Close

Parijs #5: dagtrip naar Versailles

In maart 2019 trokken Leen en ik 5 dagen naar Parijs. Het was voor mij de eerste echte kennismaking met de lichtstad. Eén van mijn wensen was om een dag uit te trekken voor het paleis van Versailles. Dat deden we op de derde dag en het weer zat gelukkig helemaal mee. Ik had op voorhand redelijk veel gelezen om ons bezoek zowel praktisch als inhoudelijk voor te bereiden en daarom zal dit ook best een uitgebreide post worden. Dus ga er even voor zitten.

Van Parijs naar Versailles

Versailles bereik je vanuit Parijs het makkelijkst met de trein (met de wagen kan natuurlijk ook). Hiervoor moet je vertrekken vanuit een RER C station. Dit is één van de vijf spoorlijnen die het centrum van de stad verbindt met de voorsteden en nummer C gaat dus tot in Versailles. Wij namen de metro tot in Javel, maar bekijk zeker welk RER C station het dichtst bij jouw vertrekpunt zit. Je moet een apart ticket kopen voor deze trein. Heen en terug komt dit op 7,10 euro. Ik herinner me nog dat het wat gedoe was met die ticketjes aan de automaat, maar uiteindelijk is het wel gelukt.

De treinrit duurt een twintigtal minuten (afhankelijk van het station waarin je vertrekt). De juiste halte voor het paleis van Versailles is “Versailles chateau rive gauche“. Bij het uitgang wandel je dan het blokje rond en je ziet het paleis meteen opdoemen. Uiteindelijk bleek het best eenvoudig om er te geraken, maar reken dat je heen (en dus ook terug) een uurtje kwijt bent met de metro, ticketten, trein en wandelen tot aan het paleis. Belangrijk om mee te nemen in je time management.

Inkom en wachtrijen

Versailles staat bekend om zijn lange wachtrijen aan de inkom. Wij hadden daar geen last van om een aantal redenen:

  • Het paleis opent om 10u. We waren er iets vroeger zodat we bij de eersten waren die binnen konden. Het is sowieso aangeraden om vroeg te komen, aangezien de bussen Japanners vaak vanaf 10u aan het paleis gedropt worden.
  • We waren er in maart. Vanaf 1 april start het echte toeristische seizoen, wat wil zeggen dat het paleis langer open is, de fonteinen aan staan en er allerlei events zijn. In maart is het dus nog betrekkelijk rustiger. Volgens mij kan je ook perfect in het voorjaar of vroege najaar rustig genieten als je de fonteinen toch in actie wil zien. Maar in de zomermaanden moet je er sowieso rekening mee houden dat het heel druk kan worden.
  • We waren er op een weekdag (woensdag). Op maandag is Versailles gesloten, op dinsdag zijn alle musea in Parijs gesloten waardoor iedereen naar Versailles trekt en in de weekends is het sowieso drukker. Ga dus op een woensdag of donderdag naar Versailles en de kans op rust is een pak groter.
  • We kochten online een ticket. Maar vergis je niet: je gaat nog altijd moeten aanschuiven in een (lange) wachtrij. Het is gewoon een andere rij en die gaat iets sneller voorruit omdat er geen aankoop meer moet gebeuren telkens.

Versailles is gratis voor EU burgers onder de 26-jaar. Maar vergeet ook dit gratis ticket niet op voorhand online te bestellen! En ook als jongere moet je in de online wachtrij wachten (al doet de site uitschijnen dat je sneller binnen kan, dat is dus niet). Voor een volwassene raad ik aan om een passport ticket te kopen, dit geeft toegang tot het paleis, beide trianon estates en de tuinen. Dit ticket komt op 20 euro. Een ticket zonder de trianons kost 18 euro, en voor die 2 euro vind ik beide trianons echt wel een aanrader dus niet twijfelen om dat er bij te nemen. Een vergelijking van alle tickets vind je hier

Binnen moet je zowel bij het paleis als de trianons je rugzak steeds in een locker stoppen. In de tuinen mag je je rugzak wel bij je hebben en dus kan je perfect een picknick meenemen. Dat is ook wel aangeraden omdat de eetgelegenheden op het domein uiteraard heel toeristisch zijn en het net leuk is om een plekje in de tuinen uit te zoeken. Als je alles redelijk gedetailleerd en rustig wil bezoeken zou ik zeker 6 uur uittrekken voor het volledige bezoek. Samen met de rit heen en terug is Versailles dus een echte daguitstap.

