In juli 2019 maakte ik mijn voorlopig laatste echt grote (rond)reis. We gingen toen 7 dagen naar Roemenië, meer bepaald voor een roadtrip doorheen een deel van Transsylvanië. Ik schreef daarover al eens een uitgebreide gids. Roemenië is niet de meest typische reisbestemming. Maar het heeft wel alles te bieden: cultuur, natuur, steden, platteland, geschiedenis… en lekker eten.
Ik vertelde vorige keer al dat we hadden besloten om een halve dag langer in Sibiu te blijven, onze laatste stop in Transsylvanië. Sibiu is één van de bekendere stadjes en raakt steeds meer in trek bij toeristen. Ryanair vliegt sinds de zomer van 2022 rechtstreeks(?) op Sibiu vanaf Charleroi. In Sibiu is best wat te doen, dus dat wordt een lange post.
Piata Mica en Piata Mare
Het historische centrum van Sibiu wordt gedomineerd door twee grote mooie pleinen: het Piata Mica en Piata Mare. Rondom het Piata Mica zitten heel wat eettentjes, we ploften ’s middags neer bij Kulinarium voor een pizza. Nadien wandelden we rond op de pleinen en bezochten we de Romaanse kerk.
Naast de toren van het stadhuis uit de 13de eeuw die je trouwens ook kan beklimmen (deden we niet), trekt op het Piata Mica ook de ‘brug der leugens’ de aandacht van vele toeristen. De legende gaat dat wie over de voetgangersbrug loopt en een leugen vertelt de brug zal doen instorten.
Brukenthal museum
In de namiddag stond een bezoek aan het Brukenthal museum op de planning. Dat is één van de belangrijkste kunstmusea van Roemenië.
Brukenthal museum
Het museum is gevestigd is een 18de eeuws stadspaleis op het Piata Mare waarvan ene heer Brukenthal de eigenaar was en een collectie aanlegde. Je mag geen foto’s nemen in het gebouw en moet kiezen tussen de verschillende onderdelen. Zo is er een collectie Europese kunst met o.a. een Jan Van Eyck en Titiaan, maar ook een Roemeense collectie. Wij kozen voor de Europese route en betaalden 20 lei per persoon.
Foto van het middenplein van het Brukenthal museum
Ik vond dit echt een ferm museum om te bezoeken. De kunst hangt in de authentieke zalen van het paleis, inclusief origineel meubilair. De vloer kraakt van het kan niet meer, waardoor je je bewust wordt van elke beweging. De muren van de verschillende kamers waren felgekleurd en staken goed af tegen de glinsterende lusters die er aan het plafond hingen. Jammer dat ik geen foto’s kan tonen, maar dit is echt wel een aanrader, één van de mooiste kunstmusea die ik al gedaan heb.
Lutherse en orthodoxe kerkenpracht
Op het Piata Albert Huet vind je een Lutherse kerk met een prachtig felgekleurd dak. De kerk zou vanbinnen ook de moeite zijn, maar was helaas gesloten wegens renovatie.
Ik ben echt verliefd geworden op het dak van deze kerk.
Naast een Romaanse en Lutherse kerk, staat er in Sibiu ook een grote orthodoxe kathedraal. Je merkt dus opnieuw dat Transsylvanië een smeltkroes van culturen en religies bevat. We namen binnen een kijkje en mijn mond viel open van de pracht van dit gebouw.
Het mooiste straatje van de stad
Volgende stop was wat in de reisgids omschreven stond als ‘het mooiste straatje van de stad’. Het heet strada Cetatii en ligt naast een leuk parkje dat aan de oude Saksische stadsmuren grenst.
In het parkje kan je wandelen op de ‘walk of fame’, met sterren op het asfalt.
Een door street art opgevrolijkte elektriciteitskast in het park.
Huizen met ogen
Sibiu staat ook bekend als de Roemeense stad waar de daken ogen hebben. Het kan er in de zomer namelijk heel warm worden (hebben wij zelf kunnen ervaren) en daarom zijn er ventilatiedakvensters op zolder. En die zien er uit als ogen.
Ik voel me bekeken :D. Mooi oud huis met ogen, aan de voet van de ‘bridge of lies’.
Eettips en enkele koffiebarretjes
Het centrum van Sibiu is zeker niet groot en in anderhalve dag waren we zowat overal wel een keer of twee geweest. We ploften dus iets vaker neer op een terras om iets te drinken. Je vindt er ook steeds meer echte hippe koffiebars.
Op het Piata Mica kan ik naast Kulinarium, ook kofffie bij NOD aanraden.
Andere koffieplekjes zijn Flow Roasting (ook heerlijke biologische wijn en ze zitten in een leuk middeleeuws straatje) en Archiva de Cafea si ceai (van dezelfde eigenaars).
Het gezelligste eetplekje van de hele reis, was de Italiaan Max, een paar straten uit het centrum van Sibiu. Op het cosy binnenplein geniet je van verse pasta of pizza. Zeker een stop waard.
Op onze laatste middag in de stad aten we in de schaduw van Lutherse kerk een wienerschnitzel bij cafe Wien.
Na Brasov was Sibiu zeker mijn favoriete stop van de hele vakantie. De moeite waard voor een korte citytrip en zeker ook een goede uitvalbasis voor Transsylvanië.
Na anderhalve dag in Sibiu stapten we weer in de auto richting Boekarest, waar we nog een kleine 24 uur doorbrachten alvorens het vliegtuig naar huis te nemen. Dit is dus de laatste post over mijn vakantie naar Roemenië. Een land dat zoveel te bieden heeft en waar ik zeker nog naar terug wil keren.
Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.
Heb ik je overtuigd om Roemenië op je bucket list te zetten?
