Close
Het groene monster

Het groene monster

Je kent ze wel. Die mensen met een hoge gunfactor. Mensen met veel vrienden en kennissen wiens successen door iedereen positief worden onthaald en met wie enorm wordt meegeleefd als het minder gaat. Ik heb die gunfactor blijkbaar niet. En geen zorgen dit wordt geen ‘wee mij’ post. Ik wil het vandaag hebben over iets waar ik al sinds mijn kindertijd mee te maken heb: jaloezie. Iets dat een bepaalde korte periode in mijn leven ook op mij heeft gewogen. Iets wat ik nu gelukkig kan plaatsen.

Maar ik blijf het belangrijk vinden om over die zaken te schrijven die misschien niet iedereen wil horen. En ik hoop van harte dat ik wat nu ga vertellen niet verkeerd wordt opgenomen. Een vooroordeel is snel gemaakt. Maar ik wil net de andere kant eens tonen.

Nu ik in een relatie zit besef ik dat ik eigenlijk helemaal geen jaloers persoon ben. Bij mij draait alles rond vertrouwen, zolang dat er is ga ik helemaal voor een vriendschap of liefde. Is het vertrouwen weg dan stopt het verhaal ook voor mij. Of zo is het toch nu. Ik heb ondertussen de stap gezet om niet langer energie te stoppen in mensen die het niet verdienen. En dat is de beste beslissing ooit geweest.

Ik denk niet dat ik me een dag tijdens mijn lagere schooltijd kan herinneren waarop mijn klasgenoten niet probeerden om het beter te doen dan ik. Want ik was bij de besten van de klas en als ze een puntje meer hadden op een toets smeerden ze dat maar al te graag in mijn gezicht. Punten konden mij eigenlijk niet schelen. Ik wou het goed doen voor mezelf en was vooral blij wanneer ik kon vertrekken naar het middelbaar. Want ik was vroeger dan anderen klaar met mijn kindertijd.

Daar werd het eigenlijk alleen maar erger. Ik deed Latijn en dus werd ik automatisch in een bepaald hokje geplaatst door de andere klassen, maar ook binnen de richting (vooral tijdens de eerste 2 jaren) vonden mensen het niet leuk als ik hogere punten had dan hen. Opnieuw: ik was daar niet mee bezig. Ja, ik vond het leuk om goed te scoren. Maar ik heb 6 jaar Latijn gedaan omdat ik het echt interessant vond (en ja ik besef dat veel Latinisten dat zeggen ter verdediging van het feit dat het eigenlijk een dode taal is. Maar wat maakt dat eigenlijk uit? Laat iedereen eens gewoon studeren wat hij/zij wil), niet omdat het zogezegd een hogere standaard met zich mee bracht. Ik vind sowieso dat de mentaliteit binnen Latijn allesbehalve volwassen was bij sommigen. Het was een en al streverij en fakeheid en sorry maar daar deed ik niet aan mee. Ik leerde de lessen en legde examen af en mocht steeds naar het volgende jaar. Dat was het voor mij.

In het derde middelbaar kwam ik in een klein klasje terecht waar dat tegen elkaar op boksen niet meer van tel was en ik ook effectief klasgenoten hielp met de vakken, want we wilden allemaal samen afstuderen. En dat is gelukt. En ja we zaten vaak samen met andere klassen en dan werden we vreemd bekeken, maar ik had even weinig interesse in die mensen als zij in mij.

Tot nu toe had al die jaloezie weinig effect op mij. Het ging over zoiets stom als punten… Maar wanneer ik naar de universiteit vertrok veranderde dat. Niet zozeer dat er binnen de richting problemen waren. In tegendeel: Communicatiewetenschappen is geen richting van ‘stoefers’. Het is juist heel chill tussen studenten en dat was een echte verademing. Iedereen is bezig met zichzelf en met slagen, of dat nu in eerste of tweede zit is, met een 10 of een 16, maakt niet uit. Je helpt elkaar erdoor. Dus dat zat goed.

Maar vroegere (school)vriendinnen kwamen in de problemen en hadden in het eerste jaar moeite met slagen, in totaal andere studierichtingen weliswaar. Terwijl ik van een lange vakantie kon genieten moesten zij studeren in augustus. En toen begon de jaloezie echt uit de hand te lopen. De stille verwijten waren een feit. Dat mijn richting minder moeilijk zou zijn, dat ik niet moest studeren, of dat ik net te hard mijn best doe en een strever ben (echt consistent waren ze niet in hun verwijten ^^). En de meest hatelijkste: dat het voor mij allemaal makkelijker is dan voor hen.

Ik verloor vriendinnen. Ik kon hun vooroordelen niet meer verdragen. Ik sloot gelukkig wel nieuwe vriendschappen maar daar durfde ik niet mezelf bij zijn. Ik durfde niet zeggen dat ik schrik had voor een examen (want als ik er dan door was zouden ze vinden dat ik had overdreven). Dat ik het belangrijk vond om goede punten te halen (want mijn ouders betaalden tenslotte het studiegeld en de boeken..). Zeggen dat je met een 10 niet tevreden bent was wel echt not done. Dus dat zei ik niet. Ik liet niemand proactief weten hoe het met mijn punten gesteld was en of ik geslaagd was. Ook al vroeg iedereen er achter. En als ik al iets zei was het enkel ‘geslaagd’. No way dat ik punten ging meegeven.

