Close
Firenze #4: Ponte Vecchio en het Uffizi
cof

Firenze #4: Ponte Vecchio en het Uffizi

In maart 2023 trokken Leen en ik eindelijk nog eens op citytrip. We kozen voor Firenze – de hoofdstad van Toscane, van de Italiaanse renaissance en van pasta, pizza en gelato. Cultuur meets lekker eten, de ideale combo.

Voor onze derde dag hadden we alvast op voorhand tickets gereserveerd voor het Uffizi, het grootste kunstenmuseum van Italië met heel wat meesterwerken uit de renaissance.

Ponte Vecchio

Maar voor we daar naar binnen gingen, passeerden we eerst nog die andere topbezienswaardigheid: de ponte Vecchio. Het is de bekendste brug van de stad. De ponte Vecchio kende zijn hoogdagen in de 15de eeuw wanneer Firenze een belangrijke handelsstad was. Op de brug zaten toen vooral slagerijen die hun vleesafval onmiddellijk in de Arno konden dumpen. De stank moet niet te harden geweest zijn. Later kwamen er goudsmeden in de plaats van de slagers.

De hangende werkplaatsen zijn nog steeds te zien en ook de stalletjes worden vandaag nog bewoond door juweliers – wel van de toeristische soort. Zijn de winkels open, is het er altijd druk. Kom je er ’s morgens vroeg of ’s avonds laat, dan valt dat veel beter mee.

Vanop de brug heb je ook een mooi uitzicht op het Uffizi. Wij gingen er redelijk vroeg om foto’s te schieten. De vorige dag waren we er in alle drukte gepasseerd en dat vond ik nogal ‘veel’. Is dit de allermooiste brug die ik ooit heb gezien? Neen, maar het is wel een iconisch plaatje van deze stad, dus zeker het passeren waard.

Uffizi

De Galleria degli Uffizi is na de Vaticaanse musea het meest bezochte kunstenmuseum van Italië. In opdracht van Cosimo I de Medici werd in de 16de eeuw gestart met de bouw. Eind 16de eeuw opende de tweede verdieping ook al als museum – wat enorm ‘vroeg’ was en weer aantoont dat de Medici familie kunst voor een breder publiek toegankelijk wilde maken.

Het is er altijd druk. We reserveerden op voorhand onze tickets voor een vroeg tijdslot. Je moet dan enkel even in de rij om ze in te wisselen voor een echt ticket. Wij bestelden trouwens online het passe-partout ticket van 38 euro, waarmee we naast het Uffizi ook het Pitti paleis en de Boboli Gardens binnen mochten. Dus bekijk even of dat ook voor jou wat euro’s kan schelen. Het Uffizi alleen kost in het hoogseizoen 25 euro en daarbuiten (in de winter) 12 euro.

Spot de drukte

Uffizi bestaat uit twee verdiepingen met kunst. Op de tweede verdieping begint je bezoek en hangen de grote Renaissance meesters. Denk Botticelli, Da Vinci, Lippi… Het is er altijd megadruk. Zeker bij de Botticelli’s. En ik ben een enorme fan van die man. Oa. La primavera en De Geboorte Van Venus zijn er te zien. Maar nadat ik die werken had bewonderd, maakte ik me met plezier uit de voeten – wat een drukte.

Het hele Uffizi is wel een plaatje. De plafonds en de uitgestalde beeldhouwwerken maken het echt een mooi bezoek. Druk of niet druk. En ben je een paar zalen verder van de bekende werken, dan kan je echt wel gemakkelijk een rustig plekje vinden.

Wie nog meer rust wil, neemt best de lange route waarbij je ook de benedenverdieping bezoekt. Daar zijn de kamers wat traditioneler ingericht en de grote massa passeert er niet. Je vindt er nochtans werken van Rubens, Rembrandt, Caravaggio, Titiaan…

Ik maak ook altijd graag foto’s van mensen voor een schilderij

Daar hangt ook het werk waarvoor Leen en ik misschien nog wel het meest kwamen: Judith slaying Holofernes, een doek van de 17de eeuwse vrouwelijke schilder Artemisia Gentileschi. Het werk is opvallend bloederig en de vrouwen kijken niet weg van het schouwspel. Ze zijn bewuste actoren in het geheel. Een meesterwerk vind ik zelf – zeker als je Artemisia’s eigen verhaal (ze werd jong verkracht) kent.