In juli 2019 maakte ik mijn voorlopig laatste echt grote (rond)reis. We gingen toen 7 dagen naar Roemenië, meer bepaald voor een roadtrip doorheen een deel van Transsylvanië. Ik schreef daarover al eens een uitgebreide gids. Roemenië is niet de meest typische reisbestemming. Maar het heeft wel alles te bieden: cultuur, natuur, steden, platteland, geschiedenis… en lekker eten.
Na een overnachting in Sighisoara pakten we opnieuw onze koffers voor een volgende stop. Normaal was het plan om meteen door te rijden naar Sibiu, waar we die avond zouden slapen. Om de dag erna de Transfagarasan Road te gaan rijden alvorens naar Boekarest te trekken. Maar dat rijden in de bergen was al een zware bevalling geweest (het was mijn eerste keer rijden op grote hoogtes) en we waren best moe. En het was sowieso al net wat te spannend om de Transfagarasan te rijden én tijdig Boekarest te halen. Dus we gooiden het plan om en zouden enkel nog Sibiu doen en van daaruit naar Boekarest rijden.
Omdat twee dagen Sibiu ons wat veel leek, gingen we op zoek naar een interessante stop tussen Sighisoara en Sibiu en die vonden we in Biertan.
Het parkje naast de parking met zicht op de weerkerk.
Biertan is net als Viscrieen oud Saksisch stadje dat gedomineerd wordt door een weerkerk op de heuvel van het dorp. Het staat op de Werelderfgoedlijst van Unesco.
Het grote verschil met Viscri is dat het moderne toerisme er nog iets meer is ingeslopen. Zo zijn de hoofdstraten van het centrum geasfalteerd en is er een betalende parking aangelegd voor de toeristen(bussen). Al van ver zagen we de weerkerk opdoemen die we een bezoekje brachten.
De weerkerk op de heuvel
Een bezoek aan de weerkerk van Biertan kost 10 lei per persoon en er is ook een leuk winkeltje aan waar ik een selectie postkaartjes insloeg. De ingang is langs een donkere trap waarna je meteen op binnendomein van de kerk komt.
Het uitzicht van het domein wordt gedomineerd door de Lutherse kerk. Deze is gebouwd door de Duitse Saksen toen dit stukje van Roemenië nog deel uitmaakte van Hongarije. Als je binnenkomt, springt meteen het speciale plafond in het oog. Ik vind dit een zeer bijzondere kerk, veel groter dan die van Viscri.
Het domein rond de kerk, waar dus het hele dorp kon schuilen in geval van nood, was wel gelijkaardig aan dat in Viscri. Met wachttorens, uitkijkpunten en verborgen gangen.
Er stonden veel borden met uitleg op het domein. Ook met foto’s van hoe het vroeger is geweest. Leuk om te zien hoe de gebouwen doorheen de jaren zijn geëvolueerd.
Uitzicht vanaf een wachttoren op het landelijke dorpje.
Na een grondig bezoek aan de weerkerk, maakten we een ommetje in het dorp, weg van het geasfalteerde stuk.
Kleurrijke huisjes op zandwegen en een prachtig ruraal landschap in de verte. Het is zowat het beeld van deze reis.
De meeste mensen maken een keuze tussen Viscri en Biertan omdat het heel gelijkaardige plekken zijn en dat volg ik wel. Maar toch vond ik het fijn om beide dorpen te bezoeken en zo de parallellen, maar ook verschillen te ontdekken. De weerkerk van Biertan is later gebouwd dan die van Viscri en dus zie je ook andere invloeden terug. Waar Viscri nog meer dat onaangetaste heeft, zie je tegelijk in Biertan dat leven in zo’n Saksisch dorp niet meteen armoede hoeft te betekenen.
Na een voormiddag in het dorp reden we niet langs de grote weg, maar door het Roemeense platteland naar Sibiu. We reden door kleine dorpjes, langs kilometers natuurpracht waar geen huis te bekennen was, we zagen meer weerkerken op een heuvel… Kortom, dit stukje Transsylvannië is werkelijk prachtig. En deze autorit was de mooiste van de hele roadtrip. Dus ik zou de omweg langs Biertan zeker aanraden voor een fullexperience van de omgeving.
Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.
Naar welke bestemming trek jij voor je volgende vakantie?
In juli 2019 maakte ik mijn voorlopig laatste echt grote (rond)reis. We gingen toen 7 dagen naar Roemenië, meer bepaald voor een roadtrip doorheen een deel van Transsylvanië. Ik schreef daarover al eens een uitgebreide gids. Roemenië is niet de meest typische reisbestemming. Maar het heeft wel alles te bieden: cultuur, natuur, steden, platteland, geschiedenis… en lekker eten.
Van het rurale dorpje Viscri was het maar een tweetal uur rijden tot in het dromerige Sighișoara. Een bekendere toeristische stop. Het oude Saksische stadscentrum is charmant en heel fotogeniek. Al in de 3de eeuw V.C. stond op deze heuvel een nederzetting. Je vindt er nog heel wat stukken van de oorspronkelijke middeleeuwse Saksische omwalling terug. Maar Sighisoara is toch vooral bekend als geboorteplaats van Vlad III, oftewel Dracula. Hij zou er in de 15de eeuw zijn geboren en Bram Stoker gebruikte hem als inspiratie voor zijn gelijknamige roman.
Het Saksische stadscentrum van Sighisoara is klein. Je hebt al snel alles gezien. De meeste toeristen kiezen daarom voor een stop van een halve dag (veel langer zal je niet nodig hebben om alles in je op te nemen) om dan verder te rijden. Dit zorgt er voor dat het centrum best druk kan zijn in de dag en dat het ’s avonds een pak rustiger is. Om die reden kozen wij net wel voor een overnachting hier. We kwamen al rond de middag aan zodat we een halve dag konden rond wandelen. De ochtend nadien zijn we dan meteen vertrokken naar de volgende stop.
Doordat we voldoende tijd konden spenderen in Sighisoara, hebben we elk straatje meerdere keren gezien met elke lichtinval. Ik neem je nu mee doorheen mijn foto’s en de bekendere plekken/bezienswaardigheden :).
