Close

(Noord)-Ierland #6: Belfast Cathedral quarter (+ eettips)

In augustus 2023 trokken het lief en ik voor onze zomervakantie niet naar de zon, maar naar (Noord)-Ierland – waar we alle seizoenen meemaakten. Vliegen deden we op Dublin, waar we het even verkenden, om daarna door te reizen naar Belfast om het woelige verleden van Noord-Ierland en de prachtige natuur te ontdekken.

Het Cathedral quarter en de entries

Vandaag wil ik jullie meenemen naar Belfast’s cathedral quarter, de wijk rond de St. Anne’s cathedral en wat mij betreft het levendige hart van de stad. De wijk wordt gekenmerkt door kleine middeleeuwse straatjes, veel street art en hippe eetplekjes en pubs. Helemaal mijn ding dus.

St Anne’s cathedral, de kerk is niet vaak open dus ik ben er niet binnen geraakt.

Cathedral square leunt aan tegen de winkelstraten, waar je ook zogenaamde ‘Entries‘ vindt, hele kleine steegjes die werden gebruikt voor handelsdoelen (om snel met goederen door te kunnen). In de meeste van die entries vind je nog historische pubs (zoals The Morning Star).

Het echte levendige hart van de stad is rond Commercial Street waar je een pint kan drinken buiten op de rode bankjes van The Duke Of York pub, als het niet regent ten minste – daarom dat de neonlichten de tonen van een liedje van Rob Stewart oproepen. De eigenaars zijn er trouwens trots op dat Snow Patrol hier ooit voor het eerst een live gig zou gespeeld hebben.

Het Hit The North street art festival

Je kan er niet omheen als je er rondloopt: al die street art. De regio rond North Street (The North) staat eigenlijk al jaren in verval. En net daarom organiseert Seedhead Arts al enkele jaren het street art festival Hit The North, waarbij ze ieder jaar (inter)nationale artiesten naar Belfast halen.

Voorbeeld van het verval op North Street

De meeste werken vind je rond North Street, maar ook doorheen de hele stad. Het vergankelijke van de street art staat zo ook symbool voor de armoede en verloedering van de wijk.

Het hart van Hit The North, met mijn favoriete werk: de origami vos van Annatomix

Elke zondagvoormiddag kan je ook aansluiten bij een street art wandeling van Seedhead Arts en krijg je uitleg bij de verschillende werken en kunstenaars. Een must do wat mij betreft.

Ook heel wat Belgische artiesten zijn vertegenwoordigd: hierboven zie je werken van de Gentenaars ROA en Kitsune.

De stad Belfast startte zelf ook een project om de stad op te fleuren: het canvas art project waarbij elektriciteitskasten beschilderd worden. Je spot ze doorheen de hele stad.

Het is onmogelijk om hier al mijn favoriete werken te tonen, maar ik doe toch een poging. Door de street art en de opkomst van het toerisme, kwam er plaats voor nieuwe hippe bars en restaurants. En ik spreek hierboven wel van verloedering, maar eigenlijk merk je daar niet zo veel van.

Ik hou wel van die rauwere steden (zoals Glasgow en Bilbao dat ook hadden) dus ik voelde in dit deel van de stad helemaal de vibe. En door de foto’s opnieuw te zien wil ik gewoon terug :). Hieronder een werk van Dan Kitchener en eentje van Achesdub, twee kunstenaars die echt de hele wereld rondreizen. Het tweede werk is ondertussen blijkbaar weg want het gebouw werd afgebroken.

Het is fijn om al die werken te ontdekken op je eentje, maar ik vond de wandeling dus een hele meerwaarde om ook wat meer de verhalen achter de werken en achter de stad te ontdekken.

Ondertussen zijn een aantal van deze werken alweer overschilderd, het festival herbruikt ieder jaar een aantal muren.

Dit werk links is maar half geschilderd, maar de weerspiegeling in het glas maakt het ‘heel’. Rechts: twee dromerige studenten die naar buiten kijken op de gevel van een school.

Honger?

Ik sprak al over hippe restaurants en bars en natuurlijk genoten wij ook heel erg van de keuken in Belfast. We hebben echt goed gegeten tijdens deze trip dus ik deel graag onze tips.

