukwekkende koepel als hoogtepunt. Ik heb de koepel wel 25 keer gefotografeerd omdat ik dacht dat het heel moeilijk ging zijn om dit mooi op foto te krijgen, maar achteraf bleek dat de eerste al best gelukt was, LOL. Het was ook wel een beetje survival of the fittest met alle mensen daarbinnen. Sowieso is het in het moorse gedeelte over de koppen lopen.
In het midden vind je de patio de las Munecas (ik geef het toe, dit komt uit de reisgids ^^). Je kijkt je ogen uit.
Wat verderop vind je het paleis van Karel V, dit is opgetrokken in gotische stijl. Maar Spanje zou Spanje niet zijn als ze hier een hele dosis kleur bovenop doen. Het hele gebouw baadt in het geel, oker of oranje.
Tuinen en patio’s
Achter de gebouwen vind je allerlei kleine schattige patio’s met steeds één zekerheid: een fontein met tegeltjes.
Heb je even genoeg van architectuur en toeristen dan kan je de tuinen in wandelen. En daar ben je wel even zoet mee! De tuinen weerspiegelen ook zeer mooi de verschillende tijdsperiodes: een strakke 19de eeuwse tuin, een dromerige Engelse tuin, Romeinse invloeden, een doolhof en veel palmbomen!
Je gaat het paleis buiten via het Patio de las Banderas, een sober pleintje met sinaasappelbomen. Hier heb je een prachtig zicht op de Giralda van de kathedraal.
Ik begrijp waarom mensen dit de topbezienswaardigheid van Sevilla noemen. Het vat namelijk de stad mooi samen: de architectuur, de begroeiing, de geschiedenis… Ik vind dit dus zeker een must-see. Maar het is natuurlijk ook een toeristische trekpleister. Als je het allemaal wat rustiger wilt kan je ook één van de kleinere paleizen bezoeken, maar daarover later meer!
Welk paleis vind jij absoluut de moeite om te bezoeken?