Eén van de blikvangers is de klokkentoren. Gebouwd in de 14de eeuw als poorttoren van de stadsomwalling of citadel. Het dak heeft best opvallende kleuren en je ziet de toren vanuit elk mogelijk standpunt in het centrum. Je kan de toren ook beklimmen voor een uitzicht over de stad.
Ook op andere plekken in de citadel vind je meerdere stukken muur of kleinere wachttorentjes terug, restanten van de vroegere omwalling. Zeker een aanrader om de hele citadel even af te wandelen langs de oude muren. Dan krijg je een mooi zicht op het volledige centrum en word je regelmatig getrakteerd op een uitzicht op de rest van de stad.
Niet ver van de klokkentoren staat ook het befaamde geboortehuis van Vlad III. Het is knalgeel en je kan het niet missen want naast een hoop toeristen, vind je er ook van die typische toeristenwinkels en borden rond terug. Wij bezochten dit niet, en gingen richting de heuveltop.
Eén van de wachttorentjesDe scholierentrap uit de 17de eeuw
De Scholierentrap is misschien wel de vreemdste attractie van het stadje. Het is een overdekte houten trap die de leerlingen nog elke dag gebruiken om naar school te gaan. Die school bevindt zich op het hoogste punt van de citadel. De scholierentrap heeft 175 treden en het is dus een stevige workout om aan de top te komen.
En op die heuveltop vind je niet alleen de school, maar ook een kerk en kerkhof. De 13de eeuwse kerk zou vanbinnen ook een pareltje zijn, maar er was een huwelijk bezig toen wij er waren. We bewonderden het gebouw dus enkel van buiten.
Het kerkhof is een echte oase van rust. Met een mooi uitzicht over het Transsylvanische landschap.
En dan heb nog je de Instagramwaardige gekleurde straatjes. In Sighisoara vind je meerdere straten met de typerende kleurrijke huisjes, maar het straatje op onderstaande foto is dé plek die je altijd terugvindt op Instagram. De kleuren zijn er lekker fel.
Sighisoara is ook zeker meer dan de citadel alleen. Je kan naar beneden wandelen tot in een meer hip straatje, waar ook een hele goede koffiebar bleek te schuilen (The bean). We aten er ook pizza bij El Forno, al vind ik dat nu niet per se een echte aanrader om je naartoe te sturen. We aten wel nog dessert in ons hotel met de toepasselijke naam Hotel Sighisoara en ik zou daar eten mocht ik er nog eens zijn.
Ik hield wel van al die middeleeuwse pracht, al heb je het ook wel snel gezien. Gelukkig was het er niet zo druk en zorgde de zon voor een mooie lichtinval op de foto’s. Het is zeker een stop die de moeite waard is, maar verwacht niet overdonderd te worden ofzo :).
Had jij al eens van Sighisoara gehoord?
Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.
In juli 2019 maakte ik mijn voorlopig laatste echt grote (rond)reis. We gingen toen 7 dagen naar Roemenië, meer bepaald voor een roadtrip doorheen een deel van Transsylvanië. Ik schreef daarover al eens een uitgebreide gids. Roemenië is niet de meest typische reisbestemming. Maar het heeft wel alles te bieden: cultuur, natuur, steden, platteland, geschiedenis… en lekker eten.
Na onze stops in Peles Castle en Brasov, reden we door naar Viscri. Viscri is een Saksisch plattelandsdorpje in het hart van Transsylvanië dat ondertussen UNESCO erfgoed is. Het dorp heeft slechts enkele (niet geasfalteerde) straten en je ontdekt er dus nog het ‘oude’ leven. Je kan het dorp ook kennen omdat Prince Charles er een huis heeft gekocht. Sindsdien komt het wel eens wat vaker in het nieuws en is het nog meer in trek bij (Britse) toeristen.
In de hoofdstraat van het dorp, waar de dieren hun eigen ding kunnen doen.
Viscri is vaak een stop van toeristen omwille van de befaamde weerkerk (daarover straks meer), maar niet veel toeristen blijven er overnachten. Het lief en zijn familie zetten zich al sinds de jaren ’90 in voor Roemenië en hebben verschillende projecten gedaan in Viscri om de levensomstandigheden te verbeteren. Je kan dus spreken van een band met het dorpje en daarom bleven wij er wel wat langer. Ook om even wat rust in te bouwen in een al drukke roadtripweek.
Je rijdt Viscri binnen via een lange veldweg waarbij je doorheen een prachtig landschap cruist. Viscri is een authentiek dorpje met één klein winkeltje, een paar plekken om iets te drinken en vooral enkele gasthuizen die ook voor eten zorgen. Geen hotels dus. Wij sliepen bij Viscri 195.
Het blauwe huis van prince Charles
Het was al redelijk laat op de avond wanneer we aankwamen. We deden een eerste wandeling door het dorp. En namen ook wat extra rust. Tegen de avond gingen we weer naar buiten want één van de ’topattracties’ -om het met een lelijk woord te zeggen- is hetnaar huis wandelen van de koeien (’the cattle walk’).
Jawel, ’s morgens verlaten alle koeien het dorp naar hun weide en ’s avonds stappen ze zelf terug naar hun stal. De koeien weten heel goed hun weg en zijn daarop gedrild. Het is best grappig om te zien. De herder heeft er dus amper werk mee. De koeien zijn heel belangrijk voor de inkomsten van het dorp.
De volgende ochtend hadden we een paard en kar gehuurd om ermee de omgeving van het dorp te ontdekken. Viscri is eigenlijk een van oorsprong Saksisch dorp, maar net zoals in de rest van Transsylvanië vind je er een mix van Saksische en Roemeense inwoners. Daarnaast is er ook één straat waar de Roma leven. De meeste jongeren trekken vroeg weg uit het dorp, op zoek naar werkgelegenheid in Brasov of Boekarest, maar voor de Romajongeren lukt dat niet altijd. Eén van hen reed dus rond met paard en kar voor ons. We betaalden hiervoor 80 lei voor een uurtje.