De rijkdom aan werken van het Uffizi maken het één van de meest prestigieuze kunstmusea ter wereld, maar ook één van de drukste. Dat is altijd een beetje het jammere aan de populariteit: dit museum trekt een brede massa aan die niet altijd echt voor de kunst komt, maar eerder om het af te vinken van de lijst. Toch vond ik het fijn om dit museum gedaan te hebben en kon ik voldoende rust vinden om werken te bekijken.

Het museum is fijn ingericht en biedt alles wat je moet hebben. Ze zouden enkel kunnen overwegen wat minder volk per uur binnen te laten. Maar dat kan je ook van het Louvre en de Vaticaanse musea zeggen.

Na ons bezoekje aan het Uffizi aten we alvast een ijsje bij Eduardo, vlak aan de Duomo. Het plekje stond in de Time To Momo dus daarom durfden we het aan zo dicht op een bezienswaardigheid – ik had o.a. heerlijk kaneelijs. En oeps, dit was nog in de voormiddag! Niet veel later ploften we neer bij Il Pizzaiuolo voor – je raadt het nooit – een pizza als lunch. Het is een meer klassieke Italiaan die wat verder van de gebaande paden ligt en daardoor vind je er rust tussen de locals. Iets wat we na het Uffizi wel verdiend hadden.

En wat we na het eten deden, kom je een volgende keer te weten :).

Wat is jouw favoriete kunstenmuseum?

Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.

Firenze #3: San Marco en de Duomo
cof

Firenze #3: San Marco en de Duomo

In maart 2023 trokken Leen en ik eindelijk nog eens op citytrip. We kozen voor Firenze – de hoofdstad van Toscane, van de Italiaanse renaissance en van pasta, pizza en gelato. Cultuur meets lekker eten, de ideale combo.

Nadat we een voormiddag in de voetstappen van de Medici stapten in de San Lorenzo wijk, bleek er nog veel meer te ontdekken in deze buurt. En de Duomo stond uiteraard ook hoog op de lijst.

Mercato central

De mercato central is de overdekte markthal van Firenze zoals je ze wel vaker in het zuiden van Europa kan vinden. Struin door de versmarkt of geniet er van een lunch op de eerste verdieping. Rondom het gebouw staat er bijna dagelijks een leermarkt – van het toeristische type – handtassen, portefeuilles, en al wat je in leer zou kunnen maken, wordt er verkocht. Ik probeer zelf het bezit van leer zoveel mogelijk te vermijden dus ik kocht er alleen leuke postkaartjes.

Ondertussen konden we wel een lunch gebruiken. De Momo leidde ons naar SimBIOsi, een kleine pizzeria met een grote houtoven en goede biologische wijn. Als ik naar één plek terug wil voor het eten, is het zeker deze plek. Een aanrader om op je lijstje te zetten dus.

Dessert haalde we aan de overkant bij het ijszaakje Mysugar en – amai!- ook dat ijs was goddelijk. Ik hou zo van Italië.

Ietwat verborgen omdat het wat verder uit het centrum is, ligt het Chiostro dello scalzo. Je wordt er verwelkomd door een non en mag dan gratis deze kloostergang bezoeken. De muren bevatten fresco’s in zwart-witte tinten die het levensverhaal van Johannes De Doper vertellen. Bijzonder!

De kloostergang is wel enkel open in de voormiddag en op weekdagen. Hou daar dus rekening mee in de planning. Plannen in Italië met hun vreemde openingsuren is sowieso een must. Iets dat we leerden toen we voor de gesloten deuren van zowel de botanische tuin (enkel in het weekend) en Museo di San Marco (enkel voormiddagen) stonden. Daarvoor moet ik dus nog eens terug, maar misschien is het wel open als jij er bent?

Op naar de Duomo dan maar! De Santa Maria del Fiore – kortweg Duomo – is hét iconische gebouw van de stad. In de 13de eeuw begon de bouw en het is vooral de enorme koepel ontworpen door Brunelleschi in opdracht van de Medici’s die de aandacht trekt. Ik heb al veel grote kerken gezien, maar door de manier waarop deze is neergezet – naast gewone rijhuizen – lijkt het echt een immens gebouw. Wat het ook is, maar er zijn nog grotere kerken (waaronder de Sint-Pieter in Rome).