Het paleis van Versailles

Onder koning Louis VIII was Versailles een klein jachtslot. Zijn zoon Louis XIV, de later zonnekoning, breidde het paleis decennialang uit. Het was een constante bouwwerf waar duizenden arbeiders tegelijk aan werkten in povere arbeidsomstandigheden. Louis wou van Versailles het centrum van de wereld maken. En dat deed hij ook door alle nobelen te verplichten om in het paleis te komen wonen. Die edelen zaten er letterlijk opgehoopt zonder veel hygiëne, het stonk dus enorm in Versailles. Ook de twee volgende koningen, Louis XV (bekend van al zijn maîtresses zoals madame de Pompadour) en de gedoemde Louis XIV, verbleven in Versailles. Tijdens de Franse Revolutie werd het koningskoppel gedwongen in het Tuilerieënpaleis in Parijs te gaan leven en werd Versailles verlaten. Nadien verbleef Napoleon nog regelmatig in Le grand Trianon, maar zijn plannen om Versailles te verbouwen bleven uit. Onder koning Louis Philippe werd het paleis voor het eerst omgedoopt tot een museum.

Als je vroeg genoeg gaat kan je nog relatief profiteren van een leeg binnenplein en een niet te drukke spiegelzaal.

Voor een bezoek aan het paleis zijn er een aantal vaste routes die je moet volgen. Je krijgt ook een audiogids mee die inbegrepen zit in de prijs. Ze zijn altijd wel iets aan het renoveren, dus reken erop dat je misschien niet alles te zien krijgt. Zeker als je buiten het seizoen gaat. Tijdens ons bezoek waren de slaapvertrekken van Marie Antoinette en de galerij van de veldslagen niet toegankelijk. De kapel waren ze ook langs buiten aan het renoveren maar konden we wel binnenin bekijken.

Versailles is een plaatje. We wandelden zaal per zaal van de ene verbazing in de andere. Volledig beschilderde plafonds, veel bladgoud en marmer… het is een echt luxepaleis. Ik maakte dus vooral foto’s van de plafonds, wat ook weer handig is want dan staat er geen volk mee op :). Overal kom je de beeltenis van Louis XIV tegen. De koning was immer aanwezig.

De bekendste ruimte is natuurlijk de spiegelzaal en ik had zelf niet verwacht om er ook zo overdonderd door te zijn. Er zijn zoveel details om op te letten. De 73 meter lange zaal is de grootste ruimte van het paleis en bevat maar liefst 357 spiegelpanelen.

De route leidt verder ook nog naar de slaapkamer en enkele andere persoonlijke vertrekken van de koning. Louis XIV was de uitvinder van het Franse hofprotocol waarbij elke dag nobelen werden uitgekozen om ‘le petit et le grand lever’ bij te wonen en de koning kledingstukken aan te reiken.

Le roi governe par lui même, een inscriptie zodat niemand er zou aan twijfelen dat Louis XIV een absolute vorst is.

Na de vertrekken is het normaal tijd voor de galerij van de veldslagen, maar die moesten we dus overslaan. Je komt vervolgens in enkele zalen ingericht na de Franse Revolutie die van Versailles een chauvinistisch museum moesten maken.

Sommige toeristen razen door het paleis en laten daarom bepaalde zalen links liggen. Ik vond deze nochtans een echt pareltje.

In de mesdames-vleugel kan je nog enkele kamers bezichtigen van de zogenaamde mesdames, de dochters van Louis XV die ongetrouwd aan het hof verbleven. Ze waren vreselijk elitair en geen enkele Europese prins was goed genoeg voor hen. De kamers staan vol met schattig meubilair. De prinsessen brachten hun tijd door met muziek spelen, lezen en thee drinken. En Marie Antoinette op haar zenuwen werken, dat ook :).