  • Ontbijten of een koffiebreak deden wij een aantal keer bij Trait Coffee en ook één keer bij Napoleon Coffee.
  • Heerlijk originele food sharing gerechten in een soort van Asian fusion stijl vind je bij Yugo (ze hebben geen website, maar zitten in Wellington Street). Het ziet er langs buiten donker en ongezellig uit in een soort van verlaten steeg, maar dit was het beste eten van de hele reis!
  • Om de hoek vind je Home restaurant, zij staan in de Michelin gids en dus moet je er reserveren. Maar ook hier: heerlijk simpel no-nonsense eten en heel vriendelijk personeel. Niet mega prijzig, de UK is nooit goedkoop, maar voor de kwaliteit van het eten vind ik dit te goedkoop.
  • Iets meer richting The Queen’s quarter vind je de Italiaan Fratelli, wat duurder dan we normaal zouden doen en je moet er zeker reserveren, maar de pasta was heel lekker.
  • Mag het wat meer een snelle hap zijn? Wij aten burgers bij Buba én het beste en meeste ongezondste dessert dat ik ooit heb gegeten.
  • Op hetzelfde plein zit Coppi, een Italiaan waar we de laatste avond gingen uiteten voor mijn verjaardag.
  • Eerder zin in een snelle pizzalunch? Dan kan je terecht in het hippe Orto.
  • We zijn niet binnen geraakt bij EDO, stond nochtans ook hoog op de lijst.

Rechts: Home restaurant, links: dessert bij Buba, daaronder zat een versgebakken cookie 😃

Amai, ook alleen al voor dat eten wil ik graag terug. Ik kan dus niet genoeg benadrukken hoe enthousiast ik ben over Belfast. Volgende keer vertel ik jullie nog wat meer over deze stad.

Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.

(Noord-)Ierland #5: Hillsborough Palace & Gardens

In augustus 2023 trokken het lief en ik voor onze zomervakantie niet naar de zon, maar naar (Noord)-Ierland – waar we alle seizoenen meemaakten. Vliegen deden we op Dublin, waar we het even verkenden, om daarna door te reizen naar Belfast om het woelige verleden van Noord-Ierland en de prachtige natuur te ontdekken.

In de vorige blogpost vertelde ik hoe we in Belfast aankwamen en door het Titanic Quarter wandelden. Diezelfde regenachtige dag maakten we ook een uitstap naar Hillsborough Palace, de officiële residentie van de Britse koninklijke familie in Noord-Ierland.

Hoe geraak je van Belfast in Hillsborough?

Hillsborough is een dorp op een half uur van Belfast. Je raakt er dus eenvoudig zowel met de auto als met het openbaar vervoer. Wij namen de bus vanaf het Europa Buscentre naar Hillsborough War Memorial en dan moet je nog een drietal minuten stappen tot aan de ingang. Het was bus 238 van Translink voor 5 Pond heen en terug per persoon.

Hillsborough Palace is één van de zes paleizen die wordt uitgebaat door de private organisatie Historic Royal Palaces (waartoe ook The Tower Of Londen en Hampton Court Palace behoren). Voor 20,20 Pond heb je een ticket dat zowel toegang geeft tot de begeleide rondleiding in het kasteel als tot de tuinen. Online reserveer je op voorhand je tijdslot voor de rondleiding.

Het paleis

We begonnen met de rondleiding binnen, gelukkig maar want het regende ondertussen best fel. Je mag binnen geen foto’s nemen en ook niet vrij rondlopen. Er zijn heel wat kamers en de gids geeft zowel uitleg over het gebruik ervan vandaag als over de geschiedenis. De hele binnenkant lijkt een beetje op het interieur dat je in Downton Abbey ziet :D. En alle ruimtes worden vandaag nog gebruikt door de koninklijke familie als ze in Noord-Ierland vertoeven. Wat niet zo vaak is, moet ik toegeven.

Het paleis was eerst een gewoon ‘country house’ dat al sinds de 16de eeuw in handen was van de Hills familie, maar het gebouw werd verkocht aan de Britse overheid in het begin van de 20ste eeuw. De gouverneur van Noord-Ierland woonde er telkens tot in de jaren ’70. Nadien begon de Koninklijke familie er vaker te verblijven en vandaag is het dus opengesteld voor bezoekers. Het hoeft geen uitleg dat de relatie van de Noord-Ieren en de Britse royals wat moeilijk liep de afgelopen decennia in volle Troublesperiode.

