Close
De laatste keer
Een nog leeg en mistig parcours om 10u ’s morgens.

De laatste keer

Beste Sven,

Het was de laatste keer. De laatste keer die boomstammen, die ellendig lange trap, die beklimming van de Balenberg, jouw Balenberg, en dan die ene gevaarlijke afdaling waar je ook nog eens je broek scheurde. Het was de laatste keer dat je aan de start stond van jouw Grote Prijs. De laatste keer dat we geen commentaar nodig hadden om te weten waar de renners zich bevonden. Het geroep was overdonderend genoeg, overal waar jij passeerde. Meer dan 12.000 mensen waren naar de Balenberg gekomen, vooral voor jou, het was waanzinnig.

Voor velen is 1 januari een dag van ontkateren, van opnieuw veel eten en van familie. In Baal worden de nieuwjaarswensen traditiegetrouw geuit in de modder en de koude. Ontkatert wordt er nog niet, integendeel. Ik kan me geen andere nieuwjaarsdag voorstellen. Gelukkig is dat ook niet nodig, want er komt een volgende, zonder de kannibaal, maar met alle toppers aan de start en een ploegleider, die er 12 keer won, aan de kant.

Uiteraard won de kroonprins de race, wie houdt hem tegen in de modder? Maar jij werd er tweede en je mocht dat podium op. Je kon je supporters geen mooier nieuwjaarscadeau geven. De massa vierde je tweede plaats als een overwinning en scandeerde merci Svenneke. Had jij ook zo’n kippenvel?

Het is nog niet voorbij, het is pas voorbij wanneer je de streep over bent in Oostmalle. Wanneer het sportpaleis twee dagen lang op zijn grondvesten heeft gedaverd. Maar het was de laatste keer in Baal, daar waar de toekomst lonkt. Het Sven Nys Cycling Center is in volle opbouw en voor jou wordt er een ereplaats voorbehouden. Als je daar dan binnenkort achter je bureau zit en je kijkt naar jouw Balenberg en je luistert eens even heel goed. Heel aandachtig. Dan zal je ze nog horen roepen. Merci Svenneke. Merci Svenneke. Merci. Kippenvel voor altijd.

Eén van je ontelbare supporters,

Annelies

Fotoreeks: Wereldbeker Zolder
Zolder bij valavond.

Fotoreeks: Wereldbeker Zolder

Gisteren ging ik naar de wereldbekerwedstrijd in Zolder waar een schitterende Mathieu Van Der Poel de wedstrijd won. Zoals steeds heb ik dan mijn (kleine) camera mee. Meestal doe ik niet zo veel met mijn kiekjes, maar nu heb ik een kleine fotospecial gemaakt met een selectie van de mooiste plaatjes. Kijk maar even mee!

Ik vind sportfotografie echt heel moeilijk, maar door mijn passie voor de cross ben ik er wel graag mee bezig en probeer ik de renners zo goed mogelijk op beeld te laten plakken ;). Tips om hierin te verbeteren zijn altijd welkom.

Sterretjes
Van Der Haar met de kannibaal in zijn wiel.

Sterretjes

Nee, ik ga het niet hebben over Twitter die deze week zijn sterretjes in hartjes veranderde. Ik ga het hebben over andere sterretjes. Over de sterretjes in het veldrijden. De cross telt vele stercoureurs maar allemaal zien ze momenteel de sterretjes voor hun ogen vliegen. Dat is de schuld van één man. Nu ja, van een jongetje van nauwelijks 21 jaar.

8/10. In acht van de tien wedstrijden waaraan Wout Van Aert deelnam reed hij als eerste over de streep. Dat zijn de feiten. Wat de feiten niet weergeven is dat hij die acht wedstrijden heeft gewonnen met overmacht. Met belachelijk veel overmacht. Las Vegas, Neerpelt, Erpe-Mere, Gieten, Ronse, Kruibeke, Zonhoven, de Koppenberg,… Toegegeven, hij smeet niet elke keer met minuten maar het oogde allemaal zo vlotjes, zo gemakkelijk.

Oké, behalve dat ene moment in Ronse waar Wout tot een paar ronden voor het einde niet de sterkste in koers leek. Dat was hij waarschijnlijk ook niet, maar hij was wel de slimste. Hij reed weg waar niemand volgde en kwam uitgeteld over de meet. Toen leek het mogelijk om de heerschappij te doorprikken. En dat deed Lars Van Der Haar de week erna in zijn Valkenburg.

