Close
Een ode aan het vrouwenveldrijden

Een ode aan het vrouwenveldrijden

We schrijven 2000. Het zijn wereldkampioenschappen in het Nederlandse Sint-Michielsgestel. Een WK dat geschiedenis zal schrijven. Richard Groenendael wint bij de profs en de Belgische ploeg maakt er een zooitje van. Met twee wenende Belgen op het podium spant dit WK de kroon in de categorie drama. Maar het allerbelangrijkste aan die wereldkampioenschappen in 2000 hebben we niet allemaal onthouden.

In 2000 organiseerde de UCI voor het eerst een wereldkampioenschap voor vrouwen. Dames die graag in de modder, sneeuw en koude rijden, dat klinkt misschien een beetje vreemd. Maar het was eindelijk een erkenning in deze door mannen gedomineerde sport. Hanka Kupfernagel wint uiteindelijk die eerste regenboogtrui in een vrouwenmodel. Het zou niet haar laatste wereldtitel worden. En als we vroeger waren gestart met kampioenschappen te organiseren zou ze er nog veel meer verzameld hebben. Hanka werd het eerste icoon in deze sport en organiseert ondertussen met succes een wereldbekermanche. De cross in het Duitse Zeven zal namelijk ook in 2017-2018 deel uitmaken van de wereldbeker.

Na 2000 ging het gewoon verder: Kupfernagel, Leboucher, van den Brand, Leboucher, Kupfernagel, Vos, Salvetat, Kupfernagel, Vos, Vos, Vos, Vos, Vos, Vos, Ferrand-Prévot, de Jong en nu Cant. Dat zijn ze allemaal. De vrouwelijke wereldkampioenen in het veld. Kende u ze vanbuiten? Sinds vorig jaar is er daarnaast – eindelijk – een manche voor dames beloften, dus kunnen we ook Richards en Worst in de bloemetjes zetten.

p1060391

En ja, er zijn jaren geweest dat deze categorie pover was om naar te kijken. Dat je blij was wanneer Marianne Vos even opdook, zo tussen haar vakantie en wegprogramma door. Om haar klasse te demonstreren. Maar alles heeft tijd nodig. 16 jaar later zijn alle crossen van de vrouwen in België – het crossland bij uitstek – live op TV te volgen. De Vlaming kan dit bovendien best smaken. Er keken 1 miljoen (!) mensen naar de Belgische titelstrijd tussen Cant en Verdonschot. 16 jaar na Sint-Michielsgestel stond er voor het eerst – of toch dat ik mij kan herinneren – een massa volk langs de kant daar in Luxemburg op een zaterdag met de vrouwen als hoofdaffiche.

De eerste tekenen van erkenning zijn er dus. Afgedwongen door de dames zelf. Want we praten alsmaar door en door over dat ene duel tussen Van Aert en Van Der Poel. We hopen op een spannende laatste ronde. Wel, bij de vrouwen is dat ondertussen bijna een zekerheid. Het loont om die televisie twee uurtjes vroeger al op te zetten. Om wat vroeger in de kou te gaan staan langs een parcours. Het vrouwenveldrijden maakt reclame voor zichzelf. Dat moeten ze wel, van de UCI en de pers gaat het namelijk niet komen.

We spreken allemaal van een grote vooruitgang in het vrouwenveldrijden. Daar zijn we blij om. Maar we moeten eerlijk zijn: dit had vroeger moeten gebeuren. En we moeten nog eerlijker zijn: we zijn er nog helemaal niet. We staan nog onderaan een stijle trap. België stuurde slechts één meisje naar het WK beloften. Als crossland bij uitstek kunnen en moeten we beter doen.

Wegrensters als de Jong en Brand rijden ondertussen meer dan een half seizoen in het veld – met succes. Ook de vrouwelijke topploeg op de weg, Boels-Dolmans, heeft met Majerus en Brammeier rensters in de cross. Olympisch kampioene Van Der Breggen tweette een foto waarop ze samen met de wereldkampioene Dideriksen al breiend naar een wereldbeker veldrijden zat te kijken. Marianne Vos geeft haar comeback nog meer kleur met haar overwinningen in de cross. Ellen Van Loy doet me steeds opnieuw glimlachen met haar humor en zelfrelativering. En zo kan ik nog een tijdje doorgaan.

Beste meisjes, dames, vrouwen in het veld. Het zijn jullie die elke dag opnieuw bikkelhard werken om een hoog niveau te halen. Al dan niet gecombineerd met een andere job. Door jullie inspanningen is de sport zo populair geworden. Jullie die zo eerlijk, open en grappig communiceren op sociale media. Bij jullie geen gezever over parcoursen en jankers. Jullie antwoorden wel met de pedalen in de koers. Jullie maken de sport groots. Doe alsjeblieft zo verder.

Mijn respect voor jullie is oneindig. Ik maak met veel plezier een hele diepe buiging. Bedankt en tot ziens, daar ergens ter velde.