Naast de officiële ruimtes binnen het paleis, is er ook een exporuimte waar de tentoonstelling ‘Life through a royal lens’ hing, een selectie van foto’s die van de leden van het koningshuis zijn gemaakt door de jaren heen (vanaf Victoria tot Charles).

De tuinen

Na een uur sta je terug buiten en kan je de immense tuinen gaan ontdekken. Trek hier zeker voldoende tijd voor uit, want het domein is heel groot.

De regen kon ons niet tegenhouden om te gaan verkennen. In de verte spotten we al ‘Lady Alice’s temple‘ dat aan het grote meer staat. Het mooiste plaatje van de hele tuin volgens mij.

Verder kan je naar de grotto, de vroegere ijskelder, de Glen and Pinetum, the moss walk, the yew tree walk… Je doet best wandelschoenen aan als je alle hoekjes wil verkennen. Het was er heerlijk rustig (met dank aan het slechte weer), we kwamen amper andere mensen tegen en dat in augustus!

Er is ook een groot meer waar je kan rondwandelen. En waar je bomen vindt die zijn aangeplant door Queen Elizabeth II en Prince Philip. Er is ook een leuke kinderroute de menagerie trail’ waar ze vogels en andere diersoorten moeten proberen vinden.

Helemaal achteraan het domein vind je een groot deel met moestuin en een orangerie waar je in een kantine iets kan eten. We gingen er even opwarmen voor de lunch. Het eten is best oké en de prijs ook. En je vindt er een giftshop waar ik enkele postkaartjes kocht.

Terug richting het paleis nu, ook aan het paleis zelf is er een kantine om iets te drinken en een stuk taart te eten.

Ik zou echt graag nog eens terug gaan bij zonniger weer om de hele tuin te bekijken. We wandelden door een groot deel maar de regen bleef uit de lucht vallen dus namen we toch op tijd een bus terug naar Belfast.

Hillsborough staat vaak niet in de top 10 van dingen om te doen als je in Belfast en omgeving bent. Maar het stond wel op mijn persoonlijke lijstje en ik ben heel blij dat ik er ben geweest. Op een halve dag heb je heel wat gezien en op een mooie zomerdag zonder regen kan je picknicken in de immense tuinen. Ik vind het dus zeker een aanrader en het is ook goed te doen met kinderen.

Waar trek jij naartoe voor je volgende vakantie?

Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.

(Noord-)Ierland #3: Dublin docklands & The National Gallery

In augustus 2023 trokken het lief en ik voor onze zomervakantie niet naar de zon, maar naar (Noord)-Ierland – waar we alle seizoenen meemaakten. Vliegen deden we op Dublin, waar we het even verkenden, om daarna door te reizen naar Belfast om het woelige verleden van Noord-Ierland en de prachtige natuur te ontdekken.

Vorige keer vertelde ik al over de bezienswaardigheden uit het centrum van Dublin en onze uitstap naar Howth. Vandaag trekken we iets meer naar het opkomende deel van de stad rond de Docklands en naar het museumgedeelte – of zo noem ik dat toch.

Dublin Docklands

Dublin Docklands is het stuk rond de rivier Liffey tot waar die uitmondt in de baai van Dublin. Hier zitten enkele grote techbedrijven met hun Europees hoofdkwartier, o.a. Facebook en Hubspot.

Beginnen deden we in Tara Street – waar je wel wat street art terug vindt. In Dublin zie je wel wat street art en graffiti – vooral dan op elektriciteitskasten. Maar het is niet te vergelijken met de overload aan street art die we later in Belfast zouden zien.

Aan de overkant van het water passeer je dan het custom house. Tijdens de Ierse opstand werd het een target van de IRA waarbij de koepel afbrandde. Vandaag is de koepel opnieuw herbouwd – maar het is dus een reconstructie.