Maar die nederlaag in Valkenburg betekende niet dat de zegereeks ten einde was. Lars versloeg Wout nog wel in Boom maar de demonstraties van Van Aert in Zonhoven en Oudenaarde waren fenomenaal. Op de mythische Koppenberg, het echte begin van het seizoen, had niemand een antwoord op die ene moordende versnelling. Hij finishte ruim een halve minuut voor de rest.

Van Der Haar is in de vorm van zijn leven. Nys is terug op niveau. Pauwels is goed, Meeusen begint onder de mensen te komen. Er staat bovendien een hele horde jonge renners te springen om het beste van zichzelf te geven met Sweeck, Merlier en de kleine Vanthourenhout op kop. En toch zien ze allemaal sterretjes. Ze zien hem vertrekken en weten dat het weer voorbij is. Op maandag dan maar terug de fiets op en hopen dat je dit weekend beter kunt of dat hij minder goed is. Het is de enige manier… (En laat ons niet vergeten dat er thuis nog een jongetje staat te trappelen om ook eens een cross te rijden en Van Aert alle kleuren van de regenboog te laten zien.)

Als al de rest nu al weken sterretjes ziet, wie houdt hem dan tegen in Huijbergen om de sterretjes te plukken? Want dat is de inzet komende zaterdag op het Europees kampioenschap. Een blauwe trui met sterretjes. Ik zie hem al schitteren. Of toch niet?

Bijna (maar nog niet helemaal…)
De staat van het parcours…

Bijna (maar nog niet helemaal…)

We schrijven begin september. Op het journaal zijn huilende kindjes met veel te grote boekentassen te zien. En ongeruste moeders. De hervorming van het secundair onderwijs is opnieuw een hot topic. De kusthoreca is voor het eerst in jaren tevreden. Het was een prachtzomer. Laundry Day warmt zich op voor wat één van de laatste grote festivals van de zomer zal zijn. Maar over iets wordt nog niet gepraat. Nog niet. Het is nog te vroeg.

Ik kan het alvast ruiken. Zelfs een beetje proeven. Het is aantocht. Maar het is nog te vroeg. De zon schijnt nog, sommige bloemen staan nog in bloei. Te vroeg. In Amerika en China kan het al, in België nog niet. Geduld, Annelies. Geduld.

Ik ben een zomermeisje. Ik hou van de lange warme dagen waarin mensen buiten komen en gewoon gezellig wezen. Ik hou van terrasjes en van languit liggen in parken. Ik hou van gratis festivals en al die andere dingen die bij vakantie horen. Ik hou van de zomer.

Maar diep vanbinnen hou ik ook van de koude en de modder. Diep vanbinnen wil ik mijn botten alvast klaarzetten. Ik wil renners zien afzien in die kou en in die modder. Ik wil naar buiten kunnen gaan met mijn muts scheef op mijn hoofd en met een niet bij de muts passende sjaal om mijn nek staan roepen naar lichamen die zichzelf afbeulen in een modderig veld. Of in een zandvlakte. Of op gevaarlijk glad ijs. Om de week erna, wanneer het nu toch echt wel te koud is om buiten te komen, met een tas thee en een haardvuur dichtbij diezelfde groep lichamen zichzelf opnieuw te zien afbeulen. Deze keer horen ze me niet maar ik roep naar het scherm alsof ze dat wel doen.

Voor sommige zal het het eerste profseizoen ooit zijn. Voor hem is het het laatste. Het is het seizoen waarin de tussengroep voor de laatste keer gekneld zit tussen jong en oud. Voor je het weet zal die tussengroep zelf behoren tot de categorie oud. De jeugd moet bevestigen. Zij staan te trappelen om zich te bewijzen. Hij wil nog één keer genieten. Nog één keer schitteren in zijn speeltuin.

Het wordt een pracht van een veldritseizoen. Ik kan het ruiken, proeven en al vaag voelen. Maar voorlopig enkel nog huilende kindjes met veel te grote boekentassen in beeld. Nog even geduld. Nog heel even.

Tot die dag aan de overkant van de grote plas. Tot Las Vegas op woensdag 16 september.