Opnieuw: er zijn uitzonderingen. Mijn studievriendinnen van toen (die dezelfde vakken hadden en ook goed wilden scoren) en de vrienden die nog steeds mijn vrienden zijn (met rede dus) daar kon ik het wel aan zeggen, mezelf bij zijn. Maar ook daar had je een uitzondering. Eentje die ik tijdens de eerste twee bachelorjaren enorm geholpen had, ook in augustus, en die me dan, eens ze doorhad dat we een andere master zouden gaan studeren, kei hard liet vallen. (Het duiveltje op mijn schouder denkt soms dat als ik het zou kunnen ik mijn hulp terug zou intrekken en haar diploma dan misschien geen feit zou zijn. Ik ben ook maar een mens jongens en dit was een heel groot mes dat nog steeds in mijn rug steekt. Hopen op excuses doe ik al lang niet meer, maar dat heb ik wel lang gedaan).

Enfin het komt er op neer dat wanneer ik mijn eerste diploma, bachelor Communicatiewetenschappen, met grote onderscheiding behaalde ik daar eigenlijk niet blij om kon en durfde zijn. Na 3 jaar hard werken. Dat is waanzinnig besef ik nu. Maar het was wel zo.

Ik weet dat mensen (nog altijd) denken dat het allemaal gemakkelijk geweest moet zijn voor mij. Dat ik een jaar klierkoorts had en toen in volle examenperiode ben ingestort omdat ik me niet langer dan een kwartier kon concentreren op mijn boeken dat herinnert niemand zich. Dat ik eens een examen heb afgelegd terwijl alles in mijn hoofd duizelde. Van uitputting, stress of fysieke klachten – ik weet het nog altijd niet. Maar dat mijn benen trilden toen ik mijn blad afgaf en ik buiten de aula onmiddellijk op de grond moest gaan zitten van de zwarte plekken voor mijn ogen dat weet ik nog wel. En dat ik toen dacht: ‘Awel ja, als ik nu buis dan heeft iedereen ten minste wat hij wil’. En toch buisde ik niet want ik had wel degelijk gestudeerd voor dat vak, hoe ziek ik ook was. En sorry maar dat is enkel en alleen mijn eigen verdienste geweest, nah!

Ondertussen zijn we enkele jaren verder en gelukkig is de wereld best wel veranderd. Tegenwoordig is perfectionisme en het goed willen doen iets positiefs. Ook van de vrienden die zijn overgebleven weet ik gewoon dat ze me nemen zoals ik ben. Ja ik heb een nerdie streverige perfectionistische kant. Maar ik heb ook een andere kant. Ik gebruik mijn ‘intelligentie’ (hatelijk woord want het klinkt zo zelfingenomen, zie ik ben mezelf weer aan het verdedigen…) om anderen te helpen. Ik heb zowel in de lagere school, als in het middelbaar als op de unief vriendinnen geholpen met vakken. Notities delen, oefeningen samen maken, zaken uitleggen. Wanneer ze het maar vroegen. Soms ook wanneer ze het niet vroegen maar ik wist dat ze het nodig hadden. Soms ook in augustus terwijl ik eigenlijk vakantie had. Mijn doel was en is nog altijd bij eender welke samenwerking: samen de finish halen. En ja je wilt graag een goede tijd neerzetten, maar eigenlijk is die tijd bijzaak.

Als ik dan jaren later een dankjewel krijg van een oude studievriendin omdat ik haar ooit geholpen heb met een herexamen, terwijl ik dat eigenlijk al was vergeten, dan weet ik dat ik het juiste heb gedaan. Hoe moeilijk het ook was. Ik ben niet in de fout gedaan. Er is niets mis met het goed willen doen. Met ergens hard voor te werken. Het is fout van anderen om te denken dat ik dat cadeau heb gekregen. Om jaloers te zijn of wat ik heb (bereikt).

Ik moet mij niet slecht voelen als anderen zo nodig jaloers willen zijn op mij. Ik ben hier niet de slechterik. Ik help anderen, zo veel als ik kan. Nog steeds trouwens. Zij zijn degenen die aan de zijlijn commentaar staan te geven en dat is the easy road. Zij zijn fout. En toch heb ik daar een kleine twee jaar mee geworsteld. Ik voelde mij slecht terwijl zij hun eigen ego konden vergroten door mij naar beneden te halen.

Ik weet dat ik niet de enige ben die dit gevoel ooit gehad zal hebben. Dus lieve lezer. Laat jou nooit maar ook echt nooit naar beneden halen door dit soort mensen. Die mensen kunnen jou alleen maar naar beneden halen omdat ze zelf al beneden staan. En dat is niet de richting die jij wil uitgaan.

Werk hard voor je dromen, doe altijd je best en vooral help elkaar. Of zoals de mama zegt tegen Cinderella in de gelijknamige Disneyfilm (de live actionversie trouwens, zie nerdie, ik zei het toch): Have courage and be kind.

Oké dit was een lang verhaal! En voor mij moeilijk om te brengen. Mensen die door het leven lijken te fietsen krijgen nu eenmaal veel commentaar. En het is not done om daar dan iets van te zeggen blijkbaar, want wat heb ik te klagen? Maar ik wou dit toch vertellen. Any thoughts?