Wat verderop vind je The Famine Memorial. Een standbeeldengroep ontworpen door Rowan Gillespie die zes uitgehongerde figuren afbeeldt. De hongersnood van 1845-1849 is de grootste ramp uit de Ierse geschiedenis waarbij half de populatie stierf en heel veel mensen een overtocht boekten naar Amerika. Dat waren vaak doodsschepen want een uitgehongerd lijf dat nadien weken moet overleven op een schip zonder vers voedsel haalde vaak de overkant niet.

Niet toevallig vind je vlak bij de memorial het EPIC museum dat over die emigratie gaat en je kan er ook zo’n schip bezoeken – The Jeanie Johnston.

Ik moet toegeven dat ik vooral deze wandeling maakte voor de Samuel Beckettbrug. Die heeft wat weg van de Rotterdamse Erasmusbrug. De brug is ontworpen door Santiago Calatrava, die ook het wetenschapspark in Valencia mee vormgaf. De brug moet een Ierse harp – een nationaal symbool- uitbeelden en staat er nog maar sinds 2009. Samuel Beckett is een Ierse schrijver van wie ‘Wachten op Godot’ het bekendste werk is.

Zoals steeds zijn witte bruggen een hel om op foto vast te leggen. Maar ik vind deze toch weer een echt pareltje en unpopular opinion: mooier dan de Ha’Penny Bridge.

Trinity College

Misschien wel de bekendste bezienswaardigheid van Dublin is Trinity College – hun universiteit. Hun bibliotheek The Long Gallery met het Book Of Kells is het meest geboekte museum. Dat zouden wij ook gedaan hebben, mocht de bibliotheek op dat moment niet wat gerenoveerd worden. Op de website stond te lezen dat er momenteel geen boeken op de planken stonden en dat vond ik toch wat stom om daar dan 20 euro p.p. voor neer te tellen. Een volgende keer dus. De gebouwen langs buiten bekeken we wel.

Het loopt er altijd wel best vol met volk, maar het terrein is heel groot. Je kan er naast de bibliotheek bezoeken, ook rondleidingen boeken met studenten. Ook dat is iets voor een volgende keer.

De universiteit is in de 16de eeuw opgericht door Elizabeth I en bestond maar uit één college, Trinity College dus, dat een synoniem is geworden voor de universiteit. Hét symbool is de Campanile, de klokkentoren die er staat sinds midden 17de eeuw.

De universiteit heeft wel wat bekende studenten – vooral schrijvers – afgeleverd o.a. Samuel Beckett, Oscar Wilde, Bram Stoker, Jonathan Swift, maar ook recenter Sally Rooney die je kan kennen van het boek ‘Normal people’.

National Gallery of Dublin

In de buurt van Trinity College vind je wat ik het museumgedeelte noem. Je kan er het Natural History Museum, het archeologisch museum en ook de National Gallery – het museum voor schone kunsten- bezoeken. Wij gingen binnen bij die laatste, toegang is gratis. Tenzij je een betalende expo wil bezoeken.

De collectie huisvest heel wat grote kunstenaars, zowel moderne kunst als antieke.

Wij begonnen bij de meer moderne kunst in de Millennium Wing – het nieuwste stuk van het gebouw. Maar het zijn toch vooral de oude kunstzalen die veel pracht en praal herbergen en deden denken aan die andere National Gallery in Londen.

Er is ook een hele afdeling Ierse kunst, wat ik wel leuk vond. Daarnaast zag ik werken van Vermeer, Signac, Canaletto, Titiaan, Velazquez, Caravaggio, Giordano, Lippi, Jordaens, Van Dyck…

We waren toch snel een dikke twee uur zoet en dat was meer dan we op voorhand hadden gedacht. Ik vond dit echt een heel fijn kunstmuseum, niet te druk ook.

Ik hou van mooie museumfoto’s

Merrion Square

We namen de uitgang langs Merrion Square en besloten om nog even het Merrion Square park binnen te wandelen.

Het park zelf is niet zo speciaal, je kan er wel vaak een street food markt vinden. Maar rond het park staan nog heel wat traditionele townhouses in Georgiaanse stijl met karakteristieke rode bakstenen en felgekleurde deuren. Ook dat is een symbool van Dublin.

Nu werd het stilaan tijd om richting station te gaan voor onze trein naar Belfast. Op zoek naar eetplekjes in Dublin? Die vind je in mijn vorige blogpost.

