Omdat Sevilla zo goed was meegevallen boekten Leen en ik een tweede citytripje naar Zuid-Europa. Zelf was ik nog nooit in Portugal geweest en hoewel ik ondertussen al weet dat ik hou van de mediterraanse sfeer wist dit land met zijn eigen accenten me heel erg te bekoren. We vertrokken midden april. De week na de paasvakantie was het allemaal wat rustiger en goedkoper. Het werden 5 dagen vol hoogtemeters, tuktuks, smalle straatjes, uitzichtpunten waar je tanden van uitvallen én kloosters. Amen.
Op onze derde dag besloten we het zonnige Lissabon te verlaten voor een van de bekendere daguitstappen: het stadje Sintra. Sintra kan je zien als het tweede verblijf van heel wat rijke en koninklijke mensen en het staat vol met originele en kleurrijke kastelen en paleizen, eentje dateert zelfs uit de 10de eeuw. Heel wat stukken van Sintra zijn Unesco werelderfgoed trouwens. Als royals-nerd moest ik er dus heen.
Even praktisch
Vanuit Rossio (het mooie station ligt in de wijk Baixa) neem je een rechtstreekse trein naar Sintra. Een kaartje heen en terug kost ongeveer 5 euro. Probeer zo vroeg mogelijk te treinen, er is veel te zien én het is een drukke trekpleister dus veel volk. Ook aan de kassa’s voor een treinticket.
Wij hadden echter een openbaar vervoerskaartje aangekocht op de eerste dag voor de metro dat we telkens opnieuw konden opladen en dat kaartje werkt ook voor de trein. Dus wij hebben in onze metrohalte opgeladen en moesten daardoor niet aanschuiven. De trein naar Sintra is zowat de enige drukke trein uit Lissabon dus je kan niet missen. Het is een slechts een half uurtje reizen.
Eens je bent aangekomen volg je gewoon de meute, het is een tiental minuutjes wandelen tot aan het centrum van het stadje en het palacio nacional de Sintra, daar stond al een lange rij toeristen aan te schuiven dus wij besloten niet met dat paleis te beginnen. Omdat we nog niet echt een plan hadden trokken we naar het toerismekantoor, daar was geen volk en kochten we meteen een ticket voor drie van de paleizen (Pena, Castle of the Moors & Palacio Nacional). Dat is dus ook echt een goede tip want soms (zeker in het hoogseizoen) kunnen de wachtrijen aan de paleizen zelf wel oplopen. De prijs was bijna 40 euro voor de drie paleizen (exclusief paleis 4, de bus en de trein) dus het is geen goedkope uitstap, maar als je dan op vakantie bent hé.
Er zijn twee buslijnen naar de paleizen: een groene en een blauwe. Het was allemaal wat verwarrend en aan de dure kant. Voor Quinta Da Regeleira namen we (gelukkig) geen bus, dat paleis bleek te liggen op 5 minuten van het toerismekantoor (wel even klimmen). Voor Pena en Castle Of the moors kozen wel voor de bus en dat was soms een getrek en geduw om erop te raken. Jep, zelfs al in april.
We kochten in een lokale bakkerij ook een lunch, want restaurants daar moet je in Sintra niet echt op rekenen, heel toeristisch en we wilden zoveel mogelijk tijd kunnen spenderen met de bezoekjes zelf. Maar dus op naar het eerste paleis.
Quinta Da Regaleira
Eentje die ik graag wou doen, want een gothisch paleis met een ietwat vreemde tuin, dat beloofde wel wat. Dit paleis is nog steeds een beetje privédomein en dus kan je enkel tickets kopen aan de kassa, 8 euro p.p. als ik het me goed herinner en heel goedkoop in vergelijking met de rest.
De binnen was niet volledig open, de verdiepingen werden gerestaureerd. Het is op zijn zachtst gezegd een vreemd gebouw met veel details.
Maar het leuke begint in de tuin. Verborgen gangen, fonteinen, grotten, torens, een kapel. Het is een ware ontdekkingstocht. Er zijn veel Romeinse en renaissance-elementen terug te vinden.
De tuin is best groot en er valt veel te ontdekken, het was er ook wel druk, ondanks de vroegte, en het is natuurlijk een succes bij kinderen om alle geheime plekken te ontdekken.
Van alle paleizen is het dit het minst een paleis, maar eerder een ludieke speelplaats van iemand die te veel tijd en geld had om dit allemaal te bedenken en neer te planten. Het zou trouwens ook allemaal ironisch bedoeld zijn als een soort garden of pleasure.
Van Quinta wandelden we weer omlaag naar het centrum waar we de bus namen richting Castle of the Moors & Pena Palace. Eerste stop: Castle of the Moors.