Toerisme is sowieso de grootste inkomstenbron van het dorp. Er is onlangs een grotere parking aangelegd buiten het dorp waar de bussen toeristen kunnen uitstappen voor een bezoek aan het kerk. Vroeger moesten die door het dorp en dat zorgde voor wel wat overlast. Aan de bezoekers van de kerk alleen heeft het dorp niet per sé heel veel, dus als je er bent, wandel ook eens het dorp binnen en ga daar iets drinken ofzo. Of neem gewoon eens even de tijd om onderstaande landschappen in je op te nemen. Waar in België vind je nog zoveel open vlakte en natuurpracht?
Zicht op de weerkerk.Het mooie Roemeense platteland.
Na ons ritje op de kar, wandelden we naar het hoogste punt van het dorp voor een bezoek aan de weerkerk. Een weerkerk is een Saksische kerk, vaak op een heuvel gebouwd, ter verdediging tegen de Ottomanen. Het diende als toevluchtsoord voor het hele dorp en dus zie je dat de kerk er op uitgerust is om slaapplekken te bieden aan volledige gezinnen. Je vindt vandaag de dag nog verschillende van deze kerken terug doorheen Transsylvanië. Die van Viscri is een van de mooist bewaarde exemplaren.
De buitenkant van de weerkerk in Viscri
Je bezoekt de binnenkant van de kerk voor 10 lei per persoon. Het is net een klein dorpje daarbinnen, met natuurlijk een kapel voor de misviering, uitkijktorens om de vijand te spotten en verschillende ruimtes om de dorpbewoners onderdak te geven.
Na ons bezoekje aan de kerk, wandelden we nog even door het dorp, alvorens opnieuw in te pakken. Onze volgende stop lag maar een beetje verderop: Sighisoara. Dat is voor een volgende keer.
Had jij al eens ooit van Viscri gehoord? Zie jij een bezoek aan Transsylvanië zitten?
Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.
In juli 2019 maakte ik mijn voorlopig laatste echt grote (rond)reis. We gingen toen 7 dagen naar Roemenië, meer bepaald voor een roadtrip doorheen een deel van Transsylvanië. Ik schreef daarover al eens een uitgebreide gids. Roemenië is niet de meest typische reisbestemming. Maar het heeft wel alles te bieden: cultuur, natuur, steden, platteland, geschiedenis… en lekker eten.
Na een bezoek aan het koninklijke Peles Castle kwamen we aan in Brasov, onze eerste overnachting in Transsylvanië. Brasov is een oud stadje dat aan de voet van de Karpaten ligt, meer bepaald aan de berg Tampa. Er komen wel wat toeristen, vooral omdat het een goede uitvalsbasis is voor excursies naar andere trekpleisters (o.a. het kasteel van Dracula in Bran) in de streek. Wij sliepen in Drachenhaus, een prima hotel in het midden van de stad met excellent ontbijt. Ik heb er gelukkig geen draken gespot en er zijn ook geen vampieren ons ’s nachts komen lastig vallen.
Het was avond tegen dat we arriveerden en hadden ingecheckt. We maakten alvast een wandeling doorheen het leuke centrum. De letters Brasov staan Hollywoodgewijs op de berg Tampa, waar je ook met een kabellift heen kan om van het uitzicht te genieten. Dat hebben wij wel niet gedaan.
Piata Sfatului, het grote plein midden in het Saksische centrum met het stadhuis.
We kozen om bij Prato, een wat chiquere Italiaan, te gaan eten en het was er echt heerlijk. Na nog een ijsje bij Betty Ice Cream waar een super vriendelijke madame ons zelfs korting gaf omdat ik nog geen echt kleingeld in Lei had verzameld om terug te geven. Het is wel de teneur van deze stad: de mensen zijn er ontzettend vriendelijk en warm.
Naast leuke parkjes en middeleeuwse straatjes, vonden we ook wat street art in Brasov.
De volgende morgen verkenden we de stad eerst wat op onszelf, en dronken een koffie bij CH9 Kaffeehaus aan de Black Church.
Daarna sloten we aan bij de gratis walking tour van Walkabout. Wat een aanrader! We waren met een heel klein groepje en de gids wist echt veel interessante dingen te vertellen. Het centrum van Brasov is eigenlijk het oude Saksische (dus Duitse) centrum.
Alle wegen in dit centrum komen uit op het piata sfatului met het prachtige stadhuis. Het is ook daar dat de wandeling start.
Piata Sfatului met centraal het stadhuis
Maar de topbezienswaardigheid is ‘The black church’. De kerk is gotisch en gebouwd door de Duitse gemeenschap. Oorspronkelijk was dit een katholieke kerk, maar tijdens de reformatie in de 16de eeuw werd ze protestants. Je ziet binnen nog een paar overblijfselen van de muurschilderingen uit de katholieke kerk, maar verder is het interieur heel sober. In de 17de eeuw woedde er een brand in Brasov en ook de kerk zou getroffen zijn. Sindsdien wordt het ‘de zwarte kerk’ genoemd. Een bezoek aan de binnenkant van de kerk kost 10 lei per persoon.
The black church
Volgende stop: Rope street. Het kleinste straatje van de stad en volgens hen van Europa, al klopt dat niet. Rope street dankt zijn naam aan het feit dat het gebruikt werd door brandweermannen om zich met hun blusuitrusting te verplaatsen tussen beide delen van de stad.
Rope street
Rope street verbindt het toeristische gedeelte van de stad met de buitenwijken die leiden naar de stadsmuren. Als Saksische stad was natuurlijk ook Brasov ommuurd om invallen vanuit het oosten (de Turken en consoorten) af te weren.