Door o.a. de Docklands, Trinity College en The National Gallery vond ik Dublin al wat leuker. Ik wil er dus zeker nog wel eens naar terug om de stad een tweede kans te geven. Het zal blijken dat ik veel meer de vibe voelde in Belfast. Maar dat is dus voor een volgende keer.

Wat is jouw favoriete plek in Dublin?

Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.

(Noord-)Ierland #2: The Howth Cliff walk

In augustus 2023 trokken het lief en ik voor onze zomervakantie niet naar de zon, maar naar (Noord)-Ierland – waar we alle seizoenen meemaakten. Vliegen deden we op Dublin, waar we de stad even verkenden, om daarna door te reizen naar Belfast om het woelige verleden van Noord-Ierland en de prachtige natuur te ontdekken.

Vorige keer vertelde ik al over de bezienswaardigheden uit het centrum van Dublin. Op onze tweede dag besloten we al meteen een daguitstap te maken. Ons oog viel op de Howth cliff walk: een wandeling langs de kliffen van het vissersdorpje in Howth.

Hoe geraak je in Howth?

Howth is heel eenvoudig te bereiken vanaf het centrum van Dublin. Je neemt hiervoor de DART trein die verschillende stops in de stad heeft (o.a. Pearce, Tara Street en Connolly). Een heen en terug ticket kost amper 5 euro per persoon en je bent ongeveer een half uur onderweg voor je aan het eindstation Howth aankomt.

Welke wandelingen zijn er in Howth?

Er zijn verschillende opties voor je Howth cliff walk, afhankelijk van de afstand die je wil doen en wat je wil zien. Je vindt ze op de website van Howth. Wij deden uiteindelijk de blauwe wandeling: The Tramline loop van 7km. Die neemt je net als de andere drie wandelingen mee over de kliffen tot op het hoogste punt waarna je terug afdaalt naar het dorp via een oude tramlijn die nu een mooi wandelpad is.

The Howth cliff walk: onze ervaring

Wanneer je de trein uitstapt staat er ook meteen een kaart die je kan helpen om een wandeling te kiezen, of je beslist net als ons pas boven op de top. Eerst wandel je een stuk door het vissersdorp Howth en zo kom je aan de kleine haven.

Meteen daarna ga je via een asfaltweg best steil naar omhoog. Ik had er eigenlijk een foto van moeten nemen. Van een kuitenopwarmer kan je niet spreken, eerder meteen een stevige kuitenbijter. Maar zo steil werd het maar één keer, als dat een geruststelling kan wezen. Redelijk snel daarna kom je op een zandpad terecht langs de kliffen. Toen wij er waren scheen de zon volop en stonden de bloemen ook in bloei.

Het lijkt op alle foto’s alsof er nooit mensen in de buurt zijn. Dat was wel het geval. En je kan niet altijd makkelijk passeren. Op bepaalde punten was het daardoor even druk te noemen. Maar het viel allemaal best mee. En wij waren er in augustus, dat is natuurlijk hoogseizoen.

De eigenlijk kliffen vond ik best mooi. Verwacht niets spectaculair, maar soms was de afgrond toch best hoog en het uitzicht daardoor prachtig.

Meer naar het einde krijg je een zicht op de Bailey lighthouse. De langste wandeling (de paarse) breng je daar naartoe, maar ik had gelezen dat die terugwandeling heel saai was.

En de zon scheen volop toen we naar het hoogste punt van de kliffen, het car Summit car park (jawel gewoon een parking) klimden. Dus mijn kaars was stilaan uit moet ik toegeven.

Uitzicht op het dorp en het eilandje voor Howth vanaf de tramlijn route.

We besloten toen de afdaling via de oude tramlijn te nemen. Je kan ook terug via de kliffen (dat is de kortste wandeling). Maar de tramlijn bleek een goede keuze. We waren bijna de enige die deze route namen, het was dus er dus rustig. En de route is mooi aangelegd.

Het nadeel aan een klein vissersdorp dat wordt overspoeld door toeristen is dat de eetplekken er allemaal toeristisch zijn. Wij ploften neer bij The House restaurant, maar het eten viel wat tegen (en de prijzen ook).