De kerk zelf is gratis te bezoeken, maar er staat wel altijd een wachtrij. Pas trouwens op dat je in de juiste wachtrij staat want daarnaast zijn er nog 5 andere rijen voor betalende bezienswaardigheden: zo kan je de koepel én de klokkentoren beklimmen, is er een museum over de Duomo (dat naar het schijnt wel echt de moeite is) en ook de Battistero kan je bezoeken. Hier vul je alleen al een volledige dag mee als je al deze dingen zou doen.

De Battistero is de doopkapel en heeft enorme bronzen deuren. Die staat aan de overkant van de kerk. De voorgevel van de Duomo is trouwens veel later gezet dan de koepel. De giotto of klokkentoren staat ernaast en lijkt deel uit te maken van de kerk, maar eigenlijk staat die toren ook apart.

Hoe mooi gedecoreerd de kerk er vanbuiten ook uit ziet, binnen is het interieur veel soberder. Enkel de koepel is volledig beschilderd met fresco’s van Vasari die het Laatste Oordeel afbeelden. Ze laten best wat volk binnen en niet iedereen is even stil – dat is zacht uitgedrukt – maar wij wandelden wel even rond en bekeken vooral de koepel in detail.

De Duomo is zo’n indrukwekkend gebouw dat je het vanaf bijna elke straathoek in Firenze te zien krijgt. Het is er dan ook altijd druk, al viel dat in maart beter mee dan ik had gedacht.

Hierna gingen we uitgebreid aperitieven (dat hoort erbij als je in Italië bent). En we aten opnieuw pizza (oeps ^^) bij Berbere in San Frediano – die pizzadeeg maken op basis van zuurdesem. Heel lekker! En zo kwam er een einde aan onze tweede dag in Firenze.

Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.

Firenze #2: in het spoor van de Medici’s

Firenze #2: in het spoor van de Medici’s

In maart 2023 trokken Leen en ik eindelijk nog eens op citytrip. We kozen voor Firenze – de hoofdstad van Toscane, van de Italiaanse renaissance en van pasta, pizza en gelato. Cultuur meets lekker eten, de ideale combo.

Na een eerste dag in de San Frediano wijk trokken we nu iets meer naar het centrum. Meer bepaald richting San Lorenzo. En dat was ooit het terrein van de Medici’s, de bekendste Florentijnse bankiersfamilie. Met een woelige familiegeschiedenis. Ze kregen zelfs een eigen televisieserie (waarvan ik uiteraard fan ben!).

De San Lorenzo kerk

De San Lorenzo kerk, of zeg maar basiliek, was de familiekerk van de Medici’s. In de 15de eeuw werd deze gebouwd naar een ontwerp van Brunelleschi – dat is ook de ontwerper van de koepel van de Duomo. Zoals je ziet is de kerk nooit voltooid geweest. De voorgevel ontbreekt. Michelangelo himself heeft hier later nog wat ontwerpen voor gemaakt, maar ook die zijn nooit uitgevoerd.

Je kan de kerk tegen betaling bezoeken, maar wij hadden ons oog laten vallen op het gebouw aan de achterkant van de kerk (met aparte ingang): de Medici kappellen.

Cappelle Medicee

Langs buiten ziet het gebouw eruit als een enorme kerk met koepel. Maar eigenlijk is dit het mausoleum – het pantheon zeg maar – van de Medicifamilie. De kapellen zijn gebouwd door Cosimo II, dat is de latere tak van de familie die terug aan de macht raakte nadat de renaissance ten einde kwam en de Medici’s uit Firenze werden verdreven.

Je komt de kapellen binnen op het gelijkvloers waar je in een soort religieus museum terecht komt, maar de echte pracht en praal krijg je te zien als je de trap opgaat. Dan kom je in het praalgraf terecht, de cappella die Principe. Ik laat de foto’s even voor zichzelf spreken.

Het is een enorme marmeren zaal vol symbolen naar de medicifamilie en hun macht in Firenze. De tombes die je ziet zijn trouwens leeg. Het is nooit de bedoeling geweest om hier familieleden te begraven. Het is louter een praalgraf om mee te pronken, de echte graven vind je beneden en zijn net heel sober.

Na grondig de immensheid van het praalgraf in ons te hebben opgenomen liepen we verder naar de Sagrestia Nuova. Hier heeft Michelangelo voor de graftombe van de broers Lorenzo (Il Magnifico) en Guiliano De Medici gezorgd. De tombe werd gemaakt in opdracht van paus Leo X, een zoon van Lorenzo en één van de twee pausen die de Medicifamilie zou leveren.