Stadsomwalling
En zo kan je langs de mooie stadsomwalling wandelen, met deze opvallende ronde toren als blikvanger. Maar ook aan de andere kant van de stad vind je enkele speciale toegangspoorten, zoals de Schei poort.
De Schei poort
De sprookjesachtige Ekaterina Gate is mijn persoonlijke favoriet. Die staat in een leuk parkje op de grens met het Roemeense gedeelte van de stad.
Ekaterina gate
De wandeling neemt je ook mee buiten de Saksische kern, want daar wacht eigenlijk een nieuw stadscentrum. Naast de Saksen, heeft Brasov ook heel wat Roemeense inwoners. Met een eigen orthodox geloof. We bezochten de orthodoxe kerk St. Nicolas Church onder begeleiding van de gids, want het orthodoxe geloof heeft andere rituelen dan wat wij kennen uit een katholieke kerk. Zo staan er geen stoelen, en moet je bij de binnenkomst een van de emblemen kussen. Op het einde van de wandeling geef je de gids een vrije bijdrage, maar de onze was meteen weg en vroeg niet naar een fooi. Het was dus echt een gratis tour. Voor wie niet in Brasov stopt, ook in Boekarest kan je wandelingen volgen met Walkabout. Dikke aanrader!
Gezellig straatje in het Roemeens gedeelte van de stad
Naast de Saksische en Roemeense gemeenschap is er nog een sterke Hongaarse vertegenwoordiging. Die hebben dan weer hun eigen scholen en kerk, in het katholieke geloof. En dan heb je nog de roma, die een beetje buiten de samenleving staan. Dit alles zorgt voor een smeltkroes aan culturen en invloeden en die zie je allemaal terug in Brasov, de poort naar Transsylvanië.
de orthodoxe St. Nicholas Church.
Na de wandeling pikten we nog een lunch mee bij Bistro de l’Arte in een gezellig straatje. Ik denk dat we een pasta aten en dat die heel lekker was. Brasov was voor ons een aangename ontdekking en voor mij persoonlijk de favoriete stop uit de trip. Er is nog heel wat te verkennen in de buurt, waardoor ik er graag naar terug zou keren. Absoluut de moeite dus, allen daarheen!
Wij stapten opnieuw de auto in en reden door het Roemeense platteland op weg naar Viscri.
Welke minder bekende stad heeft jouw positief verrast op vakantie?
Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.
In juli 2019 maakte ik mijn voorlopig laatste echt grote (rond)reis. We gingen toen 7 dagen naar Roemenië, meer bepaald voor een roadtrip doorheen een deel van Transsylvanië. Ik schreef daarover al eens een uitgebreide gids. Roemenië is niet de meest typische reisbestemming. Maar het heeft wel alles te bieden: cultuur, natuur, steden, platteland, geschiedenis… en lekker eten.
De vorige keer vertelde ik jullie alles over de hoofdstad Boekarest. Na een dag rondwandelen in die stad haalden we de volgende morgen onze huurauto op in de buurt van de luchthaven bij Klasswagen en konden we aan onze miniroadtrip in Transsylvanië beginnen. Vandaag vertel ik jullie alles over onze eerste stop: Peles Castle.
Peles Castle?
Peles Castle ligt in het stadje Sinaia, ook populair in de winter als skioord want het ligt aan de Karpaten. Sinaia is 2,5 uur rijden vanaf Boekarest en slechts 20 minuten van Brasov, de grootste stad van Transsylvanië. Om die reden is het een populaire daguitstap vanuit één van beide steden. Al is het echte Draculakasteel Bran, dat ook in de buurt ligt, vaak nog populairder bij toeristen. Maar Peles is een koninklijke residentie en beloofde een prachtig interieur. Veel meer een sprookjespaleis dan Bran en dus twijfelden we niet om hier even halt te houden.
Het kasteel, Castelul in het Roemeens, ligt op een stevige heuvel. Je parkeert de auto iets lagerop (prijs van de parking is 20 lei) en wandelt dan naar boven waar het kasteel je verwelkomt. Doe dus best stevige stapschoenen aan. We arriveerden er rond de middag en hadden onze lunch bij om te picknicken in het gras. In de bijgebouwen van het kasteel zijn enkele toeristische restaurants/cafés maar heel erg de moeite zijn ze niet.
Een koninklijke binnenkant
Het hoeft jullie niet te verbazen dat ik alleen al bij het zien van het gebouw door het dolle heen was. Peles heeft echt een enorm mooie buitenkant waar je mooie plaatjes kan schieten. We schoven meteen aan in de rij voor een ticket om ook de binnenkant te bewonderen. Je kan enkel binnen via een georganiseerde rondleiding van 45 minuten in het Engels of het Roemeens. We kozen voor de volledige tour van 60 lei per persoon en we betaalden daarnaast nog 35 lei om foto’s te mogen maken.
Even wat geschiedenis. Peles is een neorenaissancistisch paleis uit de 19de eeuw en werd gebruikt als zomerpaleis door de koninklijke familie. Het werd gebouwd voor koning Carol I die er leefde met zijn koningin Elizabeth. Koningin Marie beviel er dan weer van de troonopvolger Carol II. Tijdens het communisme werd het paleis al even omgedoopt tot een museum, maar dictator Ceaușescu sloot het opnieuw. Na 1989 werd het terug opgelapt en weer tentoongesteld voor het grote publiek.
De grote hal
Binnen maakt vooral het glazen plafond en het gedetailleerde houtsnijwerk van de grote hal indruk. We kwamen er meerdere keren voorbij tijdens de tour en het bleef me verbazen. We passeerden heel wat andere mooie kamers. Ik herinner me ook een indrukwekkende wapenkamer en een soort Arabisch getint salon waar thee werd gedronken.