We passeerden deze leuke elektriciteitskasten in het dorp.

Na een deugddoende lunch namen we terug de DART trein naar Dublin. Ik vond Howth echt de perfecte daguitstap. Het is een super mooie wandeling die qua niveau heel goed doenbaar is. Aanrader dus voor wie een dagje uit de stad wil.

Heb jij nog een Dublintip?

Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.

(Noord)-Ierland #1: het centrum van Dublin

In augustus 2023 trokken het lief en ik voor onze zomervakantie niet naar de zon, maar naar (Noord)-Ierland – waar we alle seizoenen meemaakten. Vliegen deden we op Dublin, waar we het even verkenden, om daarna door te reizen naar Belfast om het woelige verleden van Noord-Ierland en de prachtige natuur te ontdekken.

Uiteindelijk sliepen we twee nachten in Dublin en waren we er dus tweeënhalve dag, waarvan we ook een dag in Howth doorbrachten. Van de luchthaven geraak je makkelijk in de stad met de bus (lijn 784 of 782 afhankelijk van waar je wil afstappen). Je betaalt dan 10 euro per persoon.

Ons hotel was het Marlin Hotel aan St. Stephen’s Green. Het hotel was zeker in orde, maar de matras was absoluut niet goed voor onze rug. Ik zou er om die reden niet terug boeken. De locatie was wel goed.

We hebben dus vooral een eerste sneak peek gekregen van de stad Dublin en die deel ik graag met jullie. Er is nog veel meer te zien en te doen in de Ierse hoofdstad natuurlijk.

St. Stephen’s Green

Omdat we er vlakbij sliepen was St. Stephen’s Green één van de eerste plekken die we bezochten. Het is een rechthoekig park in Engelse stijl, dat ooit een executieplaats was en ook tijdens de Paasopstand van 1916 een belangrijke rol speelde. Nu is het een groene long in de stad.

Iveagh Gardens

Niet heel ver weg van St. Stephen’s Green vind je het iets kleinere en minder bekender park Iveagh Gardens. Ik had mij laten vertellen dat dit een nog mooier park was.

Met een mooie rozentuin, fonteinen, een waterval en een grote open grasvlakte is dit volledig omheinde park een favoriete lunchplek van locals – dat merkte je ook toen wij er waren en de zon volop scheen.

St. Patrick’s Cathedral

St. Patrick’s Cathedral is een Romaanse kerk gewijd aan de patroonheilige van Dublin – en bij uitbreiding van Ierland – Saint Patrick. De kerk ontstond in de 11de eeuw, maar was niet de enige. Vandaag is Dublin een stad met twee kathedralen – want ook de nabijgelegen Christ Church mag zich kathedraal noemen – en dat is best uniek.

St. Patrick’s is echter de bekendste en heeft een meer klassieke inrichting. Een leuk weetje is dat Jonathan Swift, de schrijver van Gulliver’s Travels, ooit decaan is geweest van de kerk.

Je betaalt 9 euro per persoon voor een bezoek. Je krijgt een audiogids waarvan ik de invulling niet geweldig vond (heel katholiek, wat natuurlijk past bij het nog altijd zeer gelovige Ierland). Het was er ook heel druk, veel drukker dan bij Christ Church. Maar de vloer in deze kerk vond ik echt prachtig en ook de Romaanse elementen waren helemaal mijn ding.

Christ Church Cathedral

Na Saint Patrick, wilden we dus ook een bezoek brengen aan de andere kathedraal. Ook deze kathedraal is gebouwd in de 11de eeuw, maar dan door de vikingen. Deze kerk staat dan ook in het hart van middeleeuws Dublin en is te herkennen aan de boog over de nabije straat. Zo wordt de kathedraal verbonden met het Dublinia museum dat meer vertelt over de overheersing van de vikingen.

Een bezoek kost 10,50 euro per persoon en ook hier krijg je een audiogids. Het was er veel rustiger. Op veel plekken in de kerk vind je de beeltenis van de Foxy Friars (twee vossen verkleed als monniken) – wat een symbool van deze kerk is geworden.