Daarnaast vind je er ook zijn vier allegorische figuren: Dag, Nacht, Schemering en Dageraad.

Nacht (de vrouw) en dag (de man)

Schemering (de man) en dageraad (de vrouw)

Je bezoekt de Medici kappellen voor 9 euro per persoon. Ik vond het zeker de moeite, maar ik ben dan ook fan van de (geschiedenis van de) familie.

Palacio Medici Riccardi

Aan de overkant van de San Lorenzo basiliek en de Medici kappellen staat het Medici Riccardi paleis op een straathoek. Het heeft zijn naam gekregen dankzij de twee belangrijkste families die er hebben gewoond. De Medici’s woonden er tot 1540 waarna de Riccardi’s er hun intrek namen. Wij gingen voor 7 euro per persoon naar binnen.

Het binnenplein, de patio, kan je zeker ook herkennen uit de serie.

Beneden heb je een aantal kamers waar tijdelijke kunsttentoonstellingen lopen. Op de eerste verdieping bezoek je de paleiskamers. Hoogtepunt daar is de Cappella dei Magi. Een klein kamertje dat de huiskapel was en waarvan de muren vol zijn geschilderd met allegorieën en je de jonge Lorenzo De Medici – Il magnifico – herkent als een ware gouden prins op het paard. Ook deze kapel toont opnieuw de macht en het aanzien van de Medicifamilie. Zij waren de facto koningen.

Het is de kunstenaar Gozzoli die de Magi kapel versierde. Daarna passeerden we langs meer prachtige zalen waar levensgrote doeken aan de muren hangen.

Een andere hoogtepunt is de zaal Luca Giordano. Die doet denken aan de spiegelzaal in Versailles met veel bladgoud. Op het moment dat wij er waren was er ook een tentoonstelling van schilderijen van Giordano in de zaal, wat het wat moeilijker maakte om de grootsheid van de zaal in te schatten. Maar dan nog maakte het indruk. Het is de schilder Luca Giordano die op het plafond het werk ‘De apotheose van de tweede Medici dynastie’ schilderde. In opdracht van de Riccardi familie overigens.

Buiten ga je langs een mooi aangelegde citrustuin. Lang het buitenkant is het paleis best sober te noemen, maar ik vind dat wel een leuke stijl hebben.

En zo zijn we op drie belangrijke plekken geweest waar de Medici’s rondliepen van de 15de tot de 17de eeuw.

Ik vond het fijn om een halve dag ondergedompeld te worden in hun geschiedenis en zou zeker het paleis aanraden om te bezoeken omdat het voor ieder wat wils is. De kapellen zijn dan weer indrukwekkend. Zoveel geld dat in zo’n enorm bouwwerk is gegaan om de macht van één familie weer te geven.

Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.

Wat is jouw favoriete plek in Firenze?

Firenze #1: Santa Maria Novella en San Frediano

Firenze #1: Santa Maria Novella en San Frediano

In maart 2023 trokken Leen en ik eindelijk nog eens op citytrip. We kozen voor Firenze – de hoofdstad van Toscane, van de Italiaanse renaissance en van pasta, pizza en gelato. Cultuur meets lekker eten, de ideale combo.

Op de eerste dag vlogen we natuurlijk naar Italië. Waarna we heel eenvoudig met de tram van het mini-vliegveld van Firenze naar het centrum van de stad reden. We sliepen in een gezellige Airbnb in het San Frediano district aan de overkant van de Arno. En daarom besloten we deze wijk als eerste te verkennen.

Starten deden we met een lunch bij RAW Vegan Firenze, meer hipster dan dit vind je het niet. Als dessert een eerste portie gelato bij La Carraia aan de gelijknamige brug. En jawel, al meteen een aanrader, heel lekker ijs!

Santa Maria De Novella

De wandeling van de dag startte op het plein voor de Santa Maria De Novella. Dit is een van de grote basilieken van de stad en ook de oudste. Met een voorgevel in wit en groen marmer die er later is voorgezet is dit meteen een toonbeeld van de renaissance.

Wij betaalden 7,5 euro per persoon om de kerk binnen te mogen en hadden geen idee hoe groot het binnen was.