In de balzalen hangen grote sierlusters die doen denken aan Versailles. Dit is echt een prinsessenpaleis. Ik vond de uitleg van de gids ook zeker niet slecht, alleen zijn de groepen wel heel groot en de akoestiek van de kamers zijn daar niet op voorzien. Dus ik kroop zoveel mogelijk op de eerste rijen om iets te verstaan.
Je kan kiezen om alleen de benedenverdieping te zien of ook de boven. Dus ergens halverwege de tour namen we afscheid van sommigen, dat was een beetje vreemd. Ik raad zeker aan om het geheel te bezichtigen want er kwamen nog wat prachtige kamers aan. Na een klein uur stonden we weer buiten en wandelen we de kleine kasteeltuin in. Vanaf het kasteel heb je ook een goed zich op de Karpaten.
Uiteraard moesten we enkele plaatjes schieten bij het paleis :).
Het broertje: Pelisor Castle
Nadat Carol I Peles had laten bouwen, bleek dit optrekje niet te voldoen voor zijn opvolger, koning Ferdinand. Daarom liet hij iets hogerop Pelisor Castle bouwen, in art nouveau stijl. Dit gebouw met zijn kleurrijke dak is tot vandaag nog steeds in handen van de erfgenamen van de laatste Roemeense koning die tot 2017 nog woonde in zijn paleizen. Ook Peles is officieel nog steeds van de monarchie maar wordt verhuurd aan de staat. Pelisor is ook toegankelijk voor publiek maar heeft beperktere openingstijden en daar waren we niet op voorzien. We wandelen wel even naar boven om het te bewonderen langs buiten.
Dit gebouw heeft meteen een minder groot prinsessengehalte natuurlijk, maar ik ben wel fan van het dak! En toen was het tijd om weer naar de auto te stappen. Ik had eigenlijk niet verwacht dat er zo’n pareltje van een paleis in de Roemeense bergen zou schuilen. In tegenstelling tot Bran is Peles minder bekend en dat is totaal onterecht. Je merkt wel dat er stilaan nood is aan een volgende restauratieronde, maar dat droeg bij aan het ‘oude’ gevoel. Wat mij betreft mag dit paleis zeker in de top 5 van de paleizen die ik al heb bezichtigd. (En dat zijn er toch al wel wat!).
Zeker een interessante stop dus. We zetten hierna koers naar Brasov, maar dat is voor een volgende keer.
Wat is het mooiste paleis dat je al hebt bezocht?
Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.
Deze zomer gingen jullie ongetwijfeld allemaal op vakantie naar Malta & Gozo, na het lezen van mijn gids vorig jaar. Wel dan presenteer ik de ideale bestemming voor de zomer van 2020: Roemenië. Het lief en ik trokken 7 dagen naar dit land aan de Zwarte Zee, en naast een bezoekje aan de hoofdstad Boekarest, trokken we ook 5 dagen op roadtrip in de streek Transsylvanië. Van iedere dag komt er zoals steeds nog een reisverslagje aan (waarvan mij kennende het laatste toch zeker over 3 jaar online komt ^^). Maar ik zorg ook deze keer voor een overzichtspost met onze route, het soort posts dat mij ook steeds enorm helpt met plannen.
Dus geen ultieme gids, zoals de ironische titel doet vermoeden, maar een praktische gids die jullie hopelijk helpt met plannen, net als vorig jaar, in handige bullets.
Praktisch & vervoer
Vliegreis
We waren in Roemenië van woensdag 17 juli t.e.m. dinsdag 23 juli 2019 en hadden het geluk dat de bagage-afhandelaars deze zomer al gestaakt hadden. We vlogen twee keer vanaf Zaventem met Tarum, een Roemeense maatschappij uit het netwerk van Brussels Airlines. Bestemming: de hoofdstad Boekarest. Roemenië telt tal van luchthavens, voornamelijk voor binnenlandse vluchten (want ja zo groot is dat land), maar vanuit België vliegen er geen maatschappijen op een andere luchthaven dan Boekarest Otopeni (Ryanair biedt Cluj-Napoca aan, maar dat is via een binnenlandse vlucht vanuit Boekarest).
Ook Ryanair en Blue Air vliegen op Boekarest, al dan niet vanaf Charleroi. Maar wij hadden wel wat bagage (en dat zou ook optellen bij een low cost maatschappij) dus kozen we op voorhand voor de wat duurdere optie. Boek zeker tijdig, want wij waren al aan de late kant en telden dus wel wat neer voor een vliegticket (ik denk twee keer rond de 150 euro).
Roemenië maakt wel deel uit van de EU, maar nog niet van Schengen. Dit betekent dat je moet aanschuiven aan de paspoortcontrole. Wat vooral in Zaventem een gedoe is in juli en augustus. Wij hebben bijna drie kwartier aangeschoven, een Belgisch ID mag namelijk niet door de automatische poortjes. Als ik één tip mag geven: beschik je door een vorige reis over een EU paspoort dat nog geldig is, neem dat dan aub mee, dan bespaar je dus heel wat tijd. Zo niet: trek dan op tijd naar de luchthaven in het hoogseizoen.
Van de luchthaven naar Boekarest
Vanaf de luchthaven kozen we steeds voor een bus naar de stad. Er zijn twee buslijnen die je naar het centrum brengen de 783 en de 780. Afhankelijk van het verkeer en de locatie van je slaapplaats ben je in minder dan uur in de stad.
Huurauto
Over het rijden met een huurauto en mijn eerste roadtrip kon je al lezen in deze blogpost.
Op aanraden van fervente Roemeniëfans huurden we een auto bij Klasswagen. Je boekt op voorhand de auto die je wil en kiest best voor een volledige verzekering. Ze kunnen je komen ophalen aan de luchthaven met een busje (want ze zitten vlakbij de luchthaven Otopeni), en weer terug brengen wanneer je de auto inlevert. Maar aangezien wij onze vluchtdagen telkens combineerden met een halve dag in Boekarest namen we tweemaal een taxi van en naar de stad. Verder ben ik heel tevreden van de service bij Klasswagen. We kregen op tijd een auto, in ons geval een groter model, en geen gedoe of discussies bij het inleveren. Ook moet je de auto niet kuisen, ze hebben namelijk een eigen carwash in de kelder. Doordat we een volledige verzekering namen hadden we geen kopzorgen mocht er iets gebeuren.