Naast de kerk, kan je ook de crypte bezoeken waar je voornamelijk een exemplaar van de Magna Carta kan bewonderen – het belangrijkste geschreven document uit de Engelse geschiedenis waarin de koning voor het eerst macht afgaf aan een geselecteerde groep van burgers. Christ Church deed dienst als decor voor series zoals The Tudors en Reign – daarvoor moet ik die dus nog eens terug bekijken.

Er zijn nog heel wat andere kerken in de stad, zo staat vlakbij Christ Church de St. Audoen in een mooi parkje – deze keer gingen we niet binnen.

Dublin Castle

Alleen kerken in Dublin? Think again. Zo kan je ook Dublin Castle verkennen. En dat is niet echt een traditioneel kasteel zoals de naam doet vermoeden. Eigenlijk is het een geheel van gebouwen dat lang het politieke hart vormde van het middeleeuwse Dublin, maar nu is opgesplitst tussen regeringsgebouwen en een museum.

Wij gingen nergens naar binnen. Op het binnenplein staat ook een grote stenen tijger – waar ik nog niet echt van heb kunnen afleiden waarom precies. Mij viel vooral de mooie gotische Royal Chapel op – die deed denken aan ons bezoekje aan Windsor Castle.

Vind je ook in de buurt van Dublin Castle: de Chester Beatty Library en een mooi park ervoor. Voor veel van de musea binnen zal ik nog eens moeten teruggaan.

Temple Bar

Op naar de befaamde Temple Bar dan maar. Ik had in mijn hoofd dat dit verschillende middeleeuwse straatjes waren met veel pubs en ambiance. Blijkt dat het toch vooral om één straat gaat, die evenwijdig loopt met de rivier Liffey en dat de ambiance zich vooral rond die ene pub Temple Bar voordoet. Dit vond ik dus wel een teleurstelling.

Gezelligheid vonden wij dan meer in bv. het graffitistraatje Love Lane en langs de rivier Liffey. Ook passeerden we de majestueuze City Hall.

De City Hall

Ha’ Penny Bridge

Steden aan een rivier zijn altijd fijn en hebben meestal wel één bekende brug. In Dublin is dat de Ha’Penny Bridge – een voetgangersbrug die je vroeger voor een halve penny mocht oversteken. Vandaag is oversteken gratis en is het over de koppen lopen. Witte bruggen zijn altijd moeilijk op de foto te zetten en ik vind deze eigenlijk niet zo speciaal. Nogal zeer fel versierd.

Op de tweede foto zie je de rivier Liffey met de koepel van de Four Courts, het gerechtshof.

Zoals je misschien merkt aan mijn tekst, voelde ik niet meteen de vibe met Dublin. Dat zou later wel wat beter worden, maar dit zijn de beelden van de eerste dag waar we dus vooral twee mooie kerken bezochten en verder proefden van het meest toeristische stuk van de stad. Ik kan er niet echt de vinger opleggen wat ik miste. Local leven en een beetje authenticiteit denk ik. We wandelden op een gegeven moment wel door een straat vol antiekwinkels met wat meer local pubs – maar omwille van de feestdag (het was 15 augustus) was veel gesloten.

Food en drinks

Eten is altijd belangrijk. Hierbij een lijstje met fijne plekjes die wij aandeden.

  • Ontbijten deden wij in de koffiebar Brew Lab speciality coffee – echt een leuke niet toeristische plek
  • Ook bij Shoe Lane coffee in Tara street is de koffie geweldig.
  • Wijn dronken bij we bij Sfuso, kan je zeker ook lunchen of bestel een tapasplank.
  • De echte aanrader is de Italiaanse pastaplek Sprezzatura, volledig uit het centrum. Je eet er versgemaakte pasta voor een tientje, dat laat budget over voor een dessert.
  • The ramen bar heeft een interessant lunchmenu van 15 euro met een kom ramen waarvan je de bodem niet kan zien.
  • The porthouse biedt Spaanse tapas, porto en wijn in een gezellige setting.
  • Pizzaplek PI heeft meerdere vestigingen, wij gingen naar die van George Street. Niet de goedkoopste pizza, maar wel hele lekkere.

Et voila, dat was een eerste portie Dublin. Ben jij er al eens geweest? Wat vond jij van de stad? Heb ik iets gemist?

Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.