Trek zeker een uur of drie uit om in het paleis zelf alles te bezichtigen. Uiteraard kan het korter, maar wij bekeken elke zaal en luisterden aandachtig naar de audiogids die best relevante informatie gaf. Ik ben zo iemand die alles op haar gemak gezien wil hebben, zeker in dit soort plekken. Het zijn de details en de achterliggende verhalen die het hem doen.

De tuinen

Voor sommigen zijn de tuinen van Versailles een nog groter hoogtepunt dan het paleis zelf. Versailles was een echt lusthof naar Romeinse normen ontworpen. Het staat daardoor vol met beelden en fonteinen die naar de Oudheid verwijzen. Voor 1 april kan je er geen werkende (lees spuitende) fonteinen bewonderen, maar dat deerde ons niet.

De grote fontein aan het paleis met zicht op het Grote Kanaal verderop.

De tuinen zijn opgedeeld in bosquets, kleine hofjes met elk hun eigen inrichting. Ze waren niet allemaal open voor publiek toen wij er waren, maar het was fijn verkennen.

Eén van de vele bosquets.
De paardenfontein, o.a. bekend uit de intro van de serie Versailles, die trouwens een kijktip is om je bezoek aan Versailles voor te bereiden ;).

Le petit trianon en le hameau de la reine

Veel minder toeristen brengen een bezoek aan de trianons, het is er dus rustiger dan in het hoofdpaleis.

Het is een hele wandeling naar de andere kant van het domein, maar iets na de middag (na een deugdoende picknick in een bosquet) kwamen we aan bij le petit trianon. Dit optrekje werd gebouwd door Louis XV voor zijn maîtresse madame de Pompadour. Maar het werd vooral favoriet bij koningin Marie Antoinette. In le petit trianon kwam Marie Antoinette tot rust ver weg van alle hofetiquette. Het was haar eigen optrekje, compleet met opnieuw een prachtige romantische tuin.

Le petit trianon is smaakvol en minder kitscherig ingericht dan het hoofdpaleis.

Nog wat verder in die tuin vind je le hameau de la reine. Een soort Bokrijk dat Marie Antoinette liet bouwen om boerin te kunnen spelen… Ik moet je niet vertellen dat ze best wat kritiek over zich heen kreeg voor deze wat vreemde uitgave. Een watermolen, moestuin, bakkerij, stallen voor de dieren….. Hier speelde Marie Antoinette het gewone leven na, terwijl in Parijs kinderen verhongerden.

Le grand trianon

Le grand trianon was dan weer het optrekje van de koning. Vooral de Zonnekoning sliep er vaak met zijn maîtresse Madame De Montespan. Ook Napoleon verbleef er regelmatig en verkoos het boven het grote kasteel verderop. Het is eigenlijk een paleis op zich te noemen. Toen wij er waren konden we maar de helft bezoeken omdat de rest gerestaureerd werd. Dat vond ik wel jammer, want ik vond het interieur best mooi.

We zetten onze wandeling verder opnieuw richting het hoofdpaleis om nog enkele andere bosquets te ontdekken. Zorg er zeker voor dat je stevige wandelschoenen aandoet want je legt best wat kilometers af op het domein. Voor het bezoek aan de tuinen en de twee trianons moet je opnieuw een uur of drie uittrekken. En dan nog zul je niet alles gezien hebben, je kan er makkelijk meerdere dagen doorbrengen.

Het park is immens groot en gratis toegankelijk dus ooit wil ik er wel eens een langere wandeling langs het Grote Kanaal doen.

Of een boottochtje op het kanaal, dat kan ook.

Ik vond Versailles een super ervaring. Ik ben natuurlijk heel erg into de geschiedenis en bezoek altijd graag paleizen. Maar Versailles is wel echt een unieke bestemming en op een weekdag in maart valt het erg mee qua drukte. Ook in het stadje Versailles zelf kan je zeker wat tijd doorbrengen, dat staat voor een volgende keer op de planning. Nu waren we best moe van al dat stappen en namen we opnieuw de RER C trein naar Parijs.

Ben jij al eens in het paleis van Versailles geweest?

Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.