Castle of the Moors
Het Castle Of The Moors is een oud verdedigingskasteel op een van de heuvels van Sintra dat je beneden al van ver kan spotten. Het is gesticht ergens in de 8ste eeuw door de Moslims, maar het werd Christelijk na de verovering van Lissabon in 1147. De oudste overblijfselen die je nog kan bewonderen zijn van de 10de eeuw.
Van het kasteel zelf is niet veel meer te bezichtigen, maar de meterslange verdedigingsmuren staan nog steeds (zij het met een vleugje reconstructie) en je hebt er een panoramisch uitzicht over Sintra en op het nabijgelegen Pena Palace.
Kortom je loopt er tussen de kanteeltjes en de torentjes en dat maakt het tot mijn favoriet van de dag. Want je proeft de geschiedenis letterlijk door er rond te lopen. Het is duidelijk een strategisch gekozen plek voor een fort.
Het is een best een lange smalle weg omhoog langs de kantelen met bovenaan een prachtig zicht op Pena Palace, de volgende stop.
Castle Of The Moors is zo eentje waar ik onmiddellijk terug naartoe wil. En die echt wel op mijn lijstje staat van favoriete kastelen en paleizen (en dat wil al wat zeggen in mijn geval). Ook zeer toegankelijk voor de niet geschiedenisnerd, want eigenlijk leer je ter plaatse weinig (er staan enkele bordjes en heel wat zaken moeten we gissen want we weten niet exact wat hier allemaal gebeurd is vroeger). Voor het uitzicht alleen al is dit de moeite waard. Je bent er wel niet de enige toerist en moet soms even wachten voor een foto (het is er nu eenmaal smal). Mij stoorde dat niet echt.
Pena Palace
Het meest bekende paleis uit Sintra is ongetwijfeld Pena Palace. Het lijkt zo uit een Disneyfilm weggelopen. Wij kochten enkel kaartjes voor het park en het paleis langs buiten en daar ben je zeker zoet mee want er valt veel te ontdekken.
Pena Palace staat op de top van één van de hoogste heuvels van Sintra. Het is gebouwd in de 19de eeuw tijdens de romantiek, maar het gebouw zelf bundelt een hoeveelheid aan stijlen (neorenaissance, manuel, neogotiek…). Het paleis is tot aan WOI (vlak daarvoor werd Portugal een republiek) bewoond geweest door de koninklijke familie.
Het is heel kleurrijk en met veel details. De foto-opportuniteiten liggen voor het oprapen, al moet je het volk er wel bijnemen. Wij gingen tegen de latere namiddag waardoor de grootste stroom bezoekers al andere oorden had opgezocht, want velen komen voornamelijk voor Pena naar Sintra.
Je kan rond het rode gebouw lopen en dan heb je een formidabel zicht op Castle Of The Moors. Op goede dagen zou je in de verte zelfs Lissabon moeten kunnen zien.
Pena Palace maakte mijn verwachtingen helemaal waar. Kleurrijk, romantisch en veel stijlen door elkaar. Misschien wil ik er een volgende keer wel binnen.
We namen de bus weer helemaal naar beneden tot vlak voor het Palacio Nacional. De rij toeristen was daar ondertussen verdwenen waardoor we snel binnen waren.
Palacio Nacional De Sintra
Langs buiten is dit best een sober wit gebouw, waarbij de twee schoorstenen meteen opvallen. Het stamt nochtans uit de Middeleeuwen en werd bewoond door de koninklijke familie tussen de 15de en de 19de eeuw. Je merkt binnen dat het gebouw hier en daar aan renovatie toe is (ze zijn op bepaalde plekken ook aan het restaureren).
Binnen ontdek je opnieuw een hoeveelheid aan stijlen en voornamelijk prachtige plafonds. De vermenging van het Christelijke met het Arabische is nooit veraf.
Het is de Coat Of Arms room in manuelstijl die met alle aandacht gaat lopen. De typisch blauw-witte tegels die overgaan in overdadig bladgoud. Heel moeilijk om scherp op foto te krijgen.
Het is een groot contrast met de sobere witte keukens waarin je zeker naar boven moet turen om de schoorsteengaten te spotten.
Zoals je ziet kan het allemaal een opsmukje gebruiken. Palacio Nacional was onze laatste stop en heeft met voorsprong de mooiste binnen. Bij ons was het super rustig op het einde van de dag (op een klas luidruchtige middelbaren na). En daarom vond ik het wel de moeite. Maar ik zou dus vermijden om er ’s morgens naartoe te trekken want dan is het volgens mij echt aanschuiven in de niet altijd even grote ruimtes.
Hierna was het echt wel tijd om terug af te zakken richting Lissabon. Na een kort treinritje ploften we welverdiend neer op het gezellig terras van O’Corvo voor een tapasdiner. Het was een lange dag met veel stappen en indrukken en dus kropen we vroeg onder de wol.
Ben jij al eens in Sintra geweest? Lijkt het jou iets?
Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.