In Roemenië is een auto huren met zo’n verzekering spotgoedkoop. Wij betaalden 25 euro pp. per dag. Ook tanken is niet zo duur, in totaal tankten we voor net geen 50 euro.
Munteenheid & geld wisselen
In Roemenië betaal je met Roemeense Lei (RON), de koers is daar een pak voordeliger dan de euro. Deel elk Roemeens bedrag door iets meer dan 4 om de prijs in euro te berekenen. Geld wisselen doe je best in een wisselkantoor en niet aan een bankautomaat, dan betaal je extra taksen bij het afhalen. In Boekarest en de grote steden kan je makkelijk pinnen/betalen met de kaart, maar in de kleinere dorpjes en sommige bezienswaardigheden moet het nog in cash (bv. Viscri, Peles Castle, parkeerautomaten). Zorg dus zeker dat je cash bijhebt voor je op roadtrip vertrekt.
Uurverschil
In Roemenië is het één uur later dan in België. Vooral op je eerste dag verlies je dus extra tijd.
Reisweg & overnachtingen
Dag 1: aankomst en wandeling door Boekarest
Het presidentieel paleis
Onze vlucht landde omstreeks 14u, waardoor we ongeveer rond iets na 15u plaatselijke tijd in Boekarest aankwamen.
We sliepen bij Upstairs Boutique, een spiksplinternieuw kleinschalig hotel dat zich achter de gevel van een oude cinema bevindt, vlakbij het park Cismigiu. De kamers zijn comfortabel en schoon, het is er megarustig (want van de steenweg weg), maar het ontbijt is zeer pover. Qua ligging echt wel ideaal.
Hierna wandelden we door het historisch centrum. Het lief is al vaker in Boekarest geweest en nam het voortouw. We passeerden heel wat kerken, parken en het Palace Of The People van Ceaușescu.
Die avond hadden we een date met de schoonzus en haar vriend en trokken we daarom richting het chiquere CAJU. Het restaurant is van de hand van Joseph Haddad, de Sergio Herman van Roemenië, die ook nog een sterrenrestaurant uitbaat. Dit is zijn budgetvriendelijk restaurant, maar nog steeds duur voor de gemiddelde Roemeen. Het was met voorsprong het beste eten van de hele trip. Heel originele en lekkere combinaties. Een mix van Roemeens en modern eten. En die desserts, amai!
Dag 2: van Boekarest naar Brasov, via Peles Castle
Peles Castle
We namen de taxi naar Klasswagen en trokken eropuit met onze huurauto.
Eerste stop: Peles Castle, zo’n 2u30 van Boekarest. We kozen voor Peles en niet het meer populaire Bran Castle (wat gelinkt wordt aan Dracula, of toch de inspiratie zou zijn van Stoker voor het Draculakasteel), omdat ik her en der had gelezen dat dit een mooier paleis was.
Voor de parking betaalden we 20 lei. We lunchten op het kasteeldomein met broodjes uit de supermarkt. Je vindt er ook wel een cafetaria en wat winkeltjes hebt, maar allemaal heel toeristisch.
We kozen voor de volledige tour van 60 lei per persoon en het lief betaalde ook nog 35 lei om foto’s te mogen maken. Je kan het paleis dus enkel bezoeken via een tour. Wij hadden het geluk dat er net een Engelstalige rondleiding begon en dus niet moesten wachten. Je moet plastieken zakjes rond je schoenen doen om de vloer niet te beschadigen. De volledige tour duurde ongeveer 45 minuten.
Het paleis is echt prachtig ingericht en veel groter dan je op voorhand denkt. Ik vond dit echt een van de mooiere paleizen die ik al bezocht heb. Het is wel minder fijn dat je aan de tour gebonden bent. De groepen zijn groot en dus luidruchtig.
Eens buiten namen we nog ruimschoots de tijd om foto’s te nemen en wandelden we tot aan het kasteel Pelisor, dat zich een beetje hoger bevindt en dat je ook zou kunnen bezoeken, maar zowel Peles als Pelisor sluiten al de deuren omstreeks 16u.
Het is er druk, dat moet gezegd worden. Maar dat is meestal wel zo als je een paleis bezoekt (denk maar aan Versailles of het Alcazar in Sevilla)
Vanuit Sinaia, het dorpje waar Peles zich bevindt, reden we richting Brasov. Na wat vechten met de parkeerautomaat die enkel muntjes aanneemt (het hotel betaalde uiteindelijk via een gsmticket voor onze parking) checkten we in bij Drachenhaus, ons hotel voor die nacht. We hadden een hele fijne kamer met een uitgebreid ontbijt. De ligging is opnieuw geweldig. Zeker eentje om opnieuw te boeken.
We wandelden alvast wat door het centrum van Brasov, dat ons meteen enorm aansprak.
Dag 3: verkenning van Brasov en aankomst in Viscri
Een straatje in Brasov
Na een uitgebreid ontbijt in Drachenhaus gingen we op pad in Brasov. Dit was helemaal mijn stadje, met een leuke mix van Saksisch erfgoed en het Roemeense leven.
Om 11u waren we present voor de Free Walking Tour van Walkabout. We verkenden alle hoogtepunt van de stad, onze gids gaf echt zeer veel leuke weetjes over de stad en de geschiedenis van Roemenië. Echt een dikke aanrader!
We bezochten in Brasov ook the black church, een grote protestantse kerk, de trekpleister in Brasov. De inkom was 10 lei pp. en ik vond het echt een fijn bezoek. Zeker nadat we door de Tour al heel wat achtergrondinformatie hadden gekregen.