De kerk is niet van top tot teen beschilderd, typisch voor een eerder sobere Dominicaanse kerk. Het interieur is gotisch en het is vooral het zwart-witte patroon dat opvalt. Het topwerk is de ‘Trinity’ (De heilige drievuldigheid) van Masaccio dat geschilderd is op een zijmuur. Daarnaast zijn er verschillende zijkapellen.

Wat we niet wisten is dat je naast de kerk ook een museum en een klooster kan inwandelen. Zo stonden we plots in een patio/kloostertuin waarvan de muren beschilderd waren met fresco’s. En het was er heerlijk rustig toen wij er waren.

We liepen er wel een tijdje rond. Binnen zijn nog een aantal zalen met religieuze objecten en schilderijen. Maar het was toch vooral het klooster dat onze aandacht vasthield.

Meteen een fijne kennismaking met wat Firenze te bieden heeft: kerken en fresco’s. Later zou blijken dat dit mijn favoriete kerk is die we bezocht hebben. Aanrader dus.

Niet veel verder zit de bekendste apotheek van de stad, ook Santa Maria Novella genaamd, maar daar stond een rij aan te schuiven om binnen te mogen. Dit is dus eerder attractie geworden en we lieten het aan ons voorbij gaan.

Chiesa di Ognissanti

We stapten verder richting de Arno naar een volgende kerk. De Chiesa di Ognissanti, kerk van Allerheiligen, stamt uit de 13de eeuw en zet de toon van de barok in Firenze. Tijdens de Italiaanse renaissance was dit de familiekerk van de Vespuccifamilie. En daarom ligt o.a. de ontdekkingsreiziger Amerigo Vespucci er begraven.

De kerk is echter vooral bekend omdat ook Sandro Botticelli er zijn laatste rustplaats vindt. En dat is niet toevallig: zijn muze Simonetta Vespucci – die meer dan waarschijnlijk model stond voor ‘De geboorte van Venus’, stierf jong en kreeg er een graf. Botticelli ligt bijna letterlijk aan haar voeten begraven, op zijn wens. Inspiratiebron of tragisch liefdesverhaal, wie zal het zeggen?

In de kerk vind je ook een fresco van Botticelli. Maar even indrukwekkend is ‘Het laatste avondmaal’ van Ghirlandaio. Je kan la chiesa de Ognissanti gratis bezoeken.

Uitblazen aan de stadspoort

Van hieruit staken we de Arno over naar San Frediano. We wandelden richting de oude stadspoort, en ploften neer voor een eerste goed glas wijn en Aperol bij Santarosa Bistrot. Een heerlijke bar annex koffieplek in een park.

De porta de San Frediano is een 13de eeuwse stadspoort met deuren van 13 meter hoog. Je ziet er nog de koperen ringen hangen waaraan vroeger de paarden werden vastgemaakt.

Cappella Brancacci

Hierna wilden we nog graag langs de San Frediano in Castello kerk met zijn niet afgewerkte voorgevel en koepeltje, maar hoewel die zou opengaan ’s avonds hebben wij er een tijdje gestaan zonder succes. Italianen en hun openingsuren…

San Frediano in Castello

Wat verderop vind je op een tof plein de cappella Brancacci, die deel zijn van de Basilica di Santa Maria del Carmine. De kapellen zijn beschilderd met fresco’s van Massaccio uit de vroege renaissance en zouden heel erg de moeite zijn. De eerste keer dat we er passeerden waren de kapellen niet open, de tweede keer waren ze volgeboekt. Reserveer dus op voorhand je tickets voor deze. Ik wil er graag naartoe een volgende keer.

Heerlijk dineren bij Tamero

Voor het avondeten trokken bij naar pastabar Tamero op het nabijgelegen Piazza Santo Spirito. Je eet hier verse pasta bv. de traditionele cacio e pepe of gnocchi met truffel. Ook de pizza zag er lekker uit en de wijn was zeer goed. Aanrader!

En zo was de eerste geslaagde dag in Firenze een feit. De samenvatting? Veel kerken, leuke straatjes en lekker eten. In San Frediano proef je van het typische Italiaanse sfeertje zonder het massatoerisme van het centrum van Firenze.

Op mijn reisgidspagina vind je een handig overzicht van alle bestemmingen die ik bezocht en de bijhorende blogposts die ik erover schreef. Zo vertrek je nooit zonder inspiratie op vakantie.