Jammer genoeg was het na een middagmaal tijd om afscheid te nemen van Brasov. We reden richting Viscri, wat ongeveer een dik uur rijden was. In Viscri logeerden we bij Viscri 195.
Viscri is een Unesco beschermd Saksisch dorpje waar de tijd is blijven stilstaan. Er is geen asfalt en er zijn ook geen hotels en amper restaurants. Er is nog maar pas een parking aangelegd buiten het dorp. Je slaapt dus in één van de guesthouses en vaak eet je bij de host die voor zijn/haar gasten kookt.
Die avond dwaalden we wat rond in het dorpje en keken we ’s avonds naar de intocht van de koeien. Jep, elke avond komen de koeien van de weides op hun eigen naar hun stal. Die koeien zijn zo geconditioneerd dat ze zelf de weg kennen.
In Viscri deden we eerst een rit met paard en kar (waarbij je lokale bevolking steunt en de paarden worden trouwens goed verzorgd – ik ben zeer moeilijk wat betreft toerisme met dieren – maar in dit geval vond ik het wel een ethische keuze). Tijdens de rit beland je letterlijk in niemandsland, velden en bergen is al wat je ziet. De stilte is overdonderend. Geweldig!
Daarna bezochten we de bezienswaardigheid van het dorpje, de weerkerk. Veel toeristen komen enkel voor deze kerk naar het dorpje en zijn daarna weer weg. De toegang kost 10 lei pp. en het is één van de mooiere weerkerken uit de streek. In een weerkerk werd niet enkel mis gehouden, maar het was eerder een soort minifort waar alle gezinnen zich konden in terugtrokken bij een inval van de Turken. Over heel Transsylvannië vind je dit soort kerken, meestal op de top van een heuvel, net zoals in Viscri.
Het was tijd voor onze volgende bestemming! In minder dan een uurtje ben je in het historisch centrum van Sighisoara. Ook een oud Saksisch stadje vol kleurrijke huisjes.
Sighisoara is klein genoeg voor een halve dag. We wandelen elke straat zeker drie keer door op die tijd. Belangrijkste trekpleisters zijn de klokkentoren, de oude stadsmuren, het huis van Vlad III (de man waarop Dracula gebaseerd is) en de scholierentrap (een houten trap met 175 treden die de leerlingen elke dag naar boven nemen – waar de school zich bevindt).
We sliepen bij Hotel Sighisoara, dit was met voorsprong de meest ruime kamer van de hele trip.
Plots hadden we wat tijd over voor een extra stop (de transfagarasan rijden bleek geen realistische optie binnen onze tijdspanne). We kozen voor Biertan, een ander Saksisch dorpje met een weerkerk, vergelijkbaar met Viscri. Biertan is iets moderner (wel asfalt op de hoofdwegen en dus ook toeristischer) en ook de weerkerk is heel anders ingedeeld. Ik vond dit wel een hele fijne stop! Toegang tot de weerkerk moet ook iets van een 10 lei pp geweest zijn en we betaalden 3 lei voor parking.
Het was een half uurtje tot in Biertan en vanaf daar reden we via een kleinere weg naar Sibiu (in totaal reden we 2 uur denk ik). Doordat we niet de steenweg namen passeerden we in allerlei kleinere dorpjes en door grote stukken platteland. Het was een leuke ervaring om Roemenië echt te leren kennen.
Iets na de middag kwamen we aan in Sibiu en checkten we in bij The Council. De grootste tegenvaller van alle slaapplaatsen. We hadden een super kleine kamer een mobiele airco waarvoor ze een gat hadden gemaakt in het raam… Veel straatlawaai en nog altijd heel warm dus.
We hadden wat last van vermoeidheid en de hitte en dus deden we het de namiddag in Sibiu rustig aan. We wandelden doorheen het centrum en brachten een bezoek aan het Brukenthalmuseum (we kozen voor de afdeling Europese kunst). Dit is een kunstmuseum in een soort van oude paleisresidentie van baron Brukenthal. De inrichting is specialer dan de kunst zelf en hoewel het niet heel groot is vond ik het een heel fijn museum om te doen (helaas was er binnen geen airco – dat heb je in een oud pand). We betaalden 20 Lei toegang pp. denk ik.
In de voormiddag wandelden we opnieuw door Sibiu. Hoewel het een leuk stadje is voelde ik het niet zo. We gingen hier en daar binnen kijken in één van de mooie kerken. En er zijn toffe straatjes en mooie pleinen. Maar één dag in Sibiu is zeker voldoende wat mij betreft.
Onze roadtrip liep op zijn einde en we reden 4,5 uur terug naar Boekarest, langs de gewone weg en zelfs het laatste stukje op de snelweg vanuit Pitesti. We dropten de auto en namen de taxi naar het Z Executive Boutique Hotel, onze laatste stop. Dit was de meest moderne kamer van de hele reis (en geweldig uitgebreid ontbijt).
Dag 7: Boekarest en terugvlucht naar België
Paraplu’s in Boekarest, er moest toch één hipsterfoto in deze post zitten 😀
Onze laatste dag brachten we opnieuw door in de hoofdstad en opnieuw zonder een echt plan. We liepen nog wat door het historisch centrum en dronken iets in een hippe koffiebar.
Tegen de middag namen we de bus terug naar de luchthaven en zat onze vakantie erop.
Zo, dat was een hele boterham :). Ik moet zeggen dat de planning van onze trip ideaal was. Je hebt zeker niet meer tijd nodig in de meeste stadjes (enkel in Brasov zou ik nog wat langer kunnen verblijven) en een citytrip in Boekarest was niet ons doel. Daar keren we sowieso nog wel naar terug. Transsylvanië is zeker een mooie streek vol geschiedenis en natuur. Alles ligt er ook dicht bij elkaar waardoor je makkelijk kan combineren.
Zegt Roemenië jou iets als bestemming?
Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.